Het muzikale avontuur van het toenmalige trio Blue Crime
begon in 2014 in een Amsterdamse bunker. De originele line-up bestond uit Alexandra
Duvekot, Floor van Dijck en Lliú Mottes. De nadruk bij het creëren lag vooral
op het experiment en de donkere kant van de menselijke psyche. Hun debuutep Tyr werd niet voor niets in 2015
aangekondigd als “Because all dreams start in the dark...”. Hierna volgden nog
een ep en een 7 inch. Intussen heeft de nog steeds vanuit Amsterdam opererende
band een internationaal karakter gekregen. Alleen Alexandra Duvekot is nog over
van de originele bezetting, nieuw zijn Dennis Duijnhouwer, Jochem Baelus en
Lucy Kruger. De afgelopen jaren toerde de band door heel Europa en trad men
onder andere op op het gerenommeerde Meltdown Festival, op uitnodiging van The Cure
frontman Robert Smith. I’m Afraid We
Became One is hun debuutalbum, die in het persbericht wordt omschreven als
moonpsyche noisefolk. De kracht van het viertal ligt vooral in het spelen met dynamiek.
Regelmatig hebben de songs een onderhuidse spanning, die ik meteen associeerde
met een groep als Joy Division. Maar bezitten ook geregeld prachtige harmonieën.
Het experiment staat trouwens nog steeds hoog in het vaandel. De eerste single UFO komt zowel gejaagd als fraai uit de
verf, een stortvloed van gitaren, felle drums en stuwende baspartijen. Het
album verschijnt op Meduse MagiQ, een speciaal door Amsterdamse muzikanten
opgericht label. De groep had de release graag willen promoten met een club
door Nederland en België en een optreden in Parijs, maar die zullen voorlopig om
de bekende reden de koelkast in moeten. Hopelijk kan dat alsnog een keer gebeuren.
Blue Crime - I’m Afraid We Became One
James Elkington - Ever-Roving Eye
Het goed ontvangen solodebuut Wintres
Woma van James Elkington verscheen een kleine drie jaar geleden.
Elkington is een muzikant met een grote staat van dienst. Zo werkte hij samen
met grote namen als Richard Thompson en Jeff Tweedy, maar ook met de net als
hij in Kentucky woonachtige zangeressen Rachel Grimes en Joan Shelley. Een paar
jaar terug maakte hij nog samen met Nathan Salsbury het fraaie akoestische album
Ambsace.
Het is vooral zijn akoestische gitaarspel waar hij om geroemd wordt. Hij put zijn
inspiratie vooral uit de rijke Britse folkmuziek. Referenties, die in het persbericht genoemd worden zijn Bert Jansch, Kevin Ayers,
Michael Chapman, Mike Cooper, Ryley Walker, Jim O’Rourke, Scott Walker,
Go-Betweens en Talk Talk. Waarvan vooral Ryley Walker hout snijdt, zoals opener
Nowhere Time meteen duidelijk maakt.
Naast door de folk wordt Elkington ook beïnvloed door avant-garde in zijn zelf
geschreven songs. De begeleiding is spaarzaam en subtiel, met name de cello,
viool en houtblazers. Bekende namen die meewerkten zijn drummer Spencer Tweedy
en zangeres Tamara Lindeman, beter bekend als The Weather Station. Elkington
beschikt trouwens over een warme stem. Net als zijn debuut zal Ever-Roving Eye zeker weer in de smaak
gaan vallen bij liefhebbers van rustgevende akoestische gitaarmuziek.
Theo Lawrence - Sauce Piquante
Twee jaar terug verraste de jonge Franstalige Canadees Theo
Lawrence op prettige wijze met zijn debuut Homemade
Lemonade, gevuld met soul en rock getinte songs. Opvallend was de reeds
doorleefd klinkende stem van deze jonge twintiger, die tegenwoordig in Bordeaux
woont. Het zeer aanstekelijke en vrolijke uptemponummer Baby Let’s Go Down to Bordeaux verwijst trouwens naar zijn
woonplaats. Zijn nieuwe album Sauce
Piquante is nog gevarieerder dan de voorganger. Het varieert van zestiger jaren soul, rock ‘n’
roll, country, Tex-mex, swamp music, cajun, gospel, blues, bluegrass. Lawrence
is een uitstekend songschrijver, zijn songs zijn tijdloos. De helft van de
songs schreef hij zelf, vijf ervan samen met gitarist Thibault Ripault en In the Back of My Mind is alleen door
Ripault geschreven. De BeNeLux release werd reeds voorafgegaan in februari door
de single The Worst in Me. Bij een
aantal van zijn teksten kreeg Lawrence trouwens hulp van zijn vriendin Leila.
Een aantal nummers hebben iets nostalgisch en troostrijks, iets wat iedereen in
deze moeilijke tijden wel kan gebruiken. Het doorgaan van zijn optreden in Paradiso lijkt me helaas hoogst onwaarschijnlijk.
11-04 Paaspop
02-05 Rhythm & Blues Night Groningen
Moaning - Uneasy Laughter
Persbericht
Wat gebeurt er als een schurend rocktrio gitaren ruilt voor
synths, de beats opkrikt en leunt in de alledaagse angsten om gewoon een
functionerende mens te zijn in de 21e eeuw? Het antwoord is Uneasy Laughter, de sensationele tweede
Sub Pop-release van het in Los Angeles gevestigde Moaning. Sean die zegt te
kampen met extreme angsten überhaupt over de release van een tweede album. Geen
enkel scenario dat door zijn hoofd heeft gespookt de afgelopen maanden komt in
de buurt bij de werkelijkheid waar we op dit moment in verkeren. De release
a.s. vrijdag vieren ze in zelfquarantaine, vervelend maar Sean, Pascal en
Andrew beseffen zich dat er mensen zijn die het veel erger hebben. "My
heart goes out to everyone dealing with this bizarre time. There are people who
have it so much worse and I feel grateful for my health and supportive
community. The scariest thing is not the virus, but the mass hysteria. Please be
kind to each other. This is affecting us all and we need to be
supportive." De puzzel mag onaf blijven voelen bij de release van Uneasy Laughter in deze bizarre tijden.
Sean geeft toe dat Uneasy Laughter in
een heel andere richting had kunnen gaan als hij niet nuchter was geworden en
zichzelf had opgeleid over kernonderwerpen als gender en geestelijke
gezondheid. “Ik heb veel gelezen in de tourbus - schrijvers als Bell Hooks,
Mark Fisher en Alain de Botton hebben me allemaal echt geïnspireerd. Ik wil niet
de persoon zijn die jonge mensen beïnvloedt om high te worden en tragische
clichéartiesten te worden '', zegt hij. "Wat ik mensen liever vertel, is
dat ze niet de enige zijn in wat ze denken en hoe ze zich voelen. 'Ego'
specifiek en het album gaat in het algemeen over die thema's - je onzin
loslaten zodat je andere mensen kunt helpen en aanwezig kunt zijn." Een
boodschap die hopelijk tot de verbeelding van vele spreekt.
Hailu Mergia - Yene Mircha
In Ethiopië was Hailu Mergia in de jaren zestig en zeventig
een beroemd muzikant. Hij startte in de nachtclubs van Addis Abeba en nam
enkele succesvolle albums op in de jaren zeventig en tachtig met onder meer de
Walias Band. In 1981 vluchtte hij naar Amerika, waar hij in eerste instantie de
kost verdiende als taxichauffeur, om vervolgens onder eigen naam verder te gaan.
Op zijn vorige album Lala Belu
moesten zijn fans maar liefs vijftien jaar wachten. De kritieken waren twee
jaar geleden unaniem lovend, waaronder van The New York Times, BBC en Pitchfork.
Laatstgenoemde rekende het album zelfs tot de fraaiste van het vorige decennium. Het
nieuwe album Yene Mircha (vertaald “mijn
keuze”) doet er wat mij betreft niet voor onder. Vooral op toetsen laat hij regelmatig heerlijk
relaxt funky spel horen, zoals in Yene Abeba.
In Bayine Lay Yibedal waagt hij zich aan dub. Zijn trio bestaat verder uit drummer
Kenneth Jospeh en bassist Alemseged Kebede. Zijn voornamelijk instrumentale
muziek is bijzonder toegankelijk voor Westerse oren.
Jack Poels - Blauwe Vear
Zonder een blauwe veer van een Vlaamse gaai had dit Nederlandstalige
soloalbum van Jack Poels misschien nooit het levenslicht gezien ; “Op de dag
dat mijn zoon voor zijn studie naar Zuid-Korea vloog, vond ik in een modderpoel
een veer van ’n Vlaamse gaai. Niet alleen was het een prachtig exemplaar, het
vinden van zo’n blauwe veer blijkt ook nog een speciale boodschap in zich te
dragen: denk terug waar je aan dacht op het moment dat je ze vond. Vanaf toen
was er geen houden meer aan. De blauwe veer werd ’n symbool voor vertrekken en
weer thuis komen.”. Iedereen kent Jack Poels natuurlijk van Rowwen Hèze, een
band goed voor drieëntwintig albums en hits als Bestel Mar. Een band met een grote reputatie op het gebied van
polka’s en tex-mex. Op het podium maken ze er altijd een feestje van en deelde
het podium met een legende als Flaco Jiménez. Ook het maken van Blauwe Vear was volgens coproducer Bart-Jan
Baartmans een feestje. Zowel muzikaal als persoonlijk was er goede klik tussen beide.
Men ging zo op in het creatieve proces dat men af en toe vergat te eten. Deze
keer geen polka’s en tex-mex, maar prachtige, klein gehouden akoestische
luisterliedjes vol weemoed en melancholie, die een inkijkje geven in zijn
persoonlijke leven. Op drie na werden de liedjes door Poels zelf geschreven. Eerste
single Elf Oaver Elf is een cover van
Virginia May van Gregory Alan Isakov.
Zo’n half jaar geleden werd een oproep onder Heavenlezers om met suggesties
voor covers te komen. Heavenlezer Loek Tegelaers stelde toen dit nummer voor.
De tekst handelt over de toren van de plaatselijke kerk. Vaak als op Poels op
de klok keek was het elf over elf. Een symbolische tijd, het begin van carnaval,
de “vasteloavend”. De zang en akoestische gitaar van Poels wordt subtiel
begeleid door de achtergrondzang van Baartmans en een elftal instrumenten. Het
keurig verzorgde tekstboekje laat zien dat Poels ook een verdienstelijk
schilder is. Voor Snowstar Records oprichter Cedric Muyres gaat een lang
gekoesterde wens in vervulling; ''Voor mij is deze release zeer persoonlijk. Ik
vind dit prachtige album extra bijzonder omdat ik -in Limburg- opgegroeid ben
met de muziek van Jack. Hij heeft wat mij betreft het mooiste Nederlandstalige
lied ooit geschreven (De Peel in Brand),
dus ik vind het een eer om dit americana-album uit America uit te mogen
brengen.”. Voor wie het album trouwens nu besteld, krijgt een gesigneerd
toegestuurd op de datum van release.
Polly & Bruce - Acid Love
Polly & Bruce is een country- en folkduo bestaande uit Woody
Veneman en Sanne Samina Hanssen. De twee leerde elkaar kennen tijdens “Onder
Het Melkwoud”, oorspronkelijk een hoorspel geschreven door Dylan Thomas voor de
Britse radio, wat omgetoverd werd naar een theatervoorstelling met muziek. Dan
blijkt dat ze verre familie van elkaar zijn en hun stemmen goed matchen. In
2018 verschijnt onder de toepasselijke naam de EP Under Milkwood, waarvan enkele nummers opnieuw bewerkt en opgenomen
zijn voor hun debuut Acid Love. Het album bevat elf originele composities
geschreven door Veneman. De onderwerpen variëren van de natuur, lust, overspel,
maar ook de onderlinge relatie tussen Veneman en Hanssen. Elk lied is
doordrenkt met verleiding, opwinding en verlangen. Een collectie die aanvoelt
als de kroniek van een op de loer liggende breuk. Zelf omschrijven ze het als “een
verzameling anthems, ballads en tearjerkers die ons nauw aan het hart gaan”. Opener
Here Comes The Night is een song die
speciaal is geschreven voor de in 2019 verschenen bioscoopfilm “De Liefhebbers”.
Van de eerste single Body Builder
verscheen tevens een video, geregisseerd door Abel Bos en Anouk Fortunier.
Hierin is een keur aan Vlaamse en Nederlandse acteurs en dansers te bewonderen,
zoals Gouden Kalf- en Emmy Award-winnaar Maarten Heijmans (Klokhuis, Ramses), Sien
Eggers (In de Gloria), Darryl E Woods en Bram Verrecas. Muzikaal balanceert
Polly & Bruce tussen altcountry en moderne folk, maar in de muziek
schemeren ook invloeden van indie en wave door. De meeste songs op de plaat
zijn geschreven in de traditie van de grote Amerikaanse songschrijvers. Veneman
neemt de meeste instrumenten zelf voor zijn rekening en Hansen speelt bugel.
Dat instrument komt geweldig tot zijn recht in afsluiter en titelsong Acid Love. De releaseshow is gepland op de dag van de release in de Eindhovense
Rozenknop, maar in deze onzekere tijden van het Coronavirus lijken nog weinig
dingen zeker.
Ralph de Jongh - The Whole World Inside Vol.1: #Misic #YouBetter #Music
De laatste jaren kent de creativiteit van Ralph de Jongh, de
hardst werkende bluesmuzikant van Nederland, geen grenzen meer. Waarbij ook nog
eens de kwaliteit niet lijdt onder de kwantiteit. De afgelopen jaren leverden dat
prachtplaten op als Dancing
on a Volcano, Breath
of Live en vorig jaar de vierluiken Quantum
en Roadtrippin’.
“All songs and lyrics created on the spot by Ralph de Jongh” staat er te lezen
op de hoes. Alle liedjes kwamen dus via improvisatie live tot stand in Café De
Noot, een vertrouwde thuishaven. Ralph wordt door muzikanten omringd, die hem
precies aanvoelen, vooral de ritmesectie werkt al heel lang samen met hem. Daarnaast
Tim Birkenholtz (elektrische gitaar, pedal steel), Ferry Lagendijk (hammond) en
de wonderschone koortjes worden verzorgd door vrouwlief Monique en Ylvalie Dik.
Deze keer is het voor de luisteraar een stuk gemakkelijker te behappen, want
het album kent “slechts” een speelduur van iets meer dan 78 minuten. Zoals
gewoonlijk gooit Ralph zijn hart en ziel in de strijd en levert dat een
bloedmooi album op, dat dankzij zijn begeleiders naar een nog hoger niveau
getild wordt, omdat ze van Ralph alle vrijheid krijgen. Verder valt er weinig
te melden over het album of het zou moeten zijn dat het artwork en de foto’s van
fan/fotograaf Edwin Fabriek zijn. Naast dit album verschijnt aanstaande vrijdag
ook nog eens Live at the Theatre Vol. 2.
In het loop van het jaar kunnen zijn trouwe fans trouwens nog meer releases
verwachten.
Jonathan Hultén - Chants From Another Place
Naast in de muziek, is de Zweed Jonathan Hultén actief als
illustrator en maakt hij video’s. Zijn debuutalbum Chants From Another Place werd voorafgegaan door de single The Mountain, wat een ingetogen ode aan
verdriet en hoop is. De single werd vergezeld door een compleet zelfgemaakte video,
waarvoor hij zich liet beïnvloeden door Tolkien, Tove Jansson en art nouveau
illustrator Aubrey Beardsley. Op het
drumwerk van Nacho Montero na, worden de overige instrumenten door Hultén zelf
bespeeld en werd het opgenomen in zijn eigen studio in Stockholm. In het
persbericht worden nogal uiteenlopende invloeden genoemd; Nick Drake, Sufjan
Stevens , Fleet Foxes, Bert Jansch en John Martyn tot aan Anna Ternheim,
Chelsea Wolfe en Hexvessel. Geen van deze voorbeelden snijden voor mij echt
hout. Zelf associeerde ik hem meteen met de betreurde Schotse troubadour Jackie
Leven, zowel vanwege de manier van zingen als zijn timbre. Op het album geeft
Hultén de luisteraar een inkijkje in zijn persoonlijke leven. Hij bedient zich
zowel van eigenzinnige a capella folk tot kerkkoor aandoende composities. Het
door hemzelf gemaakte zelfportret op de
hoes past goed bij de vaak melancholische muziek. Op het podium is hij trouwens
een levend, androgyn kunstwerk en volgende week live te aanschouwen als voorprogramma
van Chelsea Wolfe.
Theo Volk
Hilary Woods - Birthmarks
Over muzikant en visueel artiest Hilary Woods,
oorspronkelijk afkomstig uit Dublin, is vrij weinig bekend. Ze schijnt intussen
achter in de dertig te zijn en moeder van twee kinderen. In haar tienerjaren
speelde ze in de alternatieve rock band JJ72, een band die in hun begintijd voor
hun plezier oefende in een garage. Op haar twintigste toerde ze echter over de
hele wereld, maar vond de invloed van de muziekindustrie te groot en kapte
resoluut met de band. Vervolgens verplaatste ze haar aandacht naar schilderen
en haalde daarnaast een graad in literatuur en masters in film aan Trinity
College Dublin. Toch kon ze haar oude liefde muziek niet loslaten en begon een
solocarrière. Ze bracht twee ep’s uit, Night
in 2014 en Heartbox in 2016. Op
haar debuutalbum Colt trakteert ze de
luisteraar op dromerige en filmische soundscapes, waarbij ze vooral gebruik
maakt van piano en synthesizers. Haar nieuwe album Birthmarks ligt gedeeltelijk in het verlengde ervan, zij het dat
het opgenomen werd terwijl Woods hoogzwanger was. De basisopnames werden
vastgelegd in een verlaten appartementencomplex ergens in Galway. Het album
werd in Oslo afgewerkt samen met noise muzikant en producer Lasse Marhaug. De
afgelopen twee schreef ze acht songs met als leidraad vluchtige processen over
persoonlijkheid, egoïsme, een groeiende embryo en uiteindelijk de birthing of
the Self, te midden van constante persoonlijke en sociale veranderingen. Birthmarks gaat over pijnlijke herinneringen,
over littekens gehuld in mysterie en uiteindelijk de kunst van alchemie en de
zoektocht naar het levenselixer. Ze vond inspiratie bij schilderijen van Francis
Bacon, foto’s van Francesca Woodman en films van Chris Marker. Was haar debuut
voornamelijk dromerig, hier schuurt het af en toe en is de intensiteit
regelmatig groter door de inbreng van Marhaug. Marhaug schreef trouwens mee aan
Cleansing Ritual, waarin de
eigenzinnige Jenny Hval op synthesizer te horen is. Het overgrote deel van de
instrumenten wordt door Woods zelf bespeeld; gitaren, piano’s, analoge
synthesizers, elektronica en maakte ze veldopnames. Op de eerste helft van de tracks
is een belangrijke rol weggelegd voor de cello van Okkyung Lee en op de tweede
helft van de tracks voor de saxofoon van Dag Stiberg. Birthmarks is een album dat wellicht bij liefhebbers van Jenny
Hval, Low en Julianna Barwick in de smaak zou kunnen vallen.
Håkon Høye - Nights at the Surf Motel
Håkon Høye werd geboren in Oslo, maar groeide op in het
kleine plaatsje Tynset. Zijn muzikale genen kreeg hij mee van zijn vader, die
klarinet en accordeon speelde. Op zijn negende pakte Høye de saxofoon op, een paar jaar gevolgd door de gitaar.
Sinds de jaren negentig is hij actief in de Noorse bluesscene en heeft hij intussen
een goede reputatie als live- en studiogitarist en als producer opgebouwd.
Sinds het begin van het millennium werkt hij geregeld samen met Bill Trioiani
in verschillende bands. Daarnaast speelde hij regelmatig in de “Muddy Waters”club
in Oslo, waar hij samenspeelde met artiesten als Mitch Kashmar, Kid Ramos,
Jackie Payne, Nappy Brown en Tad Robinson. Internationale bekendheid kreeg hij
door zijn bijdrages aan het op Ruf Records verschenen album Back to the Black Bayou van Louisiana
Red. Zijn toepasselijk getitelde debuutalbum 'Bout Time verscheen in 2013. Zijn nieuwe album Nights at the Surf Motel kwam dankzij
een geslaagd Kickstarter project en financiële steun van het FFUK tot stand.
FFUK staat voor Fond For Utøvende Kunstnere, Fonds voor uitvoerend kunstenaars.
Jammer dat in Nederland steeds meer van dit soort culturele instanties worden
wegbezuinigd. Op zijn website adverteert hij zichzelf als een bluesartiest, die
beïnvloed is door r&b, swamp rock en Latin grooves. Het persbericht heeft
het over een mix van Lightnin' Hopkins, The Rolling Stones, The Band en Pops
Staples. Beide omschrijvingen zijn van toepassing. Zo hoor ik bijvoorbeeld The
Band overduidelijk terug in Stay Awhile,
net name in de vocalen. Het is een heerlijk gevarieerd album geworden, waarop
ook zijn begeleiders de gelegenheid krijgen te “shinen”, zoals saxofonist Kasper
Skullerud Værnes in One Floor Down. Acht
van de tien songs schreef hij samen met Trioiani. Twee covers, You Must Believe Me van Curtis Mayfield
en Sweet Sugar You van Richard Berry.
Zijn liedjes gaan over liefdesaffaires, verlangen, mooie herinneringen,
verloren liefdes, geestelijke onrust en een modern medium als instagram. Wie
van een gevarieerd en relaxt album houdt is bij Nights at the Surf Motel zeker aan het goede adres.
Ruud van den Boogaard - Eindelijk
De grote passie van Ruud van den Boogaard is muziek, waar hij grotendeels zijn geld mee verdient. Die passie deelt hij al sinds de
basisschool in Knegsel met singer-songwriter JW Roy. Samen begonnen ze al
snel dagelijks samen muziek te maken en te schrijven en droomden van een
muzikale carrière. JW Roy beschreef die periode op prachtige wijze in het
liedje Building a Dream op zijn album
Dry
Goods & Groceries. De standvastigheid van Roy bleek groter en kreeg
hij een grotere bekendheid. De twee werkten samen op de albums Keep It Coming, Kitchen Table Blues
en Laagstraat 443 van Roy.
Laatstgenoemde album en Nederlandstalige klassieker kreeg die naam, omdat het
in huis van Ruud werd opgenomen. In 2009 nam Ruud uiteindelijk zelf een sprong
in het diepe en bracht Open Hart uit.
Songs als Marionneke Sanders bewezen
dat hij niet alleen een fantastisch gitarist is, maar ook een uitstekend
songschrijver. Ondanks dat een groot
aantal van de liedjes voor Eindelijk
al snel klaar waren, duurde het toch nog een decennium voordat het gaat
verschijnen. De vriendschap met boezemvriend Roy blijkt nog steeds te bestaan,
getuige Liefde Blijft Bestaan en
natuurlijk de vrolijke opener Op de Fiets,
wat de twee samen zingen. Een andere goede vriend van Ruud is Björn van der
Doelen, op wiens platen hij vanaf diens debuut D'n Duvel Die Slaapt Nooit zijn niet geringe kwaliteiten etaleert.
Samen met Björn zingt hij de ode Vrouwen
Uit Brabant, een cover van een nummer van de Texaanse countryzanger Pat Green.
Collega Huursoldaten Mirthe de Jonge (cello) en Alex Akela (viool) leveren,
zoals we van hen kennen, hoogstaande bijdrages af. Ruud weet met zijn liedjes
de luisteraar zowel te ontroeren als een glimlach op het gezicht te toveren. Ronduit
prachtig is Mooie Getrouwde Vrouw
over een verhouding, die gedoemd is om te mislukken :
Vergezeld van subtiele akoestische gitaar en cello bezingt
Ruud zijn verdriet over een overleden dierbare in Slaap Zacht. Een keer laat hij zijn fantasie en zijn donkere kant de
vrije loop in Slecht Lied, een
onvervalste murder ballad. Hierin vermoordt
de hoofdpersoon zijn vriendin alleen vanwege haar juwelen. Grappig is
afsluiter La France, over een
eenmalige vakantie in Frankrijk, die ontsierd werd door plotselinge buikloop. Net
als alle platen van Björn werd Eindelijk op
vakkundige wijze geproduceerd door Gabriël Peeters. Eindelijk is een album, dat de luisteraar op diverse manieren weet
te emotioneren. Ruud hoort wat mij betreft thuis in het rijtje Gerard van
Maasakkers, JW Roy en Björn van der Doelen.
Lian Ray - Rose
Gevoel voor humor kan men bij Snowstar Records niet ontzegd
worden, want het album Rose
verschijnt namelijk op vrijdag de dertiende. Het had nogal wat voeten in aarde
voordat het verscheen. Lian Ray nam het in zijn eentje in 2012/2013 op in Berlijn
in een dramatische periode van zijn leven, hij kreeg te maken met bedrog, drugs
en depressie. Hij had een kortstondige relatie met ene Rose, die uiteindelijk
terugging naar haar oorspronkelijke liefde Mateo. Het bezorgde hem veel
hartzeer, men ging niet bepaald als vrienden uit elkaar. Zo zingt hij wanhopig in
Mateo :
Een decennium lang vocht hij tegen zijn demonen in Berlijn,
maar besloot uiteindelijk deze stad te ontvluchten en woont tegenwoordig in
onze hoofdstad. Daar ontstond weer contact met Snowstar Records. Ray was al
sinds 2009 op de radar van dit label, want zijn song These Things We Can’t Repair stond op de verzamelcd Snowstar Records Compilation. Aanvankelijk
zou het album in november verschijnen, maar in samenspraak met zijn nieuwe
manager tot twee keer toe verschoven. Wel verschenen er reeds de nodige
recensies en trad Ray al regelmatig ter promotie van het album op, zoals vorige
maand als voorprogramma van Ásgeir. Op Rose stort Ray op een hartverscheurende
en eerlijke manier zijn hart uit. In teksten die slechts op een manier
geïnterpreteerd kunnen worden. De master
van dit meeslepende album werd gemaakt door Bob Ludwig, een van de grootste op
dit gebied. Veel steun kreeg Ray de afgelopen tijd van het label, dat dan ook
bedankt wordt met de regel, “gereanimeerd in 2018/2019 door Stefan Breuer & Cedric Muyres.”. Een sympathiek label trouwens, dat steeds veelzijdiger aan het
worden is en altijd keurig verzorgde producten aflevert. 26 maart vindt dan uiteindelijk
na vele jaren toch nog de officiële releaseshow plaats in Ekko.
Caroline Rose - Superstar
In 2012 bracht de New Yorkse singer-songwriter en multi-instrumentalist
Caroline Rose in eigen beheer haar debuutalbum America Religious uit. Hierop was een interessante mix van folk,
country en rockabilly te horen. Toch vond ze de genres te beperkt en besloot met
haar derde album Loner richting
indiepop op te schuiven, met veelal goed in het gehoor liggende liedjes en nogal
uiteenlopende invloeden. In de video van Soul
No. 5 twee jaar terug zag de inmiddels dertigjarige er nog uit als een
meisje. Zowel qua uiterlijk als op haar nieuwe album Superstar is Rose meer volwassen geworden. De titel is natuurlijk
ironisch bedoeld, ze heeft allerminst de status van een superster, meer die van
een underdog. Ze verlangt er ook niet naar, getuige de regels in sleutelsong Got to Go My Own Way :
“Remain humble, not like all these fakers
Always get bleacher seats sitting at the L.A. Lakers”
Veel inspiratie haalde Rose uit een cult filmklassieker als “The
bitter tears of Petra von Kant, David Lynch’s “Mudholland drive” en de
mockumentary “Drop dead gorgeous”. Soms heeft de muziek een heerlijke groove,
zoals het al vrijgegeven Feel The Way I
Want, waarvan de video trouwens in zijn geheel met een iPhone gefilmd is.
Maar soms ook heerlijk dromerig zoals in de bijzonder fraaie songs Freak Like Me en Pipe Dreams, waarin haar ingetogen stem goed tot zijn recht komt. Veelal
bespeeld Rose de instrumenten zelf; keyboards, synthesizers, bas, gitaren,
drums, percussie, fluit, ukelele en maakte veldopnames. Met Superstar lijkt Rose eindelijk haar eigen
draai gevonden te hebben.
Prophecy Playground - Comfort Zone
Twee jaar geleden richtte de Israëlische singer-songwriter Or
Izekson het alternatieve folk project Prophecy Playground op. Het debuutalbum Comfort Zone werd vorig jaar reeds voorafgegaan
door een drietal singles. Izekson ziet het als een conceptalbum ; “The main
idea behind the album’s production was to combine skillful acoustic guitar
playing, often on various tuning alterations, together with carefully written
arrangements for string section & other orchestral instruments, whilst not
harming the gentleness and fragility of the songs core. Another objective was
that the album must remain purely acoustic.”. Grootste invloed op zijn muziek
is Nick Drake, vooral in de strijkersarrangementen. Onlangs bracht hij een nog
enkele tribute shows met betrekking tot Drake’s Pink Moon. Het album bevat voornamelijk eigen werk. Hij coverde
twee andere belangrijke invloeden, Nobody
Cares for Me van Mississippi John Hurt en Eleanor's Cake (Which Ate Here) van Kevin Ayers. Laatstgenoemde is
helaas na zijn dood ten onrechte in de vergetelheid geraakt. De muziek schurkt
door de arrangementen regelmatig tegen Europese klassieke kamermuziek aan.
Naast subtiele strijkers wordt de muziek opgesierd door akoestische gitaren,
drums, percussie, staande bas, fluit, harp en trompet. Alle instrumenten worden
bespeeld door uitstekende Israëlische muzikanten. Het bijzonder fraaie debuutalbum
werd opgenomen in Tel Aviv. De stem van Izekson heeft trouwens een heerlijk
hees randje, denk aan zijn landgenoot Oren Lavie. Comfort Zone opent en eindigt met een instrumentale compositie. De
release is uitgebracht op een vrij nieuw onafhankelijk Nederlands label en is alleen op vinyl en digitaal verkrijgbaar.
Ondanks dat de speelduur nog geen half uur bedraagt, maakt het album veel
indruk. Bovendien doet het zijn titel alle eer aan, zeker bij muziekliefhebbers
als ik, bij wie Nick Drake hoog in het vaandel staat. Zeer warm aanbevolen.
School is Cool - Things That Don’t Go Right
Sinds de komst van het eigenzinnige T.C. Matic in 1980
maakte de Belgische rockmuziek een grote ontwikkeling door. Sindsdien schoten
de nieuwe groepen als paddenstoelen uit de grond, waarvan dEUS uiteraard de bekendste
is en de meeste invloed had en heeft. Zo’n decennium geleden werd in Berchem
School is Cool opgericht. Hun eerste ep en cd werden nog in eigen beheer
uitgebracht, maar dankzij de nodige air play op Studio Brussel groeide hun
populariteit snel, ook in Nederland. Bovendien wonnen ze Humo's Rock Rally. De
samenstelling van de groep was af en toe aan verandering onderhevig, vaste
waarden vanaf het begin waren frontman Johannes Genard en Matthias Dillen. Op
hun nieuwste album Things That Don’t Go
Right wordt de groep herenigd met producer Reinhard Vanbergen (Das Pop),
die ook de productie van hun debuut Entropology
voor zijn rekening nam. Het debuut werd gedomineerd door tachtiger jaren
synthesizers en energieke drums met veel donkere, apocalyptische teksten. Ook
deze keer gaan de teksten niet over “the bright side of life”, maar over stukgelopen
relaties, lusteloosheid, de schijnwerkelijkheid van sociale media, fear of missing
out (de angst om iets belangrijks of leuks te missen), het concept
mannelijkheid en Australische reality programma’s. Kortom over Things That Don’t Go Right. Gelukkig is de
muziek een stuk luchtiger van toon, waarin regelmatig een belangrijke rol is
weggelegd voor het toetsenspel van Hanne Torfs. Net als op het debuut is de percussie erg
energiek. Soms liggen de liedjes goed in het gehoor zoals single Close, dat ongetwijfeld op veel air play
zal mogen rekenen. Ook is er geregeld uitstekend gitaarspel te horen, zoals in Thunder & Lighting. Wie goed luistert naar on the Halfway line hoort trouwens heel kort de bekende gitaarsound
van The Allman Brothers terug. Naast uptemponummers ook ingetogen nummers, die
me persoonlijk beter bevallen. Af en toe klinken er recente invloeden door,
zoals bijvoorbeeld van War on Drugs. De finale van afsluiter en titelsong herinnerde me overigens meteen aan de meeslepende
finale van The Stones klassieker You
Can't Always Get What You Want. Het schilderij op de cover is van Bent van Looy (Das Pop).
The Pilgrims - 6IX
In de jaren negentig kreeg de Noord-Hollandse rockgroep The
Pilgrims bekendheid door enkele hits en niet te vergeten dankzij hun spetterende
liveoptredens. Na zo’n tien jaar werd helaas de stekker uit de groep getrokken,
nadat gitarist Persijn Joling getroffen werd door een herseninfarct. Frontman
Reniet Vrieze richtte zich daarna op zijn eigen studio, wat kleinschalige
muzikale projecten en zijn gezin. Toch besloot Vrieze The Pilgrims nieuw leven
in te blazen, nadat een van zijn dochters opmerkte hem nog nooit live had zien
optreden. Eigenlijk “alleen voor de fun” werd een kleine toer gedaan en
verscheen hun vijfde album PunkSoulRock”NRoll,
dat enkele nieuwe songs bevatte, maar voornamelijk bestond uit heropgenomen
tracks, zowel (akoestisch) live als in de studio. Het nieuwe 6IX bevat veertien gloednieuwe songs en
daarnaast twee covers van Otis Redding, (Sittin’
On) the Dock of the Bay en I’ve
Loving You Too Long. Dat Vrieze een groot fan van de muziek van Redding is
blijkt wel uit Man with a Child in His
Head, waarin Vrieze een andere song van Redding noemt, I’ve Got Dreams to Remember. Net als Redding beschikt Vrieze
trouwens over een rauwe, expressieve stem. Zijn authentieke, pure nummers gaan
over nogal uiteenlopende onderwerpen als internetseks, dementie,
haantjesgedrag, dankbaarheid, groot verlies, maar ook schreef hij een liedje
voor vrouwlief Elise. Muzikaal gezien is het aanbod gevarieerd, het is een
energieke mix van bluegrass, folk, soul en rock. Met 6IX maken The Pilgrims een glorieuze comeback, met misschien wel
het beste album uit hun oeuvre. Uiteraard zal de release binnenkort ondersteund
worden door een korte toer, voor de data zie hier.
Theo Volk
Millionaire - APPLZ ≠ APPLZ
Tim Vanhamel loopt al zo’n twee decennia mee in de Belgische
muziekscene. Hij werkte mee aan projecten van onder anderen Broken Glass
Heroes, Eat Lions, The Hickey Underworld en Tom Barman’s Magnum. Begin van het
millennium bracht hij twee baanbrekende albums uit onder de naam Millionaire.
Van uit het niets blies hij dit project in 2017 nieuw leven in met het wederom
succesvol ontvangen Sciencing. Het
vierde album APPLZ ≠ APPLZ, spreek
uit als Apples not Apples, is weer een heerlijk tegendraadse rockplaat
geworden. Enige constante factor is bassist Bas Remans. Alle liedjes werden
geschreven en gearrangeerd door Vanhamel.
De opener Cornucopia werd
reeds vrijgegeven en is erg catchy, met een gedreven ritmesectie en fraai psychedelisch
gitaarwerk van Vanhamel. Buiten bas en drums nam Vanhamel bijna alle
instrumenten zelf voor zijn rekening. Los
Romanticos valt op door het staccato ritme en refrein dat meteen blijft
hangen. Ook Strange Days werd reeds
vrijgegeven, de fraaie video ervan werd gemaakt door Nick Timmermans & Jaak
De Digitale. In The Watchman klinkt hij in alle opzichten als een reïncarnatie van
Jimi Hendrix. De tekst is nogal cryptisch, het zou kunnen verwijzen naar fake news
of naar mensen die zich anders voordoen op sociale media dan ze in werkelijkheid
zijn. Het zou me niet verbazen mocht de titel een knipoog zijn naar All Along the Watchtower, de ultieme
cover door Hendrix van de Dylanklassieker. Net als velen van ons maakt van
Vanhamel zich zorgen over het huidige politieke landschap. Toch wilde hij zich
niet daardoor laat leiden in zijn muziek en wilde die dansbaar houden en wil
hij de luisteraar even laten ontsnappen aan de sleur, zij het met de van hem
bekende twist. Het opvallende artwork werd trouwens door Vanhamel zelf gemaakt.
Binnenkort zal hij dit spannende en tegendraadse album voorstellen op de Nederlandse
en Belgische podia. Zeer interessant voor Nederlandse belangstellenden lijkt me
het optreden in de Mezz. Op vrijdag 3 april en zaterdag 4 april presenteert
Mezz namelijk hét Belgische festival van Nederland: “Ik Zie U Graag”. Tijdens
dit tweedaagse festival ontdek je een heel weekend lang spannende acts uit de
broeierige, bruisende Belgische muziekscene. Op deze editie van “Ik Zie U Graag”
zie je naast Millionaire, Zwangere Guy, Compact Disk Dummies, SONS, IBE,
Brihang, Mintzkov, Cocaine Piss, The Guru Guru, Black Leather Jacket, Ruby
Grace, Borokov Borokov, Compro Oro, Tessa Dixson, Echo Beatty en EMY.