Interview: Pitou Nicolaes

Foto Danny Griffioen

In de laatste editie van Popmagazine Heaven stond een zeer warm en enthousiast pleidooi over de geweldige kwaliteiten van Pitou Nicolaes. Het artikel was geschreven door haar leraar popgeschiedenis aan het conservatorium van Amsterdam, waar Pitou dit voorjaar hoopt af te studeren (wellicht cum laude). Mijn interesse was direct gewekt en werd ook betoverd door deze 23-jarige singer-songwriter, vandaar dit korte interview. 

De voornaam Pitou klinkt niet erg Nederlands in mijn oren, heb je soms buitenlandse wortels? 
Nee. Mijn ouders hebben altijd veel gereisd, voornamelijk in Noord- en Midden-Afrika. De naam hebben ze meegenomen.
Van wie erfde je muzikaliteit?
Het schijnt dat mijn grootouders familie in de plaatselijke harmonie speelden. Verder ben ik de enige uit mijn familie die zich intensief met muziek bezig houdt.
Was is het belangrijkste wat je geleerd hebt op het conservatorium?
Ik heb vooral geleerd te leren. En daarin geduld te hebben, en niet te snel te oordelen.
Trek je ook weleens bepaalde aanbevelingen die je daar krijgt in twijfel?
Haha, zeker, toch nog. Soms kom ik dan wel terug op mijn eigen twijfel en blijkt er toch een kern van waarheid in de aanbevelingen te zitten. Maar sommige adviezen besluit ik ook naast me neer te leggen. Dat kan ook niet anders, er komen behoorlijk wat adviezen op je af (überhaupt in de muziekwereld) en bewust te zijn welke je volgt of niet bepaalt veel.
Als invloeden lees ik in het persbericht namen als Laurla Marling, Vashti Bunyan, Joanna Newsom en Alela Diane. Maar door wie denk je zelf het meeste beïnvloed te zijn?
Lastig. In eerste instantie door de koormuziek die ik zong als kind en door de wereldmuziek die mijn ouders luisterden. Vanaf mijn achttiende begon ik zelf popmuziek en folk te luisteren. Joni Mitchell heb ik heel veel geluisterd. Laura Marling vond ik heel inspirerend omdat zij zo wars lijkt te zijn van alles wat er om haar heen gebeurt. Op een goede manier. De ontwikkeling die zij doormaakt heeft ze in haar albums weten te vangen, en het is heel bijzonder om dat als luisteraar ook te mogen volgen.
Als je muziek beluistert, doe je dan analytisch zoals veel voetbaltrainers dat doen met voetbalwedstrijden van andere ploegen kijken? Of kan je dat helemaal uitschakelen?
Dat hangt van de muziek af. Als muziek mij echt raakt, wordt het automatisch uitgeschakeld. Het is eigenlijk dus ook een soort meetgraad geworden. Zodra ik ga analyseren is het duidelijk dat het niet meteen binnenkomt. Overigens kan ik die muziek dan nog wel erg goed vinden.
Waar luister je zelf naar om jezelf te ontspannen?
Amadou en Mariam om opgewekt van te worden, Amatorski om aangenaam weemoedig van te worden, Ben Webster voor zondagmiddag. Maar het meest nog altijd naar Chet Baker en Billie Holiday.
Van vind je leuker: optreden of liedjes schrijven?
Dat is een beetje als tussen ontbijt en avondeten kiezen. Het kan allebei ontzettend moeilijk te verteren zijn, maar kan ook heerlijk zijn. Optreden is de extroverte kant, liedjes schrijven de introverte kant.
Wanneer is voor jou een concert geslaagd?
Als ik het idee heb dat mijn muziek bij iemand is binnengekomen.
Naarmate je langer liedjes schrijft, wordt het dan gemakkelijker? Je wordt waarschijnlijk wel steeds kritischer over het resultaat?
Vooralsnog wordt het niet makkelijker. Ik word kritischer, en hoe meer liedjes je schrijft, hoe groter de kans is in herhaling te vallen.
Wat is er het eerst de tekst of de melodie?
Meestal een flard van de tekst, alhoewel de tekst soms in een keer er is. Daarna een melodie die daarbij past.
Pitou bevat slechts 7 liedjes.  Heb je niet overwogen om eventueel wat covers op te nemen of eventueel nog wat te wachten met het opnemen van Pitou?
Het is een weloverwogen besluit een minialbum te maken. Ik wilde dat mijn debuut zou klinken als een opname van een klassiek stuk. Heel sec, bijna geen productie: de focus volledig op de composities en de stem. Daarvoor vond ik 7 nummers een goede lengte. Langer had ik zelf saai gevonden.
Heb je al ideeën voor een volgend album?
Zeker. De nummers zijn er al. Binnenkort ga ik beginnen aan de pre-producties. Ik heb heel veel zin om me dit keer op de productie te focussen. De nummers gelaagder te laten klinken, en te gaan experimenteren met verschillende sounds en instrumenten.
Wat zijn je verdere muzikale plannen op korte en langere termijn?
Op korte termijn: de Popronde afspelen, shows in NL en de UK, nog zo veel mogelijk leren in het laatste jaar van het Conservatorium, een tweede plaat opnemen, en een theaterproductie met Kobra op de planken zetten. Op lange termijn: samenwerken met interessante mensen, me te blijven ontwikkelen, niet bang te zijn van het geijkte pad te treden.