Het nieuwe dameskwartet Los Bitchos is afkomstig uit Londen,
maar de dames hebben totaal verschillende achtergronden. Gitariste Serra Petale
komt uit West-Australië, keytar speelster Agustina Ruiz uit Uruguay, bassiste
Josefine Jonsson uit Zweden en drumster Nic Crawshaw uit Zuid-Londen. Ze leerden
elkaar kennen via huisfeestjes die de hele nacht door gaan. De verschillende
muzikale voorkeuren van de dames zorgden voor genoeg inspiratie en ideeën voor
hun debuutalbum Let The Festivities
Begin!. Een van de grootste inspiratiebronnen vormt de platencollectie van
Agustina, die grotendeels uit Latijns-Amerikaanse muziek bestaat, waaronder Peruviaanse
chica en Argentijnse cumbia. Daarnaast
zijn de songs regelmatig doorspekt met surfgitaren en hoor je Turkse psychedelica
doorklinken. Deze unieke mix levert een redelijk eigen geluid en vaak swingende
instrumentale muziek op, waarbij je moeilijk kunt stilzitten. Het album werd
uitstekend geproduceerd door Franz Ferdinand-zanger Alex Kapranos. “Het gaat om
samen zijn en een hele leuke tijd hebben", zegt Los Bitchos. Ik had en heb
nog steeds een leuke tijd bij het beluisteren van dit debuutalbum Let The Festivities Begin!.
Theo Volk
Releasedatum : 4 februari 2022 City Slang/De Konkurrent
De hoes van Herman’s nieuwe album Under the Weather lijkt als twee druppels water op de prachtige
voorganger The
Open Hum of Things. Niet zonder reden. Het nieuwe album kwam op zeer
gelijkaardige manier tot stand: geschreven in de winter en de lente, opgenomen
in de zomer, in het inspirerende kasteel van Laclaireau. Op diezelfde locatie
werkte Herman ook al mee aan het fraaie album It Takes a Believer van Sara Desmedt en Nils de Caster.
Ook deze keer ontbrak het niet aan inspiratie. Herman nam Under the Weather met dezelfde collega’s
op als de voorganger. Sara Desmedt op piano en zang, Pascale Michiels op
percussie en zang en Nils De Caster op mandoline, dobro, lapsteel en viool.
Muzikanten die met elkaar kunnen lezen en schrijven, ze werken op diverse
manieren met elkaar samen. Michiels en De Caster spelen bijvoorbeeld samen in
de Roots Rielemans Family. Michiels werkte onlangs nog met Herman samen aan het
fraaie album Here
and Beyond van LenA, wat Herman trouwens ook produceerde.
Zoals gebruikelijk zingt Herman met zijn doorleefde stem
zijn interessante, gevoelige, met levenswijsheid doorspekte verhalen. De titel
werd ontleend aan sleutelsong Little
Wisdom, een niet al te vrolijke kijk op de mensheid. De slotregel is veelzeggend
: “I was brought up with religion, but I don’t know what to believe”. Ontroerend
vind ik These Hands ; “These hands
held a new born baby, these hands have closed my fathers eyes”. Ook toont hij
zich een belezen man in Before the Rain,
waar hij Hemingway citeert : “Old man don’t grow wise, they grow careful”. Hoe
goed Herman’s begeleiders zijn valt vooral op in de instrumentale composities Travellers Joy/Old Man’s Beard.
Ook deze keer weer uit de losse pols geschreven
aantekeningen van Herman bij de liedjes :
Baikonur
Het verhaal van het schrijven van het verhaal: 's ochtends,
aan de keukentafel en het hele huis houdt de adem in. Gedachten zwerven naar
overal, van vertrekken op ontdekking tot eindigen in een ziekenhuisbed. En de
song blijft net buiten bereik...
Mirror, Mirror
Helemaal eerlijk in een spiegel kijken, voelt niet altijd
even geruststellend. Daar kan de stiefmoeder van Sneeuwwitje van meespreken.
Maar er blijven van wegkijken, kan ook niet.
Eight More Hours
Dromen en onderweg zijn: het ene leidt vaak tot het andere.
We weten vaak niet waar het naar toe gaat. Maar we blijven het wel doen. Wat
moeten we anders?
Little Wisdom
Er is door de eeuwen heen ontzettend veel ontdekt en
gevonden en geleerd. Maar dat zou je niet altijd zeggen. En daar word je dus
niet vrolijk van.
In From the Cold
Ook al lijkt het soms van niet: er overkomt ons heel veel
goeds. Gelukkig.
These Hands
Mijn vader was tekenaar en hij heeft me vaak gezegd: het
moeilijkste om te tekenen, is handen. Omdat ze zoveel zeggen?
Warmer Hemispheres
Waren de zomers van onze jeugd warmer dan die van nu (alle
opwarming van de aarde ten spijt)? En smaakte de liefde toen ook zoeter? Het
zal wel niet. Maar het voelt wel zo.
Traveller's Joy/Old Man's Beard
Het moeilijkste aan instrumentale nummers is een titel
vinden. Traveller's Joy en Old Man's Beard zijn de engelse namen voor
'bosrank'... maar het zou dus wel eens meer kunnen zijn.
Before the Rain
Als we onderweg zijn, hopen we allemaal van voor de regen
thuis te zijn. En hoe ouder we worden, hoe belangrijker dat wordt. Maar we
worden zelden wijzer...
Compass Needle
Een kompas wijst altijd naar het noorden. Dat is een
zekerheid. En in de stilte vind je de richting.
Under the Weather
bevalt me nog beter dan de voorganger. Het album is reeds bij Herman te koop,
het vinyl wordt in maart verwacht, maar is volgens mij al te bestellen.
Theo Volk
Releasedatum : cd januari
2022 vinyl maart 2022 Eigen Beheer
Door Corona
kwam het vele toeren met het succesvolle folkduo The Lasses tot stilstand. Vervolgens
doodde Margot de tijd met een online solo concert en zong daarbij voornamelijk
eigen nummers. De reacties waren enthousiast en ontstond een niet eerder
gekoesterde wens om een solo album te maken. Eigenlijk wel opvallend, Margot
bracht in de afgelopen twee decennia al acht albums uit in samenwerking met
anderen.
Binnen enkele
minuten had ze een longlist met meer dan twintig nummers die in aanmerking
kwamen om opgenomen te worden. Ze vroeg haar goede Schotse vriend Alan
McLachlan om samen te werken. Deze multi-instrumentalist en producer maakte
furore met The Scene, Sjakoo en B-movie Orchestra. Gewapend met uiteindelijk
een lijst van dertien songs trok het tweetal naar Studio Snackbar Diemen van Hector Wijnbergen. In slechts enkele
dagen tijd werden hier de basistracks opgenomen.
Helaas sloeg in
oktober 2020 het noodlot toe voor Margot. Bij haar werd een zeldzame vorm van
kanker gediagnosticeerd. Het gevolg was een noodzakelijke, succesvol verlopen
operatie. Terwijl Margot volop aan het herstellen was, werkte Alan in zijn
thuisstudio vele dagen en soms ook nachten aan de basistracks. Hij probeerde vele
sounds, solo’sen fills uit. De meeste
instrumenten werden door hem ingespeeld. Waaronder gitaar, banjo, accordeon,
mandoline, piano, dobro en slide gitaar. Toen Margot’s energieniveau na acht
maanden weer op peil was, werden de songs verder afgewerkt.
Haar
debuutalbum Take Heart is op
originele wijze verpakt, in een soort cadeauverpakking met daarop hartjes
afgebeeld. Op de binnenzijde zijn de teksten, credits en een uitvoerig verslag van
het ontstaan te lezen. De titel van haar album is ontleend aan het Amerikaanse
naslagwerk Merriam-Webster. Volgens dit naslagwerk is de betekenis van take
heart : “To gain courage or confidence, to begin to feel better and more
hopeful”. Zeer toepasselijk op Margot de afgelopen periode, ze had wat mij
betreft geen betere titel kunnen bedenken.
Het is een prachtig
album geworden, waar Margot en Alan hun volledige hart en ziel in gestopt
hebben. Het was me trouwens al langer bekend dat Margot prachtige nummers kon
schrijven. Het schitterende Hunter Moon
was in 2019 al terug te vinden op Undone
van The Lasses. Een maand daarvoor had mijn blog trouwens al het genoegen gehad
van de singleprimeur
van Hunter Moon.
Uiteindelijk
belandden er een negental eigen nummers op
Take Heart. Veelal folk getint, soms met de nodige Americana invloeden en Know Me doet zelfs wat jazzy aan. Bij
het schrijven van teksten heeft ze vaak vrienden in gedachten en soms zichzelf.
Vaak bestaan ze uit een combinatie van gevoelens en observaties. Ook bevatten
ze ruimte voor meerdere interpretaties, zodat veel luisteraars er zich in
kunnen herkennen. Victory Girl is een
bijzonder fraaie, nooit eerder uitgebrachte song van haar vriend Timothy Hull,met wie ze ook het duo Rona vormt. Aan
de andere cover If I Go schreef de
bekende singer-songwriter Gregory Alan Isakov mee.
Naast de muzikale bijdrages van Alan zijn verder Gerco Aerts
op contrabas en Eilidh Martin op cello te horen. Op Hunter Moon wordt de contrabas bespeeld door Allen Hunter van Eels.
Verder kreeg Margot nuttige, muzikale adviezen van multi-instrumentalist Janos
Koolen. Persoonlijke favoriet is het melancholische Bowley’s Dance, wat mij het meeste kippenvel bezorgt. Op 13
februari wordt het album m.m.v.
Alan McLachlan en Gerco Aerts tijdens twee voorstellingen voorgesteld in
De Roode Bioscoop.
Al meer dan twintig jaar bewijst Margot tot de beste
zangeressen van Nederland te behoren en blijkt nu ook een excellente
songschrijver te zijn.
Helaas bezorgden haar eerste twee albums Soon
Enough en Putting
on Airs Erin Rae McKaskle niet de doorbraak, die ik verwachtte. Erin
Rae’s prachtige, melancholische stem wist mij van meet af aan te bekoren. Die
eerste twee albums bevatten een mix van traditionele folk, indie-folk en af en
toe indie-rock.
Haar nieuwe album Lighten
Up is een stuk ambitieuzer van opzet en gaat ze hier een samenwerking aan met
de bekende producer Jonathan Wilson. Iemand die erg beïnvloed is door late
jaren zestig West Coast psychedelica en door de Laurel Canyon singer-songwriter
scene van de jaren zeventig. Bovendien is Wilson niet vies van vaak rijkelijk
georkestreerde muziek. Al die ingrediënten zijn hier zeker terug te horen in de
amalgaam van pop, kosmische country en indie rock.
Af en toe is haar muziek nu zelfs aanstekelijk te noemen,
zoals het heerlijk voort meanderende Can’t
See Stars, een duet met Kevin Morby. Ook erg aanstekelijk is Modern Woman, niet voor niets gekozen als
eerste single. Soms ook zwelgt ze in nostalgie en melancholie, Cosmic Sigh is voorzien van een
strijkersarrangement uit de jaren vijftig. Maar in True Love’s Face klinkt ze buitengewoon opgewekt. Opvallend, want
van huis uit is Erin Rae bepaald geen lachebekje.
Op Lighten Up
wordt ze omringd door uitstekende muzikanten als Drew Erickson op toetsen, Jake
Blanton (bas), Meg Duffy (Hand Habits) en Ny Oh. Lighten Up is iets gevarieerder dan de voorgangers en zal
waarschijnlijk meer luisteraars aanspreken.
Na bijna twee eeuwen hebben Emily Brontë’s gedichten en haar
wereldberoemde boek “Wuthering Heights” nog niets aan aantrekkingskracht
ingeboet. Uiteraard was haar werk, mede door haar dramatische levensloop,
verplichte kost voor mij op de middelbare school. Voor een enorme boost van
Brontë’s populariteit zorgde een piepjonge Kate Bush met haar gigantische hit Wuthering Heights (met een bijzondere
choreografie).
Ook Sofie Livebrant is een groot liefhebber van poëzie. In
2012 bracht ze al Emily and I uit,
een album met op muziek gezette gedichten van Emily Dickinson. Overigens zette
ook al onder andere werk van Sylvia Plath en Charles Baudelair op muziek. In
Corona-isolatie herlas Livebrant in alle rust de gedichten van Brontë.
Weep The Time Away :
Emily Brontë bevat acht op muziek gezette gedichten van Brontë. De muziek voor
zes songs schreef ze alleen. Awaking
Morning Laughs en The Night Is
Darkening schreef ze samen met producer Johan Lindström. Hij is ook verantwoordelijk
voor de wonderschone arrangementen. Daarnaast speelt gitaar, pedal steel, bas,
synthesizer en piano en verzorgt hij de achtergrondzang op het album.
Het is een album geworden diep geworteld in de Britse en Amerikaanse
folktraditie. In opener Mayflower
hoor je in de voordracht heel erg sterk de invloed van de Canadese troubadour
Leonard Cohen. De inbreng van producer Lindström is erg groot, hij weet precies
wat de songs nodig hebben. Vooral zijn akoestische gitaarspel is fabuleus.
Het meeste kippenvel bezorgde me Awaking Morning Laughs, mede door haar stem, waarmee ze me keer op
keer weet te raken. Favoriete track is echter There Was a Time, vanwege het uiterst swingende karakter.
Weep The Time Away :
Emily Brontë verscheen 26 juli vorig jaar al digitaal, waarna op 3 december
de fysieke Zweedse release volgde. Volgende week volgt heel terecht een
Nederlandse release. Dit bloedmooie album zal ongetwijfeld ook een boost geven
aan de populariteit van Emily Brontë.
Theo Volk
Nederlandse releasedatum : 4 februari 2022 Rootsy/ Bertus V2
Gent is een bruisende stad, met vooral een grote
aantrekkingskracht op studenten, die er na hun studie vaak blijven wonen. Ook
op muzikaal gebied gebeurt er veel, naast bluesartiesten huisvest het ook veel
jonge, talentvolle singer-songwriters als Meskerem Mees, Wanthanee, Jan Verstraten en Brent
Beukelaer.
Daarnaast barst het er van de platenlabels, waaronder het
eigenzinnige Unday Records. Gelukkig is nu ook het label Labelman
heropgericht. Het streeft ernaar opnieuw het
label in België te worden op het gebied van alternatieve muziek, zowel
nationaal als internationaal.
De eerste act die op het muziekminnende publiek wordt
losgelaten is de nieuwe vierkoppige post-punk/noise band The Waltz. Hun debuut
heet Looking-Glass Self, een soort
oerknal. De roots van het viertal liggen in Kortrijk, Roeselare en Gent. Ze deden
al met succes mee aan muziekconcoursen, waaronder HUMO’s Rock Rally en De
Nieuwe Lichting. Ze traden al veel op in België en op enkele Europese podia. In
oktober betraden ze nog het podium van het Left of the Dial Festival in
Rotterdam.
Hun muzikale mosterd verkregen ze tijdens hun studie aan
de befaamde Hasseltse PXL. In alle rust
werd tijdens de Coronapandemie de songs voor hun debuut gecomponeerd.
Vervolgens doken ze samen met geluidstechnicus/producer Cis van Robaeys de DUNK-studio
in.
De vaak onheilspellende, energieke en schurende muziek zit vol
met catchy hooks. Maar de luisteraar wordt gelukkig niet het hele album omver
geblazen. Dat ze ook uit een ingetogen vaatje kunnen tappen bewijzen de
bijzonder fraaie songs Necessary Evil
en Prying Eyes, maar ook het wat meer melodieuze Flowers.
The Waltz bestaat uit Kevin Anne (zang, gitaren), Benoit
Lafaut (gitaren en synthesizers), Arne Vanhoutteghem (bas) en Sybe Versluys (drums).
Looking-Glass Self is een overtuigend
debuut en bewijst dat op dit moment niet alleen in Londen interessante
alternatieve rockbands rondlopen.
Regelmatig krijg ik van de webshop van De Konkurrent
onbekende, maar o zo interessante muziek toegestuurd. Hiertoe kan zeker de
Baskische singer-songwriter en multi-instrumentalist Elena Setién gerekend
worden. Lange tijd was ze woonachtig in Kopenhagen, maar is intussen toch weer
teruggekeerd naar haar geboortegrond.
Naast dat ze al eens samenwerkte met bekende, avontuurlijke
artiesten als Steve Gunn en Mary Lattimore (Op Wreckage of the Hunt), werkt ze veelvuldig samen met Xabier Erkizia.
Samen componeerden ze de muziek voor de tv-serie Altsasu, maar maakte ze ook
samen haar Baskische album Mirande.
Ook deze keer is hij de producer van Unfamiliar Minds, bovendien assisteerde hij Setién bij de
arrangementen en was hij verantwoordelijk voor de sfeer verhogende elektronica.
Maar was hij ook een inspiratiebron, net als de muziek van Gyan en Terry Riley.
Tijdens de lockdown had Setién problemen om de basistracks
verder af te maken, gelukkig zorgde de poëzie van Emily Dickinson voor nieuwe
inspiratie. Ze zette uiteindelijk Dickinson’s gedichten “I Dwell in Possibility”
en “In This Short Life That Only Lasts an Hour” op muziek, de overige songs
schreef ze volledig zelf. Setién’s zelfverzekerde voordracht gecombineerd met
de gevarieerde, sfeerrijke muziek zorgen ervoor dat Unfamiliar Minds zeer snel onder de huid kruipt.
Theo Volk
Releasedatum : 28 januari 2022 Thrill Jockey/De Konkurrent
Drie jaar terug verscheen Matthew Stafford’s derde album When
I Wake Up. Het was mijn eerste prettige kennismaking met zijn muziek en
bovendien het eerste album waarop Matthew volledige artistieke vrijheid
kreeg.Het gevolg was een bijzonder gevarieerd
en avontuurlijk album. Naast de nodige hiphopinvloeden van bijvoorbeeld Guru,
ook de nodige R&B en gospelinvloeden. En Into Nirvana associeerde ik meteen met de singer-songwriter
Bahamas.
Matthew is gezegend met een van de fraaiste soulstemmen, die
ik ken. Hij maakt regelmatig gebruik van zijn hemelse kopstem. Op Don't Forget to Look Up wordt de
ingeslagen weg op meer dan voortreffelijke wijze voorgezet. Andermaal
avontuurlijk en gevarieerd. Ook rapt hij weer, maar het belangrijkste ingrediënt
is toch wel moderne R&B.
In zijn twaalf liedjes regeert de liefde. Naast songs over
zijn vorige liefdesrelaties, ook liefdesliedjes met een interessantere
invalshoek, zoals de sociale druk op verliefde koppels. Bovendien bezorgde
Corona Matthew het besef, dat vaak de simpele dingen in het leven het
belangrijkst zijn.
Ondanks dat Matthew uiterst succesvol is (tweemaal platina),
gaat hij muzikaal zeker niet voor de automatische piloot. In de pijplijn zitten
op korte termijn een rap- en een folkalbum. Don’t
Forget to Look Up is een overtuigend bewijs dat commercieel succes en
artistieke vooruitgang hand in hand kunnen gaan.
De Algerijnse Toearegband Imarhan (vertaald: “De mensen waar
ik om geef”) bestaat al sinds 2006. Hun gelijknamige debuutalbum verscheen pas
een decennium later, maar sindsdien steeg hun populariteit gestaag. Zeker door
de opzwepende opvolger Temet.
Het nieuwe album Aboogi
laat een stuk ingetogenere kant van de
band horen. De titel is ontleend aan hun splinternieuwe Aboogi Studio, genoemd
naar de structuren die hun nomadische voorouders bouwden bij het vestigen van
nederzettingen. Het is de eerste professionele opnamestudio in hun thuisstad Tamanrasset. Bedoeld om de gemeenschap van
muzikanten in de Sahara-regio te dienen, waarvan velen nog nooit toegang hebben
gehad tot high-end opnameapparatuur.
Voor Aboogi kreeg
men de nodige hulp. Zo is de geweldige Soedanese zangeres Sulafa Elyas te horen
in Taghadart, een van de hoogtepunten.
Voor de hand liggend is de medewerking van Abdallah Ag Alhousseyni van
Tinariwen, een band waarmee Imarhan regelmatig wordt vergeleken. Minder voor de
handliggend vind ik de medewerking van Gruff Rhys van Super Furry Animals.
De nummers op Aboogi zijn
van het heden, overbruggen het verleden, verwijzen vaak naar voorouderlijke
teksten en de toekomst. Ze behandelen veel actuele problemen die de gemeenschap
van Imarhan betreffen, van onderdrukkende wetten tot grote economische
ongelijkheden.
Hoogtepunt vormt voor mij afsluiter Adar Newlan, waarop Gruff Rhys meezingt. Gelukkig zorgt een uptemponummer als Assossam voor een welkome afwisseling op dit redelijk serene album.
Theo Volk
Releasedatum : 28 januari 2022 City Slang/De Konkurrent
Keer op keer bewijst Thomas Ruf een uitstekende neus voor
beginnend talent te hebben. De nieuwste aanwinst van zijn label is de in Philadelphia
woonachtige, maar in New Jersey opgegroeide Katie Henry.
Deze goedlachse jongedame studeerde voor haar muziekcarrière
Engelse literatuur aan het Manhattan College in The Bronx, NYC. In New York
trad ze zo’n beetje in elke bluesclub met veel succes op. In 2018 debuteerde ze
met het album High Road, wat onder
andere lovende recensies opleverde in The Guardian en NME.
Een grote stap voorwaarts is echter On My Way, een album waar vaak de energie vanaf spat, omdat het
live in de studio is opgenomen. Ze wordt omringd door de klasbakken producer/gitarist
Ben Rice, slide-gitarist Antar Goodwin, Kurt Thum (piano/orgel) en Greg Wieczorek
(drums/percussie) en de Britse mondharmonicaspeler Giles Robson.
Live tapt Katie uit diverse vaatjes ; blues, rock, R&B,
funk, pop, soul en country. Ook On My Way
is bijzonder gevarieerd; van blues, roots-rock tot aan een gevoelig nummer als Setting Sun. Het album wist mij
bijzonder snel te overtuigen.
Eigenlijk had Jan’s debuutalbum Violent Disco een logisch vervolg moeten worden op zijn lovend
ontvangen debuutep Cheap Dreams (waaronder
deze
recensie van Written in Music’s Dick Hovenga). Dus een album gevuld met goed in
het gehoord liggende, subtiele en ingetogen songs.
Echter de wereld ging door Corona op slot en besloot Jan voor
meer uitbundige en rijkelijk georkestreerde songs te gaan. Humor, voor Jan het
belangrijkste in het leven, hield hem op de been. Dat blijkt al uit het feit
dat hij zijn muziek gekscherend Cheap Disney Music noemt. Ook prijkt bovenaan zijn
persbericht de zin, “Ceci n’est pas un corona album”. Wat uiteraard een verwijzing
is naar het beroemde schilderij van René Magritte, "Ceci n'est pas une pipe",
waarop een pijp staat afgebeeld.
Overigens afgaande op de hoes en Jan’s muzikale punk verleden,
verwachtte ik een album vergelijkbaar met
de muziek van The Cramps. De hoes schilderde de van origine grafisch ontwerper
overigens zelf. Het scheppingsproces is eventueel hierterug te zien.
Met school had Jan in zijn jeugd weinig, met muziek des temeer
: “Als ik naar school ging met mijn skateboard luisterde ik vooral hip-hop en
punk. Maar in de klas zette ik stiekem zachte muziek op om de tijd te
verdrijven en buiten te kijken. School was een verschrikkelijke periode voor mij”,
aldus Jan. Tegenwoordig is zijn voorliefde erg breed, vooral underground niche en diy muziek. Maar hij luistert
net zo graag naar Lana Del Rey.
Violent Disco is
een album geworden vol schitterende, rijkelijke georkestreerde kamerpop met
heel veel scheuten zeventiger en tachtiger jaren funk en soul. Het soulvolle
aspect wordt nog eens versterkt door de uistekende achtergrondzang van Monique
Harcum, een zangeres geboren in soulstad Philadelphia.
Jan keek de laatste tijd op Netflix veel naar Maffia films,
vandaar die soulinvloeden. Ook luisterde hij veel naar triphop (oa Portishead)
en soms hoor je wat invloeden van Moby terug. Een belangrijke rol is weggelegd
voor de succesvolle producer Nicolas Rombouts (ex Dez Mona).Naast de productie speelde hij tevens de bas-
en mellotron partijen in. Wat afwijkend
van de overige songs is de fraaie afsluiter Lover,
IWanna Be Forgotten, waarop Jan
zichzelf alleen begeleidt op piano. Bij het titelnummer had ik trouwens meteen
associaties met de muziek van Kira Neris.
De gebruikte kinderstemmen haalde Jan van Funny videos. Hoe
grappig en creatief Jan is blijkt eens te meer uit de video van zijn nieuwe
single Goodbye World, een ode aan het
escapisme. Bij de vinylversie zal een tekstvel worden meegeleverd.
De afgelopen weken heeft Violent
Disco een bijzonder verslavende werking op mij gekregen. Het is dan ook een
debuutalbum geworden wat dit jaar ver boven het maaiveld zal blijven uitsteken,
eindejaarlijstjesmateriaal.
Net als de door mij gisteren besproken heren Roedelius en
Story koesteren Bobby Allison en Gerry Spehar al een vriendschap van meer dan veertig
jaar. De heren ontmoetten elkaar in 1981, Bobby was op dat moment nog volop aan
het revalideren van zijn ernstige auto ongeluk in 1975, waarbij zijn
onderlichaam verlamd raakte. De laatste veertig jaar beweegt Bobby zich voort
met een rolstoel of met krukken. Beide heren zijn gepokt en gemazelde
muzikanten, ze openden onder andere voor Ray Charles, Townes Van Zandt en Merle Haggard. Bobby beschikt over het meer warmere stemgeluid, Gerry’s stem is
een stuk rauwer. Het repertoire op Delta
Man is een overzicht van hun favoriete songs. Het album is dan ook heerlijk
afwisselend, uiteraard de nodige country songs, wat rock ‘n’ roll, maar net zo
goed een prachtige ballade als Baby’s Got
the Blues. En Just Relax had geschreven
en gezongen kunnen zijn door Randy Newman. De stem van Gerry heeft hier dan ook
veel weg van die van Newman. Het overige repertoire ken ik nog niet, maar het
bijna een uur durende Delta Man lijkt
me in ieder geval een uitstekende start.
Erased Tapes is een interessant label, vooral bekend door de
neoklassieke componisten Ólafur Arnalds en Nils Frahm, maar ook door een extravagant
muzikant als Douglas Dare. Met Hans-Joachim Roedelius en Tim Story wordt een
bijzonder duo toegevoegd aan hun label. De in Oostenrijk wonende Duitser Hans-Joachim
Roedelius is vooral bekend als een pionier in elektronische en experimentele muziek,
hij werkte onder andere samen met Brian Eno. Sinds de eind jaren zeventig
brengt hij soloalbums uit.
Al zo’n vier decennia is hij bevriend met zijn Amerikaanse
collega Tim Story. Ze delen een grote voorliefde voor de piano. De afgelopen
twee decennia brachten ze samen de nodige cd’s uit, waaronder de veelgeprezen
studioalbums Lunz (2003), Inlandish (2007), Lazy Arc (2014) en Lunz 3
(2019).
Opeenvolgend opgenomen, maar op één en dezelfde vleugel,
legde Roedelius in mei 2019 een paar geïmproviseerde piano-etudes neer tijdens
een bezoek aan zijn trans-Atlantische vriend Story. Tim leerde toen al hun
ingewikkelde fraseringen om zijn eigen delen in de volgende maanden toe te
voegen.
"Samen vormden we de basiscomposities, waarbij we de
piano soms zorgvuldig voorbereidden met verschillende materialen (waaronder
mijn eigen handen), en de uitvoeringen van Achim werden vastgelegd op tape. Ik
bleef mijn partijen componeren en verfijnen in de daaropvolgende maanden. Omdat
het allemaal werd opgenomen op dezelfde piano, is het resultaat een zeer
aantrekkelijke consistentie van geluid, en hopelijk vervaagt het onze individuele
bijdragen in één enkele geïntegreerde stem”, aldus Story . Het eindresultaat is
een verbluffend mooie 4 Hands.
De eerste single Spirit
Clock kreeg zijn naam van Erased Tapes-oprichter Robert Raths, geboren uit
een gesprek over timing: "voor mij beschrijft deze term perfect wat hier
aan de hand is. Er is deze onzichtbare band, deze zeer sterke energie tussen
Ach en Tim wanneer ze samen muziek maken die nog steeds perfect intact is,
zelfs als ze dimensies van elkaar verwijderd zijn. Deze metafysische kruising
van vier handen op een en hetzelfde mechanische instrument op verschillende
tijdstippen, iets zo technisch en toch diep spiritueel, is wat me fascineert.”,
aldus Raths.
De elf organische composities weten de luisteraar snel te
verleiden, mede door het soms repeterende karakter ervan. Nergens is de muziek zwaar,
eerder speels en luchtig en regelmatig fascinerend. Maar ook melodisch, slechts
een enkele keer ritmisch (Crisscrossing).
In het geval van 4 Hands bewijzen Roedelius
& Story dat hier een en een drie is, wat een prachtplaat.
Theo Volk
Releasedatum : 28 januari 2022 Erased Tapes/De Konkurrent
Het leven hangt vaak van toevalligheden aan elkaar. Zou Jan
Willem ooit Ruud van den Boogaard hebben
leren kennen, als hij niet was blijven zitten in de vierde klas van de lagere
school? Ze kwamen bij elkaar in de klas te zitten en werden al snel dikke
vrienden. Ruud leerde Jan Willem gitaar spelen en gaf hem ook zijn eerste
gitaar. Rond hun zestiende hadden ze samen al hun eerste bandje, Sez, You. Ruim
veertig jaar later bestaat de vriendschap nog steeds tussen beiden en maken ze
samen nog steeds muziek. Op zijn vorige boekcd Dry
Good & Groceries bracht Jan Willemmet Building a Dream een
ode aan zijn vriend.
Nu wordt op zijn nieuwe boekcd Kouwe Kermis de moeder van Ruud geëerd. Bijna dagelijks kwam Jan
Willem bij Ruud over de vloer en voelde zich er thuis. Zoals gebruikelijk in de
jaren zeventig was Mientje van den Boogaard huisvrouw en was ze er altijd als
haar kinderen thuiskwamen. Het fraaie, ingetogen liedje Mientje van den Boogaard,waarop René van Mierlo meezingt, is niet
alleen een ode aan haar, maar ook een hart onder de riem voor het verlies van
haar man Tom in 2016.
Naast Ruud speelde het bruine Café Wilhelmina een belangrijke
rol in de ontwikkeling van de passie voor muziek van Jan Willem. In zijn
tienerjaren ging Jan Wilem met fiets en vervolgens de bus vanuit Knegsel op
zondagmiddag vaak naar Eindhoven om daar vooral bluesartiesten te zien . Die
mooie ervaringen leverde het uitbundige Café
Wilhelmina op.
Kouwe Kermis is
het derde deel van zijn Brabantse drieluik. Het eerste deel was het fraaie Laagstraat 443, vernoemd naar het woonadres
van Ruud, waar het album werd opgenomen. Met fraaie liedjes als Cis Verdonk, Kortsten Dag, Marionneke
Sanders (een klasgenoot van mij op de middelbare school heette ook zo) en
natuurlijke het duet As Ge Ooit
met Gerard van Maasakkers. Het was Gerard, die Jan Willem ooit aanmoedigde
om ook eens in het Brabants te gaan zingen. De verwijzing naar As Ge Ooit in Verloren Zoon is dus niet toevallig en een soort eerbetoon.
Jan Willem was in zijn jeugd altijd erg opgewonden als hij
ging verjaren, kon niet slapen, omdat hij nieuwsgierig was wat hij voor cadeaus
hij zou krijgen. Het mooiste cadeau ooit was voor zijn zevende verjaardag, een
gele kanariepiet van zijn opa. Nog Niet
Jarig schreef hij samen met Guus Meeuwis, het enige liedje waarbij hulp
kreegvan iemand anders. Overigens
schrijft Jan Willem al heel lang mee aan het repertoire van Meeuwis.
Een belangrijke jaarlijkse gebeurtenis in het jonge leven
van Jan Willem vormde de kermis. Hij woonde slechts een grasveld verwijderd van
het kermisterrein. De kermis begon altijd de tweede zondag van september. Een
week voor aanvang kwamen de attracties binnengedruppeld. Na schooltijd hing hij
er altijd rond en als het mocht hielp hij mee opbouwen. De enige attractie waar
hij inging was de zweefmolen, de opener van het album heet dan ook Laat het Leven Maar Zweven.
In het vlak bij Knegsel gelegen Vessem kwam Jan Willem
eigenlijk nooit. Hij reed er alleen doorheen op training met zijn racefiets en
later op zijn brommer op weg naar de slagerijschool in Tilburg. Begin twintig
moest hij er eens zijn voor het aanvragen van een uitkering. De ontmoeting met
de ambtenaar die de aanvraag behandelde is hem altijd bijgebleven . Jan Willem
wilde toen graag beroepsmuzikant worden, maar kreeg toen de mededeling dat hij dat
volledig uit zijn hoofd kon zetten, omdat daar in die regio geen droog brood
mee was te verdienen. Zo’n twee decennia later, intussen een gearriveerd
artiest, is hij terug in Vessem op zoek naar sponsors voor zijn boekcd Dry Good & Groceries. Beerze Bierbrouwerij
uit die plaats werd toen een sponsor en is dat nog steeds. Sterker nog, Kouwe Kermis werd daar in “De Jachtkamer”
opgenomen.
De Negende Zaligheid
kan gezien worden als een bedankje voor deze jarenlange samenwerking. Hij zingt
hierop een duet met Bertus Borgers, die uiteraard ook zijn saxofoon meebracht.
Jan Willem vertoeft graag in de Auvergne, dankzij de warme accordeon van
rasmuzikant Roel Spanjers krijgt Kom Maar
Bij Mij een Frans tintje. Dit wordt nog versterkt door het gedeeltelijk
Franstalige duet wat hij zingt met Floor Henkelman(AKA Fleur).
Alhoewel hij gesetteld is in Diemen, vier gezonde kinderen (uit
twee huwelijken) heeft en een lieve vrouw, kan hij soms ook dromen over terug
verhuizen naar de Brabantse Kempen, waar zijn wortels liggen. Hierover handelt
de afsluiter en titelsong Kouwe Kermis.
Die nostalgische gevoelens werden heel erg aangewakkerd toen de wereld door
Corona tot stilstand kwam en hij veel tijd kreeg om te mijmeren.
Het prachtige boek bevat naast de nodige persoonlijke
ontboezemingen ook veel foto’s uit zijn familie archief en de nodige foto’s van
Brabantse kermissen uit de jaren zeventig. Het is voor mij als Brabander altijd
een verademing om Jan Willem in zijn moerstaal te horen zingen, hopelijk is het
niet zijn laatste Brabantstalige album.
Het bijzonder fraaie en nostalgische Kouwe Kermis hebben we dus aan Corona te danken, het leven hangt
echt van toevalligheden aan elkaar.
In 2020 startte Lucinda Williams een project ter
ondersteuning van de door COVID-19
getroffen muziekpodia. Ze nam zesmaal live covers op van collega’s. Het laatste deel betreft You Are Cordially Invited: A Tribute To The
Rolling Stones.Williams bracht het
album in eigen beheer officieelreeds op
31 december 2020 uit onder de titel It's
Only Rock and Roll: A Tribute to the Rolling Stones.
Niet alleen de titel
is nu anders, ook de hoes. De nieuwe hoes is duidelijk geïnspireerd op het
Stones album Beggars Banquet. Dit uitstekende album is hier het beste vertegenwoordigd met de klassiekers Sympathy for the Devil, Street Fighting Man en de minder
bekende, maar zeker zo mooie songs Salt
of the Earth en No Expectations.
Ook ontbreken een aantal bekende singles uit de begintijd niet,
zoals The Last Time, Get Off of My Cloud,
Paint It Black, Play with Fire en (I Can't Get No) Satisfaction. Afsluiter
is het iconische You Can't Always Get
What You Want. Williams wordt omringd door uitstekende begeleiders. Het
album werd live opgenomen in Ray
Kennedy's Room & Board Studio in Nashville.
Persoonlijk hoor ik als Stones fanaat uiteraard liever de
originele uitvoeringen en hoor ik ook liever Williams haar eigen songs zingen,
zoals die op haar meesterwerk Car Wheels
on a Gravel Road. Maar het is zonder meer een geslaagd project én voor een
goede zaak.
Theo Volk
Releasedatum : 28 januari 2022 Highway 20 Records (Eigen
beheer)
Het was Rein van den Berg die mij in 2014 enthousiast
attendeerde op hun debuutalbum Colfax.
Ook mij had het album snel in een wurggreep, het zou uiteindelijk een van mijn
favoriete albums van het vorige decennium worden.
De songs voor het album werden geschreven door meester-verteller
Willy Vlautin, op een cover van Randy Newman’s Sandman’s Coming na. Liedjes doordrenkt met vooral countrysoul
invloeden en met een filmisch karakter, die het vooral goed doen op de late
avond. Zangeres Amy Boone tilde met haar geweldige zang de fraai gearrangeerde
liedjes naar een nog hoger niveau.
De opvolger The
Imperial vergrootte de populariteit van de band enorm, maar kon mij
persoonlijk niet zo overtuigen als het debuut. In mei vorig jaar verscheen in
eigen beheer het tussendoortje The Night
Always Comes, een soort soundtrack bij Vlautin’s gelijknamige novelle en
gevuld met op twee na instrumentale composities.
Het nieuwe album The
Sea Drift is gedeeltelijk reeds geschreven en opgenomen voor de lock down.
Amy Boone vroeg Willy Vlautin een song te schrijven in de trant van Tony Joe
White's Rainy Night In Georgia. Het
album moest uiteindelijk een opus worden met liedjes die zich afspelen aan de
US Gulf Coast, niet ver vandaan waar Boone opgroeide.
Andermaal toont Vlautin zich een meester-verteller. Ook
muzikaal weten de prachtig gearrangeerde songs met wederom een filmisch
karakter pijlsnel te overtuigen. Het bijzonder goed in het gehoor liggende en
uptempo Kid Codeine is enigszins een
vreemde eend in de bijt.
Het bijzonder fraaie The
Sea Drift ligt duidelijk in het verlengde van beide voorgangers en zal
ongetwijfeld veel nieuwe zieltjes gaan winnen.
Door zijn fraaie albums The
Secret Us en The
Monochrome Veil vergrootte Etan Huijs snel zijn populariteit. Helaas
gooide Corona roet in het eten om veel live te gaan spelen. Etan besloot niet
bij de pakken neer te gaan zitten en wilde een album met uitsluitend akoestische
herbewerkingen van nummers van The
Monochrome Veil op gaan nemen.
Gelukkig kreeg hij financiële steun van het Prins Bernhard
Cultuurfonds en begonnen er weer wat nieuwe nummers uit zijn pen te vloeien. Die
liedjes liggen duidelijk in het verlengde van de voorganger, dus Americana en
folk doordrenkt met invloeden van muziek uit de jaren zeventig.
De korte, instrumentale opener Octarine schreef hij met vaste producer BJ Baartmans, die ook deze
keer weer de nodige instrumenten ter hand neemt. The Lake laat meteen het vertrouwde geluid horen,met dank aan het zeer herkenbare vioolspel
van Alex Akela, die hier tevens zorg draagt voor het warme accordeonspel.
Het meest hoopvolle nummer is Marigold Sun, “the old friend passing by” is hier de metafoor voor
de reden voor het kiezen voor het muzikantenbestaan ; het brengen van je repertoire
op de bühne.
Het hoogtepunt is voor mij Bobby, wat hij samen schreef met vaste begeleider Jori van Gemert. Het
kan gezien worden als het vervolg op de murder ballad Josephine. Met name het door Jori gezongen slot is schitterend,
waarop ze zichzelf begeleid op piano en waar verder alleen het sublieme
cellospel te horen is van Renee van Wijnhoven (Clean Pete), thuis opgenomen
door haar partner Anne Soldaat.
Het hele opnameproces werd gefilmd door Cissy van der Meer,
beelden hiervan zullen te zien zijn in de bijbehorende video’s die uit zullen
komen. Het fraaie album telt zes nummers met een speelduur van ruim 21 minuten.
Het bijzonder fraaie artwork is weer van Douwe Dijkstra. Dreams in Multicolor zal op 20 januari met volledige band
gepresenteerd worden in Schouwburg Cuyk.
De muziek van Blaudzun ken ik amper, alleen zijn derde album
Heavy Flowers heb ik weleens
beluisterd toen het net uitkwam. Dat ik niet naar zijn albums luisterde lag aan
het feit dat ik de laatste tien jaar nog nauwelijks naar indiepop luisterde.
Het enthousiaste persbericht maakte me nieuwsgierig om toch te gaan luisteren,
gelukkig maar.
Het persbericht rept over misschien wel zijn meest urgente en
troostvolle plaat ooit. Een voorproefje van zijn inmiddels achtste album Lonely City Exit Wounds verscheen reeds
in april vorig jaar. Op deze eerste single Real
Hero is het bekende Blaudzun geluid te horen, een uptemponummer met
stompend ritme. Daar zijn er nog meer van te vinden op het nieuwe album.
Een echte ELO vibe heeft Jettison,
denk vooral aan een nummer als Mr. Blue
Sky. Het album opent erg sterk met het titelnummer, waarin langzaam naar
een climax wordt toegewerkt. In september verscheen de tweede single Closer, wat nog radiovriendelijker en
beter in het gehoor liggend is dan Real
Hero.
Daarnaast een aantal nummers met de nodige onderhuidse
spanning. Prijsnummer is voor mij Dontfuckitup,
vooral dankzij het inventieve refrein. Helaas beschik ik niet over de
credits, dus weet ik niet welke zangeres er op meezingt.
Alhoewel de muziek vaak erg opgewekt klinkt, geldt dat zeker
niet voor de teksten : “De songs op dit album hebben soms de schijn van
opgewektheid maar zijn in de kern angstaanjagend. Pas nadat je dat ondergaat en
meemaakt, is er een kans dat je hun ware aard ontdekt en wellicht troost vindt.
Dat hoop ik tenminste.”, aldus Blaudzun.
In twaalf Nederlandse steden zal hij de nieuwe nummers voor
het eerst spelen. Aan de tourdata zijn stadsdichters van deze steden van de
tour gevraagd een kort werk te maken met als inspiratie Lonely City Exit Wounds. Alle steden hebben een lege, koude,
eenzame periode meegemaakt en dat heeft een litteken op de stad en de culturele
sector achter gelaten. Twaalf songs op het album, twaalf steden van de tour,
twaalf odes aan deze steden.
Lonely City Exit
Wounds is een album wat zeer snel onder de huid kruipt.
Het was al weer zes jaar geleden dat Aoife’s vorig reguliere
soloalbum In
the Magic Hour verscheen. Niet dat deze geweldige Amerikaanse zangeres
met Ierse roots de afgelopen jaren stil heeft gezeten. Tijdens de
Coronapandemie bracht ze twee ep’s en vier live albums uit, waaronder een integrale
uitvoering van Bruce Springsteen’s Nebraska.
Daarvoor was ze druk met het succesvolle trio I'm With Her, wat ze samen vormt
met de eveneens buitengewoon getalenteerde Sarah Jarosz en Sara Watkins.
Door de Corona beperkingen werkte ze dagelijks tijdens
kantooruren vanuit Full Sail University in Winter Park, Florida met engineer Darren
Schneider (Deep Purple, Koryn Hawthorne, Trivium) op afstand met de ervaren
producer Joe Henry (oa Bonnie Raitt, Rhiannon Giddens). Age of Apathy is intussen haar derde soloalbum.
Net als bij de voorganger had Age of Apathy behoorlijk wat tijd nodig om bij mij in te dalen. Dat
heeft te maken met haar gelaagde songstructuren. Maar net als bij de voorganger
beginnen ze van loop van tijd onder de huid te kruipen. Vooral met dank aan de
inventieve inbreng van de ritmesectie gevormd door bassist David Piltch en drummer
Jay Bellerose. Met Allison Russell zingt ze een fraai duet in Prodigal Daughter en in de positieve
afsluiter Passengers met Madison
Cunningham. Prijsnummer is voor mij het spannend opgebouwde Lucky Star.
Age of Apathy ligt
in het verlengde van In the Magic Hour,
maar is misschien nog een tikkeltje mooier. Hopelijk kan haar liveoptreden in
februari doorgaan, want Aoife behoort de allerbeste zangeressen die ik ken.
Eigenlijk is Heather Sarona voltijds moeder. Samen met de
liefde van haar leven, Kale, heeft ze vier jonge kinderen, variërend in de leeftijd
van anderhalf tot tien. Het gezin woont in Holly Springs, midden in de Uwharrie
Mountains, wat een rijke historie heeft op het gebied van folk muziek en bluegrass.
Haar opa was een bluegrass muzikant, die Heather op haar
veertiende haar eerste song leerde spelen op de oude gitaar van haar vader. Wat
later leerde ze zichzelf ukelele en banjo spelen. Ze creëerde een unieke
speelwijze door de metalen fingerpicks andersom te gaan gebruiken.
Haar debuutalbum Head
Above Water is doorspekt met invloeden uit de traditionele folkmuziek en
bluegrass. Opener en titelsong Head Above
Water schreef Heather aan het begin van de Corona pandemie, waarin iedereen probeerde het hoofd boven water
te houden.
Heather voelde zich niet altijd even gelukkig zoals ze zich
nu voelt. Better Than What I Got gaat
over de twijfel over het wel of niet doorgaan met een relatie. Een paar jaar
terug schreef ze het eenvoudige, opgewekte liefdesliedje A Little More. For Me en I’ll Be Lost zijn beide odes aan haar
man Kale. For Me beschrijft hun
eerste ontmoeting, waarbij het meteen voor Heather duidelijk werd dat hij de
ware was en is. Ooit maakte Heather een kort tripje met alleen de kinderen,
maar miste al snel haar man. Ze schreef over deze ervaring I’ll Be Lost.
Zeker zo’n tien jaar oud is Fool. Ze componeerde het toen haar vorige langere relatie op de klippen
liep. Het omschrijft het verdriet wat het teweeg bracht. Ook in de drie laatste
liedjes All I Need, Don’t Want to Let It Go en Window to Break staat de liefde centraal.
Heather wordt omringd door de crème de la crème uit de
bluegrass, waaronder Andrew Marlin (Mandolin Orange, Watchhouse), Libby
Rodenbough (Mipso), Sarah McCombie (Chatham Rabbits) en Lizzy Ross (Violet
Bell). Tot mijn grote verrassing bleek trouwens Heather zowel Sophie Janna en
Margot Merah van The Lasses te kennen, met wie ze allebei ook e-mailcontact heeft.
Wellicht een muzikale samenwerking in de toekomst?
Heather is een onafhankelijk muzikant, die ook een
Patreonpagina heeft. Head Above Water
is een voortreffelijk debuut, waar zowel de liefde, het geluk als de levenslust
van afspat.
In zijn jeugd pionierde Kubilay Kaya (Bergen op Zoom, 1978)
met behulp van twee cassetterecords met beats. Hiermee maakte hij loops. Een
van de eerste samples, die hij gebruikte was er een van James Brown, die hier
hergebruikt wordt in de instrumentale opener Begin.
Slecht Alleen is
intussen zijntweede soloalbum. In 2018
verscheen zijn debuut WanneerJe Er Langer Naar Luistert Wordt het Best
Mooi, een conceptalbum met zeven nummers over zeven vrouwen.
Overigens was Kubilay vijftien jaar lang een succesvol
producer achter de schermen voor onder andere Ali B en Yes-R. Echter hier kon
hij niet volledig zijn creatieve ei kwijt en besloot voor een solocarrière te
gaan, een verstandige keuze.
Hiphop vormt de basis voor zijn muziek, maar bevat ook
elementen uit de jazz, chanson, tachtiger jaren synthesizermuziek. Af en toe
hoor je ook zijn Turkse roots terug (Psychedelische muziek uit de jaren zestig
en zeventig). Hijgroeide overigens vooral
op met Afro-Amerikaanse muziek, zoals William Bell en Ann Peebles,en was én is hij idolaat van The Beatles. De
invloed van The Beatles is dan ook regelmatig terug te horen in zijn liedjes.
Kubilay’s favoriete liedje van het album is Koud Alleen, wat qua ontstaanswijze een
wat vreemde eend in de bijt is. Ooit leende Kubilay van een Amsterdamse vriend
een jas, die hij maanden later in Rotterdam beloofde terug te geven. Op de dag
van de teruggave werd de jas echter werd uitgeleend aan een vriendin, die hem
vervolgens nooit meer terug gaf. In de tekst van zijn vaste tekstschrijver
Lucas Boot wordt die jas als metafoor voor de liefde gebruikt.
Hetwas een uitdaging
voor Kubilay om voor een bestaande tekst muziek te schrijven. De basistrack
werd opgenomen, met zijn pianojuf achter de piano, in Theater De Maagd in zijn
woonplaats Bergen op Zoom. Hij koos hiervoor vanwege de akoestiek van deze
voormalige kerk.
Kubilay is ook in staat om zelf uitstekende teksten te
schrijven. Hij schreef zelf de tekst voor mijn persoonlijke favoriet op het
album, het melancholische, lang uitgesponnen Wandelen Alleen in de Nacht. Vooral in dit nummer treedt zangeres Evelien
Keesmaat, AKA KEES (Winnares Grote Prijs 2019), op de voorgrond. De muziekschreef Kubilay samen met Tjerk Schoonheim. Hopelijk creëren beide heren
in de toekomst nog meer mooie pennenvruchten
samen.
Kubilay’s Turkse roots hoort je het beste terug in Ilham, wat het Turkse woord voor inspiratie
is. Nog een opvallende track is Fucking
Spinvis wat vol staat met verwijzingen naar liedjes van Eric de Jong. Het is niet alleen een ode aan Spinvis, maar
gaat vooral over het denken dat je niet goed genoeg bent in de liefde.
De liedjes op Slecht
Alleen zijn veelal bespiegelingen op de liefde en vriendschappen. Zelf spreekt hij over de rafelige paden van de
liefde. Wat vooral het album zo interessant voor mij maakt zijn de subtiele
invloeden uit andere genres die Kubilay toevoegt aan zijn hiphopbasis. Als
alles meezit zal Slecht Alleen in
februari live voorgesteld gaan worden. Digitale release is 7 januari, fysieke
release wordt 14 februari. Te koop vanaf die datum bij hemzelf via zijn website
en bij betere platenzaken als Concerto en Plato en wellicht ook bij Velvet en
Sounds.
Theo Volk
Digitale releasedatum : 7 januari 2022 Eigen beheer
Fysieke releasedatum : 14 februari 2022 Eigen beheer
Misschien werd Nicole Wray te vroeg ontdekt. Vijftien jaar
was ze toen in haar eigen woonkamer auditeerde voor Missy Elliott, zelf toen
overigens ook pas drieëntwintig. Elliott herkende haar grote vocale kwaliteiten
en gaf haar meteen een platencontract.
In 1998 verscheen onder haar eigen naam haar debuutalbum Make It Hot. Het titelnummer, een duet
met Missy Elliott, leverde haar een gouden plaat op. In die tijd was ze nog erg
onzeker en vond ze het niet prettig teksten te zingen, die niet door haar
geschreven waren.
Haar tweede soloalbum Queen
Alone, de titel is een knipoog naar het gelijknamige album van Carla
Thomas, verscheen pas in 2016. In de
tussentijd is er veel veranderd in haar leven, getrouwd, moeder geworden en
levend voor haarzelf en haar gezin. Een album waarop ze in zee gaat met
producer Leon Michels, een uitstekende keuze.
Die samenwerking wordt nog succesvoller gecontinueerd op
haar nieuwste album Piece of Me. Het
geluid is nog wat moderner geworden, nog steeds vormt R&B, met een stevige
dosis soul de basis, maar de hiphop invloeden zijn toegenomen evenals de
aanstekelijkheid van haar songs. Ook worden deze keer haar vocale kwaliteiten
nog optimaler gebruikt. Tevens zijn de teksten nog persoonlijker geworden.
Het titelnummer verscheen reeds in 2019 succesvol op single
en gaat over mensen in je leven die meer van je verlangen dan je van plan bent
ze te willen geven. Het werd samen met b-kant Come On In ingezongen terwijl ze acht maanden zwanger was van haar
dochter Melody, een belangrijke inspiratiebron voor haar. Het fraaie, wat afwijkende
Melody, is een ode aan haar dochter,
die erop te horen is. Onlangs verscheen het aanstekelijke Under the Sun op single.
Dankzij de uitmuntende productie van Michels worden de reeds
uitstekende songs, naar een nog hoger niveau getild. Het over de ups en downs
van het leven gaande Joy and Pain is trouwens
geen cover van de bekende Maze klassieker, maar ook gewoon een eigen nummer. Een
aantal nummers zijn reeds op haar Bandcamppagina te beluisteren.
Piece of Me is
een bijzonder homogeen, verslavend en persoonlijk album van een zelfbewuste vrouw.
Net als de voorganger reeds te bestellen in de webshop van De Konkurrent.
Theo Volk
Releasedatum : 28 januari 2022 Big Crown Records/De
Konkurrent
In mei vorig jaar was Lenny Kuhr door het Songfestival in
Rotterdam weer trending topic. De oud-songfestivalwinnares vertelde toen in een
talkshow bij Max enthousiast dat ze een album ging opnemen met producer Frans
Hagenaars en arrangeur Reyer Zwart (bekend van oa VanWijck, Yorick van Norden,
Alex Roeka en Danny Vera).
Jaren geleden nam Hagenaars al eens een lied op met Kuhr en
dat beviel zo goed dat ze afspraken ooit nog eens een plaat te maken. Helaas
verwaterde dat plan tot de twee elkaar toevallig aan de telefoon kregen en de
knoop voor het maken van een album alsnog doorhakten. Alleen al door de
verschillende karakters en achtergronden van de betrokkenen is het een
bijzondere samenwerking.
Het uitgangspunt voor haar drieëndertigste album Lenny Kuhr werd de rijkelijk
gearrangeerde klassieker Dusty in Memphis
van Dusty Springfield. Een album dat stamt uit 1969, het jaar dat Lenny het
songfestival won. Haar laatste, in eigen beheer, uitgebrachte platen waren meer
bestemd voor het theater. Hagenaars en Zwart wilden een andere plaat maken,
Lenny moest weer de zangeres worden die voor één luisteraar staat te zingen.
Lenny werd opnieuw weer volledig in het diepe gegooid.Ze kreeg te maken met voor haar onbekende
muzikanten en instrumenten die haar al jaren niet meer hadden begeleid: drums,
elektrische gitaren, strijkers, trompetten tot aan een kermisachtig orgel. Ze
kreeg enkele songs aangeboden van niet de minsten.
De excellente opener In
Mijn Boek is van de hand van labelgenoot Spinvis, die dit keer geen
mysterieuze, vage tekst aflevert, maar een met kop en staart. Muzikaal
herinnert het ook meteen aan Springfields klassieker. Nog meer op het lijf van
Lenny geschreven lijkt de bijdrage/ode van Stef Bos, Nog Steeds een Troubadour. De prachtig tekst balt samen waarvoor
Lenny al meer dan vijftig jaar staat :
Ik ben nog steeds een troubadour
Ik zoek nog altijd naar een lied
Zoek nog altijd naar de woorden
Voor wat ik voel en wat ik zie
Ik wil een licht zijn in het donker
Tussen alle haat en nijd
Want we gaan allemaal voorbij
En alleen de liefde blijft
Ik ben nog steeds een troubadour
Ik kom, ik zing en ik verdwijn
En al ben ik soms onzichtbaar
In de maalstroom van de tijd
Ik ben mijn eigen weg gegaan
Langs geluk en langs verdriet
Ik kan tevreden zijn met weinig
Maar kan niet zonder de muziek
Het wat stevigere Zonder
Geluid werd geschreven door Lenny’s dochter Daphna op een tekst van haar
overleden stiefvader Herman Pieter de Boer. Ooit de tekstleverancier van
Lenny’s grootste hit Visite. Hoe Ik Weet Dat Je Er Bent is
oorspronkelijk ook een liedje van Daphna, Lenny schreef er samen met haar man
Rob Frank een Nederlandse tekst voor.
De wind wordt door Elke Vierveijzer als een metafoor gebruikt
voor de onvoorspelbare wendingen dat een leven kan nemen in Het Komt Zoals het Komt, de prachtige
muziek is van Lenny zelf. Samen met Joris Vincken schreef Lenny het
aanstekelijke, goed in het gehoor liggende Met
de Minste Weerstand.
Het gedragen Met Lege
Handen, met een poëtische tekst van Elke Vierveijzer, komt diep
binnen.De prachtige, soms wat
vervreemdend aandoende pianoballade Steeds
Weer Breken is van Reyer Zwart op een tekst van Hein Stufkens. Dierbaar is nog een geslaagd lied van
het schrijversduo Kuhr/Vincken.
Heel bescheiden sluit Lenny af met twee door haar alleen
geschreven liedjes, Terug op Mijn Blote
Voeten en Sarah. Zeker niet de
minste nummers. Eerstgenoemde liedje had wel wat tijd bij mij nodig om volledig
te landen. Een waardige afsluiter is Sarah,
waarin Lenny op een eerlijke, nuchtere, bespiegelende manier terugblikt op haar
leven tot dusver en daarbij haar zegeningen telt.
Eerlijk gezegd kende ik Lenny tot nu toe alleen van haar
liedjes De Troubadour en Visite, Lenny Kuhr is voor mij een buitengewoon aangenaam en verrassend album.
Een album dat volgens mij een geheel nieuw publiek zal gaan aanboren.
De albumpresentatie staat gepland voor woensdagmiddag 26
januari in Paradiso en zal haar verder brengen langs bekende luisterpodia,
waaronder De Amer, Het Rozenknopje, Museum en Beeldentuin Nic Jonk en het Witte
Kerkje. De grote knaller zal echter 17 november plaatsvinden, wanneer ze
deelneemt aan Het Grote Songfestivalfeest in de Ziggo Dome. Voor alle data zie hier.