Het uitstekende trio Good Guy Hank heeft als uitvalsbasis Dunkeld, Schotland. Het gezelschap bestaat uit de Duitse zanger en gitarist Theodore Barnard, de Schotse gitarist, lead zanger en fiddler Donny McElligott en de Australische mandolinespeler Pepita Emmerichs, die daarnaast ook actrice is. Het eerste wat bij beluistering van hun debuutalbum Silver Lining opvalt is dat het drietal bijzonder goed op elkaar is ingespeeld. Bovendien worden ze onder andere begeleid door Amerikaanse banjospeler Allison de Groot en een van Schotlands meest ervaren muzikanten, drummer James Mackintosh (Shooglenifty).
Ze brengen een opzwepende mix maakt van bluegrass, Americana en country muziek, maar brengen ook prachtige ingetogen liedjes als bijvoorbeeld Alaska. Zelf noemen ze Hank Williams (uiteraard), Elbow, Lucinda Williams, Drive-By Truckers, Gillian Welsh en Calexico als invloeden. Vrij logisch dat Sandra en Luciano van Lucky Dice het album cd van de maand hebben gemaakt (bij hen te koop) en bovendien eind september het trio naar Nederland haalt voor optredens. Silver Lining is een buitengewoon overtuigend debuut, die volgens mij bij veel muziekliefhebbers in de smaak zal gaan.
Vorig jaar verscheen hun debuut EP Cloud Cafe op het Excelsior label, waarop onder andere de invloed van Big Thief doorklonk. Zelf omschrijft het kwartet zichzelf als een “grunde folk band from Amsterdam”. Veel volwassener klinkt nu hun volwaardige debuutalbum Gift Horse, waarvan de titel is ontleend aan het nummer Perfection Salad. Zangeres Tara Wilts, met een conservatorium achtergrond, stelt zich kwetsbaar op in haar hart op de tong teksten. Hun indiesound wordt ondersteund door een vaak overdonderende muur van geluid, maar kan net zo goed breekbaar zijn (Electro Poetry, Pebbles, Parking Lot). Het maakt van Gift Horse een contrastrijke, intrigerende luisterervaring. De productie was in de bekwame handen van Sam Verbeek en Daan Duurland. Vorig jaar was Tara te horen op We’re Gonna Make It van Tim Knol’s album Long Live Your Friends. Dat Cloud Cafe het ook gaat maken lijkt me vanzelfsprekend.
Theo Volk
Releasedatum : 6 september 2024 Excelsior Recordings
Ik ken(de) de muziek van de Amerikaanse Amy Rigby net zomin als die van haar huidige (Britse) echtgenoot Wreckless Eric (Eric Goulden). Hun beider namen waren mij niet volslagen onbekend, maar van hun muziek kon ik mij slechts een voorstelling maken. (En ja, het laat zich vlug opzoeken natuurlijk, tegenwoordig. Ik zat domweg op een andere golflengte. Je kan niet iedere nieuwe golf omarmen die zich aandient, terwijl ik menigmaal met terugwerkende kracht nadien wel luistertijd heb geïnvesteerd in artiesten die ik aanvankelijk terzijde had gelaten. Amy Rigby & Eric blijken van dezelfde generatie te zijn als mij en mijn vrouw, en dat maakt dit nieuwe album, Hang in There with Me, vanuit een tekstueel perspectief zeer zeker interessant. Vanwege de herkenbare observaties word je extra naar de teksten getrokken. Niks alarmerends, maar gewoon leuk en opvallend. Voordat je het weet tik je de zeventig aan, en dat terwijl ik mij de tijd nog kan herinneren van voor de komst van onze kinderen, en dat we als twintigers verliefd aan de kust bij Miami liepen. (Tegenwoordig schijnen daar ook flats te staan.) Nu hebben, en krijgen, onze kinderen zelf kinderen, en rol je bijna door naar je laatste schreden – wanneer je niet oppast!) Altijd twintig blijven blijkt geen optie te zijn.
Too Old to Be So Crazy zingt Amy op haar nieuwste plaat, en ja, een beetje gek is niet verkeerd, maar we proberen bovenal positief in het leven te staan. De wereld om ons heen is zo’n complete chaos, terwijl wij daar zelf vooralsnog – gelukkig – op een fortuinlijke manier tussen de mazen van het net lijken te glippen. Natuurlijk lopen we wel ‘ns averij op, maar wanneer de schade valt te repareren is geen man over boord. Zoals blijkt uit de songs, wordt ook Amy in haar omgeving geconfronteerd met familieleden en vrienden die (plotseling) komen te overlijden. Het zijn momenten waarop je je realiseert dat het leven een kostbaar bezit is. Zaaks dat je je bestaan zo lang mogelijk in goede gezondheid moet zien te behouden. Helaas kunnen we slechts beperkt invloed hierop uitoefenen. Hang in There with Me is een zeer verdienstelijke plaat geworden. Eentje die volstaat met muziek die gerijpt is door de jaren. Amy absorbeert en pareert, indien mogelijk, pijnlijke kwesties, en is niets anders dan jong van hart.
Folkmuziek is van alle tijd. Kent geen grenzen. Geen land die patent kan claimen op het genre Folk. Het is een muziekvorm die weliswaar zo zijn specifieke kenmerken heeft per land. Overal grijpt Folk naar de basis, en daardoor in zeker zin naar de essentie van ons bestaan. Gelukkig dat Folkmuziek door de jaren heen is geëvolueerd. Iets vergelijkbaars geldt voor Mercy, de jongste worp van Torgeir Waldemar, want het laat zich aanhoren als eigentijds. Nog niet zo lang geleden wist hij ons te verblijden met live-uitvoeringen van eerder gepubliceerde songs middels het album At the Opera. Nu is er een minstens zo aangename, zo niet nog mooiere plaat van hem, getiteld; Mercy. Tijdens beluisteren van Mercy waande in mij niet eens zozeer in een ander land, eerder nog viel ieder besef van tijd weg. De uitvoeringen van de nummers worden spaarzaam van instrumentatie voorzien. Behalve Torgeir, die zichzelf begeleidt op gitaar, hoor je uitsluitende de viool en achtergrondvocalen van, Michael Barrett Donovan.
Elf nummers bevat dit album. Terwijl ik zijn stem ooit wel eens als een obstakel had ervaren, is dat euvel al geruime tijd niet meer van toepassing. Torgeir Waldemar is een eigentijdse bard, toevallig afkomstig uit Scandinavië. Nou, allerminst toevallig uiteraard, want zijn fysieke afkomst is ongetwijfeld één van de redenen waarom het verstilde element, en daardoor het karakter van de muziek mij aanspreekt. Ik volg hem sinds zijn debuut, en zie uit naar zijn optreden te Utrecht in oktober. Zelfs een elektrisch getint uitstapje onderga ik graag, maar in een intieme akoestische setting, zoals hier op Mercy uit de doeken gedaan spreekt mij persoonlijk meer aan. Ondanks het spaarzame karakter van dit album; ’t zakt nergens in. Niet geschikt voor feesten en partijtjes, maar dat was volgens mij wel duidelijk. Luistermuziek ten voeten uit.
Spijtig genoeg wordt niet iedere artiest die ik op basis van zijn talent waardeer unaniem breed gedragen. Was het maar zo! Andrew Combs is zo’n artiest. Zijn creativiteit en veelzijdigheid vind ik bij iedere nieuwe plaat hernieuwd verfrissend. Hij lijkt me typisch iemand die vanaf iedere willekeurige locatie zijn muziek de wereld in kan sturen. Overigens dramatisch is het allerminst met Combs gesteld. Zolang zijn muziek over een distributiekanaal beschikt, via een respectabel label als Loose, dan zit hij gebeiteld. Bovendien reist hij via bescheiden geregelde podia de wereld rond. Iedere album is artistiek gezien weer anders dan de vorige, terwijl deze nieuwe; Dream Pictures, wel degelijk in het verlengde ligt van Sundays. Terwijl zijn debuutplaat een exponent was van Country versus Singer-songwriter genre heeft Combs sinds 2012 geleidelijk een oversteek gemaakt naar een innemend segment binnen de pop. Pop als geheel bevat vele facetten, en de muziek van Combs bevindt zich binnen in fijnmazige (lees smaakvolle) gedeelte. Op Dream Pictures grossiert Combs in verstilde kunstzinnige momentjes. Hij begint met het korte instrumentale niemendalletje Fly in My Wine.
Veel muziek wordt gedragen door de zang van een artiest. En daar mankeert het voor geen moment aan bij Combs. Zijn zang is veelal leidend in de muziek. Ik wist laatst via Theo een bootleg te bemachtigen van Jackson Browne met nummers (the Nina demo’s) opgenomen in de periode van voor zijn debuutplaat. Je hoort onder meer Jackson’s eigen versie van The Fairest of the Seasons. Prachtig nummer, maar zijn zang was in die beginperiode allerminst aanbevelenswaardig. Niet dat je Combs op één lijn mag trekken met Jackson Browne, maar hij is qua uitvoerende artiest minstens zo eigenzinnig en uniek. Zijn zang draagt zijn songs met volle overtuiging, en doet dat slechts met de bedoeling een intens stuk muziek te maken. Combs laat indirect zijn hart spreken. Droom plaatjes zoals je ze vrij vertaald mag benoemen. Het instrumentarium is daarbij zo beperkt mogelijk gehouden, waarmee de zeggingskracht, wat mij betreft, wordt vergroot. Ik betrap mij erop dat ik mijzelf steeds meer beperk tot de muziek die ik echt leuk vind. En binnen die selectieve Pyramide aan artiesten zul je beslist de naam van Andrew Combs aantreffen. Groots in al zijn bescheidenheid. De nummers vloeien als het ware in elkaar over om de cohesie te vergroten. Wederom een verrassend sterk album.
“This Band feels like an old family farm” is een uitspraak van Sam Doores die ik begrijp, want op sommige momenten hangt de muziek van deze band tegen traag trekkende meligheid aan. Er wordt gemoedelijk en in harmonie gezongen en gemusiceerd (vanaf de veranda, zo lijkt het), waarbij een steelgitaar de spreekwoordelijke puntjes op de i zet. Een song als The Old Plank Road tuimelt zelfs over het randje van het aanvaardbare, voor mij dan. De eentonige beat van dit nummer mist iedere vorm van verrassing, bijna dusdanig dat nog net geen irritatie wordt opgeroepen door het collectieve stel, die doorgaan onder de groepsnaam The Deslondes. Jammer, want over het algemeen kan ik prima uit de voeten met de lijzige uitvoerende stijl van deze heren. Veel meer indruk maakt een nummer als Go Out Tonight waarmee de muziek van Fats Domino terloops in herinnering wordt geroepen. En ook Mercury on Parade onderstreept de kwaliteiten van Sam Doores, Riley Downing en de overige musici. Ze verdienen het daardoor geenszins om terzijde te worden geschoven op basis van een album dat een incidentele zwakke broeder bevat. Toch had ik na hun vorige, ietwat melancholische, plaat, Ways & Means, iets meer gas op de plank verwacht. Zeker gezien de twee enorm sterke individuele soloplaten van zowel Doores als Downing.
Invloeden uit New Orleans, en omgeving, zijn rijk vertegenwoordigd als smaakmaker bij de muziek van The Deslondes. Je oren moeten op zoek gaan naar de nuance bij beluistering. Ze dagen niet matig uit, maar bij iedere luisterbeurt steeg mijn waardering. Zoals gezegd is niet iedere song even strak uitgebalanceerd. Toch blijkt Roll It Out over een prima aanbod te beschikken. Fijnmazige luie muziekstijl en het sfeertje wat ze daarmee wensen over te brengen. Kortweg gezegd een representatieve plaat, waarbij ik tegelijktijdig benieuwd ben hoe deze gasten live uit de verf komen. Alle nummers door de 5 bandleden geschreven, met uitzondering van Drifter’s Wife, een J.J. Cale song. Iets meer drive zou ik bij een volgende plaat aanbevelen, echter het liefst met behoud van hun karakteristieke sound. Die is kenmerkend.
De alternatieve Friese singer-songwriter Alex Nieuwland heeft de smaak behoorlijk te pakken. Drie soloalbums in nauwelijks anderhalf jaar tijd, respectievelijk Eyecandy, Trust - Hope - Love en als laatste The Silent Language. Muziek is dan ook de allergrootste passie in zijn leven. Hij zingt er zelfs letterlijk over op zijn nieuwste album in het toepasselijk getitelde Solo in Stereo, want zoals gewoonlijk heeft Alex alles weer zelf gedaan, op het mooie duet met Else van der Greft in Trapped na dan.
Zijn liefde voor muziek begon bij punk en new wave, die soms nog een invloed vormen. Muzikaal herinnert het uptempo Solo in Stereo mij aan de begintijd van The Cure (met name Seventeen Seconds). Maar ook tekstueel liet hij zich deze keer inspireren door new wave. Voor het bijzonder fraaie, ingetogen God’s Lost in Time stond Dear God van XTC model, maar dan wel met een twist aan het eind. Nog een song met een zwaar thema is Wasteland Waltz, het handelt over de puinhoop die we er met zijn allen van maken.
Een terugkerend thema in Whispers is tijd. Maar ook luchtigere thema’s passeren de revue. Friday at Sundown is een beschrijving van een borrel met vrienden en eindigt het album met het ingetogen slaapliedje Goodnight. Het album opent met het aanstekelijke She Says, een liedje waarin zijn vrouw Alex een spiegel voorhoudt. De kers op de taart is hier voor mij het basspel. Live speelt Alex tegenwoordig met zijn nieuwe band NewLandSlide. The Silent Language is voor mij een echte groeiplaat en bevalt mij minstens zo goed als de twee voorgangers.
De compositie For Mattia bracht Douwe Eisenga’s muziek zo’n zeven jaar geleden een behoorlijk grotere populariteit. Niet alleen dat, nog nooit had zijn muziek door For Mattia zo’n grote impact op luisteraars en bood het troost aan velen door het aangrijpende verhaal achter de compositie. Mattia was een jonge vrouw die besloot op pas zesentwintigjarige leeftijd najaar 2015 uit het leven te stappen. Haar ouders zijn de kunstenaars Katja Bosch en Janpeter Muilwijk. In hun werk vond het tweetal een uitlaatklep na de dood van hun dochter. Bovendien had Janpeter van zijn aandeel van Mattia’s erfenis, op uitdrukkelijk verzoek van zijn dochter, een oude Pleyel piano gekocht. Tijdens het spelen op de piano begon het idee te ontstaan om een pianostuk speciaal geschreven voor Mattia te laten componeren. Janpeter en Katja waren goed bekend met de muziek van stadgenoot Douwe en een jaar later werd Douwe uiteindelijk hiervoor benaderd.
Van grote invloed op Douwe’s muziek zijn Philip Glass, Steve Reich, Simeon Te Holt, Ton de Leeuw en Antonio Vivaldi geweest. De eerste uitvoering van For Mattia was op een door Katja en Janpeter georganiseerde tentoonstelling in de Domkerk in Utrecht. Hierna kwam de populariteit ervan in een stroomversnelling doordat het door Radio 4 werd opgepikt. For Mattia - The Complete Recordings bestaat uit twee cd’s. De eerste cd verscheen al eens eerder in 2019. Grotendeels vonden de opnames plaats in de Music Factory in Rotterdam. For Mattia - Single Edit werd opgenomen in de Doopsgezinde Kerk tegenover zijn woonhuis en de herbewerkingen van Julia en The Cooper werden bij hem thuis opgenomen. Zoals altijd wordt het album geleverd met een keurig verzorgd boekje met aanvullende informatie. For Mattia - The Complete Recordings bevat vooral erg ingetogen, maar zoals altijd bij Douwe, zeer toegankelijke muziek en zou dus een groot publiek moeten kunnen aanspreken. Warm aanbevolen!
Theo Volk
Releasedatum : 6 september 2024 Butler Records/V2 Records
Als fulltime muzikant had singer-songwriter Etan Huijs uit Venray het de afgelopen, financieel magere jaren niet gemakkelijk. Eigenlijk stond zijn hoofd nog niet naar het maken van een nieuw album. Ook waren er veranderingen binnen zijn band, zo besloot Jori van Gemert solo te gaan als Cloud Cukkoo. Echter de nieuwe songs bleven zich opdringen. Songs die een behoorlijk nieuw, regelmatig stevig terrein (lees meer elektrische gitaren) verkennen. Dus koos Etan naar eigen zeggen “voor de wildernis”, voor de onzekerheid. En startte hij vervolgens voor het opnemen van The Road and the Wilderness een succesvolle crowdfunding via voordekunst.
Het album werd andermaal, net als de succesvolle voorgangers The Secret Us en The Monochrome Veil, geproduceerd door BJ Baartmans en opgenomen in diens studio. De urgente voorganger The Monochrome Veil had als rode draad polarisatie, deze keer is dat volgens Etan ambitie in al zijn vormen. De stevige opener Ghost in the Machine maakt meteen duidelijk dat Etan nieuwe wegen is ingeslagen. Het gaat over A.I., een technologische ontwikkeling die steeds slimmer en menselijker wordt. Kan dat een probleem gaan worden? Etan zingt het lied vanuit het perspectief van A.I. : “There’s a revolution and it’s me in the middle”. Etan schreef het nummer op dobro, omdat hij een bluesy feel wilde creëren.
Het meest afwijkende liedje is het jazzy City of Sinners. Het fraaie, Chet Baker achtige trompetspel is van Nando van Westrienen. Het liedje werd overigens pas in de studio voltooid. Zoals altijd vertelt Etan interessante verhalen. Harlow’s Blues gaat volgens hem over een schrijfster van avonturenromans die voor de liefde verhuist van een bergdorpje naar de grote stad. Haar vriend/man beperkt haar echter steeds meer en isoleert haar zelfs. Als oudere vrouw verlaat ze hem en plant ze wraak middels een autobiografische roman.
Restless Bones is Etan’s versie van het "deal met de duivel" verhaal. Hij combineert het hier met de wens van de mens om steeds jong te blijven. De hoofdpersoon heeft eeuwige jeugd gekocht maar is in het liedje geestelijk en lichamelijk op. De prijs/winst van de duivel is dat hij de man in kwestie ziet lijden, en alles wat hij heeft ziet verliezen. Het is een allegorisch verhaal; we willen steeds meer, maar alles heeft een prijs. The Overachiever handelt over altijd het beste in alles willen zijn. Je wilt dat het gras bij jou het groenst is. Je wilt de mooiste partner, het beste werk, de slimste kinderen... Stel dat je dat ooit allemaal bereikt, heb je dan als "overachiever" nog een doel in je leven?
Muzikaal gezien schiet het alle kanten uit, van country, naar bluesrock, 70’s Westcoast pop, jazz, met daarnaast summiere uitstapjes naar diverse andere genres. De songs worden onder andere voorbeeldig ingekleurd door Alex Akela (viool) en Renée van Wijnhoven (cello) en uiteraard BJ Baartmans, die de nodige instrumenten ter hand nam en de nodige arrangementen verzorgde. De master werd gemaakt door Darius van Helfteren. Voor releaseshows zie hier. The Road and the Wilderness is een gedurfde en geslaagde stap van het inslaan van nieuwe wegen.
De titel van het debuutalbum Cacophony van de jonge Engelse singer-songwriter Paris Paloma (22) is geïnspireerd op Stephen Fry’s Mythos, een meditatie over de scheppingsmythe. Naast door mythologische figuren laat ze zich verder inspireren door kunstgeschiedenis. Paris is afgestudeerd aan de Goldsmiths University en de visuele identiteit werd gecreëerd aan de hand van haar eigen fantastische tekeningen. Het album is een bijzonder interessante mix van folk, indie en pop gekoppeld aan volwassen, poëtische teksten. Vorig jaar brak Paloma door met de single labour, een nummer over emotionele problemen bij vrouwen en is intussen een internationale strijdkreet geworden en werd het nummer intussen meer dan 100 miljoen keer beluisterd. Haar prachtige stem komt voor mij het meest tot zijn recht in een ingetogen, meer conventioneel nummer als knitting song. Cacophony is een overtuigend debuut van een singer-songwriter waarvan we in de toekomst nog veel zullen gaan horen.
In hun begintijd repeteerde Tindersticks iedere week, tegenwoordig is dat niet meer mogelijk want Stuart Staples woont in Frankrijk en de andere medeoprichter David Boulter heeft zijn thuis in Praag. Nu komt men alleen nog samen om op te nemen. Er waren momenten dat men de stekker uit de band wilde trekken, gelukkig is dat na meer dan drie decennia nog steeds niet gebeurd. Ook niet na het regelmatige vertrek van bandleden. Vanaf hun begin wilde men geen standaard rockband zijn met de focus op drums en gitaar, maar wilde ze meer een filmische benadering zoals Ennio Morricone.
Dat is nog zo, maar ligt de grote orkestrale benadering uit hun begintijd grotendeels achter hen. Tegenwoordig ligt de nadruk op experimentele soundscapes. Ook op veertiende album Soft Tissue levert dat nog steeds urgente muziek op, sterker nog, het album behoort tot de mooiste uit hun oeuvre. De afgelopen drie maanden passeerde Soft Tissue geregeld de revue en heeft een verslavende uitwerking op mij, met name een nummer als Always a Stranger. De opvallende hoes is van de hand van Stuart’s dochter Sidonie. Binnenkort gaat men gelukkig ook weer op tournee, fans kunnen een doorsnee uit hun oeuvre verwachten, met ook songs van Distractions, want de songs van dat album heeft men nog niet live kunnen spelen.
Theo Volk
Releasedatum : 13 september 2024 City Slang/De Konkurrent
Het voorgaande album Heart of a Mother van de Gentse singer-songwriter Gertjan Van Hellemont was een achtbaan aan emoties. 2020 begon zeer emotievol, binnen een week kreeg hij het heugelijke nieuws dat hij vader zou worden, maar ook het afschuwelijke bericht dat zijn moeder ongeneeslijk ziek was en hooguit nog een paar weken te leven had. Tot overmaat van ramp overleed ongeveer een maand na de dood van zijn moeder, ook nog zijn oma aan de gevolgen van Covid-19. Het fraaie, instrumentale slotakkoord So This Is It? (For Arlette) van het aangrijpende album werd trouwens geschreven door zijn vader Hubert voor zijn moeder Arlette. Zijn vader is hier te horen op piano.
Van Hellemont had muzikaal gezien duidelijk omlijnde plannen voor hoe Happy Pt. 2 moest gaan klinken. Daarin moest zijn voorliefde voor Amerikaanse roots- en indie folkmuziek doorklinken. Vooral My Morning Jacket en het album Ouroboros van Ray LaMontagne waren tijdens het scheppingsproces een belangrijke inspiratiebron. De songs worden hier en daar verrijkt met pedal steel en tenorsaxofoon en op een drietal songs is het Budapest Art Orchestra te horen. Tot de prijsnummers kan I Miss You gerekend worden. Het lied is gericht aan zijn moeder, met een aantal vragen aan haar over zijn vaderschap van zoontje Georges.
Nog steeds mist hij zijn moeder erg. Echter het leven gaat met horten en stoten verder en telt Van Hellemont de zegeningen die hij nog wel heeft. Zo eindigt het album positief met het fraaie slaapliedje Rock to Sleep voor zoontje Georges. Na het afronden van de opnames vertrok Van Hellemont naar Los Angeles om de plaat te mixen met Kevin Ratterman (My Morning Jacket, Ray Lamontagne, Afghan Whigs). Die samenwerking verliep zo goed, dat die samenwerking in de toekomst zeker een vervolg gaat krijgen. De master werd gemaakt door de legendarische Fred Kevorkian (o.a. Ennio Morricone, Jerry Garcia, Sun Ra, The Stooges en Triggerfinger). Het andermaal bijzonder fraaie en emotionele Happy Pt. 2 is een logisch vervolg op voorganger Heart of a Mother.
Theo Volk
Releasedatum : 30 augustus 2024 Excelsior Recordings
Er verschenen al een drietal livealbums van de in Nederland woonachtige Canadese powerhouse zangeres Layla Zoe. Twee daarvan werden opgenomen in de bekende zaal Spirit of 66 in het Belgische Verviers. Deze keer vonden de opnames plaats op 27 maart jongstleden in de Harmonie in Bonn. Layla wordt vakkundig en energiek begeleid door Krissy Matthews (gitaren), Felix Dehmel (drums) en Josh Rigal (bas en achtergrondzang). Met de fenomenale gitarist Matthews toert ze al meer dan tien jaar geregeld samen. Eerder dit jaar was Layla te horen op de vertolking van The Band’s The Weight op het nieuwe, ambitieuze album Krissy Matthews & Friends.
Het album Into the Blue is in twee blokken verdeeld, voor de pauze voornamelijk eigen werk, in het tweede deel covers. Opener is een a capella versie van de traditional Oh Lord I Want You to Help Me. Hierna volgen een vijftal songs van haar laatste drie studioalbums. Waaronder het indrukwekkende Automatic Gun dat gaat over het drama in 2017, aangericht door Stephen Paddock waarbij 59 doden en 527 gewonden vielen onder onschuldige bezoekers van een countryfestival in Las Vegas. Dat Layla meer is dan een powerhouse zangeres bewijst ze in Might Need to Fly, waar ze gebruik maakt van haar kopstem.
Het tweede deel bestaat uit een vijftal goed gekozen covers. Meest verrassende keuze is misschien wel War Pigs van Black Sabbath. Naast Paranoid een van Black Sabbath’s meest populaire songs en nog steeds brandend actueel. De tekst handelt over rijke, machtsbeluste en harteloze politici die oorlog en haat verspreiden en die uiteindelijk krijgen wat ze verdienen. Op Layla’s lijf geschreven is Janis Joplin’s Move Over, een zangeres waar ze vaak mee vergeleken wordt. Verder Little Feat klassieker Willin’ en Bob Dylan’s Forever Young. Het album wordt prachtig afgesloten met een klein gehouden versie van Elizabeth Cotten’s Freight Train. Into the Blue zal bestaan uit een cd en een Blu-ray. Het album is reeds bij Layla zelf te bestellen, regulier verschijnt dit uitstekende, vijf kwartier durende album op 20 september.
Wanneer je een label hebt zoals Strolling Bones dan heb je meerdere artiesten onder je vleugels. Vooringenomen, zoals ik soms kan zijn, had ik mijn vooroordeel al klaarliggen wat betreft de ogenschijnlijke eigenaardige act, die actief is onder de noemer Molecular Steve. Ook de minstens zo opzienbarende futuristische hoes bracht me uit mijn evenwicht. Opmerkelijk dat Strolling Bones een dergelijk gevarieerd aanbod in huis heeft. Alternatief is wellicht de juiste benaming, maar ik heb geen argument kunnen vinden om de muziek met de ongebruikelijke bandnaam af te wijzen. Geenszins, want deze verrassende kennismaking is beslist plezierig te noemen. Vergelijkingsmateriaal kan ik niet zo snel bedenken, terwijl ik aanvankelijk de indruk kreeg dat deze band afkomstig zou zijn van de Amerikaanse Westkust, ondervond ik snel dat dit initiatief gelanceerd werd vanuit Texas. Noem het moderne, doch alternatieve rock. Er wordt vakkundig gemusiceerd, waarbij de band gebruik maakt van traditionele instrumenten zoals gitaren, drums, bas en toetsen. Ook de productie is van dezelfde traditionele degelijkheid. Meerdere musici nemen de vocalen voor hun rekening.
Over alternatief gesproken; Ik ben een enorme liefhebber van de ongekend duistere muziek van de Amerikaanse band All Them Witches. Als we dan toch een vergelijking mogen maken dan zou je Molecular Steve kunnen rubriceren als een zachtaardige broertje van ATW. Ik lees dat Molecular Steve min of meer bij toeval ontstond. Daar het eerst een samenwerking tussen vader en zoon zou worden, werd het geheel groter naarmate meer mensen erbij betrokken werden. De basisideeën kregen al doende meer voeding, en het één leidde tot het andere. Het verklaart waarom dit debuut een aansprekende indruk op mij wist te maken, terwijl ik aanvankelijk op het verkeerde been was gezet. Net als de visuele omlijsting van de bijgeplaatste video’s. Zondermeer kunstzinnig en fantasievol, maar anders dan de muziek die ik heb omarmd en gebruikelijk nastreef. De muziek daarentegen is top, en krijg met visuele ondersteuning zelf extra dynamiek. Het is duidelijk dat de band een paar creatieve talenten in huis heeft.
Rein van den Berg
Releasedatum : 19 juli 2024 Strolling Bones Records
Susanna Karolina Wallumrød is een artiest naar mijn hart, eigenzinnig en onafhankelijk. Ze gaat volledig haar eigen weg, interpreteert net zo gemakkelijk stokoude traditionals, klassieke muziek, maar covert ook meer hedendaagse composities of componeert zelf. Dat doet ze nu al meer dan twee decennia, ze bracht al een dozijn albums uit. Voor haar nieuwe album Meditations on Love schreef ze al muziek en teksten zelf. Meteen bij opener Everyone Knows gleed ik door de opvallende, soms wat schurende opbouw van het nummer naar het puntje van mijn stoel. Vooral ritmisch gezien een erg sterke compositie.
Ze is iemand die werkt vanuit originele invalshoeken. Neem bijvoorbeeld de video voor haar nieuwste single I Took Care of Myself. Susanna : “Het idee voor de muziekvideo ontstond toen we het nummer opnamen. Er is iets met het orgel-riff dat ons meteen deed denken aan het clichématige orgel dat bij ijshockeywedstrijden wordt gespeeld. Vandaar het idee om ijshockeyspelers op het ijs te filmen, met hoge intensiteit en snelheid. Mijn kapster speelde vroeger ijshockey voor het Oslo-team Vålerenga, dus ik vroeg haar hoe we de videoclip het best tot stand konden laten komen. Het was belangrijk voor ons dat het vrouwelijke spelers waren, aangezien ijshockey een vrij mannelijke en brute sport is. De pakken, de beschermende uitrusting en dat alles zich op het ijs afspeelt, was een onbekende en spannende nieuwe omgeving voor mij. Wat een sensatie om dit team te ontmoeten en hen in actie te zien.”.
Een belangrijke rol speelt Juhani Silvola, die samen met Susanna de meeste instrumenten bespeelt en coproducer is. Het componeren van de songs nam zes jaar in beslag, ik vermoed dat ze de nasleep vormen van een op de klippen gelopen relatie. Voor mij is Meditations on Love haar meest interessante en spannende release tot op heden en nu al mijn favoriete album van haar.
Jontavious Willis in nog geen dertig. Een nieuwkomer dus! Ik ben gek op Bluesmuziek, maar heb, waar het eigentijdse Blues betreft, minder op met blanke vertegenwoordigers binnen dit genre. Waar het authentieke eigentijdse Blues betreft hebben Robert Cray, Guy Davis, Eric Bibb en Otis Taylor er een representatieve vaandeldrager bij. Mooi wanneer een ogenschijnlijke eeuwenoude muziekvorm van een verjongingskuur wordt voorzien. Ik lees dat hij zowel Keb’ Mo’ als Taj Mahal tot mentor mag rekenen. Ik veronderstel dat beide heren vers bloed ook herkennen wanneer het zich openbaart. En eerlijk gezegd, Jontavious Willis is al deze oprechte ondersteuning dubbel en dwars waard. Eerlijkheid biedt dat ik zijn eerder platen niet ken, maar zijn naam heeft hij al gevestigd. Waarschijnlijk zitten serieuze Bluesliefhebbers al enige tijd reikhalzend uit te kijken naar opvolgers van Blue Metamorphosis (zijn debuut van 2017) en Spectacular Class (2019). West Georgia Blues is Jontavious Willis’ interpretatie van de Blues. Hij blijft daarbij behoorlijk dicht bij de oorspronkelijke vorm. Hij blijft in ieder geval uitermate dicht bij The Blues zoals ik die graag beluister, waarbij ik zowel de akoestische als de elektrische uitvoering toejuich, en wanneer dan terloops stuk gospel wordt bijgegoten kan mijn dag niet meer stuk. Pas op februari 2025 mogen we deze nieuwe belofte ontvangen op een drietal van onze podia.
De openingssong is meteen een aangename kennismaking. Met de backing support van. Lloyd Buchanan loopt de verwachting verder op. Blues, blues en blues wat de klok slaat waarbij teruggegrepen worden op de geschiedenis, maar ook eigentijdse verzuchtingen passeren. Geen luxe weergave van de Blues, maar muziek die dicht bij de mensen blijft, dicht bij de veranda of keukentafel als basisbestanddeel van ons aards bestaan. En vanzelfsprekend hoort daar een gebroken hart bij. Geen tijd om te klagen, want zoals Willis verzucht bewaar je zorgen voor de dansvloer. Het zijn 15 originele songs van een uitermate innemende artiest. Blij dat ik mij nu, na een warme werkdag op mijn zolderkamer, richting een verfrissende duik naar het IJsselmeer begeef. Wees gerust, ik vergeet niet mij te vergezellen van deze minstens zo verfrissende plaat van Jontavious Willis. West Georgia Blues is voorzien van het predicaat excellent. Meer of minder kunnen we er niet van maken. Aanrader!
Rein van den Berg
Releasedatum : 16 augustus 2024 Strolling Bones Records
De Canadese multi-instrumentalist Jack Garton toerde in het verleden met de nodige rootsbands, maar heeft sinds 2013 ook een solocarrière en bracht twee goed ontvangen albums uit, Move the Mess Around (2016) en Love You Over Time (2018). De kneepjes van het songschrijven leerde hij van mentors Dan Bern en Geoff Berner. Zijn nieuwste album heet Original Skin en verscheen in Canada reeds in december. Het album bezorgt mij geregeld nostalgische gevoelens, niet alleen vanwege de teksten (bijvoorbeeld door afsluiter The Field), maar ook doordat er muzikaal teruggegrepen wordt op invloeden uit een ver verleden zoals doo-wop en rockabilly.
Vaak zijn de songs erg aanstekelijk, enkele ervan zijn doordrenkt door cajuninvloeden. Ritmisch regelmatig erg sterk, bij het stevige Don’t Feel at Home is het bijvoorbeeld erg moeilijk stilzitten. Jack Garton is ook een geboren verhalenverteller en speelt een groot aantal instrumenten, maar excelleert vooral op trompet en accordeon. Mentor Geoff Berner omschrijft Original Skin kernachtig : “This is a really catchy, well-written singer/songwriter/accordion record. The musicianship is solid, it’s well recorded. Clever rhymes, an overall point of view about just the absurd difficulty of being alive. I like it a lot.”. Een paar weken geleden toerde Garton door het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Hopelijk ook snel door Nederland, want Original Skin is een absolute aanrader.
Theo Volk
Europese releasedatum : 16 augustus 2024 Demon Squadron Recordings
De muziek werd Jontavious Willis met de paplepel ingegoten. Zijn enthousiaste opa was er verantwoordelijk voor dat hij begon te zingen in The Mount Pilgrim Baptist Church. Al snel werd echter zijn aandacht getrokken door de blues. De titel van zijn derde, zelf geproduceerde album West Georgia Blues is een verwijzing naar het platteland van West Georgia (Greenville) waar zijn voorouders al twee eeuwen leven. Zijn carrière kwam dankzij Taj Mahal in 2017 in een stroomversnelling nadat hij met Mahal mee op tournee mocht tijdens de gemeenschappelijke tournee van Mahal met Keb Mo’. Willis heeft een missie, de blues van vandaag nieuw leven inblazen met de geest van het verleden. Hij laat op West Georgia Blues horen dat de blues veelzijdiger is dan menigeen denkt. Willis zingt in zijn liedjes over universele thema’s als liefdesverdriet, tegenslag en veerkracht. Naast onder andere de country- en Mississippiblues is regelmatig ook de soul niet ver weg. Favoriete tracks zijn voor mij zijn het aanstekelijke Keep Your Worries On the Dancefloor (let op de geweldige inkleuring!) en het ingetogen Ghost Woman. Het lijkt me zonneklaar dat de nog jonge Willis (28) gaat uitgroeien tot een van de toonaangevende muzikanten in de blues. Het is dan ook mooi dat hij in februari te zien zal zijn op de Nederlandse podia, bluesliefhebbers mis hem niet!
Theo Volk
Releasedatum : 16 augustus 2024 Strolling Bones/V2 Benelux
Wanneer je kijkt op Eric Devries zijn homepage dan weet je meteen dat je te maken hebt met een gedreven muzikant. Naast zijn solo-cd’s is er zijn betrokkenheid bij Iain Matthews Southern Comfort en Hidden Agenda Deluxe. Zijn laatste twee solo-cd’s (Close to Home blijkt alweer van 2014 te zijn) spreken mij binnen deze opsomming het meest aan. Binnenkort verschijnt zijn nieuwste album getiteld Traveler’s Heart. Voor alle juistheid, Eric wordt op dit nieuwe album muzikaal geruggesteund door de zogenaamde Song & Dance Band, terwijl hij bovendien vocaal wordt geflankeerd door niemand minder dan Iain Matthews, Fay Lovsky en Mo van Hal (die laatste is alleen te beluisteren in het afsluitende All Because of You). Zijn gelegenheidsband bestaat uit niemand minder dan Janos Koolen, (wanneer deze multi-instrumentalist ergens opduikt dat weet je als vanzelfsprekend dat de lat hoog ligt). Joost van Es (viool) en Lucas Beukers (staande bas). Onwillekeurig moet ik ineens denken aan Theo Sieben. Je hebt in Nederland verschillende musici die beslist meer aandacht verdienen, en Theo en Eric behoren beide tot die categorie. Blijkbaar is de groep muziekliefhebbers die dit genre ondersteunt te weinig omvangrijk van aard om hen een meer solide podium te verschaffen. Aan hun talent of vakmanschap ligt het niet. Wat ik alvast heb genoteerd is dat Eric en band Hoorn aandoen op 7 november. Alvast in mijn agenda gezet. Lijkt me leuk!
September wordt overigens een dure maand voor muziekliefhebbers. Er verschijnen relatief veel cd’s in die maand waar ik met enthousiasme naar uitkijk, en dat terwijl mijn persoonlijke inname de afgelopen tijd juist was afgenomen. Het moet niet gekker worden! Traveller’s Heart is een rijk gevulde plaat. Zowel kwantiteit als kwalitatief. Hij opent redelijk uptempo met Shadow of a Man. Een vrolijk nummer, echter met een aansprekende tekst. De viool (of wellicht is fiddle in deze context beter) laat zich terecht niet op de achtergrond zetten. Eric en zijn band spelen onvervalste countrymuziek, zonder daarbij te clichématig te werk te gaan. Ook de Engelstalig gezongen zang van Eric overtuigt. Er wordt niet geknauwd om authentiek proberen te zijn. Dat hebben deze musici dan ook absoluut niet nodig. The change is real zingt Eric in Wheels in Motion, als of de band speelt vanuit een met beperkte snelheid rijdende Ford Thunderbird. Het zijn de achtergrondvocalen die hier de juiste toon zetten. Onderhoudende muziek die bijna op natuurlijke wijze overgaat in Shine. Een nummer die minstens zo opgeruimd is als de openingssong. Hier trekt Janos Koolen alle registers open, en wordt op momenten muzikaal gerefereerd naar the Allman Brothers. What if it’s a Boy is een mooi gevoelig nummer. Ik sta daarbij stil bij mijn twee oudste zonen, waarvan de oudste twee jonge kinderen heeft, en de jongste, die zojuist te horen kreeg van zijn vriendin dat hij eveneens vader wordt. Heerlijk om van dergelijke momenten getuige te zijn. Dertien nummers in totaal. Puntjes van kritiek? Een kniesoor die zich daarmee bezighoudt. Eric Devries laat simpelweg zijn hart spreken. Ik ben overtuigd dat zelfs mensen die minder met country ophebben, hier eveneens mee uit de voeten kunnen. Ik weet zeker dat we op 7 november in Hoorn een plezierige avond gaan hebben! Ik kijk er naar uit!
Rein van den Berg
Releasedatum : 6 september 2024 Independent/Coast to Coast
Een paar jaar geleden verscheen Modern Appalachia van de Amerikaanse zangeres Sarah Siskind. Het is een album waar ik instant verliefd op werd. Dit kwam mede vanwege de steengoede instrumentatie. Weliswaar semi-akoestisch, maar geaccentueerd met rauw aangezette nuances. Sarah had uitstekende muzikale vrienden tot haar beschikking. Wat te denken van een bassist als Dan Kimbro, en gitaristen als Mike Seal en Bill Frisell. Kortom een veelzijdig album dat bleef, en blijft, aanspreken. In zekere zin proefde ik een vergelijking in de instrumentale aanpak van Maya’s nieuwste plaat; The Only Moment. Volstrekt andere musici, ondanks de overeenkomst die ik meende te bespeuren. Maya beschikt eveneens over uitstekende musici. Een fenomenale bassist in de vorm van de voor mij niet direct (speelde op haar vorige plaat ook een prominente rol) bekende Ethan Jodziewicz. Het is een geolied geheel waarbinnen Anthony Da Costa prima gedijt, en hij zich overtuigend manifesteert als gitarist. Vakkundig en inventief wordt er gespeeld, net als bij het album van Sarah Siskind. Vlak daarbij zelfs de backing vocalen niet uit. Eveneens van wezenlijk belang. Het geheel van de aanwezige factoren is een optelsom, en die komen op de plaat van Maya de Vitry uitstekend uit de verf.
De klasse straalt gewoonweg van dit album. Hij barst uit zijn voegen wat betreft de muzikaliteit. Het is dan ook moeilijk voor te stellen, dan Maya de Vitry nog niet een serieuze aanwas heeft in Nederland, temeer omdat ze al jaartjes aan de weg timmert, waarvan de laatste jaren onder haar eigen naam. Sommige Americana liefhebbers zullen haar mogelijk (nog) kennen als lid van het trio dat zijn mede had opgericht The Stray Birds. Een gezelschap die een aantal zeer relevante albums op de markt slingerde. Jammer voor Maya (en potentieel gegadigden in Nederland) dat er niet voorzien is in een Europese distributie. Tenzij je jezelf, waar het muziekbeleving betreft, beperkt tot een platform als Spotify, of een digitale aankoop doet via haar Bandcamp account. Wanneer je fysieke objecten nastreeft van buiten de EU, ongeacht of het vinyl is of compact disc, je betaalt een stevige prijs. (En dat kan toch niet de bedoeling zijn!?) Het zorgt er wellicht mede voor dat ik dit artikel schrijf, want zoals deze blog nastreeft pogen we artiesten ietwat meer nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. Kwalitatief is weinig veranderd sinds The Stray Birds. Er heeft slechts een positieve evolutie plaats gevonden waarbij simpelweg Maya meer centraal is komen te staan. Tikkie minder Rootsy dan voorheen, waarmee ze voor mij op hetzelfde niveau is aanbeland als Sarah Siskind, Sarah Jarosz of Rose Cousins.
Totally Live (de nieuwe cd van Tim Grimm) is alleen verkrijgbaar via de webshop van Bert’s Cavalier Music Management en de homepage van Tim Grimm, en is vanzelfsprekend te koop tijdens concerten van onze Amerikaan zanger. Je kunt het schijfje per direct beschouwen als een gelimiteerde editie, en hij komt (voor de verandering) niet digitaal beschikbaar. Streaming van deze plaat, of verspreiding als digitaal formaat is (per definitie) illegaal. Het maakt dat dit een hebbedingetje is geworden, voor mij althans. Simpelweg omdat iedere keer dat ik deze non-pretentieuze man live meemaakte een innemend concert zag geven. Tim Grimm stelt niet teleur. Het lijkt ook of hij niet aan verwachtingen hoeft te voldoen. Niet live, en ook zijn cd’s doen dat niet. Het lijkt bijna alsof het bij hem vanzelf gaat. Ik heb al zijn cd’s, waarbij ik hem nagenoeg volgde vanaf het begin van hun verschijnen. Aanvankelijk waren zijn cd’s verkrijgbaar via CD-Baby. Toenmaals een slimme springplank voor de kleine artiest. Helaas dat het slimme concept redelijk snel ter ziele ging nadat deze online store van eigenaar wisselde. Tegenwoordig heeft zelfs een platform als Bandcamp het moeilijk om de fysieke objecten betaalbaar te houden voor gegadigden, komende uit Europa. (Vaak hoge verzendkosten en btw maken dit weinig aantrekkelijk)
Er staan geen nieuwe nummers op deze live-plaat. Elf nummers afkomstig van vijf verschillende albums, waarvan vier van The Little In-Between (2023). Wat al snel opvalt is de aanwezigheid van Olney’s muzikale partner op elektrische gitaar; Sergio Webb. Alle songs zijn van Grimm, met uitzondering van Jason Wilber’s Heaven. Naast Webb als secondant op een aantal tracks hoor je Paolo Ercoli op twee nummers, op dobro. Een live album ontbrak nog in het oeuvre van Grimm. Het is typisch zo’n object die je bij je steekt, als herinnering aan een gezellig avondje uit. Tim doet geen onnavolgbare dingen, en zijn teksten spreken tot de verbeelding. De meeste nummers werden op diverse locaties in Nederland vastgelegd, een paar in Duitsland. Wanneer ik in de gelegenheid ben, en Tim Grimm komt in de buurt, dan ben ik graag van de partij. Ik herken de dankbaarheid waarover hij zingt. Muziek om je te beseffen dat er een reden is om te genieten van de eenvoudige dingen van het leven. Tim deelt herkenbare thema’s, en terwijl we luisteren naar zijn voordracht en verhalen, dan doen we dat graag vergezeld van een (gekoelde) consumptie. Resultaat is een geslaagd samenzijn, en een herinnering rijker. Het nummer in de bijgeleverde video, waarin Twenty Years of Shadows wordt vertolkt, vind je niet terug op deze live-plaat. Gewoon een mooi nummer van zijn voorlaatste cd, uit 2023.
Rein van den Berg
Releasedatum : 24 juli 2024 Cavalier Music Management
Het is niet dat ik steevast iedere plaat aanschaf die Bill Callahan op de markt slingert, maar deze live registratie kon ik niet laten schieten. Ik zag hem ooit live (De Duif in 2011), en hij, en zijn twee bandleden wisten mij enorm te fascineren. En ik veronderstel mede met mij de overige bezoekers in de afgeladen (voormalige) kerk. Callahan daagt zijn musici uit, en zij hem. Volgens mij heerst hier geen strak regime, waardoor spontaan mogelijkheden ontstaan. Nummers ontwikkelen zich daardoor, wat meteen genoeg reden was om Resuscitate te kopen. Geen enkel moment was ik angstig dat een herhalingsoefening werd uitgevoerd van de desbetreffende nummers. In De Duif wist ik niet wat te verwachten, maar werd getrakteerd op een muzikaal feestje. Hij speelt ondertussen al jaren met deze lui. Matt Kinsey op gitaar, Jim White, drums en Dustin Laurenzi, tenorsax. Ze nemen nadrukkelijk de tijd om henzelf en hun publiek te onderhouden. De opnames van Resuscitate werden vastgelegd te maart vorige jaar in The Thalia Hall te Chicago.
Ik hou van de spontaniteit van live opnames, terwijl ik mij besef dat dit niet voor iedereen geldt. Ik geloof evenmin in definitieve versies, en kan daarom begrijpen dat bij Callahan zelf eveneens de behoefte was de ontwikkeling van deze nummers vast te leggen. In de studio kun je de tijd nemen om te schaven aan de uitvoering tot je tevreden bent, maar live word je gedwongen instant te handelen. Technisch is Resuscitate puntgaaf. Bill neemt weliswaar the lead, maar geeft ondertussen royaal de ruimte aan zijn band. Geen egotripper of dictator die afdwingt welke rol men wordt verondersteld te vervullen, dit zijn pure professionals. Uiteindelijk wordt iedereen hier beter van. Bewonderenswaardig hoe dynamisch en uitgesponnen de inleiding is naar Coyotes. Na een gematigde afdwaling vindt men elkaar uiteindelijk als vanzelfsprekend. Er zijn ongetwijfeld afspraken, maar ook is er de vrijheid om te improviseren. Wat is nu meer interessant? Proberen zo accuraat mogelijk (iedere avond) een nummer te vertolken zoals het publiek hem kent van de plaat, of jezelf ruimte toestaan voor creativiteit. Dat lijkt mij voor serieuze musici amper een punt van discussie. Bill en zijn band nemen opnieuw royaal de tijd om hun publiek in te nemen. Een win-winsituatie, en met een gitarist van dit kaliber kun je jezelf heel wat vrijheid veroorloven.
Black Mesa Records komt met kwalitatief prettige plaatjes de laatste tijd. Nu is er verse aanwinst in de vorm van R.R. Williams. Voor mij een volstrekt onbekende. Ik las in de bijgevoegde promotiesheet dat hij bas heeft gespeeld in John Moreland’s band. En vanuit dat perspectief moet de luisteraar zich maar laten meevoeren. Het album werd opgenomen in John Moreland’s huis (garage), tevens bekend als Purple Aura Studio. De muziek waarmee R.R. Williams in zijn jeugdjaren begon, laat zich kenmerken als stevig, lees op punk geschoeide bands. Dankzij Moreland’s muzikale invloed leerde R.R. tevens de zeggingskracht van akoestische uitvoeringen onderkennen. Hij heeft al een paar probeersels (EP’s, paar solonummers en een digitale liveplaat) op de markt gegooid, echter deze, getiteld Unremarkable Lives is zijn eerste volwaardige plaat. (Zowel beschikbaar in de formaten LP & CD) Kijkend naar de hoes van deze eersteling vindt R.R. zich ongetwijfeld een weg tussen de puinhoop. (Metafoor voor “het leven”) Dit album is dan ook voornamelijk een solo effort. John Moreland springt beetje bij qua backing vocalen, speelde bas, drums en elektrische gitaar. Naast meer nadrukkelijke aanwezigheid van andere musici in het afsluitende titelnummer.
Het licht ontvlambare openingsnummer deed mij ietwat denken aan een vroege Joe Jackson. Vooral de gretigheid is aanwezig, maar voor de rest loopt die vergelijking mank. Weliswaar wordt gemusiceerd met beleid, want Tightrope vereist dat je het hoofd koel houdt, en adequaat moet inhaken bij onvoorziene omstandigheden. Weinig in het leven word je in de schoot geworpen. Zeker wanneer de spanning stijgt en de druk toeneemt binnen je werk en/of leefsituatie moet je mee kunnen hellen, en lenigheid betrachten. Die elasticiteit komt uit de verf op dit album. Er is stuwing borrelend aanwezig, maar vooral is ruimte voor bezinning/berusting. Een groeiplaatje wanneer je mij vraagt. Geef Unremarkable Lives de gelegenheid je gemoed te bereiken, en je zult gaandeweg alsmaar meer oppikken. The Chase is typisch zo’n song waar je echt even voor moet gaan zitten. Dat hij nog steeds een zwak heeft voor dynamische (lees agressieve) muziek blijft aanwezig, echter er wordt op deze plaat vooral ruimte gereserveerd voor een breder perspectief. Uitsluitend geld verdienen is niet voldoende voor R.R. Deze man uit Tulsa heeft een doel nodig, en lijkt hem gevonden te hebben, waarmee ik indirect impliceer dat dit een volgende stap is naar meer! Kortom; volg R.R. Williams en zijn muzikale ontwikkelingen. Hij bevindt zich in prima gezelschap, en maakt daarmee mooie dingen.
20 Augustus 2020; alweer vier jaar geleden dat Justin Townes Earle overleed. Veel te jong! Van de berichten die je kon lezen een noodlottig ongelukje. Hij leek naar mij toe (de verre buitenwereld) zijn zaakjes op orde de hebben. Zijn platen, zijn muziek, vond ik steeds beter worden, alsof hij daarmee indirect aangaf dat hij vat op zijn leven had, en dat hij de demonen van zich had afgeschud. Hij gebruikte drugs vanaf zijn twaalfde, las ik. Hij voerde een hardnekkige strijd om clean te worden. En dan ineens is het voorbij. Ook deze plaat met niet eerder verschenen materiaal en restjes uit zijn New West periode zag ik niet aankomen. Het blijkt een waardige afsluiting te zijn. Ik was enorm ingenomen met zijn tot in de puntjes toe afgewerkte plaat The Saint of Lost Causes, maar Just Townes kon tegelijkertijd al innemend zijn met slechts één gitaar. En zo wordt deze All In geopend, met naakte, kwetsbaar aandoende muziek. Veelal zul je demo’s aantreffen van zijn voorlaatste album, naast live materiaal, probeersels en overige studio opnames. Hij opent met basale opnames, die hij thuis opnam voordat ze verder werden uitgewerkt in de studio. Er is een mooie kale versie van If I Was The Devil, een nummer die in afgeronde versie op Kids in the Street belandde.
Voor de liefhebbers van Justin Townes Earle valt veel te genieten. Zo blijkt ook (en dat is wellicht beetje raar om binnen deze context te benoemen) maar als podiumartiest wist hij enorm te overtuigen. Hij was geen kluizenaar die zich primair vanuit de studio wist te manifesteren. Beide live opnames zijn meer dan op en top! Tevens vond men ruimte om een drietal nummers bij te plakken van tribuut albums. JT met muziek van John Prine, Bruce Springsteen en Paul Simon. Er zijn meerdere covers. Je hoort een aansprekende uitvoering van Stevie Nicks nummer Dreams. Een niet eerder verschenen bonustrack bedoeld voor Saint of Lost Causes, evenals het nummer Rocket 88, waarmee zijn veelzijdigheid wordt benadrukt. De muziek is wat achterbleef en New West heeft dat op waardige wijze bij elkaar gebracht. Ik had liever gezien dat Justin Townes nog niet dood was geweest. Het beluisteren van All In doet je vooral beseffen dat deze voortijdige dood een zeer trieste aangelegenheid blijft. Gedane zaken nemen echter geen keer. Gelukkig is er muziek, inclusief die van Justin Townes Earle.
JD Graham is voor mij één van de muzikale
openbaringen van de afgelopen jaren. Zijn teksten zijn gevormd door het leven.
En na een major fuck-up kwam daar eindelijk het keerpunt en doet hij verslag
van zijn leven, en vooral de verkeerde afslagen die hij nam, en de kostprijs
die daaraan verbonden zat. Hij vond via Jezus zijn weg naar soberheid, ver weg
van drank en drugs. JD Graham vond de regie terug in zijn leven, maar (en dan
moet je zijn songs beluisteren) dat ging niet vanzelf. Het fysieke hoesje is
eenvoudig van Sergeant of Sorrow, echter wanneer alles goed gaat zullen er in
oktober ook vinyl exemplaren beschikbaar zijn. Dankzij Johan Dollekamp (Popeye, Hengelo) heeft de populariteit van JD respectabele vormen aangenomen. We hebben
te maken met een soort David Munyon versie 2.0, met het onderscheid dat daar
waar Munyon ruimte vond voor een fantasievol ideaalbeeld, is Graham nog druk
bezig met het van zich afschudden van de wrange realiteit waarin hij was
verstrikt geraakt. JD is momenteel vooral als soloartiest actief. Muzikaal
kreeg hij op zijn laatste plaat ondersteuning van Neilson Hubbard, Juan
Solorzano en Ryan Culwell. Mannen die er mede voor zorgen dat JD stevig in het
zadel blijft.
Sergeant of Sorrow getuigt van dezelfde
ingetogenheid als zijn vorige plaat; A Pound of Rust. Slow in the Fast Lane zou
je kunnen stellen (zoals de titel van het tweede nummer op zijn nieuwe album
luidt). Mooie ingetogen songs die ruimte bieden voor JD’s persoonlijke teksten.
Zijn muziek klonk ten tijde van zijn band Sour Diesel Trainwreck een stuk meer
geladen, lees explosief. Kwalitatief overigens allerminst verkeerd. Talent of
kwaliteit komt niet zomaar uit de lucht vallen. Soms duurt het voordat je
beseft waar het werkelijk om draait in het leven. JD Graham werd aanvankelijk
meegezogen in een neerwaartse spiraal, en vecht/vocht zich een weg naar boven.
Mooi om de beelden op zijn Facebookpagina te zien waarin hij muziek maakt samen
met zijn dochter. Niet alle songs zijn gekenmerkt door ingetogenheid, bij
Chasin’ Clouds geeft JD Graham blijk dat hij weer lucht vond om te ademen na
een verstikkend bestaan. Hij durft weer te leven. De keerzijde beschrijft hij
andermaal in The Weight I Carry. Ik ben blijf dat ik niet in zijn voeten heb
hoeven staan, terwijl tegelijkertijd, het levert geweldige muziek op.
Verkrijgbaar via Popeye Hengelo, zolang de voorraad strekt.