Pakweg veertig jaar geleden was het voor westerlingen
praktisch onmogelijk muziek uit het communistische Oostblok te ontdekken.
Hetzelfde gold natuurlijk ook andersom vanwege de daar heersende regimes. Gelukkig
kon Andres Roots als jochie vanuit Estland Finse radiostations ontvangen en
ontdekte zo veel westerse muziek, waaronder zijn grote liefde, de blues. Na de
val van de Muur en door de komst van internet verdween het gordijn voorgoed en
kan een artiest als Andres over de hele wereld optreden. De muziek van Andres
ontdekte ik zo’n vier jaar geleden bij de release van zijn fraaie, inventieve
album Winter.
Sindsdien recenseerde ik ook zijn albums Breakfast
in September, Mono
en het debuutalbum
van zijn instrumentale kwartet Sawmill Roots Orchestra. Andres is een artiest
die ik een warm hart toedraag, omdat hij geheel onafhankelijk en eigenzinnig
zijn eigen weg gaat. In zijn blues composities vermengd hij regelmatig op
inventieve wijze invloeden uit andere genres. Zijn nieuwste album Mississippi to Loch Lomond is een
livealbum wat vorig jaar opgenomen is. Drie tracks werden opgenomen in Estland.
In maart maakte hij met zijn oude vriend Dave Arcari een korte toer door
Schotland, daarvan belandden zes opnames gemaakt in Milton of Buchanan op het
album. De overige zes tracks werden opgenomen in Clarksdale, de bakermat van de
blues, waarbij hij trouwens gebruik maakte van een geleende gitaar. Alleen Station Blues Medley betreft een
traditional, de overige zijn eigen composities. Gelukkig worden de opnames
niet overschaduwd door geroezemoes van het publiek, het enige wat je hoort is
af en toe een beschaafd applaus. Iets waar het doorsnee publiek in Nederland nog
een hoop van kan leren. Het ouwehoeren tijdens concerten in Nederland wordt
niet voor niets “the Dutch disease” genoemd.
Andres Roots - Mississippi to Loch Lomond
Ben Reel - The Nashville Calling
In Nederland heeft Ben Reel de afgelopen twee decennia een behoorlijke
bekendheid opgebouwd, vooral dankzij de vele liveoptredens, die hij hier gaf. Net
als Gregory Page kent hij intussen de wegen in Nederland beter dan menig
Nederlander. Niet vreemd dat hij op de dag van de release van zijn inmiddels
negende album The Nashville Calling
ter promotie in Nederland is. Zoals altijd stellen zijn albums nooit teleur.
Ter afwisseling was de prachtige voorganger Land
of Escape iets meer ingetogen en iets minder rootsy dan we van Ben
gewend waren. Voor het opnemen van zijn nieuwste album toog Ben naar de Skinny
Elephant Recording Studio in Nashville. Voor de productie kon hij beroep doen
op Will Kimbrough, een van beste muzikanten die Amerika rijk is, hetgeen ook geldt
voor coproducer Tommy Womack. Bovendien kon hij beschikken over bassist Garry Tallent,
bekend van de legendarische E Street Band. Het album werd in slechts drie dagen
tijd live in de studio opgenomen. De uptempo opener All In Good Time maakt meteen al duidelijk dat Ben weer een meer Americana
en rootsy album gemaakt heeft, waarop bijna op alle liedjes de
achtergrondvocalen van vrouwlief Julieanne te horen zijn. En zoals we van Ben
gewend zijn is zijn zang altijd vol passie. The
Nashville Calling is andermaal een prachtige aanvulling van zijn uitdijende
oeuvre, fans weten waarschijnlijk genoeg.
Michelle David & The Gospel Sessions - The Gospel Sessions Vol. 4 : Victory!
De afgelopen jaren zat het Michelle David op persoonlijk
vlak bepaald niet mee. Voorganger The
Gospel Sessions Vol. 3 stond volop in het teken van het verlies van
dierbaren, waaronder haar eigen moeder. Op muzikaal gebied ging het juist wel
voor de wind, want ze werd onder andere genomineerd voor een Edison. Echter
vlak voor een toer werd de diagnose borstkanker geconstateerd. Uiteraard sloeg
die boodschap bij haar en haar naaste omgeving in als een bom. Toch besloot ze
te gaan toeren, zonder haar begeleiders op de hoogte te brengen. Ze wilde niet
dat het sfeer zou gaan bepalen tijdens die tournee. Het toont aan dat Michelle
een sterke vrouw is. Slechts enkele weken na de geslaagde operatie mocht ze een
geweldig optreden verzorgen voor Koning Willem-Alexander en Koningin Maximá op
Bevrijdingsdag 2019. Intussen is ze weer genezen verklaard. Het kon niet anders
dan dat The Gospel Sessions Vol. 4 over
haar persoonlijke leed zou gaan en hoe ze dat overwonnen heeft. Het album heeft
de positieve ondertitel Victory! meegekregen.
Opener Good Good Good maakt
meteen duidelijk dat het een album vol bruisende energie en positieve
levenslust is geworden. Was het eerste album nog vrij basaal, werd het geluid
op de volgende albums steeds gevarieerder en avontuurlijker. Voor het eerst verkent Michelle samen met
Onno Smit en Paul Willemsen de muziek uit het Caribisch gebied, met als resultaat
het heerlijke reggaenummer Oh My My en
het onweerstaanbare Latin nummer Victory!. Ook
reist men geregeld af naar Afrika en
hoor je in Myshel en You Are invloeden uit de Afrobeat terug.
De Afrikaanse instrumental R'Fissa
werd geschreven na hun reis naar Marokko. Ook tapt men veelvuldig uit het
soulvaatje; northern soul, boogaloo, Afro soul en Chicago en Memphis soul. Met
vooral duidelijke invloeden van de muziek van Curtis Mayfield. Als godvruchtig
mens komt het geloof af en toe in haar teksten voor, zonder dat het drammerig
wordt. Zo citeert ze in Yes I Am
uit de bijbel, Genesis 4:9 : “Am I my
brother’s keeper?” Welke vraag ze volmondig met “Yes I Am” beantwoordt. “Toen ik
ziek was namen er ineens allerlei mensen contact met me op, waar ik jaren niet
van gehoord had. Wildvreemden ook. Het mooist was een mail van de manager van
de Amerikaanse R&B-zanger Kem, die ik maar één keer ontmoet had. Zij stak
me echt een welgemeend hart onder de riem. Dán zie je ineens wie je vrienden
zijn. Ik vind het mooi als mensen om elkaar geven en voor elkaar willen zorgen
in plaats van weg te kijken. En zie er het Bijbelse verhaal van Kaïn en Abel in
terug.”, aldus Michelle. Het trio heeft intussen een passende naam voor hun
muziek gevonden, Rhythm and Gospel. Het geluid op het nieuwe album is nog
voller geworden dankzij meer strijkers,
percussie, blazers en zelfs analoge synthesizers. Toch waakt men er voor dat
het geluid authentiek en vooral organisch blijft. The Gospel Sessions Vol. 4 laat een groep horen die nog steeds
verder evolueren, maar daarnaast een gevarieerd, energiek en vooral ijzersterk
album afgeleverd hebben. Need I say more?
Matthews Southern Comfort - The New Mine
Met een muziekcarrière die al langer dan een halve eeuw duurt
behoeft Iain Matthews natuurlijk geen verdere introductie. In 2000 vestigde hij
zich in Horst, Limburg en is daar sindsdien gelukkig met zijn Nederlandse vrouw
en kroost. De titel The New Mine is
niet alleen een verwijzing naar het nummer Working
in the New Mine, maar ook naar de Limburgse kolenmijnen. Bovendien heeft
hij met het hernieuwd leven inblazen van Matthews Southern Comfort een nieuwe
muzikale mijn gevonden met zijn drie door de wol geverfde Nederlandse begeleiders.
Eric Devries, Bart de Win en coproducer BJ Baartmans hebben ook alle drie hun
sporen ruimschoots verdiend in de muziek business. In 2018 leverde dit
gezelschap met Like
a Radio hun eerste, goed ontvangen, proeve van bekwaamheid af. De solocarrière
van Iain kwam na zijn vertrek uit Fairport Convention in een stroomversnelling
dankzij de wereldhit die hij had met Joni Mitchell’s Woodstock. De prachtige opener Ethiopia
is eveneens van de hand van Mitchell en kan gezien geworden als een eerbetoon
en dankjewel aan deze levende legende. Kers op de taart in hun uitvoering is
het wonderschone spel, dat Bart uit zijn Wurlitzer tovert. De samenzang op het
nieuwe album is om door een ringetje te halen. Normaal verzorgt Iain de lead
zang maar in The Hands of Time
krijgen ook de andere heren de gelegenheid om voor het voetlicht te treden.
Bijzonder opgewekt klinkt het goed in het gehoor liggende Feed It, wat voorzien is met fraaie
lead en achtergrondzang. Tot mijn favorieten behoort het fraaie Patty’s Poetry. Het wordt gezongen door
Iain maar blijkt geschreven door BJ, na een onvergetelijk optreden. BJ
hierover : “Het nummer gaat over Patty Griffin. Naar aanleiding van een
betoverend optreden door enorme hoosbuien heen in Nashville waar ik bij was,
doorweekt maar verkocht. Maar het was vooral dat moment en tegen alle
omstandigheden in. Ik sprak (jaren) later bassist JD Foster in mijn studio bij
een sessie en die bleek die avond zijn debuut bij haar gemaakt te hebben! Ook hij wist het nog precies: de knetterende
spanning (wellicht was het echt link) en zo'n fraaie ontlading op het podium.”.
Zo’n impact kan muziek en natuurelementen dus hebben. De uitstekende
titelsong blijkt een cover te zijn van de voor mij onbekende singer-songwriter
Ed Snodderly. Met uitstekend gitaarspel trouwens. Tot de hoogtepunten reken ik
zeker het door Iain geschreven Starvation
Box. Volgens Iain is het “fiction based on fact. The old black blues men in
the south used to call their guitar their starvation box because they couldn’t
make a living playing music. At least, black mans music, which was the blues.”.
Ingetogen en begeleid met warm
accordeonspel van Bart is het door Iain en Eric geschreven C’Mon Amigo. Iedereen leverde trouwens composities aan. Het voert
te ver om alle composities van dit uitstekende album hier te bespreken. De
opnames vonden plaats in Wild Verband (vernoemd naar een metselaarsterm) van
BJ. Hier werden trouwens de laatste jaren de nodige fraaie albums opgenomen. Het vorige album was mooi, maar The
New Mine bevalt me nog beter.
Barbara Bergin - Blood Red Moon
In het dagelijks leven heeft Barbara Bergin een drukke en
verantwoordelijke baan als orthopedisch chirurg. Ze richtte mede Texas
Orthopedics, Sports & Rehabilitation Associates in Austin, Texas op. Ook
stichtte ze een gezin en voedde twee kinderen op, die inmiddels allang het huis
uit zijn. Ik schat Barbara ergens rond zestig, want in 1968 kocht ze van haar
met babysitten zuurverdiende centen haar eerste Gibson B-25 Student Guitar. De
muziek begon later een wat prominentere plaats in haar leven te krijgen toen ze
van een van haar eerste dokterssalarissen een Martin D-38 kocht. Ze leerde meer
akkoorden en finger picking. Naast muziek bleek verhalen schrijven een passie
en uitlaatklep voor haar drukke bestaan. In 2007 verscheen haar eerste novelle “Endings”,
waarmee ze meteen enkele prijzen in de wacht sleepte. En binnenkort verschijnt dus
dan eindelijk haar debuutalbum Blood Red
Moon. Songschrijven ging en gaat haar gemakkelijk af, in tegenstelling tot
optreden. Ze had een tijd lang grote podiumvrees. Dat probleem werd opgelost op
de muziekschool Girl Guitar, waar alleen vrouwen les krijgen van andere vrouwen.
Na deze zes weken durende cursus, werd Barbara in het diepe gegooid, waarbij ze
live haar eigen songs moest vertolken. Barbara blijkt een geweldige
verhalenverteller, die zingt zonder tierelantijntjes. Na het horen van de indringende
opener en titelsong was ik al overtuigd van haar songschrijverkwaliteiten. Het
indringende effect wordt hier trouwens versterkt door het mondharmonicaspel van
Jane Gillman. Gillman is niet alleen een van de leermeesters van Barbara, maar
tevens de producer van haar debuut, wat trouwens al in 2018 is opgenomen. Het
repertoire is redelijk gevarieerd. Zo is
bijvoorbeeld My Life’s Good een
uptemponummer met lekker gitaarspel van Rich Brotherton. En lijkt She Danced with the Young Prince of Wales, met
fraai vioolspel van Beth Chrisman, een oude Engelse folk traditional. Het
vrolijke Possum’s in the Corn is een buegrass
nummer, wat lang geleden geboren lijkt te zijn in de Appalachen. Erg fraai is Warm Place, voor mij een van de
hoogtepunten. De enige compositie, die niet van haar hand is, is de traditional
Cluck Ol’ Hen, wat absoluut niet uit
de toon valt tussen de overige composities . Wie meer over de fraaie teksten
wil weten kan uitgebreide informatie vinden op haar keurig verzorgde website. Ook
het artwork van de cd is fraai. Blood Red
Moon is een uitstekend debuut van een geboren verhalenverteller.
Julie Abbé - Numberless Dreams
Af en toe pik ik als folkliefhebber graag een graantje mee
van de muziekrecensies op Folkradio UK, zoals deze
een paar dagen geleden. Numberless
Dreams is het folkdebuut van Julie Abbé. Julie groeide op met de traditie
van balfolk in Poitou-Charentes, een klein plaatsje in Frankrijk. Zo’n twee decennia
geleden verhuisde ze naar Bristol en werd daar actief in de Latin en jazz
scene. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kan en belandde ze in het
Engelse folkcircuit. Op Numberless Dreams
wordt ze ondersteund door fantastische muzikanten als celliste Dominie Hooper
en producer Sid Goldsmith, die tevens te horen is op concertina, staande bas en
gitaar. De afgelopen decennia verdiepte Julie zich volop in zowel Engelse,
Schotse als (Noord-)Ierse traditionals. Een viertal composities betreft op
muziek gezette gedichten van Yeats, waarvan een drietal afkomstig zijn uit de gedichtenbundel
“The Wind Among The Reeds”. Alle arrangementen zijn sober en subtiel. Soms
heeft Julie totaal geen instrumentale begeleiding nodig. Zoals in de bekende
traditional Flower Of Magherally
oorspronkelijk afkomstig uit County Down, met alleen de prachtige tweede stem
van Amy Cox. Zeker zo bekend is de Schotse traditional Fear a' Bhàta, van oorsprong gezongen in het Gaelic. Ooit
voortreffelijk vertolkt door Capercaillie, Julie kent het echter in de versie van Sandy Denny’s The Boatman. Het refrein wordt hier
tweetalig gezongen. Voor meer informatie verwijs ik geïnteresseerden graag naar
de uitvoerigere recensie op Folkradio UK, die mijns inziens terecht Numberless Dreams tot album van
de maand koos. Terecht, omdat het een voorbeeldige verzameling van unieke
interpretaties van oude traditionals is.
Theo Volk
Releasedatum: 29 januari 2020 Eigen beheer
Website: https://julieabbe.com/
Darlyn - Was It a Dream
Radio luister ik nooit en kijk slechts sporadisch naar DWDD,
vandaar dat het zeskoppige rootspop gezelschap Darlyn volkomen onbekend voor me
was. Hun singles Show You the Right Way
en I Think We're Alone Now werden
blijkbaar veel gedraaid op de radio. Laatstgenoemd lied werd zelfs gekozen tot
de laatste NPO Radio 2 Topsong van 2019. De reden om hun debuutalbum Was It a Dream te gaan luisteren was echter,
dat de groep de eigenzinnige Blake Mills tot hun invloeden rekent. In de korte
tijd dat de groep bestaat heeft de groep veel live opgetreden (waaronder op
Noorderslag), wat duidelijk zijn vruchten heeft afgeworpen in de studio. De
groep beschikt over twee geweldige, geschoolde zangeressen, waarvan Diwa
Meijman de leadzang voor haar rekening neemt. Meijman heeft een expressieve
stem, die me meteen wist te raken. Hun rootsy sound heeft soms wat raakvlakken
met Alabama Shakes, waarbij tevens dynamiek een belangrijke rol speelt. Het
repertoire is gevarieerd en bij tijd en wijle wordt er stevig uitgepakt. Op een
eigenzinnige manier laat de groep een eigentijdse interpretatie van invloeden
uit de americana-, folk- en popmuziek uit de jaren zestig en zeventig horen. De
liedjes gaan over het leven in zijn algemeenheid, passie en uiteraard over de
liefde. De liedjes, die op mij het meeste indruk maken staan op de tweede
gedeelte van het album. Daartoe behoren het titelnummer en het eerdergenoemde,
ingetogen I Think We're Alone Now.
Het meeste kippenvel bezorgde me het vrij sobere, maar indringende Wasteland. Het album mocht opgenomen worden
in de legendarische Wisseloord Studio’s, waar grote namen als The Rolling
Stones en The Police hen voorgingen. Was
It a Dream is een overtuigend, eigenzinnig en geregeld meeslepend debuut.
Heiðrik - Illusions
Eerlijk is eerlijk, zonder tipgever Eric, erg actief op het
muziekforum MusicMeter, had ik waarschijnlijk nooit de muziek ontdekt van Heiðrik
á Heygum, oorspronkelijk afkomstig van Tórshavn, Faeröer. De Faeröer is een
piepkleine eilandengroep, gelegen in de noordelijke Atlantische Oceaan in de
driehoek Schotland-Noorwegen-IJsland. Bij mij alleen bekend vanwege het
voetbal, waarbij opponenten van hun nationale team het immer lastig hebben met
de altijd aanwezige harde wind. Tegenwoordig is Heiðrik woonachtig in Reykjavik
en maakt daar vooral furore als maker van korte films, muziekvideo’s en werkte
hij aan enige tv-series mee. Een van de eerste documentaires die hij ooit
maakte ging over zijn kranige oma van 85, die toen nog elke dag in de oceaan zwom.
Ook viel hij regelmatig in de prijzen, zoals met “Skuld”. Daarnaast is hij
actief als boekillustrator en maakt hij aquarellen, waarbij vooral het
opgroeien in een conservatieve omgeving centraal staat. Ook als muzikant blijkt
hij bijzonder getalenteerd, sterker nog, hij blijkt een geboren zanger. Hij
zingt met een opvallend gemak, waarbij hij af en toe moeiteloos overschakelt
naar zijn kopstem. Illusions is zijn
derde album. Zijn muziek is in tegenstelling tot de meeste van zijn teksten
opvallend luchtig en romantisch. Het album had ook zo’n zestig jaar geleden
gemaakt kunnen zijn. Heerlijk loom, Braziliaans aandoend is opener Bitter. De meeste van de liedjes zijn
rijkelijk georkestreerd, waarbij het heerlijk wegdromen is. Potentiële
luisteraars zijn gewaarschuwd, Illusions
is een bijzonder verslavend plaatje. Via
Eric ontdekte ik overigens ook al eens de fijnbesnaarde muziek van Stuart
Warwick. Ook een absolute aanrader. Op het muziekforum MusicMeter heb ik
trouwens in het verleden al de nodige obscure, maar bijzonder fraaie muziek
mogen ontdekken. Zelf probeer ik daar al ruim een decennium mijn steentje aan
bij te dragen.
White Owl Red - Afterglow
Josef McManus is een onafhankelijke singer-songwriter
woonachtig in de North Bay Area van San Francisco (Marin County), California. Sinds 2013 brengt hij albums uit onder de
artiestennaam White Owl Red. Zijn eerste song schreef hij echter al in 1992
tijdens zijn studie beeldhouwkunst aan the Art Institute of Chicago.
Grote
inspiratiebron vormden de songs van Kurt Cobain en de rauwe energie van het
grungetijdperk. Na zijn studie bracht hij geregeld een bezoekje aan Tony
Fitzpatrick’s art studio Big Cat Press. Een keer vroeg Tony hem diens vriend Steve Earle een lift naar the Old Town School
of Folk Music te geven, waar Earle toen leraar was. Tijdens die autorit vertelde
Earle hem vol enthousiasme over het les geven daar.
Net als voormalig
kunststudent Al
Gold besloot Josef les te nemen aan the Old Town School of Folk Music.
Josef roemt ruimschoots de kwaliteiten van het muziekinstituut : “It was an
amazing place to learn the craft of music. There’s this great lineage of
songwriting that came out of that building.”.
De afgelopen jaren deed hij volop
zijn voordeel met zijn daar opgedane muziekkennis en evolueerde zijn repertoire
steeds meer richting indie folk, alt.country en Americana. Een aantal van zijn
liedjes op zijn vierde album Afterglow
hadden de nodige tijd om te rijpen, of zoals Josef het mooi omschrijft : “Sometimes
songs take years for me to finish, to find the right word or phrase, the right
arrangement. A lot of these songs on Afterglow are like old friends of mine
that finally learned to fly right.”.
Nooit zit hij om interessante en
persoonlijke verhalen verlegen. Daarbij laat hij genoeg ruimte voor een eigen
interpretatie voor de luisteraar : “I like to leave my songs open enough that
the listener can come into them and find their own meaning. Good art, in my opinion, is like that.”. Toch
was Josef me zo vriendelijk me wat meer achtergrondinformatie over de songs te
geven.
Voor opener en titelsong Afterglow
en The Way I Feel Now vond hij zijn
inspiratie in Chili. Eerstgenoemde gaan over de gevolgen van kindermisbruik,
slachtoffers ervan zijn in bijna alle gevallen voor hun hele leven erdoor
getekend. Hij liet zich bij het componeren inspireren door het lied Ojalá van Silvio Rodríguez, een Cubaanse
zanger die de systematische mensenrechtenschendingen van het toenmalige
Pinochet regime aan de kaak stelde.
The
Way I Feel Now schreef hij vrij recent op de ranch van zijn oom, omdat hij
zijn vriendin erg miste en ernaar uitzag om haar terug te zien. Zijn vriendin
is trouwens op Hold On, een postmodern
liefdeslied, te horen als
achtergrondzangeres .
Hell and the Blues
gaat over het weer op de rails krijgen van je leven na een verbroken
liefdesrelatie door te gaan reizen. Toen hij begin twintig was deed hij dat te
voet en later per auto, vooral door toedoen van het bekende boek “On the Road”
van Jack Kerouac.
Uiteraard heeft I Walk
the Line (For You) betrekking op Johnny Cash. Josef werd geraakt door hoe
Cash klonk op zijn laatste album, nadat hij zijn vrouw June Carter had
overleefd. De twee hadden een tumultueus huwelijk. Het zette hem tot nadenken
over zijn eigen beproevingen in relaties. Johnny Cash overleed kort nadat hij
de song afgemaakt had.
Onlangs vernam Josef dat zijn betovergrootvader Iers was
en als knecht per boot meegenomen was naar Chili. Het leidde tot de song Out on the Waters. Het werd trouwens geschreven
in Mexico.
Begin twintig trouwde Josef, ook zijn toenmalige vrouw was artiest
en dichter. Samen met haar woonde hij in een klein oud huis in Chicago. Helaas
liep de relatie op de klippen en scheidden ze in 2002 en maakte Josef een
nieuwe start in Californië. Onlangs bekropen hem weer herinneringen en emoties uit die periode,
met als resultaat Through is Through.
Nadat hij zijn studie had afgerond werkte Josef een tijdlang in een machinewerkplaats.
Daar werkte een zeventiger, die hem geregeld bijzondere verhalen over Chicago
vertelde. Een verhaal ging over de twee hillbilly’s Arkie en Cotton die
vermoord werden in een honky-tonkgelegenheid genaamd Tip Top Bobs.
Afterglow
is een uitstekend, gevarieerd album vol persoonlijke en interessante verhalen, met
de mogelijkheid tot eigen interpretaties.
Beth Wimmer - Chemical Reaction
Haar vorige album Bookmark
wist dankzij promotie de achttiende positie van de Euro Americana Chart te
halen. Als onafhankelijk artiest probeert Beth haar nieuwe, vijfde album Chemical Reaction nu zelf te promoten,
wat volgens mij een goede kans van slagen heeft. Haar nieuwe album voelt
namelijk aan als een warm bad, ondanks dat naast thema’s als liefde, een vos en
chemie, de dood een thema vormt. “Never changing a winning team” is een leus
dat bij Beth hoog in het vaandel staat. Net als op voorganger Bookmark, werkt ze samen met David Raven op drums (Shelby Lynne, Keith
Richards, Norah Jones),Taras Prodaniuk op bas (Merle Haggard, Lucinda
Williams)en Billy Watts (Eric Burdon & the Animals, John Mayall, Jackson
Browne) op gitaar. Deze drie doorgewinterde muzikanten vormden zo’n dertig jaar
geleden het swamp-rock power-trio Mojo Monkeys. De samenwerking met Billy Watts
is het langst, hij werkte al mee aan de eerst twee albums, die Beth ooit opnam
in Los Angeles. Doordat de twee al zo lang samenwerken weten Billy en zij
precies wat de (warme) productie nodig heeft. Chemical Reaction is een uitgebalanceerde mix van ingetogen en
uptemposongs geworden. Vooral in de ingetogen songs komt de prachtige, warme
stem van Beth het best tot zijn recht. Het gitaarwerk van Billy is regelmatig
om je vingers bij af te likken, of het nu gaat om korte, puntige solo’s of om
uiterst subtiele begeleiding. Het repertoire is ijzersterk, favoriet wordt
waarschijnlijk het skanummer Beating
Better, waarin al haar begeleiders mogen excelleren. Zoals ik al aangaf voelt Chemical Reaction aan als een warm bad,
maar dan wel een waarvan het badwater lang op een aangename temperatuur zal
blijven.
D R I F T W O O D - Only Fighters Left Behind
Knock, knock, knock!
SOMETHING'S COMING UP!
All good things come in t(h)rees.
Zo maakte het trio D R I F T W O O D kort en bondig de
release van hun debuutalbum Only
Fighters Left Behind eind vorig jaar op de sociale media bekend. Het
initiatief tot de vorming van het trio kwam van Sam De Bock, die in het
dagelijks leven een succesvol architect is. Naast zijn fascinatie voor
materiaal en ruimte voelde hij altijd al de drang om in het dagelijkse leven
ook andere domeinen van intensiteit en creativiteit te verkennen. Heel lang
vond hij zijn toevlucht in sporten en extreme outdoor activiteiten, maar de
laatste jaren nam een hevig verlangen om muziek te maken het over. In 2016 gaf
hij eindelijk gehoor, na een gesprek met een goede vriend, aan die interne roep
en zat hij van ’s avonds laat tot diep in de nacht in een oude loods, omringd
door akoestische schermen, muziek te maken. Enkele jaren verstreken en bleef hij
telkens naar die oude loods terugkeren om zijn expressie in de muziek te
onderzoeken. Gaandeweg kwamen er twee belangrijke mensen bij, Sam Janssens van And Then Came Fall en Patricia Vanneste (v/h
Balthazar en Hydrogen Sea). In trio werkten ze alle songs tot in detail uit. Hun
eigengereide composities hebben raakvlakken met Massive Attack, Tricky, Lamb en
zelfs Tom Waits. De eerste associatie die ik had met hun muziek was met Broken van Soulsavers en dan met name
het nummer Unbalanced Pieces. Veelal
stralen de songs een beklemmende, confronterende sfeer uit, maar kunnen bij
tijd en wijle ook dromerig klinken. Tekstueel zijn het niet de meest vrolijke
onderwerpen ; verlies, angst, tekortkoming en afschuw. Een prominente rol is
weggelegd voor het strijkkwartet Cordette Quartet, onder andere bekend van hun samenwerking met Warhaus. Dit fascinerende debuut zal
op gepaste wijze aan het publiek voorgesteld gaan worden op een speciale dag,
29 februari. Het optreden zal plaatsvinden in een zelfgebouwde, tijdelijke
schouwburg. Op exact dezelfde plek waar Sam de voorbije jaren de inspiratie
vond voor de songs, de oude loods die intussen een opfrisbeurt kreeg. Only Fighters Left Behind is het meest
intrigerende album, dat ik tot nu toe dit jaar hoorde.
Theo Volk
Releasedatum: 28 februari 2020 Q32/De Konkurrent
Website: http://www.driftwoodworld.be/
D R I F T W O O D live:
29-02 ZELE (B) : Eventhall JURI
Mariecke Borger - Bright Sky
Mariecke Borger is een telg uit een zeer muzikaal gezin uit
Ermelo. Net als haar broers Johan en Theodoor kreeg ze de genen van haar
muzikale vader mee. Zeven jaar kreeg geleden kreeg Mariecke bekendheid dankzij haar succesvolle debuutalbum Through My Eyes. Een fraai album vooral over
mislukte liefdes en waardevolle vriendschappen. Daarna toerde ze samen met broer
Johan onder de naam Willow Garden (waarschijnlijk vernoemd naar de bekende
murder ballad Down in the Willow Garden).
Ook was ze lid van de bluegrassband Casual Hillbillies en tevens verdiende ze
haar sporen door mee te werken aan tientallen albums. Het geraamte voor haar
nieuwe album Bright Sky werd thuis
opgenomen samen met haar man Floris de Vries, multi-instrumentalist en
sessiemuzikant bij o.a. Tangarine en Douwe Bob. Werd op haar debuutalbum veel
van de liedjes geïnspireerd door en geschreven tijdens het ochtendlicht, deze
keer was de overweldigende natuur van Ierland de grote inspirator. In 2016
bracht ze er een vakantie door en de weidse landschappen gaven haar een ander
perspectief om gedachten in woorden en muziek te vangen. Mariecke blijkt duidelijk
gegroeid als muzikant en als liedjesschrijver. Haar begeleiders zijn niet
bepaald de minsten. Bertolf Lentink speelt mee op dobro, lap- en pedalsteel,
Joost van Es (o.a. Douwe Bob, Bluegrass Boogiemen) op fiddle, Rients Kuik
(bandgenoot bij Casual Hillbillies) op contrabas en op drums wederom Mischa
Porte (o.a. Pitou, Luwten, Mensenkinderen). Haar begeleiders zorgen voor een
uiterst subtiele begeleiding. Maar het stralende middelpunt blijft echter de prachtige
stem van Mariecke. Het album bevat helaas slechts acht pareltjes, waarvan Seven Days mijn favoriet is. De
prachtige mix was in handen van broer Theodoor, die binnenkort zelf met een
nieuw album komt van zijn interessante project samen Minco Eggersman, Unifony. De
houtsnede print op de cover is speciaal voor dit album gemaakt door
muzikant/kunstenaar Jeroen Jongsma. Als ik me niet vergis zijn daar in de verte
de bekende Cliffs of Moher afgebeeld. Haar debuut was mooi, maar
wordt op alle fronten overtroffen door opvolger Bright Sky.
Daniël Lohues - Sowieso
Als verstokt fan van Daniël Lohues is bijna twee jaar
wachten op een nieuw album van hem erg lang. Vorig jaar werd weliswaar de
stilte verbroken met het lekkere tussendoortje Elektrisch Live, maar ik hoor hem toch het liefste nieuwe liedjes
zingen. Zijn albums zijn voor mij een soort muzikale dagboeken over wat er
speelt in het leven van Daniël.
Op zijn intussen twaalfde album Sowieso blijken er de afgelopen twee
jaar nogal wat verschillende gevoelens en gedachtes in hem omgegaan te zijn. Het
is een muzikaal gevarieerd album geworden om die stemmingen zo goed mogelijk te
kanaliseren.
Zo werd het album voorafgegaan door de vrolijke single Niks Mooiers As Dat,
waarin Daniël een aantal mooie herinneringen koestert. Grappig trouwens dat
Daniël als bewoner van de Nederlands-Duitse grensstreek altijd bij
vergelijkingen consequent “als” gebruikt in plaats van “dan”.
In de opener Mag ’T Toch Wel Hopen wordt op geweldige
wijze naar een climax toegewerkt met hoofdrollen voor het toetsenwerk en het
heerlijke saxofoonspel van Jan Kooper. Catchy en stevig is Dansen in de Modder met wederom schitterend toetsenspel. Ingetogen
en nostalgisch is het kippenvel bezorgende Van
’N Rivier, met een refrein wat meteen blijft hangen.
Het klein gehouden Duusternis waarop Daniël alleen begeleid
wordt op piano en mondharmonica, had niet misstaan op Allennig II. Gezegend met een ronduit prachtig refrein is het
uitnodigende Gao'j Met?. De
begeleiding tilt het nummer verder naar een nog hoger niveau. Subtiel en klein
gehouden is Ie Maggen Hier Altied
Henkommen, alleen zang, akoestische gitaar en spaarzame mondharmonica. Hier
klinkt Daniël op zijn gelukkigst.
Het tegenovergestelde geldt helaas voor de
wanhopige pianoballade Wat Doen We Nou.
De simpele, maar indringende tekst komt bij mij keihard binnen. Gelukkig wordt
het gevolgd door het berustende Over Joe,
wat opgefleurd wordt door het stemmige cellospel van Fleur Dikken. Deze oorwurm
duikt trouwens op de meest onverwachte momenten in mijn bovenkamer op. Fleur Dikken
is ook te horen in het walsje Van de
Liefde op zingende zaag, wat voor een speciaal, wat vervreemdend effect
zorgt.
Gitzwart is de tekst van Hart an
Flarden, wat daarom in een geweldig bluesnummer is omgetoverd. Het nummer
bevalt me zo goed, dat ik me laat verlangen naar een bluesalbum van Lohues
& The Louisiana Blues Club. Gelukkig wordt hierna afgesloten met het muzikaal
opgewekte Zij Hef Niks, zij het dat
tekst minder vrolijk is.
Net als voorganger Vlier
werd Sowieso opgenomen in de Exalto
Studios in Haarlem. Hij wordt weer bijgestaan door uitstekende musici als
Bernard Gepken (gitaren, banjo), Ferry Lagendijk (toetsen), Bram Hakkens
(drums, percussie) en Reyer Zwart (bas). Het gevarieerde Sowieso wordt door mij nu al toegevoegd aan mijn rijtje van zijn favoriete
albums Allennig II, Hout Moet, Gunder,
Ericana en AOSEM.
Helaas wordt het album niet zoals gewoonlijk gevolgd door
een uitgebreide toer. Vanwege gezondheidsredenen moet hij hiervan afzien.
Gelukkig is hij al weer aan de beterende hand, getuige zijn column “Kijken” in
Dagblad van het Noorden van afgelopen zaterdag. Fijn dat ik met een
enthousiaste recensie hem een extra hart onder de riem kan steken, Niks Mooiers As Dat.
Al Gold - Al Gold’s Paradise
De soulvolle stem zette mij op het verkeerde been, want ik
was in de veronderstelling dat ik te maken had met een donkere zanger. Al Gold
blijkt echter een blanke muzikant uit New Jersey te zijn, met Joodse voorouders
in Oost-Europa. Al’s muziekcarrière begint halverwege de jaren zeventig als hij
studeert in Chicago. Daar ziet hij in kleine bars artiesten optreden als Homesick
James Williamson, Hubert Sumlin, Mighty Joe Young en Eddie Taylor. Hij besluit
om les te gaan nemen aan de Old Town School of Folk Music. Na zijn studie
belandt hij terug in New Jersey en verkiest uiteindelijk als familieman een
succesvolle carrière als zelfstandig grafisch ontwerper boven het onzekere
bestaan van professioneel muzikant. Tot zijn clientèle als ontwerper mag hij
onder andere The New Times rekenen. Uiteraard verdween de muziek niet uit zijn
leven, hij trad de afgelopen decennia veel op in New Jersey. Ook bracht hij
geregeld in eigen beheer albums uit, die verkocht werden tijdens optredens.
Zijn nieuwste album Al Gold’s Paradise
is pas zijn eerste album dat gepaard gaat met een promotiecampagne, die
intussen al ruimschoots zijn vruchten aan het afwerpen is. En dat is volkomen
terecht, want het is een buitengewoon sterk blues en rootsalbum geworden. Al en
zijn begeleiders waren volkomen onbekend voor mij, maar blijken allen
doorgewinterde musici te zijn. Met een aantal van hen werkt Gold al lang samen.
Zo maakte hij een decennium geleden al een uitstekend album met Dave Stryker.
Een belangrijke rol is ook weggelegd voor V.d. King, die het album opnam en
mixte. De voortreffelijke mastering was
in handen van Dave Gross. Opener That’s
My Baby liet mij direct naar het puntje van mijn stoel veren. Het nummer is
een ode aan zijn rots in de branding, vrouwlief Mary. Muzikaal vond hij
inspiratie bij Otis Spann en Danny Kirwan. Kers op de taart is hier het lekkere
saxspel van Baron Raymonde. Ook in het autobiografische Rambling Pony Blues vond hij inspiratie bij de vroege Fleetwood
Mac. De slide solo ontleende hij aan Peter Green’s Rambling
Pony. Vandaar dat hier de credits gedeeld worden met Peter Green. Een echte oorwurm is Mr Banker, wat Al schreef over de bankcrisis van ruim tien jaar
geleden. Soms dateert de inspiratie van nog langer geleden, zoals in Tramps Take Linden, wat hij schreef naar
aanleiding van een intrigerend artikel uit The New York Times van 1893 over een
groep zwervers die een nacht lang het stadje Linden terroriseerden. Zijn
thuisstaat New Jersey wordt geëerd in Got
a Mind. Muzikaal liet hij zich inspireren door de vorig jaar op honderdjarige
leeftijd overleden Dave Bartholomew. Hij wordt vaak in een adem genoemd met
Fats Domino. Bartholomew speelde een toonaangevende rol in de
muziekgeschiedenis van New Orleans, vooral als producer. Het album werd in slechts drie dagen live in
de studio opgenomen. Bij beluistering krijg je het gevoel of ze bij je in de
woonkamer een privéconcert aan het geven zijn. Uiteraard is het fraaie artwork
door Al zelf gemaakt. Binnenkort zal Al
Gold’s Paradise gelukkig wereldwijd te koop zijn op cdbaby. Gelukkig, want het album is een topper in het
blues en roots genre: “So, what does New Jersey Blues and Roots music sound
like? Have a listen!.”.
The Saxophones - Eternity Bay
Hun debuutalbum Songs
of the Saxophones van het duo The Saxophones was me zo’n twee jaar geleden helaas ontgaan.
Echter niet door Erwin Zijleman van het populaire blog Krenten uit de pop. Hij
begon zijn enthousiaste recensie met : “Amerikaans tweetal
maakt bijna verstilde muziek vol wonderschone details en verwarmt op bijzondere
wijze de avond”. Het duo bestaat uit Alexi Erenkov en z’n vrouw Allison.
Aanvankelijk was Alexi van plan jazzmusicus te worden, maar liet dat plan op
een gegeven moment gedesillusioneerd varen. Hij begon hierna een
singer-songwriterproject, wat hij gekscherend The Saxophones noemde, omdat hij
kort ervoor de saxofoon aan de kant had geschoven. Al spoedig deed Alexi een
beroep op zijn vrouw Allison, die de drums en achtergrondzang voor haar
rekening neemt. Hun eerste album werd opgenomen op een boot en zou
tegelijkertijd verschijnen met de geboorte van hun eerste kind. In de
composities van Alexi hoor je niets meer terug van de complexe arrangementen,
zoals hij die leerde op de universiteit. In de plaats daarvan is subtiliteit en
heerlijke relaxedheid gekomen. Dat laatste wordt mede versterkt door de aparte
zang van Alexi. Bij tijd en wijle heeft de muziek ook een nostalgische tintje,
waarschijnlijk veroorzaakt door het luisteren van Alexi naar de nodige obscure
vijftiger jaren muziek. Maar hij speelt ook af en toe leentjebuur bij west
coast jazz en bij dromerige surfpop. Eternity
Bay werd geproduceerd door Cameron Spies, gemixt door Noah Georgeson ((Joanna
Newsom, Devendra Banhart) en opgenomen met behulp van analoge 16 sporen opname
apparatuur. De songs vormen een homogeen geheel, zij het dat ik het titelnummer
wat afwijkend vind, het heeft wat weg van een oude traditional. Door de vrij
korte duur, grijp je snel terug naar dit bijzonder verslavende plaatje. Jammer
genoeg staan er op hun komende Europese toer geen Nederlandse concerten gepland
van dit bijzondere duo.
Nadia Reid - Out of My Province
Er zijn weinig artiesten, die ik zo’n warm hart toedraag als
de Nieuw-Zeelandse singer-songwriter Nadia Reid. Dat komt omdat ze al vanaf het
begin van haar muziekcarrière eigenzinnig haar eigen weg volgt en daarnaast probeert
ze zo onafhankelijk mogelijk haar muziek uit te brengen. Haar albums worden in
eigen land al in eigen beheer uitgebracht en is ze nu haar eigen platenlabel Slow
Time Records begonnen, waarop binnenkort de eerste releases zullen verschijnen.
Door haar grote talent wisten haar
eerste twee albums haar het nodige succes te brengen en toerde ze over de hele
wereld en stond ze in het populaire BBC tv-programma Later van Jools Holland. De
productie van haar derde album Out of My
Province is deze keer in de vakkundige handen van Trey Pollard (Foxygen) en
Matthew E. White (Natalie Prass, The Mountain Goats) en werd het in de Verenigde Staten opgenomen. Tekstueel
staan de liedjes deze keer vooral in het teken van haar omarming van haar
nieuwe globetrotterbestaan. Goed voorbeeld hiervan is Oh Canada, wat niets van doen heeft met het Canadese volkslied. Nadia
over het lied in een recent interview met Billboard: "Canada is a metaphor
for all places and everywhere, but the phrase essentially came to me after I
was reflecting on my long love affair with Rufus and Martha Wainwright and Joni
Mitchell -- Canadian artists that have constantly inspired and saved me through
the years. I had also been particularly inspired by Michele Shocked's song “Anchorage”
where she would reference place and city a lot. Which I have done throughout
the record. It is also about big love and new love and navigating being an
artist in love with an artist. I was on tour a lot and I was getting more and
more attention. There was friction and resentment. So Oh
Canada is about that relationship breaking down essentially. It was me
working out what I was waiting for and what I wanted from life at that point in
time. I finished the song in Portugal.". De inkleuring van de liedjes is
deze keer net iets verfijnder geworden, bovendien vind ik haar zang nog mooier
dan op de voorgangers. Vooral Heart to
Ride bezorgt me iedere keer kippenvel. Naast haar vooral ingetogen liedjes bewijst
ze ook een fantastisch uptemponummer als The
Future te kunnen schrijven. Wat mij betreft hadden er nog meer op mogen
staan, wellicht op een volgend album. Out
of My Province gaat ongetwijfeld tot mijn favoriete albums van 2020 behoren
en niet alleen voor mij, Mojo Magazine koos het tot album van de maand.
Nadia Reid live:
Sarah Elgeti Quartet with Friends - Dawn Comes Quietly
De zeer getalenteerde hoogblonde Deense multi-instrumentalist
Sarah Elgeti heeft al sinds 2007 haar eigen kwartet en trad het afgelopen decennium
over de hele wereld op, tot zelfs in Japan. In haar muziek zijn uiteraard
Scandinavische invloeden te horen, maar liet zich de afgelopen jaren net zo
gemakkelijk beïnvloeden door bebop, funk, klassiek en swingende Latin. Op haar
nieuwste album Dawn Comes Quietly schreef ze de eerste negen composities zelf, de
laatste twee zijn van de hand van Carl Nielsen, welke ze zelf arrangeerde. In
opener Magical Thinking zijn door de
klarinet van Søren Birkelund, haar vroegere, virtuoze leermeester, klassieke
invloeden te horen. Acht van de elf zijn instrumentaal. Op Whereto?, Autumn en de
Deense afsluiter Tit Er Jeg Glad is
de uitstekende Kopenhaagse zangeres Sidsel Storm te horen. Elgeti speelt
tenorsaxofoon, klarinet en fluit, waarvan haar fluitspel mij het beste bevalt.
Haar begeleiders spelen volledig in dienst van de composities en geven elkaar
volledig de ruimte. Erg lekker vind ik het Toots Thielemans achtige
mondharmonicaspel van Nils Raae. Dawn
Comes Quietly bevalt me vooral goed vanwege de relaxte sfeer. In Denemarken
verscheen het album reeds in september, aanstaande vrijdag is de wereldwijde
release.
Equal Idiots - Adolescence Blues Community
Equal Idiots bestaat uit zanger/gitarist Thibault
Christiaensen en drummer Pieter Bruurs. Het duo is afkomstig uit Hoogstraten,
een plaatsje gelegen net over de Nederlandse grens. Om diverse redenen ben ik
er goed bekend en kom er al meer dan veertig jaar. Op muzikaal gebied is
Hoogstraten internationaal vermaard om de Antilliaanse Feesten, het grootste
festival op het gebied van Caribische muziek in de wereld. Maar ook Equal
Idiots timmert al sinds 2012 hard aan de weg om internationale roem te
vergaren. Hun debuutsingle Salmon Pink
kon meteen rekenen op veel airplay op Studio Brussel. Spoedig gevolgd door een jaar
lang intensief toeren. De volledige doorbraak volgde toen ze in 2016 “De Nieuwe
Lichting” van 2016 wonnen en daarnaast de finale van Humo’s Rock Rally haalde.
Hun debuutalbum Eagle Castle BBQ verscheen in 2017 en vertoonde hier en daar
invloeden van The Hives en Arctic Monkeys. Zoals de titel Adolescence Blues Community al doet vermoeden handelt hun tweede
album over volwassen worden. Echter nog steeds bruist hun muziek volop van de
energie en hanteren ze regelmatig een hoge versnelling. Maar naast hun catchy hard-boiled garage punk, hoor je wat spaghettiwestern
invloeden in Cowboy Mambo’s Desert Dream.
Het zou me niet verbazen mocht de titel een verwijzing zijn naar de eerder
genoemde Antilliaanse Feesten en de regel “Hey, you wanna take us to the
saloon?” verwijzen naar de als saloon ingerichte bar tegenover de Sint-Katharinakerk,
gelegen in het centrum van Hoogstraten. Adolescence
Blues verraadt dat Thibault niet meer in Hoogstraten woont, maar mist wel
zijn familie. Bovendien zingt hij hier over het onzekere artiestenbestaan en de
druk die dat met zich meebrengt en financiële perikelen ( “And how am I
supposed to pay the rent?”). Het nummer wordt trouwens opgefleurd door
kinderkoor Jubilate uit Hoogstraten. Ook Nederland kon al kennismaken met Equal
Idiots, ze waren vorig jaar zomer nog te zien op het Into the Great Wide Open
Festival op Vlieland. Binnenkort keren ze hier terug, ongetwijfeld met een
spetterend liveoptreden.
Ibrahim Ferrer - Buenos Hermanos (Heruitgave)
In 1997 werd Ibrahim Ferrer op zijn zeventigste aan de
vergetelheid ontrukt door zijn medewerking aan A Toda Cuba Le Gusta van Afro-Cuban All Stars. In de jaren veertig
en vijftig genoot hij in Cuba grote bekendheid als zanger van Pacho Alonso's
orkest in Havana. Begin jaren negentig trok Ferrer zich terug uit de muziek;
hij poetste schoenen en leefde van een klein maandelijks pensioen. Zijn
bijdrages aan het album van Afro-Cuban All Stars bleek slechts nog maar de
opmaat naar nog veel groter succes met Buena Vista Social Club in datzelfde
jaar. Van hun geweldige debuutalbum werden zo’n negen miljoen exemplaren
verkocht. Het bracht de groep wereldwijd op grote podia als Carré en Carnegie
Hall. In 1999 volgde het eveneens succesvolle Buena Vista Social Club Presents: Ibrahim Ferrer. Op het hoogtepunt
van zijn roem verscheen in 2003 onder zijn eigen naam Buenos Hermanos. Uiteraard weer geproduceerd door Ry Cooder en Nick
Gold. Wederom is een bijzonder geslaagde combinatie van Cubaanse en Amerikaanse
muzikanten te horen. Naast Ry Cooder en diens zoon Joachim werkte een karrenvracht
aan fantastische muzikanten mee als Flaco Jiménez, Jim Keltner, Jon Hassell,
Roberto Fonseca en The Five Blind Boys of Alabama. Naast drie eigen composities
zingt hij een aantal klassiekers uit de Cubaanse muziek, zoals het bekende Perfume De Gardinas en het fantastische
titelnummer. Het album bevat tevens vier nummers vanuit de originele
albumsessies die niet eerder te horen waren. Ry Cooder over het herbewerken van
het album : “It’s better than ever, if I may say. We went back into the session
tapes and found songs that were overlooked for some reason, and you’re going to
be as thrilled as I am. We’ve really polished it up and improved it and
expanded it, it sounds almost brand new. There’s one thing for sure: we need
something good, something beautiful in these days and times.”. De laatste zin
kan ik zeker beamen. Daartoe behoort
zeker deze heruitgave van Buenos Hermanos.
Riki - Riki
Riki is de artiestennaam van de
mysterieuze Niff Nawor, die visuele kunsten studeerde aan het California
College of the Arts. Echter de muziek trok haar meer en ze belandde in punk
scene van de California bay area, waar ze jaren lang deel uitmaakte van de
groep Crimson Scarlet. Een paar jaar terug besloot ze solo te gaan en bracht in
2017 haar debuutep Hot City op
cassette uit. Veel is er niet over haar bekend, maar ik ga er vanuit dat ze
Duitse roots heeft, getuige het nummer Böse
Lügen, wat ze in het Duits zingt. De jaren tachtig regeert op haar
debuutalbum Riki. Synthesizers en
drumcomputers spelen een prominente rol. Daarnaast speelt Niff bas en melodica.De
referentiekaders zijn redelijk
gevarieerd, van de Neue Deutsche Welle, Strawberry Switchblade, Kate Bush, Dead
Can Dance, Pat Benatar, Eurythmics, Nina Hagen, Fever Ray, Dance Society en Siouxsie
& The Banshees. Het album werd voorafgegaan door haar clubanthem Napoleon. Voor wie niet genoeg kan
krijgen van dit typische tachtiger jaren geluid is Riki een prima aanvulling op de platencollectie.
Theo Volk
Releasedatum: 14 februari 2020
Dais/De Konkurrent
Website: https://riki.bandcamp.com/