9Bach - Anian


Samen met Fernhill behoort 9Bach tot de meest vernieuwende folkgroepen uit Wales. 2 jaar geleden maakte 9Bach grote indruk op mij met hun tweede album Tincian. De kleurrijke hoes, met daarop de charismatische zangeres Lisa Jên afgebeeld, trok mijn aandacht. Zij heeft een uit duizenden herkenbare stem en voordracht en is daarmee het uithangbord van de groep. Alle songs worden geschreven vanuit haar zanglijn. Lisa schrijft de songs samen met Martin Hoyland. De arrangementen zijn altijd zeer inventief, de groep beschikt over een geheel eigen geluid. De liedjes op Tincian werden op een na allemaal zelf geschreven en op een na allemaal in het Welsh gezongen. De enige uitzondering hierop is gezongen in het Grieks. Lisa Jên heeft namelijk ook Grieks bloed door de aderen stromen. Anian is al een tijdje uit en werd in Engeland al overladen met positieve recensies. In Nederland is dat duidelijk minder, volgens mij ten onrechte. Het nieuwe album is wederom gevuld met inventieve songs met een duidelijke eigen signatuur. Dit keer is er echter ook een aantal traditionals te vinden, waaronder Si Hwi Hwi, een lied over slavernij. Het is bewaard gebleven dankzij de vorig jaar overleden Dr. Meredydd Evans. Hij verzamelde een groot aantal traditionals. Hij wordt overigens geëerd op de bonusschijf in het nummer Crêd. Een bonusschijf, die verder bestaat uit gesproken interpretaties van de songs door bekende muzikanten en een bekende acteur als Rhys Ifans. Het goed verzorgde product wordt vergezeld van een informatief tekstboekje. Samen met folkgroepen als Lau en The Gloaming kan 9Bach gerekend worden tot de belangrijkste vernieuwers van de folkmuziek.        
Theo Volk
Releasedatum: 29 april 2016 Real World Records
Website: http://www.9bach.com/

 

Richard Shindell - Careless


Jaren geleden verhuisde Shindell naar Argentinië. Ik had verwacht dat zijn muziek richting Latijns Amerikaanse invloeden zou dobberen, maar dat bleef beperkt. Careless is zoals we hem graag horen, vertrouwd. Spiderman en Batman nemen een break. Dat gevoel krijg je bij het beluisteren van Careless eveneens, want Richard Shindell maakt met zijn nieuwste plaat een ontspannen, gerevitaliseerde indruk. In tegenstelling tot de plaat die daaraan vooraf ging, Not Far Now. Die ervoer ik destijds (2009!) als enigszins plichtmatig, waardoor ik me afvroeg of de koek op was. Je publiek iedere keer opnieuw verrassen, onder de indruk brengen, ga er maar aan staan. De angst dat je inspiratie aflaat en niet voldoet aan de verwachting lijkt me op de loer liggen. Daar is op Careless geen sprake van. Het album doet mij qua sfeer denken aan zijn in 1997 verschenen album Reunion Hill. Duister, maar zeer geïnspireerd, luister alleen maar naar de titelsong! Voorzichtig, maar niet onverschillig. Ja, er is lichtvoetigheid (Infared) , maar het accent is overwegend meer serieus te noemen.

Begin september is heer Shindell in Nederland voor een reeks concerten. Ik zal erbij zijn. De verschijningsdatum van Careless ligt dan nog een weekje verderop, maar ik hoop dat hij een fysieke geluidsdrager bij zich heeft.  The marlboro man road into Japan zingt hij in Atlas Choking. Hij zet ermee mijn verbeeldingskracht op scherp. Dit is Shindell ten voeten uit. Niet vernieuwend, maar wel uiterst vertrouwd. Muzikaal wist hij zich te omringen met prima musici, terwijl zangeres Lucy Kaplansky opnieuw van de partij is. Geluidstechnisch wederom tot in de puntjes verzorgd. Shindell liet zich onlangs beluisteren op het onlangs verschenen Toward the Thunder, helaas, maar dit maal geen tegendienst van Antje Duvekot. Before You Go is klein en stemmig.

Love, you will laugh and you will cry
Love, you will live and you will die
But only for a while

There's a world that you must bear
They're waiting for you there
To lead them from the night
And bring them to the light

Love, here's a place and here's a name...

I wish you could stay
But there's no other way

Rein van den Berg

Releasedatum: 9 september 2016
Bandcamp: https://continentalrecordservices.bandcamp.com/album/careless

The Beat - Bounce


Midden jaren zeventig gebeurde er veel op muziekgebied in Engeland. De punk en new wave zorgde voor een nieuwe impuls in de populaire muziek. Door toedoen van Bob Marley, die ook in Engeland mateloos populair werd, kon ook reggae rekenen op een toenemende belangstelling. In de kielzog hiervan ontstond ook een revival van de eind jaren vijftig in Jamaica ontstane muziekstroming, de ska. Eigenlijk wel logisch, want skamuziek bruist van de energie en is erg dansbaar. Een aantal van die groepen, Madness, The Specials en The Beat werden erg populair, vooral door de singles die ze uitbrachten. Maar Madness en The Beat waren duidelijk meer dan een singlesgroep. Madness bereikte hun creatieve hoogtepunt in 2009 met The Liberty of Norton Folgate. De meest talentrijke van die twee groepen was voor mij toch The Beat, in Amerika The English Beat geheten en in Australië The British Beat. Helaas maakten ze maar drie fantastische albums en werd in 1983 de stekker uit de groep getrokken. Het blijft gissen naar de reden ervan. Dave Wakeling en Roger Ranking formeerde vervolgens General Public. Twee andere leden, Andy Cox en David Steele, moesten van hun accountant vernemen, dat de groep had ophouden te bestaan. Zij besloten hierop Fine Young Cannibals op te richten. Beide groepen werden redelijk succesvol. Sinds het opheffen van de groep kreeg men regelmatig verzoeken voor reünieconcerten. Uiteindelijk ging men in 2003 overstag en werd een concert verzorgd in The Royal Festival Hall. En nu verschijnt dus na 34 jaar een vierde album, Bounce, gestoken in een moderne hoes. Toch hoor je veel van de ingrediënten van de vorige cd’s terug op Bounce, zoals de zang van Roger Ranking en de lekkere saxofoonpartijen. Alhoewel de muziek nu iets meer relaxt is geworden. Bounce is een waardevolle aanvulling van het oeuvre van The Beat. Het kan ook een mooie kennismaking vormen voor de overige drie albums, die volgens mij in geen enkele platencollectie zouden mogen ontbreken.

Theo Volk

Releasedatum: 30 september 2016 DMF Records
Website: http://www.thebeatofficial.com/



Richard Shindell - Careless


Deze New-Yorkse singer-songwriter vestigde in 1992 direct zijn naam met het ijzersterke album Sparrows Point, nog steeds een hoogtepunt in zijn oeuvre. Intussen is Careless, gestoken in een opvallende hoes, zijn negende werkstuk. We hebben er deze keer behoorlijk lang op moeten wachten, want de uitstekende voorganger Not Far Now, verscheen reeds in 2009. De laatste vijftien jaar woont Richard in Argentinië, een deel van het jaar in Buenos Aires en het andere deel op een boerderij op de Argentijnse pampa’s. Af en toe verlaat hij Argentinië om in Amerika of elders concerten te geven. Het is dan begrijpelijk dat deze levensstijl een weerslag krijgt in zijn liedjes. Onderwerpen als het ver weg zijn van je vrienden en familie en zwerven liggen dan voor de hand. Het is altijd weer een waar genoegen om zijn zeer aangename stem te horen, vooral in meer ingetogen stukken, die gelukkig talrijk zijn op Careless. Allereerst het prachtige titelnummer, waarin de trompet de kers op de taart is. Andere ingetogen stukken zijn The Deer on the Parkway, All Wide Open, Your Guitar. Daarnaast een aantal uptemponummers. In een ervan, Infrared, hoor ik duidelijk de invloed van de jaren zestig. Misschien wel het meest aanstekelijke liedje is Atlas Choking, met een refrein wat blijft hangen. Zijn stem heeft hier een mooi, ruw randje. Tot de mooiste songs kan zeker Satellites gerekend worden. Helaas overtuigen de bluesy nummers Stray Cow Blues en Abbie me wat minder, die ik niet boven de middelmaat vind uitkomen. Afsluiter The Dome is de enigszins vreemde eend in de bijt. Het is de enige song, die niet door Shindell werd geschreven. Er werkten een behoorlijk aantal muzikanten mee aan het album, waaronder Lucy Kaplansky. Shindell deed samen met Greg Anderson de productie. Careless wordt uitgebracht door Continental, een label wat altijd volledig achter zijn artiesten staat. Ze geven ook regelmatig veelbelovende, beginnende artiesten een kans, zoals Martha Bean en Erin Rae and the Meanwhiles. Richard Shindell komt ter ondersteuning van de release naar Nederland voor concerten.          
Theo Volk
Releasedatum: 9 september 2016 Continental Song City
Richard Shindell live:
3-9 LAGE VUURSCHE: In the woods
5-9 EINDHOVEN: Meneer Frits
6-9 DEN BOSCH: Blue room sessions
7-9 LEIDEN: Q-bus
8-9 DEN HAAG: Musemix @ Engels
9-9 BAKKEVEEN: Muziekpodium



Courtney Marie Andrews - Honest Life


Binnen mijn beleving werd het nieuwe album van Courtney Marie Andrews groots aangekondigd. Schijnbaar was er voldoende zelfvertrouwen bij de makers aanwezig om uit te pakken. Vorige releases kwamen met minder tromgeroffel. Het EPtje Leuven Letters niet meegeteld is dit de zesde plaat van Courtney. Bovendien verscheen van Asher Deaver een alleraardigst plaatje waarbij Courtney de vocalen voor haar rekening nam. Het tijdsbestek tussen de Amerikaanse verschijningsdatum en de Europese was dusdanig dat ik niet kon laten om alvast een exemplaar van buiten het Europese Continent te betrekken. Anders moest ik wachten tot januari 2017, en dat terwijl ik sinds On My Page een zwak voor deze dame heb ontwikkeld. Haar eerste platen ervoer ik qua stijl als enigszins parallel aan het vroege werk van de IJslandse Björk. Haar latere albums voegen beter met mijn smaak. Courtney Marie Andrews is amper de 25 jaren jong en komt origineel uit Phoenix, Arizona.

Laat ik het simpel houden. Honest life is ronduit prachtig. Als enige minpuntje zou je aan kunnen merken dat het album kort is. 10 nummers met een gemiddelde tijdsduur van ongeveer drie-en-een-halve minuut. Rookie Dreaming opent het album in stijl, waarbij de zangeres haar onschuld vaarwel zingt. In Not the End houdt de zangeres krampachtig vast aan een jeugdliefde. Laat het niet voorbij zijn. De kwaliteit van het songmateriaal blijft onveranderd sterk. Aansprekende nummers, maar niet dusdanig dat je na een paar draaibeurten klaar mee bent. Sterkste nummers lijken bewaard voor het middenrif. Let the Good One Go en Honest Life zijn lust voor het oor, maar het absolute prijsnummer bewaart men voor het laatst. Only in my Mind is namelijk niets anders dan magisch, en daarmee doet de lengte van het album uiteindelijk niet aan af. Een nummer dat opent op piano, en waarbij de strijkers langzaam invoegen voor het maximale effect. Wederom die onschuld! Ik moet mij al heel sterk vergissen wanneer de ster van deze vijfentwintig jarige niet binnen onafzienbare tijd gaat rijzen. Zo zie je maar, eerlijke eenvoud werpt zijn vruchten af.

Rein van den Berg

Releasedatum: 19 augustus 2016 Mama Bird Recording
Website: http://www.courtneymarieandrews.com/
Label: http://tunes.mamabirdrecordingco.com/album/honest-life

Jenny Berkel - Pale Moon Kid


Rein van den Berg bracht me onlangs Pale Moon Kid onder de aandacht. Nieuwsgierig was ik geworden door de eenvoudige, maar prachtige en opvallende hoes. Na de eerste beluistering was ik direct verkocht door haar zeer herkenbare stem, maar nog meer door haar voordracht. Ze beschikt over een zeer speciale intonatie en frasering. Jenny is een Canadese singer-songwriter, woonachtig in Montreal. Berkel is haar oer-Hollandse klinkende achternaam en ze heeft daadwerkelijk Nederlandse roots, zowel van vaders als van moeders kant. Als kind zong ze al en speelde ze piano. De kennismaking met de muziek van Leonard Cohen was belangrijk voor de richting, die ze zelf op wilde. Net als Cohen begon ze persoonlijke liedjes te schrijven, dus puttend uit eigen ervaringen. Haar prachtige debuut Here on a Wire verscheen in 2012. Opvolger Pale Moon Kid verscheen reeds op 15 april in Canada en zoals zo vaak bij muziek uit dat land bleef de cd in eerste instantie, onterecht, onopgemerkt aan de andere kant van de oceaan. Ze vroeg Daniel Romano als producer, niet zo’n opmerkelijke keuze, want ze speelt vaak mee met zijn band. De productie staat als een huis, alle arrangementen zijn bijzonder fraai en alle songs zijn van hetzelfde constante hoge niveau. De stukken zijn avontuurlijker dan op de voorganger. Echte favorieten heb ik eigenlijk niet, of het zou Green Coat moeten zijn vanwege de mooie, ingetogen zang. Het album heeft duidelijk een eigen signatuur. Alleen in Blue Lit Air hoor ik een echo van The Velvet Underground ten tijde van hun debuutalbum en Wealth in the Country herinnert me aan de muziek van Oren Lavie. Gelukkig komt Jenny ter ondersteuning van de Europese release naar Nederland voor concerten. Ze zal ondermeer te zien zijn op TakeRoot, waar ze als allerlaatste act is toegevoegd. Een zeer verstandige keuze als je het mij vraagt, ze zou weleens voor de grootste verrassing van het festival kunnen gaan zorgen.
Theo Volk
Releasedatum: 14 oktober 2016 Popup Records
Website: http://jennyberkel.com/

Jenny Berkel live:

5-9 ROTTERDAM: Rotown, samen met Amanda Bergman
6-9 LEIDEN: Q-bus, samen met Matthew Vasquez
7-9 DEVENTER: Burgerweeshuis
9-9 BORGER: Vanslag, samen met Laura Gibson
10-9 GRONINGEN: TakeRoot Festival



Silke - Strange


Begin januari attendeerde Ries de Vuyst me op de crowdfunding van het project Strange van de zestienjarige Silke Catteeuw - de Smul. Het  betrof haar eindwerk voor het zesde jaar aan de Academie voor Schone Kunsten in Brugge. Bij haar debuutalbum Strange maakte Silke ook een prachtig boekwerk, waarin de teksten worden begeleid door toepasselijke illustraties. Al in haar vroegste jeugd was ze al in de weer met muziek, stond ze boven op tafels te zingen en probeerde ze diverse instrumenten uit, totdat ze op haar twaalfde de gitaar ontdekte. Niet alleen kon ze dan zingen en een instrument bespelen, nog belangrijker was dat het de mogelijkheid gaf om liedjes te schrijven. Haar muzikaliteit erfde ze van haar biologische vader Oswin Catteeuw. Hij speelde accordeon en was de vaste begeleider van Walter de Buck. Na het overlijden van haar vader, hertrouwde haar moeder met Ed de Smul, van origine een bluesmuzikant. Hij was en is een belangrijke mentor voor Silke. Samen treden ze vaak op, zelfs op vakanties. Strange is danook grotendeels door hen samen ingespeeld. Silke zingt en speelt gitaar, chromaharp, piano, lepels en percussie. Ed bedient zich van gitaar, mandoline, mondharmonica en percussie. Ze krijgen slechts in een paar liedjes hulp van Stefan Boret op staande bas en G.T. Moore op Ierse fluit. Het gebrachte repertoire is zeer veelzijdig. Van alternatief singer-songwritermateriaal, blues, country, folk tot aan het jazzy titelnummer. De oudste nummers schreef ze op haar veertiende, verrassend genoeg zijn Barcode en Purple Holes de oudste. Wild flower schreef ze ter plekke in de opnamestudio. De onderwerpen zijn gevarieerd, Where Do I Belong? gaat over het vluchtelingenprobleem.
“So if you ask me again
Grim Reaper, my friend
Why I took this boat
It was my only hope”



Maar ook luchtigere onderwerpen, zoals de ode aan haar oma in Smile. Silke beschikt voor haar leeftijd over een krachtige stem met een heerlijk hees randje. Haar zang is zeer inventief, luister maar eens naar Barcode. Ook Ed levert belangrijke bijdrages aan het geheel, vooral op mondharmonica. Maar ook zijn heerlijke, relaxte gitaarwerk in Coma is niet te versmaden of wat te denken van de bijzonder fraaie mandoline in Purple Holes. Ed is overigens volop in de weer met een eigen soloalbum. De volgorde van de liedjes is zeer doordacht. Na afsluiter Wild flower wacht nog een verrassing in de vorm van een verborgen track. Het betreft een kort, lichtvoetig en sprankelend klassiek pianostuk, wat ook door haarzelf geschreven blijkt te zijn. Erg knap, vooral als je weet, dat ze slechts een paar jaar piano speelt. Veelzijdige talenten als Silke zijn dun gezaaid, heel dun zelfs. Ze is intussen al bezig aan een volgende cd. Ik ben zeer benieuwd hoe ze zich verder gaat ontwikkelen. De officiële cd-presentatie zal zijn op 30 september in Café Stat68 in Maria-Aalter, een plaatsje gelegen op de weg van Brugge naar Gent. De cd en het boek zijn alleen bij haarzelf te koop.  Het staat voor mij nu al vast, dat het zeer verslavende Strange mijn favoriete album van 2016 gaat worden.
Theo Volk

Beverly Stokes - All These Dotted Lines


Het is erg leuk, als je al wat langer recensies schrijft,  dat muzikanten ook jou weten te vinden om hun muziek onder de aandacht te brengen. Een ervan is de talentvolle singer songwriter Beverly Stokes uit Ithaca, New York. Ze leerde zichzelf gitaar spelen en is ze klassiek getraind op trompet. Muzikaal werd ze gevormd in haar prille jeugd door musicals en de muziek van Mozart. Later ontdekte ze de muziek van Josh Ritter, Parry Griffin en Gregory Alan Isakov. De trompet heeft ze overigens pas weer opgepikt en speelt ze tegenwoordig ook in een jazz-rock band. Haar debuut All These Dotted Lines werd geproduceerd door de eveneens in Ithaca woonachtige Anna Coogan. Geen onbekende op Johnny’s Garden, want van haar werden hier in het verleden al een drietal prachtplaten gerecenseerd. De titel is ontleend aan de openingsregels van de fraaie opener In the Morning :

“Solar storms, constellation girl.
All these dotted lines, where do they lead?
Telephone poles, walking you home, oh they line the street like sentries and I can’t breathe.
In the morning you will know me better than you know me now.”

Veel van haar teksten zijn poëtisch, soms wat suggestief en autobiografisch, of zoals zij het zelf omschrijft : “My songs are mostly autobiographical, with a little magical realism thrown in here and there”. De fraaie, subtiele invulling van deze opener is exemplarisch voor de rest van de songs. De opbouw is zeer fraai, het begint met spannende percussie, gevolgd door bas, en wat later door gitaar, orgel en cello. Ze wordt begeleid door ervaren muzikanten. Zo tovert Brooks Miner, in het dagelijks leven professor aan het Ithaca College, regelmatig de meest fraaie partijen uit zijn orgel en piano’s. Cellist Hank Roberts werkte onder anderen samen met Bill Frisell en Marc Ribot en staat dus garant voor spannende, avontuurlijke bijdrages. Een van de andere ervaren rotten is bassist Jeremy Chatzky (Bruce Springsteen en Steve Earle). Zij en alle andere medewerkende muzikanten stuwen het hoogwaardige songmateriaal naar een nog hoger niveau. All These Dotted Lines is muziek voor fijnproevers, wiens oren openstaan voor subtiel gearrangeerde songs.     
Theo Volk
Releasedatum: 10 mei 2016 Western Dream Records
Website: http://www.beverlystokesmusic.com/

Guy Buttery - Guy Buttery


Zonder Gerard Muijs had ik Guy Buttery en zijn muziek nooit ontdekt. Niet zo vreemd dat hij onbekend voor mij was; zijn muziek wordt in eigen beheer uitgebracht. Bovendien komt hij uit Durban, Zuid-Afrika. Een land waarvan de muziek nauwelijks bekendheid geniet in Europa. Hij groeide op in zijn prille jeugd met de muziek van The Doors, Led Zeppelin, Bob Dylan en Bob Marley.  Hij bekwaamde zich op de mandoline, nadat hij Battle of Evermore van Led Zeppelin gehoord had. Gitaar leerde hij spelen van Leandros Stavrou en Nibs van der Spuy, met wie Guy tegenwoordig veel samenwerkt. Nibs introduceerde Guy bij de begaafde finger picking gitarist Michael Hedges, die hem ook de nodige kneepjes van het vak leerde. Verder studeerde hij jazz aan het Kwa-Zulu Natal Technikon en de Durban School of Music. In eigen land behoort hij nu tot de meest invloedrijke muzikanten. Guy Buttery is inmiddels zijn zesde album. Naast Piers Faccini spelen er een aantal bekende Zuid-Afrikaanse muzikanten op mee. Overigens werkte hij in het verleden al samen met onder anderen Donovan, Jethro Tull en Martin Simpson. Zijn composities zijn vrijwel allemaal instrumentaal. En in de sporadische gevallen dat er vocalen in voorkomen, betreft het dan woordeloze zang. Naast akoestische gitaar speelt Guy mbira, een soort Afrikaanse duimpiano, en voegt hij af en toe ambient elementen aan zijn muziek toe. In veel van zijn composities speelt ritme en wisseling van ritme een grote rol, zoals in opener Werner Meets Egberto in Manaus. Een uitzondering hierop is Floop, waarin een hoofdrol voor de wurlitzer en het orgel van Chris Letcher zijn weggelegd. En af en toe zijn de stukken wat ingetogener, waardoor de akoestische gitaar van Guy meer op de voorgrond kan treden. In zijn gitaarspel is enigszins de invloed van Ralph Towner te horen, niet zo verwonderlijk, want hij is een groot bewonderaar van Towner. Ook is de invloed van de Afrikaanse blues duidelijk hoorbaar in zijn muziek. Guy Buttery heeft in korte tijd een overrompelende indruk op mij gemaakt.       
Theo Volk
Releasedatum: 29 februari 2016 Eigen beheer
Website: http://guybuttery.co.za/home

O'Hooley & Tidow - Shadows


Begin 2012 was ik op internet op zoek naar meer informatie over Miranda Sykes & Rex Preston. Bij de zoekresultaten vond ik een recensie over hun debuutalbum, maar ook over de cd The Fragile van het onbekende folk duo O’Hooley & Tidow. Beide recensies waren overigens geschreven door Hans Jansen op de toen voor mij nog onbekende website Johnny’s Garden. The Fragile bleek een zeer aangename verrassing. Ik werd vooral gegrepen door de oorstrelende master class van perfecte samenzang. Opvolger The Hum vond ik nog interessanter, vanwege de meer avontuurlijkere composities. Vorig jaar verscheen er een aardig tussendoortje op hun eigen label, Summat’s Brewin’, gevuld met liedjes over drank. Met Shadows wordt het avontuurlijke element  wat The Hum kenmerkte weer opgepakt. De opener Colne Valley Hearts klinkt direct vertrouwd door vooral het hamerende pianospel van Belinda. Het opvolgende Made in England heeft een refrein wat direct in je hoofd nestelt. Mooi, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar meer ingetogenere songs als Blanket. In dit traag voortslepende stuk komt hun schitterende zang het beste tot zijn recht. Zondermeer een hoogtepunt. Een bijzonder fraaie cover is Small, Big Love geschreven door Kathryn Williams. Williams speelde het op de bruiloft van Heidi en Belinda en droeg het ook aan hen op. Het instrumentale titelstuk vormt halverwege door het introverte karakter een rustpunt. Het laat horen dat Belinda een begenadigd pianiste is. Je hoort er enigszins de invloed van de muziek van Erik Satie in doorklinken. Vrolijke noot vormt het zeer vernuftige Beryl, waarbij je bij beluistering eigenlijk oren te kort komt. Ingetogen is Pixie, buitengewoon fraai is hier de bijdrage op accordeon. Absolute hoogtepunt is Reapers, waarin langzaam met ingehouden spanning naar een geweldige climax wordt toegewerkt. Het handelt over kindermisbruik binnen de katholieke kerk. Overigens zijn de onderwerpen erg uiteenlopend. Het tweede instrumentale nummer The Dark Rolling Sea heeft een wat broeierige en mysterieuze sfeer door de wat oosters klinkende invloeden. De afsluiter River, een cover van de bekende Joni Mitchell song, was voor mij erg wennen om het door iemand anders gezongen te horen worden. Het behoort namelijk tot mijn muziek DNA. In de chauvinistische Engelse pers kreeg Shadows al de nodige lovende kritieken, in dit geval volgens mij terecht.

Theo Volk

Releasedatum: 29 juli 2016 No Masters
Website: http://ohooleyandtidow.com/



Curtis Eller’s American Circus - How to make it In Hollywood


Thomas van der Vliet maakt deel uit van de Rotterdamse band The Bullfight. Ze laten zich vooral inspireren door de muziek van Nick Cave en Tindersticks. Hun laatste album  La Chasse werd uitgebracht op het door Thomas vorig jaar opgerichte label Brandy Alexander Recordings, vernoemd naar het bekende liedje van Feist. Het is een onafhankelijk label, dat talentvolle, onbekende artiesten onder de aandacht wil brengen. Uiteindelijke doel is om een netwerk te gaan creëren van muzikanten, schilders, fotografen, schrijvers en ander pluimage. Nieuwste aanwinst van het nog jonge label is Curtis Eller’s American Circus. How to make it in Hollywood verscheen twee jaar geleden reeds in Amerika, maar zal op 11 augustus via de gebruikelijke kanalen een Nederlandse release krijgen. Terecht volgens mij, want het is een zeer aanstekelijk plaatje. In het bijgevoegde persbericht wordt de band vergeleken met The Decemberists, maar die hoor ik er zelf niet zo in terug. Ik hoor vooral rock ‘n’ roll, hier en daar wat gospel en folk. Vooral het orgeltje maakt de muziek van dit gezelschap uiterst verleidelijk voor mij. Maar ook de gepassioneerde zang van Curtis en de heerlijke achtergrondkoortjes.  Het repertoire bestaat voornamelijk uit uptempo werk, maar af en toe wordt er gas teruggenomen en kan de banjo van Curtis in soberder werk een hoofdrol vertolken. Veel van zijn songs gaan over vervlogen dagen en komen er grote getale bekende personen voorbij. Om maar eens wat noemen, van Buster Keaton, Groucho Marx, Al Capone, Charles Darwin, Edgar J Hoover, Elvis Presley tot aan Classius Clay en Sonny Liston. Het repertoire heeft veelal een swingend karakter, waardoor het live nog meer tot zijn recht zal komen. Gelukkig is over anderhalve week mogelijk dat te ondervinden, als ze in Nederland een paar optredens verzorgen.
Theo Volk
Releasedatum: 11 augustus 2016 Brandy Alexander Recordings
Website: http://www.curtiseller.com/




Curtis Eller’s American Circus live:
11-8 DEN HAAG: Huiskamerconcert (Release party)
12-8 AMSTERDAM: De Nieuwe Anita
13-8 OOSTENDE (BE): Paulusfeesten Festival
14-8 UTRECHT: DB’s