Krista Detor - Barely



Ze wordt het bestbewaarde geheim van Amerika genoemd, maar voor de meeste critici en echte muziekliefhebbers was Mudshow de eerste kennismaking. In 2006 vergaarde dit album veel lovende recensies. Het was gestoken in een opvallende hoes, een olifant geposteerd op een piano. Die olifant was niet alleen een verwijzing naar de circusachtergrond van partner David Weber, maar ook een politiek statement. Negen jaar na dato staat Mudshow nog altijd als een huis. Meer succesvolle albums volgden. Ook in Europa kreeg ze het nodige succes, zo haalde ze al eens de eerste plaats in de EuroAmericana Chart. Tussendoor nam ze een pauze van een paar jaar om die aan haar opgroeiende kinderen te besteden. Haar voorlaatste album Flat Earth Diary kreeg  weer uitstekende kritieken, waaronder in Popmagazine Heaven. Toch begon bij mij het gevoel te ontstaan, dat haar muziek aan nieuwe impulsen toe was. Gelukkig dacht Krista er hetzelfde over, want haar nieuwste werkstuk Barely, is zoals de titel al aangeeft, een stuk soberder. In iedere song wordt ze begeleid op een instrument, hooguit op twee. Voornamelijk door haar man David Weber op gitaar en zang. Die sobere inkleuring is even wennen, maar het geeft wel meer ruimte aan haar zang. Zoals gebruikelijk speelt ze op haar zeer kenmerkende wijze piano, maar natuurlijk ook accordeon, gitaar en orgel. Ze schreef alle nummers zelf, op het oorlogslied The Coming Winter na, wat ze componeerde samen met Mary Dillon. Het is een prachtig duet geworden, een soort Transatlantic session, want Dillon’s vocalen werden in Ierland opgenomen. Verder werkten Moira Smiley van Solas en Amanda Biggs mee als achtergrondzangeres. Wellicht zal het voor de meeste fans van haar muziek even wennen zijn aan de “nieuwe” Krista, maar wie even doorzet is weer een prachtig album rijker.

Theo Volk

Releasedatum: 15 oktober 2015 Tightrope records
Website: http://www.kristadetor.com/
 

Live-optredens:
30-10 Oosterwolde: De Miente
6-11 Den Haag: Acoustic Alley
7-11 Oosterbeek: Concertzaal, cd-releaseshow
8-11 Tweede Excloërmond: Cultuurhuis Odeon
14-11 Middelburg: Tangelder presenteert
 


Jack Hustinx and the Southern Aces - Over yonder




Over Yonder kreeg de afgelopen weken al de nodige aandacht in de Nederlandse pers, maar voor degenen die  nog geen weet hebben van Over Yonder, breng ik hem alsnog even voor het voetlicht. Eindhovenaar Hustinx is een doorgewinterde muzikant, die al heel lang aan de weg timmert, en die weg was niet altijd even gemakkelijk. Jack verdiende een tijd lang de kost bij de helaas verdwenen platenzaak Bullit. Hij deed onder anderen ervaring  op in pop/rockgroep Arti Rhythm. Meer bekendheid vergaarde hij met Shiner Twins, waarvan hij mede-oprichter is. Intussen heeft Shiner Twins drie prachtplaten uitgebracht, die helaas (nog) alleen bij de echte connaisseur bekend zijn. Hustinx vertoeft al 18 jaar met enige regelmaat in Austin, Texas. Hij werkte daar samen met de nodige muzikanten. Zo spelen enkelen daarvan mee op de laatste Shiner Twinsplaat Four souls – One heart, waaronder de fantastische zanger Malford Milligan (Storyville, Double Trouble) en Sheree Smith (Memphis Train). Het nieuwe project nam 2,5 jaar in beslag en werd er zowel in Amerika als Nederland opgenomen. Alle meewerkende artiesten deden belangeloos mee. En ze hebben het er zeker niet met een Jantje-van-Leiden van afgemaakt. Zeer geïnspireerde bijdragen van bijvoorbeeld Roel Spanjers (Normaal, JW Roy, Luther Allison Blues Band). En natuurlijk ook van zijn Shiner Twins maatjes en veel Amerikaanse vrienden. In het nieuwe boekalbum van JW Roy raadt Johan Derksen Mart Smeets aan om Malford Milligan en Jack Hustinx te gaan bekijken bij de komende tournee. Datzelfde wil ik aan U adviseren. Ik weet zeker dat U er geen spijt van zult krijgen. Neem dan gelijk even een gesigneerde cd mee naar huis, want Over Yonder is een prachtige, authentieke rootsplaat van Nederlands/Amerikaanse bodem.

Releasedatum: 30 oktober 2015 Harlem Records

5 november Middelburg – Concertzaal De Spot
6 november Leiden – Muziekhuis Q-bus
7 november Hoorn – Pop- & cultuurcentrum Manifesto
8 november De Meern – Muziekpodium Azotod

9 november Eindhoven – Muziekgebouw Meneer Frits (uitverkocht)
11 november Oldenzaal – Cobblestone Club
12 november Eindhoven – Wilhelmina

13 november Oss – Cultuurpodium De Groene Engel
14 november Amsterdam – North Sea Jazz Club
15 november Horst – Muziekpodium Cambrinus


 


Jonas Carping - Cocktails & Gasoline



Qua muziekaanbod hoeft niemand te klagen. Aan de andere kant, selecteren is door dat overdadige volume aan releases niet eenvoudiger geworden. Voor artiesten die gehoord willen worden, en dus nog naam moeten maken, lijkt me dit haast een onmogelijke taak. Tijdens het schiften kwam deze Zweedse artiest naar boven drijven. De hoes – een stel gokverslaafde Aziaten - in combinatie met de albumtitel intrigeerde mij. Cocktails & Gasoline. Wordt het een plaat over het verschuiven van de macht, waarbij intriges van de rijken der aarde voor het voetlicht komen? (Ik had onlangs een artikel gelezen over een Chinese miljardair die een Britse golfclub had gekocht, en die naar eigen believen ging herstructureren.) Nee, niets van dat alles. Intrigerend bleef het evengoed tijdens beluistering van deze plaat. De stem van Jonas Carping deed mij associëren met de Canadese folk artiest Garnet Rogers. Een prettige bijkomstigheid, aangezien ik enorm gecharmeerd ben van diens stem. Het tempo van de meeste liedjes kun je definiëren als stuwend, en qua genre trekken deze Zweed en zijn band richting alternatieve pop.
 
Cocktails & Gasoline is het album dat hij altijd had willen maken. De meeste liedjes kwamen tot stand in een stukje ongerept Zweden, afgezonderd van de buitenwereld. De bedoeling is om het oorspronkelijke karakter van dat landschap te vertalen naar muziek. Ongecultiveerde schoonheid naar de oppervlakte brengen. Trek inderdaad 14 dagen de wildernis in. Neem uitsluitend de hoogst noodzakelijke uitrusting mee. Leg voor die beperkte periode elektriciteit terzijde. Volgens mij zie je de wereld bij thuiskomst vanuit een ander perspectief. Niet dat de muziek op deze plaat aandacht eist. Wel opvallend is dat ik er met plezier naar luister. Het gaat over kwetsbaar zijn, en verlangen. Verlangen naar basale geneugten, zoals warmte in de nacht. En wanneer je dan die virtuele armen om je schouder voelt, de tweede stem van Sigrid Nilsson beluistert samen met de cello van Marika Dahlback dan weet je hoe mooi eenvoud kan zijn.
 
Rein van den Berg
 
Releasedatum: 7 oktober 2015 Eigen beheer
 
 

Red river dialect - Tender Gold & Gentle Blue



De hoes nodigde direct uit om te gaan luisteren. Lang geleden bezocht ikzelf Skellig Island in Ierland. Het betreft hier geen Ierse band, zoals ik in eerste instantie dacht, maar een Engelse groep rondom frontman David John Morris. Morris groeide op in Cornwall, maar is sinds enkele jaren woonachtig in Londen. Over Tender Gold & Gentle Blue verschenen al de nodige lovende recensies zoals in MOJO, Uncut Magazine en op Folkradio UK en Allmusic. Intussen wordt de band op handen gedragen door iemand als M.C. Taylor (Hiss Golden Messenger) en Ben Chasny. In Allmusic worden voorgaande albums vergeleken met bands als The Waterboys, Fairport Convention en met Nick Cave, vergelijkingen die voor het nieuwe werkstuk echter niet opgaan. Tender & Gentle Blue is veel ingetogener en persoonlijker van aard. Alle liedjes werden geschreven door David, met uitzondering van traditional Bound for the Rio Grande, en ontstonden op gitaar. Een viertal van de nummers, For Ruth and Jane, Fallen Tree, Khesed en Ring of Kerry, hebben rechtstreeks betrekking op het overlijden van zijn vader.
 
In opener For Ruth and Jane richt hij zich in eerste instantie tot zijn moeder Ruth en zus Jane om hun een hart onder de riem te steken. Alle vier bevatten contemplatieve gedachten zoals de sleutelsong, het bijna tien minuten durende, Ring of Kerry: “I’m suddenly so grateful for the world I see.To whom can I address it if not to thee? My father now departed, I must let him be. And gratefully accept the gift he gave to me.” Het is muzikaal gezien ook de vreemde eend in de bijt. Het opent met een vioolpartij die herinnert aan de begintijd van The Velvet Underground, waarna er gebruik wordt gemaakt van drones en fields recordings. Dit alles geeft het een zeer bijzondere en mysterieuze sfeer. Voor mij vergelijkbaar met een rondrit langs de Ring of Kerry met slecht weer. Veel van zijn teksten zijn overigens niet gemakkelijk te doorgronden en laten ruimte voor een eigen interpretatie. Twee zeer fraaie instrumentals op gitaar zijn Child song en Sceillic,die rustpunten vormen. De teksten op dit album vormen een grote kluif. Wie daar niet genoeg aan heeft, David schreef nog een lang essay over zijn overleden vader. Uitgangspunt hiervoor vormen een aantal van de laatste preken van zijn vader als dominee. Tender Gold & Gentle Blue is het persoonlijke relaas van het verlies van een dierbare.    

Theo Volk 
Label: Hinterground records
Releasedatum: 31 juli 2015




Jeffrey Foucault - Salt as Wolves


Hoe zeil je als rechtgeaarde artiest langs valkuilen en clichés? Hoe weet je dat ene nachtelijke avontuur of dat hartzeer toch weer speciaal te maken, dusdanig dat er een relevante song uit voortkomt? Mogelijk ligt de inspiratie bij Jeffrey Foucault voor het oprapen, want met de mystiek aandoende titel Salt As Wolves lijkt hij allerminst uitgeblust. In hoeverre gaat het leven van de familieman, het alledaagse, samen met de artiest die langs de podia trekt? Wellicht ligt het antwoord besloten in zijn teksten, ook al lijkt hij mij niet iemand die zijn hart op de tong draagt. Foucault is eerlijk, maar schermt zichzelf tegelijkertijd af en stelt grenzen. Salt As Wolves is niets anders dan wederom een voortreffelijk album, voorzien van dat specifieke Foucault sausje. Tot in de details vormgegeven, waarbij hij aangenaam rauwe klankkleuren niet uit het oog verliest. Behulpzaam bij het doen ontstaan van dit nieuwste project wordt hij terzijde gestaan door drummende buddy Billy Conway (Morphine). De mannen werken veelal live samen en zijn perfect op elkaar ingespeeld. Na eigen zeggen heeft Jeffrey Foucault zich laten inspireren door vroege albums van Townes van Zandt, Greg Brown en John Prine. Niet de minste in het genre om een voorbeeld aan te nemen. Om daarbij extra dimensie aan te brengen zijn de gitaarpartijen van Bo Ramsey, wat mij betreft, te allen tijde een welkome verrassing.
 
Jeffrey Foucault beheerst zijn vak tot in de uiterwaarden. Geen aspect ontsnapt aan zijn aandacht. Productioneel is de plaat wederom supergaaf. Geluidstechnisch superieur en veelzijdig qua invloeden. Er wordt een knipoog gemaakt naar Jessie Mae, en dus ligt daar een bruggetje naar Soul en Blues. Het verklaart tevens de aanwezigheid van de door Mrs. Hemphill bewerkte traditionele song Jesus Will Fix It For You. Jeffrey Foucault klinkt op Salt As Wolves zowel vertrouwd als op het uiterste van zijn kunnen. Hij tipt kort zijn liefde voor de Rock aan, voor het meerdere blijft hij schatplichtig aan het genre van de singer songwriter. Dat zijn vrouw niet een deuntje meezingt, is mij een raadsel, terwijl aan de andere kant de vocale ondersteuning van de bevallige Caitlin Canty ook niet valt te versmaden. Foucault is niet verrassend, maar wel rete goed.
 
Rein van den Berg
 
Releasedatum: 30 oktober 2015 Blue Blade Records

JW Roy - Dry Goods & Groceries



2015 is goed voor een paar prachtige albums van Nederlandse artiesten. Binnen die selectie valt zonder twijfel de nieuwe cd van JW Roy. Op zijn voortreffelijk Engelse uitspraak valt niets af te dingen. Die is nergens geforceerd of kneuterig. Ook qua thema’s zoekt hij geen hoogdravende idealen en blijft aangenaam dicht bij huis. Dit verklaart wellicht mede de titel; Dry Goods & Groceries. Om de hoek moet je zijn lijkt de boodschap, onder het motto eerlijkheid duurt het langst. JW Roy telt weliswaar zijn zegeningen, maar laat anderszins weinig aan het toeval over, want hij pakt kwalitatief gezien behoorlijk uit. De 17 liedjes worden vergezeld van een boek. Insteek van het geheel behelst Americana. Verhalen over artiesten, locaties en achtergronden. Zowel de liedjes als het boek beogen een roadtrip te zijn. Er zijn schrijfsels van o.m. Geert Henderickx, Bert van de Kamp, Jan Donkers, Nico Dijkshoorn, Mart Smeets, Freek de Jonge en Leon Verdonschot. Met deze laatste trekt JW langs diverse podia, inclusief een zorgvuldig gekozen 4 koppige band. Na een aantal try-outs, en een preview tijdens het Crossing Border Festival te Den Haag, is op 23 november de première in de Kleine Komedie te Amsterdam.
 
JW Roy geeft uiting aan zijn liefde voor de muziek, en wellicht meer specifiek aan zijn liefde voor de Amerikaanse Roots muziek, de muziek waarmee hij zich verwant voelt. Kleurrijke types als Townes van Zandt vormen het cement van waaruit de inspiratie tot Dry Goods & Groceries is ontstaan. Zelf had ik meerdere malen een associatie naar de enigszins vergeten Larry Jon Wilson. Het geeft voor mij een extra dimensie aan een liedje als Angel Bird. Het boek zelf heb ik nog niet gezien, maar zie er reikhalzend naar uit. Beide producten moet je niet los zien. Ze vallen dan ook qua concept en uitvoering samen. De 4 bonus nummers zijn klassiekers van Guy Clark, Johnny Cash, Charlie Rich en de voor mij onbekende Todd Rakestraw. Zo valt altijd weer iets te leren. Feel Like Going Home sluit in een meesterlijke uitvoering het album af. Nooit klonk een afscheid zo definitief.

Rein van den Berg

Releasedatum: 30 oktober 2015 V2 Records Benelux
Website: http://www.jwroy.nl/
Product: http://www.drygoodsandgroceries.com/product/

Donna Ulisse - Hard Cry Moon



Zoals in recensies van eerdere cd’s is vermeld, haar echtgenoot is een neef van Ralph and Carter Stanley. Wanneer de Stanley Brothers je aanspreken, dan zal je geen moeite hebben met het repertoire van Donna Ulisse. Daar komt bij dat ze een mooi onvervalst robuust stemgeluid heeft. De liedjes van Hard Cry Moon zijn origineel, en door haar zelf geschreven, dan wel met eega Rick Stanley, of met vaste co-schrijvers Marc Rossi en Jerry Salley. Donna Ulisse hecht veel waarde aan familietradities en de gevoelens die daarbij passen. Haar vaders familie kwam origineel van Italië (Lanciano) en haar moeders familie bestond uit een ruwe mix, maar waren o zo Americana. Juist die twee componenten brachten een veelvoud aan invloeden die haar leven hebben verrijkt. De kracht van haar muziek schuilt hem in het feit dat ze dicht bij zichzelf blijft. Ze stelt in de hoes dat ze blij is dat ze er niet alleen voor staat. Ze vindt in de eerste plaats steun bij Jezus, op de voet gevolgd door de warmte van haar familie. Volgens mij heeft ze weinig nodig om tevreden en gelukkig te zijn, anderzijds, maar ook door haar muziek, weet ik dat ze oprecht is in haar muziek en teksten. Wanneer je tevreden met een dergelijke primair bestaan, waarom zou je verder om je heen kijken?

Die tevredenheid is wel met een knipoog, want tegelijkertijd weet ze grandioze musici uit de Blue Grass te strikken die haar begeleiden met dit laatste project. Kortom, Donna weet wat ze wil! Zoals met veel muziek, is Blue Grass als muziekvorm enorm rechtstreeks. Hij staat of valt met eerlijkheid. Je speelt deze muziek van uit je hart, anders overtuigt de zeggingskracht niet. Dit gaat verder dan slechts een partituur spelen. Deze vorm hoort thuis in je systeem zoals je bloedbaan, vanzelfsprekend. Ze heeft o.m. Casey Campbell (van Bryan Suttons band) op mandoline bereid gevonden haar te assisteren met dit album. Dennis Crouch (bekend van Steve Earle, Diana Krall en Emmylou Harris) bespeelt de staande bas. Stuart Duncan op fiddle. (bekend van Chris Thile, James Taylor en Alison Krauss). Scott Vestal op banjo (Dolly Parton en Sam Bush) Brentt Truitt van the SteelDrivers zat achter het mengpaneel. Het album is opgedragen aan haar onlangs gestorven grootvader, en aan haar vader die stierf op haar zevende. Twee bepalende mannen, waar ze dagelijks met compassie aan terugdenkt. “Huilen brengt ons dichter tot elkaar”: is wellicht een ietwat kleffe tekstregel, maar wanneer Donna Ulisse hem zingt laat dat je onverschillig, mij althans. Eerlijkheid staat voorop. Neem de clichés met een korreltje zout. Het is de gedachte erachter die telt. Zonder sarcasme of valse bijbedoelingen kom je een heel end. Niet alles gaat vanzelf, maar gezamenlijk slaan we ons er doorheen, dat is de boodschap. En blijf daarbij eerlijk naar jezelf. Zo is het uiteindelijk toch?

Rein van den Berg

Releasedatum: 2 oktober 2015 Hadley Music Group


REPLAY: Jeff Finlin – My Moby Dick


“All my days are blending into one lonely night”: is een regel afkomstig van Jeff’s debuutplaat. Het is dus niet van de laatste tijd dat zijn teksten vanuit een sinister perspectief geschreven zijn. Er is zelfspot, een macaber soort humor, en Jeff’s indringend stemgeluid sluit daar naadloos bij aan. Jeff Finlin schrijft vanuit een inwendige drang. Hij moet zijn woorden simpelweg van zich afschrijven. Kwesties die hem bezighouden, beangstigen of verontrusten. Opvallend in zijn werk is dat hij regelmatig bezig is met thema’s als de dood of eenzaamheid. Een voorbeeld van die absurde teksten vind je terug in het nummer I Killed Myself Last Night.  Hij beschrijft zijn leven alsof vanuit het hiernamaals. Het begin opent als zijnde een ultieme oplossing, althans als je de vrolijk beschrijvende tekst mag geloven. Ondanks de vredigheid, blijkt zijn eindconclusie tamelijk onbevredigend: "Nothing to do here, except for loving you". Ergens zie ik er de humor wel van in, anderzijds zet ik tevens vraagtekens bij deze absurdistische gedachten, die lijken mij verre van gezond.

Met enig voorbehoud, maar volgens mijn berekening is My Moby Dick zijn achtste plaat. Dit album verscheen tegelijk met een boekwerkje genaamd Time Less Travel. In principe lijkt niets nieuws onder de zon, ware het niet dat ieder Finlin opnieuw verrast. Het album is wederom een verzameling aan knappe songs met spitsvondige teksten, en opmerkelijk muzikale hooks. Tevens kun je ook stellen dat het een natuurlijke voortzetting is van de eigenzinnige klasse. Zijn albums zijn niet altijd even eenvoudig te verteren, echter wanneer je eenmaal behept met zijn virus dan laat hij moeilijk los. Finlin is een artiest die tot overpeinzen aanzet. Echter, of ik daar met My Moby Dick een aangenaam gevoel aan overhoud is nog maar de vraag. Mooie muziek dat wel, maar zijn visie lijkt meer sinister dan ooit tevoren. Met enige bezorgdheid en vrees voor de toekomst beluister ik Finlin’s boodschap. Ondertussen gonst in mijn achterhoofd: “Jeff, ga eens wat meer onder mensen!” Fijn dat hij optreedt in ons land deze herfst.

Rein van den Berg


Los Lobos - Gates of Gold



Vanochtend – woensdag 7 oktober – was ik zeer ingenomen met het artikel wat Gijsbert Kamer gewijd had aan Los Lobos. Hij refereerde aan het zojuist verschenen boek van Chris Morris - Dream in Blue – waar de auteur een interessante stellingname te berde bracht. Een zeer aannemelijke inschatting, want kort door de bank genomen, was het La Bamba die hen paradoxaal genoeg ontwricht heeft. De erkenning van de noeste muzikanten kwam niet vanwege hun tomeloze inzet, talent of vakmanschap, maar viel hen ten deel omdat ze een wereldhit scoorden met deze gezapige klassieker. Een wrange constatering. Wellicht had hun carrière een meer gunstige wending genomen wanneer deze “zegen” hen bespaard was geweest. De lust tot het echte musiceren is hen niet vergaan, echter het maken van platen schijnt een opgave te zijn, volgens het artikel. Ik kan het daarmee eens zijn, want ik liep matig warm voor hun platen de afgelopen jaren. Liggen de tamme jaren achter ons?


Het wolvenpak is overigens sinds 1973 actief, niet verwonderlijk dat de scherpe kantjes ietwat zijn afgevlakt. Anderzijds Gates of Gold lijkt een serieuze poging te ondernemen dergelijk vooroordelen te ontzenuwen. En het moet gezegd, musiceren doen ze nog als de beste, en de goudpoorten gaan opnieuw open. Niet dat ze volledig terug zijn met het elan van hun vroege jaren, maar dit nieuwe album is prima te verteren. Gebrek aan variatie is er niet. Ze bedienen zich hernieuwd van een wijde mix aan Country, Rock, Folk, R&B, scheutje jazz en muziek die gehuisvest is in de Mexicaanse Roots. When We Were Free deed mij warempel denken aan Steve Winwood en Traffic. Ook de Mis-Treater Boogie Blues doet je beseffen dat de livedynamiek moeilijk valt te verhullen bij een geoliede band als deze. Het deinende uptempo ritme doet afvragen wanneer deze gasten weer ons land aandoen, want ze mogen zondermeer gehoord worden. Knap hoe ze als band weten te schakelen tussen diverse muziekstijlen. Enerzijds traditionele nummers die bedoeld zijn tot oprecht vermaak waarbij de voetjes van de vloer mogen, zoals bij Poquito Para Aqui en La Tumba Sera El Final. Maar zeker ook fijn dat er ruimte geserveerd is voor een conventionele rocker als Song of the Sun of een rauwe Blues track als I Believe You So. Gates of Gold herstelt de goede naam royaal, zeker wanneer je in de veronderstelling was dat de band achterover leunde.

Rein van den Berg

Releasedatum: 25 september 2015 Proper Records



Eric Bibb & JJ Milteau - Lead Belly’s Gold



Om maar met een retorische vraag te openen: Valt Eric Bibb wel eens tegen? Mij persoonlijk niet sinds mijn kennismaking met zijn stijl en repertoire. Iedere keer is het hernieuwd genieten. De man geeft zich iedere keer voor de volle 100 procent, en verliest daarbij evenmin het geluidstechnische gedeelte uit het oog. Blues hoort in mijn ogen enigszins vuil te zijn, maar ik vind het daarbij allerminst vervelend wanneer uiterste zorg besteed is aan de opnames. Het gaat mij in de eerste plaats om de intensiteit van de voordracht. Ik keek smachtend uit naar deze release, aangezien ik niet al te lang geleden een mooi oeuvre-overzicht gekocht had van Lead Belly. Een Smithsonian Folkways product. Was oprecht nieuwsgierig naar het eigentijdse jasje die deze gerenommeerde Blues artiesten wisten aan te brengen. Beide heren (Eric Bibb & Jean Jacques Milteau) zijn schatplichtig aan Lead Belly’s Gold, en aangezien ze in zijn voetsporen treden kunnen ze zich amper een uitglijder veroorloven. Hun reputatie staat op het spel. Het album opent met een enigszins obligaat applausje die naarmate de opnames vorderen meer enthousiast wordt. Gelukkig maar, de sfeer resoneert!



Om het inlevingsvermogen verder te vervolmaken had men besloten om de liedjes, die ze zich eigen hadden gemaakt, live uit te voeren. The Sunset, de vermaarde Parijse Jazzclub, vond het fantastisch om uitgekozen te zijn als locatie. Lead Belly was vlak voor zijn dood nog in de Franse lichtstad geweest. De club zou hem aangesproken hebben. Eric heeft een charmant stemgeluid, dat ietwat afwijkt van Lead Belly’s imposante voordracht. Mij stoort het verschil amper. Wellicht een kniesoor die er over valt, maar Lead Belly zelf werkte zelden samen met een mondharmonicaspeler, wat afbreuk kan doen aan de geloofwaardigheid. Ook dat stoort mij niet. Boven de streep blijft andermaal over een vakkundig gespeelde cd van Bibb en kompanen. The House of the Rising Sun en andere Lead Belly klassiekers komen voorbij naast een drietal Bibb songs, waarvan Swimmin’ in a River of Song een ode is aan de meester zelf.

Rein van den Berg

Releasedatum: 2 oktober 2015 Dixiefrog


Diana Jones - Live in Concert



De carrière van Diana Jones kwam pas goed van de grond, nadat ze My Remembrance of You had uitbracht. Een rootsy album dat de Amerikaanse folk traditie hernieuwd leven inblies. Ze legde een directe link tussen haar persoonlijke verhaal en de tradities van “the settlers”, die vanuit Europa neerstreken in de uitlopers van de Appalachen. Ze was opgegroeid in New York als adoptiekind, maar kwam na jaren in contact met haar biologische familie. Een bescheiden cultuurschok viel haar ten deel. Aanvankelijk had ik niet verwacht dat ze daarna nog een album zou maken die bij My Remembrance of You in de buurt zou komen, maar ondanks de krappe bandbreedte die ze zichzelf gunt, wist ze mij steevast iedere maal opnieuw te imponeren. Hetzelfde geldt voor de concertjes die ik van haar heb meegemaakt. Voorafgaand aan het concert twijfel je om te gaan, want “Eigenlijk heb ik het wel gehoord” en dan toch weet ze je met haar zang en zeggingskracht opnieuw te overrompelen. Iets vergelijkbaars heb ik met deze Live in Concert cd. Je vraagt je aanvankelijk af wat dit album mogelijk toevoegt aan haar bestaande oeuvre, en dan wanneer je de plaat beluistert dan weet ze je met haar performance toch weer aan de speakers te kluisteren.

Bij het laatste optreden dat ik van haar bezocht, prees ze deze cd fijnzinnig aan, door er aan toe te voegen dat 3 van de nummers niet eerder waren opgenomen. De overige 15 nummers vind je terug op haar reguliere platen, met het verschil dat sommige liedjes een bescheiden verbale introductie krijgen. Het vertelt iets over Diana´s motivaties. Je leert haar beter kennen als de hartelijke persoon die ze is. Voor zover we haar al niet kennen, want alle liedjes zijn door haar zelf geschreven. De live opnames kwamen in de afgelopen zeven jaar tot stand op de diverse podia te Ierland, UK en Nederland. Ze is welkome gast, mede vanwege Sandra en Luciano. Behalve verkrijgbaar tijdens haar concertjes is Live in Concert te bestellen via de site van Lucky Dice. Zelf vind ik deze Live in Concert een vondst, want wat mij betreft biedt iedere artiest een dergelijke cd aan bij zijn (of haar) concert, al was het maar een herinnering aan een uiterst genoeglijke avond.

Rein van den Berg

Releasedatum: 15 september 2015 Goldmine Records



NO blues - Oh Yeah Habibi



Geestelijk vader van NO blues is Rob Kramer van productiehuis Oost-Nederland. Overigens  stond in Deventer ook ooit de wieg van The Kyteman Orchestra. Rob Kramer vroeg Ad van Meurs (gitaar), de Palestijn Haytham Safia (ud) en Anne-Maarten van Heuvelen (staande bas) te onderzoeken of er  eventueel een combinatie mogelijk was tussen folk en blues met Arabische muziek. Al spoedig vonden ze die en gaven het de naam Arabicana. Voor het opnemen van het debuutalbum Farewell Shalabiye werden ook nog de Soedanees Osama Eleegi (percussie) en Ankie Keultjes (zang) gevraagd. Het album was direct succesvol en alles verliep goed, totdat rond het verschijnen van Hela Hela onderling problemen in de relationele sfeer ontstonden. Bovendien verliep de erop volgende tournee minder succesvol dan gewenst. Even leek het erop dat de handdoek geworpen zou worden, maar toch men ging door, omdat men vond dat er nog genoeg te ontdekken was in de Arabicana. Zo verscheen er dus weer met de gebruikelijke tussenpose van twee jaar het vijfde album Kind of NO blues. Dit keer zelfs een dubbelalbum, meer experimenteel van aard, want elektronica doet hier zijn intrede. 

Uiteraard werd ook weer gebruik gemaakt van gastmuzikanten. Zo werkten ze ooit samen met iemand als Tracy Bonham of een geweldige muzikant van Nederlandse bodem als Sjoerd van Bommel. Het tienjarige jubileum wordt gevierd met de release van Oh Yeah Habibi. Anne-Maarten vindt dat ze op de nieuwe cd dichter bij zichzelf zijn gebleven, de liedjes meer uitgekristalliseerd zijn en een meer coherent geheel vormen. En dat ben ik volledig met hem eens. Dit keer geen gastmuzikanten, dat was ook niet nodig. Het is een verzameling sterke songs, allemaal door henzelf geschreven. Er zitten enkele politiek getinte liedjes tussen, geïnspireerd door de tragische gebeurtenissen rond Charlie Hebdo. Zo handelt Gods Move over religie en Exodus en The World Keeps Turning over het zeer actuele thema vluchtelingen. Het jubileum wordt gevierd met de cd-release op 8 oktober in de stad waar het ooit begon, Deventer. Voor Ad en Ankie is dit overigens niet het enige jubileum. Op 21 december viert The Watchman hun 25-jarige jubileum met een optreden, uiteraard in Mijnheer Frits en met als het goed is de release van een fonkelnieuw album.         

Theo Volk

Releasedatum: 8 oktober 2015 CRS

Website: http://www.noblues.nl/

Kevin Gordon - Long Gone Time



Je hebt van die artiesten die steeds beter worden. Zou eigenlijk een logische ontwikkeling moeten zijn zou je zeggen, maar er sneuvelen – artistiek gezien – genoeg onderweg. Anyway, Kevin Gordon zijn muziek waardeer ik steeds meer. Niet omdat Caddilac Jack’s #1st Son of Down to the Well mindere platen zijn, maar op alle punten lijkt hij gegroeid. Ik ervaar zijn laatste drie platen, inclusief de laatste, als gelaagd en gerijpt. Long Gone Time zet de trend van O Come Look at the Burning en Gloryland door, dusdanig dat ik nagenoeg tot overdaad nijg in mijn bewoordingen dit album aan te prijzen. Dit album bevat zo ontzettend veel wat me pleziert, ik kan er niet over uit. De luisteraar zal een plaat horen die gefundeerd is op authentieke pijlers. Kwalitatief is hij van een zodanig aard dat je vermoedt dat Joe Henry of Allen Toussaint erbij betrokken zijn. En misschien is dat ook wel zo, maar dan in de vorm van Joe V. McMahan. Gezien de trackrecord van deze muzikant/producer een bepalende factor bij Kevin Gordon’s muziek, en die van vele anderen. Hij heeft een vinger in de pap bij de recent verschenen Patrick Sweany plaat, en was voorheen, naast Gordon en Sweany’s platen, o.m. betrokken bij plaatwerk van Jeff Finlin, Stephen Simmons, Allison Moorer, Mike Farris en Jennifer Nicely.

De hoes van Long Gone Time is een afbeelding van “After the Flood (Katrina)” van Michael Noland. Een sfeerschets die aansluit bij de sfeer van dit album. Een donker gemoed overheerst, opgesmukt met heldere verfrissende componenten. Luister om te beginnen naar Cajun with a K. Iets meer dan 7 minuten waaiert dit nummer uit in een loom doch stuwend tempo. De tekst, een rap bijna. Leidend is een vet aangezette bas, op de achtergrond versierd met flarden piano, harmonica en gitaar. GTO is daarentegen een lekkere uptempo stomper. Zie je me al voorbij scheuren? Nou heeft Kevin in McMahan een prima gitarist. Daarnaast staan Lex Price en Bo Ramsey op de gastlijst, maar op GTO kun je beluisteren dat hijzelf ook uitstekend uit de voeten kan met dit instrument. IJzersterke verhalende nummers wisselen elkaar af van Letter to Shreveport, Shotgun Behind the Door tot Goodnight Brownie Ford. Wanneer deze recensie tot stand was gekomen in december, dan kan ik je bevestigen dat Long Gone Time mijn nummer 1 van 2015 is. Nog even afwachten. Een groeiplaatje, en die vereist luistertijd. Kenteken van een echt goeie plaat. Luister zelf maar!

Rein van den Berg

Releasedatum: 4 september 2015 Crowville Media

Ries de Vuyst - Oondert



Ries de Vuyst is zestig en zijn gitaar veertig, dan ben je in Zeeland samen Oondert. Voor de kenners, zijn linkshandige Höfner werd speciaal voor hem in Zuid-Duitsland vervaardigd. De cd is voorzien van een prachtige hoes gemaakt door de begenadigde schilder Frank Leenhouts. Hij is lid van het Portretschap, een groep min of meer gelijkstemde schilders. Naast schilder is Frank een meer dan uitstekend muzikant. Hij speelde mee op het solodebuut van Ries, Killing the Blues. Zijn klarinet speelt een prominente rol in onder anderen Me Blommetje. Het schilderij is gemaakt bij de grensovergang vlak onder Waterlandkerkje, waar Ries ooit woonde. Het Nederlandse buurtschap heet Goedleven en het Vlaamse den Ouweman. Die grens tussen Nederland en België trekt Ries zelf nog vaak over, nu hij al een tijd in Gent woont. Zijn opa deed dat als binnenschipper ook vaak. Hij voer op de boten de Sarco en de Eduard tussen Terneuzen en Gent. Het grappige is dat Ries nu niet zo ver woont waar zijn opa vaak aanlegde. De mooie opener Eben Haëzer handelt over het zware leven wat zijn opa en oma hadden. Het is een cover van het Franse chanson La Nonchalante van Emmanuel Pariselle. Het stond overigens ook al op Killing the Blues. Op die versie wordt Ries begeleid door Harrie Mol op accordeon en op de nieuwe versie door de fantastische mondharmonicaspeler Gait Klein Kromhof. 


Ries heeft overigens een zeer goede neus voor mooie, minder bekende liedjes. Zo maakte hij een mooie Nederlandse tekst op Snowblind van Fernant Zeste. Ook is er een live-versie van Leger van de Heer van Broeder Dieleman te vinden, opgenomen voor Omroep Zeeland. Tonnie Dieleman speelt er overigens zelf op mee en ook hijzelf vindt dat deze uitvoering zijn origineel doet verbleken. Maar een aantal van de liedjes op Oondert zijn van de hand van Ries zelf. Deuhroeistjin is een van die mooie liedjes. Hij wordt hier op swingende wijze begeleid door de gitaristen Vincent Chambon en Jan VanPoucke. Het roept herinneringen op aan de muziek van Django Reinhardt. De tekst werd in 2012 gekozen tot beste Zeeuwse liedtekst van dat jaar. Uiteraard zijn er tevens bluesnummers te vinden als Bakker knip m’n aar. Van huis uit is Ries een bluesman en protestzanger. Als bonus zijn twee verborgen tracks meegeleverd. Het betreft Schoondijkse Blues en Cadzandse Blues, de twee nummers die samen ooit zijn eerste single vormden.  Overigens is het Zeeuwse dialect goed te volgen, helemaal als je net als ik de beschikking hebt over het goed verzorgde en gedocumenteerde boekje. Voor mij vormt Oondert een van de grootste verrassingen van 2015.           

Theo Volk

Releasedatum: 24 september 2015 Eigen beheer
Website: http://www.killingtheblues.nl/ en http://riesdevuyst.bandcamp.com/


Ries de Vuyst live:

3-10 OOSTBURG: Ledeltheater met Gait Klein Kromhof en Gitano Swing
9-10 GENT: 10'kes Cave met Gait Klein Kromhof  
15-10 MIDDELBURG: De Spot. Songs From the Heart. Diverse muzikanten spelen Ry Cooder
16-10 AMSTERDAM:  Koffiehuis KHL solo (privé)
8-11 BREUX (FR):  Pub The Oak met broeder Dieleman
10-11 ARDOOIE (BE): Cultuurkapel de Schaduw Ardooie. Beyond the Flags,antioorlogsconcert met Carolyn Wonderland Band, Bruno Deneckere, Brett Hunt, Kimberly Claeys, Tom Mank en Gait Klein Kromhof

Colin Linden - Rich in Love



Hij is één van de pijlers van Blackie and the Rodeo Kings. Het Canadese collectief dat bestaat uit 3 personen die elkaar voldoende vrijheid toestaan voor individuele projecten. Colin Linden is weliswaar druk als producer en sessie/gastmuzikant, maar voor het ontwikkelen van een solocarrière lijkt amper behoefte. Hij verkent de vele facetten van zijn interesses en verdient daarmee zijn brood. Je hobby beoefenen en betaald worden bovendien, geen verkeerd uitgangspunt. In 2012 verscheen een live album om zijn 30 jarige carrière in de muziek te memoreren, en nu is er Rich in Love. Voor deze gelegenheid heeft men The Rotting Matadors gevormd, waarbij Linden de gitaren, ukeleles, mandolines en zang voor zijn rekening neemt. John Dymond bast. Gary Graig drumt. Qua gasten tref je Amy Helm aan, Charlie Musselwhite blaast een paar deuntjes mondharmonica mee en Reese Wynans speelt piano/orgel op 5 nummers. Het werd weer eens tijd om de achterban te charmeren.

Van de 3 Rodeo Kings heeft Linden de meeste affiniteit met The Blues, echter hij laat op dit album horen dat hij van meerdere markten thuis is. Rich in Love bevat een mix aan invloeden en stijlen. By the grace of the stars and the luck of a fool. God zegene de greep, zoals mijn schoonvader zei. Wanneer ik plezier beleef aan wat ik doe, moet Colin Linden gedacht hebben, dan is dit voldoende. Hij heeft gelijk. Linden’s plaat pakt niet tot euforische proporties uit, maar de degelijkheid druipt van alle kanten. De veelzijdigheid en vakmanschap is ronduit meesterlijk. Hij scoort met pure eenvoud in Paybacks are Hell, een oprechte gelofte in I Made a Promise en een ongemeend lekker “dansvloerschuifelaartje” in de vorm van Date With The Stars. Rich in Love gaat over onschuld, oprechtheid en het tijdelijke. Colin Linden maakt het leven niet complexer dan noodzakelijk, en wat hij kwijt wil komt tot uiting in zijn muziek. Diep respect dat iemand zijn liedjes zoveel liefde en passie weet mee te geven. Ik weet zeker, Willie P. Bennett kijkt goedkeurend mee. Life is too short, drink No More Cheap Wine.

Rein van den Berg

Amanda Pearcy - an Offering



Laat ik eerlijk zijn. De openingssong Ribbons and Bows pakte mij moeizaam. Ik vond het nummer traag van start komen, en ook de zang kon mij bij eerste beluistering niet bekoren, iets te geforceerd naar mijn smaak. Het nummer kwam als een koude douche, en nodigde mij matig uit om beluistering van Amanda Pearcy’s nieuwe album voort te zetten. Bij haar eerdere soloplaten was ik een dergelijk obstakel niet tegengekomen. Achteraf gezien had ik de plaat beter niet terzijde gelegd, want Every Now and Then (het tweede nummer) had mij meteen en subiet naar de hoek verwezen. Wat een pracht nummer. Vet op alle fronten! Amanda zoals ik haar graag hoor, en met een overtuiging die je dwingt tot luisteren. Met haar band heeft ze het overigens bovenmatig getroffen. Vooral het gitaarspel van George Bradfute weet mij te bekoren. Fijnzinnig als bij de beide vorige platen is Tim Lorsch opnieuw van de partij, wederom in een coördinerende als musicerende rol. Geen verkeerde keuze van Amanda om met hem te werken. Hij assisteert haar tot in de details bij het uitvoeren, het vervolmaken, van haar specifieke stijl. Hij geeft mede kleur aan deze bloedeerlijke country. In het geheel niet verwonderlijk om dan ook een cover aan te treffen van Bobby Gentry’s Ode to Billie Joe. Het past perfect om het geheel compleet te maken.


Zoals gezegd, ik had enige aanlooptijd nodig, maar na een paar beluistersessies overwint de algehele toon  en sfeer, waardoor mijn aanvankelijk voorbehoud absorbeert. Er zijn gedroomde fantasieën zoals Pallet on the Floor of de gespeelde luchtigheid in Mellow Joy waarmee Amanda mij opnieuw voor zich wint. Ik heb sowieso een immens respect voor deze dame. Ze is een eerste klas doordouwster die op volharding de wind in de zeilen probeert te krijgen. Ook het doen laten verschijnen van An Offering wijst op pure overlevingsdrang, waarbij “some help of her friends” onontbeerlijk blijkt. Er zijn voor Amanda anno 2015 amper alternatieven denkbaar. Tussen de regels door proef je dat het hedendaagse Amerika ongemeen hard kan zijn. Succes komt je niet aanwaaien. Muziek is waar haar bestemming ligt, en dit Amerika, deze terugkerende beproeving, dat is wat ze bezingt, zonder ook maar een moment zichzelf te beklagen. Het doet mij dan ook een enorm genoegen dat haar vrienden en vakgenoten haar bijstaan. Het verraadt waarom Jimmy Lafave, Ray Bonneville en de in Austin residerende gitarist Matt Giles een gastbijdrage vertolken op deze plaat. Amanda Pearcy speelt geen goedkope rol, de opoffering die zij zich getroost is gezien de wijze waarop de kaarten momenteel geschud zijn jammerlijk, maar noodzakelijk. Het eindresultaat is dan ook niet anders dan puur, en recht uit het hart. Geen geregisseerde scene, maar gemeende emoties. Medio oktober zijn een serie optredens voorzien. Ik ga mijn best doen erbij te zijn. Sluitstuk van An Offering is de titelsong in een instrumentale Reprise gedaante. Het is hier waar Lorsch voor zichzelf een muzikale rol heeft voorzien. De uiteindelijk hoofdrol staat dan al lang vast.

Rein van den Berg

Website: http://amandapearcy.com/


Optredens binnenkort in Nederland en België:

15-10 GOIRLE: Jan van Besouwhuis
16-10 ARDOOIE (BE): TBD
17-10 LAGE VUURSCHE: In The Woods
18-10 BERGEN OP ZOOM: Crossroads
19-10 EINDHOVEN: Meneer Frits
21-10 STEENDAM: Podiumcafé "Peter en Leni"
23-10 UTRECHT: Kargadoor
24-10 LEIDEN: TBD
25-10 BORGER: Roots on the road at Van Slag