De Londense band Warmduscher startte in 2014 als post-punk band,
maar is intussen veelzijdiger dan dat. Al bij de titel van het nieuwste album Tainted Lunch wordt de luisteraar op
het verkeerde been gezet. De geserveerde lunch is allesbehalve dan bedorven,
wel uiterst gevarieerd. Een passendere titel voor het album was volgens mij “Roller
coaster” geweest. Veelal is het hollen, maar af en toe ook bijna stilstaan.
Zelf prijzen ze hun album gekscherend als volgt aan : “We’ve been cooking.
Michelin stars. The finest ingredients money can buy: Kool Keith and Iggy Pop.
Funk, punk, hiphop and lounge rock. “. Maar genoemde genres dekt niet de hele
lading. Zo hoor je onder andere onvervalste discoritmes in Disco Peanuts. Een rocksteady vibe heeft mijn persoonlijke favoriet
Precious Things, door de jaren zestig
achtige Heptones zang. En in de soulvolle afsluiter Tiny Letters waan ik mij op de dansvloer in de jaren vijftig, waar
een schuifelnummer gespeeld wordt. In opener Rules of the Game is Iggy Pop te horen, die ook meeschreef aan het
nummer. In het lome, groovende Burner
horen we een andere gastzanger, Kool Keith. Ik zou zeggen, stap in, sluit wel
je veiligheidsbeugel goed af, zodat je tijdens de avontuurlijke rit niet uit het
voertuig geslingerd kunt worden.
Warmduscher - Tainted Lunch
Souad Massi - Oumniya
De Algerijnse singer-songwriter Souad Massi brak in 2003
zowel in de Arabische als Westerse wereld door met haar album Deb. De tegenwoordig in Parijs wonende
zangeres behoort allang tot de grootste Noord-Afrikaanse sterren. Ze heeft het
hart op de goede plaats, want ze is maatschappelijk betrokken en zingt
regelmatig over de onderdrukten op onze aarde. Met haar warme, passionele stem
zingt ze in diverse varianten van het Arabisch, Frans en af en toe in het
Engels. Daarnaast is ze een virtuoos gitariste, die zich uitleeft in genres als
folk, rock, fado, raï, Afrikaanse blues en zelfs Franse chansons (waaronder het
schitterende Passe Le Temps op het
album Deb). De titel van haar
nieuwste album Oumniya betekent in
het Nederlands “mijn wens”. Het is een eerbetoon geworden aan vrouwen,
daarnaast een pleidooi voor mensenrechten en voor het recht op waardigheid voor
iedereen. Het zijn onderwerpen die Massi raken en waarvoor ze met hart en ziel
voor wil strijden. Muzikaal zweeft ze op Oumniya
ergens tussen chaabi (Noord-Afrikaanse folk) en Westerse folk. Voor wie zowel
niet met haar muziek bekend is als met Arabische muziek, zou ik aanraden eerst
de afsluiter te beluisteren, het Franse chanson Je Chante. 5 december zal Massi het prachtige Oumniya samen met Rabah Khalfa (darboeka), Mehdi Dalil (mandoline,
gitaar), Mokrane Aldani (viool, altviool) en Adriano Tenorio (percussie) voor
komen stellen in TivoliVredenburg.
Half Moon Run - A Blemish in the Great Light
De vriendengroep Half Moon Run is een Canadese indie rockband
uit Montreal, die in 2010 opgericht werd. De band bestaat uit Devon Portielje
(zang, gitaar, percussie), Conner Molander (gitaar, keyboard, mondharmonica,
zang), Dylan Philips (drums, keyboard, zang) en Isaac Symonds (mandoline,
gitaar, keyboard, percussie, zang). Hun debuutalbum Dark Eyes bracht hen, mede door de single Full Circle, meteen commercieel succes door middel van een platina
plaat. Ook in Nederland bleef men niet onopgemerkt, in 2013 stond de groep op
Lowlands en werd volop op de radio gedraaid. Opvolger Sun Leads Me On bestendigde hun commerciële succes. Waarschijnlijk
heb ik het laatste decennium onder een steen geleefd, want hun derde album A Blemish in the Great Light was pas
mijn eerste kennismaking met hun muziek. Het duurde bij mij een keer of vijf
luisteren voordat het kwartje pas echt viel. Niet zo heel vreemd, want onder
andere The Guardian en Exclaim noemden de muziek van deze klassiek getrainde
muzikanten niet voor niets complex. In een hokje plaatsen was voor de critici
ook moeilijk, men beschreef hen als “dreamy alt-pop”, “bucolic alt-folk” tot “psychedelic
indie rock”. Niet alle nummers zitten complex in elkaar, Black Diamond wist mij bijvoorbeeld direct te pakken. De grote
kracht van hun muziek vind ik hun fraaie meerstemmige zang. Het lijkt me dat A Blemish in the Great Light hun huidige
fans niet zal gaan tegenvallen. Half Moon Run zal de komende tijd toeren door
Europa, waarbij ook Nederland en België aangedaan worden. Voor deze shows zal
als speciale gast Leiff Vollebekk zijn opwachting maken, die op dezelfde
dag als Half Moon Run een album zal
uitbrengen. Mijn Johnny’s Garden collega Rein schreef reeds een recensie over
het uitstekende album New Ways.
Itasca - Spring
Na haar vorige, goed ontvangen album Open
to Chance verruilde Kayla Cohen (AKA Itasca) haar huis in Los Angeles
voor het platteland van New Mexico. Ze leefde er twee jaar lang in een eeuw oud adobe huis, wat afgebeeld staat op de
hoes. Adobe is niet alleen computer software, maar ook een bouwmateriaal
bestaande uit zand, water, klei en organische materialen zoals stro en mest. Ze
werd geïnspireerd door het landschap tijdens haar vele wandelingen door de Four
Corners regio en verdiepte zich in de geschiedenis en literatuur erover. Zo is “the canyoned river”
in Cornsilk een verwijzing naar de
dichter Clayton Eshleman. Zij is niet bepaald de eerste, die zich liet
inspireren door de regio, iemand als Terry Allen ging haar al heel lang geleden
voor. Maar ook de groep Gun Outfit haalt er de inspiratie getuige hun album Out
of Range. Niet zo verwonderlijk dus om Daniel Swire van die band op dit
album aan te treffen. Naast eerder genoemde inspiratiebronnen, ook een respectvol
eerbetoon in A’s Lament aan een
overleden vriend : “I just want you to be free”. De strijkers, die erg jaren
zeventig aandoen, werden gearrangeerd door James Elkington (oa Joan Shelley,
Michael Chapman en Steve Gunn). Het album werd gemixt door Chris
Cohen (oa Deerhoof). Wat zijn relatie tot Kayla is, weet ik eerlijk gezegd
niet. Wat ik wel weet is dat Spring me
nog meer weet te overtuigen dan de al fraaie voorganger.
Bird in the Belly - Neighbours and Sisters
Bird in the Belly is een folk band afkomstig uit Brighton
bestaande uit het folk duo Hickory Signals (Laura Ward, Adam Ronchetti), singer-songwriter Ben Webb
(Jinnwoo) en multi-instrumentalist en producer Tom Pryor. In juli waren de
stemmen van Ward en Webb nog te horen op het fraaie solodebuut Echo
van Ben Walker. Op geslaagde en inventieve wijze weet Walker op dit album
een aantal obscure traditionals nieuw leven in te blazen. Dat is ook wat Bird in the Belly voor ogen staat, naast twee eigen composities, acht bijna
vergeten, maar daarom nog niet minder mooie traditionals. Op hun website worden
ze vergeleken met het Ierse Lankum, daar zou ik graag het Londense Stick in the
Wheel aan willen toevoegen. Hun vorig jaar verschenen debuutalbum The Crowing ontving louter positieve
recensies, dat zal volgens mij voor deze opvolger Neighbours and Sisters niet anders zijn. Vooral de glaszuivere zang
van Ward en de meer passionele zang van Webb maken indruk, naast het fraaie
fluitspel van Ward. De inkleuring van de composities is sober maar
doeltreffend. Het album werd me overigens getipt door muziekliefhebber Henk M.,
waarvoor dank. Voor doorgewinterde folk liefhebbers is Neighbours and Sisters een absolute aanrader, eigenlijk een
verplichte aanschaf.
Tindersticks - No Treasure But Hope
Sinds het begin van de jaren negentig ben ik verslaafd aan
de stem van Stuart Staples van Tindersticks. Muziek van die groep zou
ik zonder zijn stem me niet kunnen voorstellen, datzelfde geldt trouwens ook
voor groepen als Elbow en The Slow Show. Staples is zo bepalend voor de sfeer
van de liedjes en dat geldt voor het twaalfde album No Treasure But Hope uiteraard ook weer. Het vooruitgesnelde
persbericht waarin vermeld werd dat het album “something special” zou worden,
nam ik voor kennisgeving aan. Direct bij opener For the Beauty werd ik echter bij de lurven gegrepen. Het
eenvoudige, maar fraaie pianospel en Staples’ zang wisten mij meteen naar het
puntje van de stoel te laten glijden. In zijn zang maakt hij hier inventief
gebruik van dynamiek. Het meeslepende The
Amputees is reeds te beluisteren en laten een vertrouwd geluid van strijkers en koortjes horen. Sommige
liedjes hebben de potentie om uit te groeien tot live favorieten, zoals het
romantische Pinky in the Daylight. Ik
zie al innig verstrengelende koppeltjes voor me en aanstekers en mobiele
telefoons als sfeerverlichting. Persoonlijke favoriet is het gejaagde See My Girl. Op de overigens lelijke
hoes staat het Griekse eiland Ithaka afgebeeld, de plaats waar Staples sinds vorig
jaar woont. Hier schreef hij alle teksten voor het nieuwe album. Het album werd
voorafgegaan door akoestische repetities en werd daarna in zes dagen live in Parijs
opgenomen, gevolgd door een opnamedag in Londen voor de strijkers. Begin
januari is Tindersticks in België en begin mei in Nederland live te zien. No Treasure But Hope is inderdaad “something special” geworden, een
album vol warme en weelderige melodieën, en is wat mij betreft van hetzelfde
niveau als hun eerste drie albums.
Roger Kellaway - The Many Open Minds of Roger Kellaway
De oudere generaties onder ons zullen zich waarschijnlijk de
legendarische Amerikaanse komische sitcom “All in the family”, gebaseerd op de Engelse serie “Til Death Do Us
Part”, kunnen herinneren. Hierin was de
hoofdrol weggelegd voor de rechtse Archie Bunker, die regelmatig in de clinch
lag met zijn idealistische dochter Gloria en zijn schoonzoon, die hij steevast “Meathead”
noemde. In de jaren zeventig in Nederland door de VPRO uitgezonden en besprak
onderwerpen als homoseksualiteit, racisme, gelijke rechten voor de vrouw en
andere onderwerpen, die men in die tijd niet geschikt achtte voor televisie.
Deze populaire serie had zowel een begin- als een eindthema, het eindthema Remembering You werd geschreven door Roger
Kellaway. Kellaway was in zijn lange carrière niet alleen actief in de
jazzmuziek, hij schreef daarnaast een ballet, orkestrale werken en
negenentwintig filmscores. Voor zijn muziek voor de film “A Star Is Born”, met
in de hoofdrollen Barbra Streisand en Kris Kristofferson, ontving hij een Oscar
nominatie. Hij werkte met vele bekende musici zoals Duke Ellington, Sonny
Rollins, Ben Webster maar ook met bijvoorbeeld Van Morrison en Joni Mitchell.
Ook speelde hij mee op meer dan 250 albums. Ter gelegenheid van zijn tachtigste
verjaardag op de dag van de release verschijnt het live-album The Many Open Minds of Roger Kellaway,
opgenomen in The Jazz Bakery in 2010. We horen hier Roger Kellaway in optima forma
tezamen met de fenomenale gitarist Bruce Forman en bassist Dan Lutz. Men speelt
voornamelijk bekende klassiekers als Take
Five, Night and Day, Caravan en Take
the “A” Train. Laatstgenoemde compositie was heel lang de begintune van het
orkest van Duke Ellington. The Many Open
Minds of Roger Kellaway is een mooi verjaardagscadeau en eerbetoon aan de
lange carrière van deze veelzijdige artiest.
Simon Joyner - Pocket Moon
Hoe meer ik over muziek schrijf, des te meer ik het idee krijg
dat mijn muziekkennis toch minder groot is dan ik altijd dacht. De Amerikaanse
singer-songwriter Simon Joyner, vernoemd naar Paul Simon, was volkomen onbekend
voor mij. Sinds 1991 brengt hij met grote regelmaat albums uit, waarmee hij bekende artiesten beïnvloedde als Gillian Welch, Beck, Kevin Morby en Bright Eyes. Hij
is ook bekend van het “Peel Incident”, de legendarische dj John Peel draaide
eens integraal zijn album The Cowardly
Traveller Pays His Toll op de radio. Gillian Welch omschreef hem eens
treffend als "Omaha has given us the reigning heir to Henry Miller's dark
emotional mirror, Townes Van Zandt's three-chord moan, and Lou Reed's warehouse
minimalism: His name is Simon Joyner.". Hij zet inderdaad de traditie
voort van de grote verhalenvertellers als Townes van Zandt, John Prine en Guy
Clark. Soms hoor je invloeden terug, zo had Tongue
of a Child geschreven kunnen zijn door Leonard Cohen. Ook hoor ik af en toe Bob Dylan en Lou Reed
doorklinken. Dat John Peel het ooit bij het rechte eind had, hoorde ik al na
één keer Blue Eyed Boy en de
titelsong van Pocket Moon gehoord te
hebben. Zijn treurige, onvaste stem vormde in eerste instantie een klein
struikelblok, maar intussen vind ik die iets aandoenlijks hebben. Tegen zijn
gewoonte in koos Joyner deze keer niet voor zijn vaste begeleiders, maar voor een
groep onbekende muzikanten, die de songs bijzonder subtiel inkleuren. Dankzij Pocket Moon heeft Joyner er een fan bij.
Ralph de Jongh - Roadtrippin
Enkele jaren geleden vertelde Ralph me dat hij zichzelf als
een transistor ziet, meestal
zijn de tekst en muziek er tegelijkertijd. De laatste jaren moet de ontvangst
erg goed zijn geweest, want de albums blijven regelmatig uitkomen. In topjaar 2017
was de oogst erg groot, enkele liveplaten en daarnaast het prachtige
dubbelalbum met Ewa Pepper en het ambitieuze drieluik Dancing on a Volcano. Het lopende jaar gaat dat in kwantiteit nog
overtreffen. Er verschenen reeds twee fraaie live-albums, waaronder het door
mij besproken Bluezy
en ook nog het vierluik Quantum.
Het laatste album is goed voor meer dan vijf uur muziek, bestaande uit 32
nummers en verder uit andere versies ervan. Roadtrippin is wederom een vierluik met meer dan vijf uur muziek,
maar deze keer wel allemaal verschillende nummers. Er wordt dus nog meer
gevraagd van de luisteraar dan op Quantum. Het grootste deel van de eerste cd wordt
Ralph alleen begeleid door gitarist Chiron Schut, aan het eind ervan ook door de
rest van de muzikanten. Kunstschilder Nico Heilijgers neemt als wel vaker hier
de bas ter hand, mevrouw de Jongh is te horen op aanvullende percussie. Verder
wordt Ralph opnieuw herenigd met oud-stadsgenoot Elmore James van Dodewaard.
Diens vader, de vorig jaar overleden Toon van Dodewaard (AKA McAnthony), was
een bekende naam in de West-Brabantse scene en kende zelfs enige landelijke
bekendheid. In 1993 begon Ralph trouwens in het voorprogramma van McAnthony, de
peetvader van de Brabantse blues. Uiteraard hoort de luisteraar voornamelijk
blues en rock georiënteerde muziek, maar daarnaast profileert hij zich ook als
singer-songwriter. Op de laatste cd zijn enkele live-opnames te vinden, gemaakt
bij Omrop Fryslan. De geluidskwaliteit is erg goed. Opgenomen op een
topklasse Neve tafel uit de jaren negentig afkomstig uit de Air studio’s van
George Martin, de vaste producer en arrangeur van The Beatles. Het uitstekende
artwork en design is gemaakt door Jan Blaauw en de fraaie foto’s door Edwin
Fabriek. De eerste releaseshow is aanstaande zaterdag in Club Dauphine in
Amsterdam, gelegen naast Station Amstel. Voor de overige komende optredens zie hier.
Amy O - Shell
In 2004 startte Amy Oelsner het soloproject Amy O, wat
langzamerhand uitgroeide naar een volwaardige band. Naast haar muzikale
carrière werkte Amy vijf jaar lang in een jongerencentrum, een baan die ze twee
jaar terug verloor. Ze zocht hierna naar een zinvolle invulling van haar
bestaan naast de band Amy O. Die vond ze onder andere in de songwriterscursus
Girls Rock Bloomington, een zes weken durende cursus gegeven in de Ivy Tech
Community College in Bloomington, aan studenten variërend in de leeftijd van
ongeveer twintig tot in de zestig. Daarnaast begon ze voor een fanzine te
schrijven, maar ook ging het schrijven van liedjes voor Amy O gewoon
door. Nog steeds maakt ze laagdrempelige muziek, ergens tussen alternatieve, aanstekelijke
indiepop en indierock in. Liefhebbers van haar vorige albums zullen zich zeker
geen buil vallen aan Shell.
Little Scream - Speed Queen
De Amerikaanse singer-songwriter Laura Sprengelmeyer heeft
een Nederlands klinkende achternaam, is woonachtig in het Canadese Montréal en
heeft een voorliefde voor de Franse
impressionist Renoir. Het moge duidelijk zijn dat ze internationaal en breed georiënteerd
is, zeker politiek gezien. Wie haar video bekijkt van Dear Leader, de opener van het haar derde album Speed Queen, zal merken dat ze terecht
geen hoge petto heeft van wereldleiders. Ze zingt erin de regel “I’m an old-fashioned
girl, I still believe in democracy”, helaas in veel landen totaal ontbrekend.
Regelmatig stelt ze ook het Amerikaanse klassensysteem en de heersende armoede
aan de kaak. Maar ook het klimaat heeft haar aandacht, als ook de bewustwording
voor de onderdrukking in het verleden van de inheemse bevolking van
Noord-Amerika. Sprengmeyer leerde overigens ooit gitaarspelen dankzij Aerosmith's
greatest hits songbook en bekwaamde zich hierna op piano en viool. Ze kon haar
populariteit vergroten, doordat ze het voorprogramma mocht verzorgen van
artiesten als Lizzie Powell, Local Natives, Sharon Van Etten, Sufjan Stevens,
Leif Vollebekk en Beirut. Haar albums bevatten een aangename mix van folk, pop
en artrock gecombineerd met hoopvolle, vaak sociaal geëngageerde teksten.
Fink - Bloom Innocent
Enige tijd geleden kwam ik de Britse singer-songwriter Fin
Greenall, oftewel Fink, tegen in de credits van So
It Turns van de Schotse zangeres Rachel Sermanni. Kennelijk had hij
haar kunnen motiveren om weer een album te gaan opnemen. Hijzelf heeft dat niet
nodig, regelmatig verschijnen zijn albums. In Nederland begon het balletje echt
te rollen in 2014, dankzij het nummer Looking
Too Closely van het album Hard
Believer. Een album waaraan de Nederlandse zanger en pianist Ruben Hein
meewerkte. Bloom Innocent is
intussen zijn zevende album en de tweede onder de productionele leiding van Flood.
Slechts acht, vrij lange nummers, waarvan er verscheidene live zijn opgenomen :
"It's a spacious, capacious,
eight-track wonder glowing with a delicate piano, ear-tingling guitar and
soulful, woody vocals. The sonics have been lost a little bit these days. Think
of the great Pink Floyd records or classic Radiohead records. I yearn for that
time, for that attention to detail, for that sonic landscape. It’s not just
about guitar, bass, drums and keys. It’s about creating an atmosphere.",
aldus Fink. Doordat de muziek nogal gelaagd is, dient de luisteraar flink wat
tijd te investeren om de muziek goed op zich te laten inwerken, maar wordt dan
dubbel en dwars terugbetaald. Het is maar de vraag of er in deze huidige, snelle
maatschappij nog veel muziekliefhebbers zullen zijn, die dat willen doen, ik in
ieder geval wel. Een mooi, atmosferisch album was mijn beloning.
Lankum - The Livelong Day
Folklegende
Martin Carthy noemde Lankum al jaren geleden “the best thing since Planxty”. De
broers Ian en Daragh Lynch begonnen ongeveer een decennium geleden het
folkpunkduo Lynched. Ze brachten onder die naam een album uit, het zeer goed
ontvangen Cold Old Fire.
Hun interesse verschoof zich echter naar de traditionele Ierse folk en ging men
met Cormac MacDiarmada en Radie Peat verder als kwartet onder de naam Lankum.
Hun album Between the Earth and Sky werd twee jaar terug erg goed
ontvangen en de vergelijkingen met Planxty waren niet van de lucht. Zelf zag ik
ze als de Ierse tegenhangers van het Londense Stick in the Wheel. Voor hun
nieuwe album The Livelong Day spitte
het kwartet weer diep in de archieven. De lange opener The Wild Rover
stamt al uit de zeventiende eeuw en werd al talloze malen opgenomen. Lankum
leerde het in de versie van Dónal Maguire. Het ingetogen the Young People is
volgens mij een eigen compositie en het schetst een morgen in de herfst in Dublin.
Katie Cruel werd vooral bekend in de karakteristieke versie van Karen
Dalton, te vinden op haar obscure folkklassieker In My Own Time uit 1971.
Bear Creek associeerde ik enigszins met de muziek van Lau. Het
bijzondere aan hun muziek vind ik dat deze multi-instrumentalisten traditionele
instrumenten als concertina en uilleann pipes combineren met instrumenten als
vibrafoon en mellotron. De mellotron werd toch vooral bekend in de jaren zestig en zeventig in de popmuziek (The Moody Blues, The Beatles) en symfonische rock (King
Crimson, Genesis). In sommige gevallen wordt de mellotron op The Livelong
Day bespeeld door gastmuzikant Adrian Crowley. De hoesfoto is trouwens
genomen in The Burren aan de Ierse westkust. Ooit maakte ik een autorit door dat
gebied, wat een buitenaardse belevenis opleverde. The Livelong Day laat
horen dat de Ierse traditionele muziek nog steeds springlevend is.
Lankum live:
26-11 NIJMEGEN: Merleyn
27-11 AMSTERDAM: Paradiso, kleine zaal
The Lasses - Undone
Vorige maand had mijn blog het genoegen van de singlepremière
van Hunter
Moon van het Amsterdamse duo The Lasses. Het bijzonder fraaie Hunter Moon, van de hand van Margot,
bezorgde mij het gevoel dat het wel snor zou zitten met hun derde album Undone. Dat voorgevoel blijkt bij
beluistering volkomen te kloppen. De Ierse pub Mulligans, gelegen aan de
Amsterdamse Amstel, loopt als een rode draad door dit album, als wel door de carrière
van Margot en Sophie. De twee leerden elkaar immers tijdens een sessie in Mulligans
kennen, en op dezelfde wijze ook producer Janos Koolen (Frédérique Spigt,
Steam Power). En met de medewerkende muzikanten, gitarist Auke Hofstra en violiste
Mirte de Graaff, speelt men geregeld sessies in Mulligans. Tijdens de opnamesessies
trachtte producer Koolen de sfeer van de sessies in Mulligans te imiteren. Men
maakte tijdens de opnames van Undone
gebruik van slechts een microfoon, waardoor je het gevoel krijgt alsof de dames
in je woonkamer een huiskamerconcert aan het geven zijn. Hoe puur hun stemmen
zijn hoor je meteen in de a capella opener Undone
in Sorrow van Ola Belle Reed, waaraan de titel is ontleend. Hun stemmen
gedijen het beste bij een sobere inkleuring, die dan ook spaarzaam, maar wel
smaakvol, is. Zo wordt het afgekloven Who
Knows Where the Time Goes van Sandy Denny door de fluwelen Franse hoorn van Morris
Kliphuis (Kapok) meer dan het beluisteren waard. Sophie leverde ook een
prachtige compositie aan, Here Now.
Uiteraard ontbreken traditionals niet. Tot de bekendste, hedendaagse
composities behoort Motherland van
Natalie Merchant. Verheugend vind ik het feit dat er een drietal eigen
composities pronken op het fraaie Undone.
Mijn hoop en wens is dat het er op een volgend album meer zullen zijn, want hun
eigen composities behoren hier voor mij tot de mooiste. De releaseshow vindt
zondag 27 oktober plaats in de Tolhuistuin, Amsterdam.
Here Be Wolves - Here Be Wolves
Af en toe krijg ik fraaie luistertips van Duco Koutstaal,
verkoper bij de Rotterdamse Plaatboef. Deze twintiger heeft een grote interesse
in (obscure) folk. Het debuutalbum van Here Be Wolves was hoogstwaarschijnlijk
langs mij heengegaan, als Duco mij er niet op geattendeerd had. Here Be Wolves
betreft het duo Karla-Therese Kjellvander en Mikael Peterson. Vorig jaar
maakten ze kennis en hadden meteen een klik, spoedig hierna zond Peterson zo’n
vijftigtal songs naar Kjellvander, waaruit ze een selectie mocht maken, welke
op hun gelijknamige debuut zijn terechtgekomen. Peterson is diepgelovig en haalt daaruit veel
inspiratie voor zijn teksten en Kjellvander heeft totaal niets met het geloof,
toch leidde dat niet tot problemen bij hun samenwerking. Wel tot een groot
probleem leidde de ernstige slokdarminfectie
bij Kjellvander, welke tot gevolg had dat ze amper nog kon praten. Dankzij
medicatie en een streng dieet ging het langzaam beter. Ze ontzag haar stem in
die periode en gebruikte die alleen tijdens de opnames. Haar manier van zingen
paste ze echter aan, zachter en minder dynamisch. Het resultaat is een fraai,
verstild folk album. De ingrediënten zijn vooral ingetogen samenzang,
piano en gitaar. Ze krijgen wat hulp van Ruben Engzell (synthesizers, vibrafoon en bas) en de ex-man van
Karla-Therese, Christian Kjellvander (drums, zingende zaag). Here Be
Wolves is slechts uitgebracht in een oplage van 204 stuks op 180 gr vinyl.
Indianizer - Nadir
Het kwartet Indianizer uit Turijn zit duidelijk in de lift
in Nederland. Begin dit jaar werd hun concert op Eurosonic goed bezocht en
vorige maand waren ze nog te zien op het Surfana Festival en het Epop Festival.
Hun muziek is al jaren een interessante cocktail van verschillende ritmes uit
de wereldmuziek. Hun derde album Nadir
is het laatste deel uit een niet geplande albumtrilogie, dat verder bestaat uit
de albums Neon Hawaii en Zenith. Op hun
nieuwste worp combineren ze psychedelische rock, Zuid-Amerikaanse ritmes en
Afrikaanse vibes tot een speciaal soort wereldmuziek, dat ze
psych-tropical-beat noemen. De songs zijn intrigerend, regelmatig hypnotiserend
en dansbaar. Ze zingen opvallend genoeg in het Engels, Spaans en Creools. Door
de toevoeging van Latijnse invloeden zou deze band zeker niet misstaan op het
grootste festival voor Latijnse muziek in de wereld, de Antilliaanse Feesten.
De band treedt overigens op door heel Europa en verzorgde al het voorprogramma
van bijvoorbeeld The War On Drugs en de legendarische groep Os Mutantes.
Tijdens liveconcerten wordt het ongetwijfeld de voetjes van de vloer en dat kan
gelukkig eind volgende week weer, want dan is dit fascinerende kwartet terug in
Nederland voor optredens.
Replay: Jo Lemaire & Flouze - Pigmy World
Naarmate ik ouder word, lijkt het
wel of dat de tijd steeds sneller gaat. Vandaag, 16 oktober, is het alweer precies
een decennium geleden dat mijn moeder overleed. De interesse voor muziek kreeg
ik van mijn vader mee. In de jaren zestig kocht hij een radio gecombineerd met
een platenspeler. Beiden zaten ingebouwd in een hoekmeubel, waar bovenop de tv geplaatst kon worden. Mijn vader had vooral een voorliefde voor grote zangers en
zangeressen als Frank Sinatra, Charles Aznavour, Ella Fitzgerald en Shirley
Bassey. Maar ik herinner me ook dat we singletjes hadden als Bus Stop van The Hollies en No Milk Today van Herman’s Hermits. Mijn
moeder had beduidend minder met muziek. Ze kwalificeerde vaak de muziek die ik
in de zeventiger en begin tachtiger jaren luisterde als teringherrie. Slechts zelden kon het haar goedkeuring
wegdragen en mocht het ook in de woonkamer beluisterd worden. Een van die uitzonderingen was Pigmy World van Jo Lemaire & Flouze.
Jo Lemaire leerde ik kennen dankzij mijn oudere zus, die het debuutalbum van Jo
Lemaire & Flouze had. Grote bekendheid vergaarde Lemaire in 1981 met haar
Europese hit Je suis venue te dire que je
m'en vais, een nummer van Serge Gainsbourg. Het geluid op het album werd, zoals gebruikelijk in die tijd, voor een belangrijk deel bepaald door de synthesizer. De afsluiter Claustrophobia laat echter een heel andere kant van de band horen, want het wordt beheerst door heerlijke Latijns-Amerikaanse ritmes. Ook nu nog is Pigmy World absoluut het beluisteren waard. Na het verschijnen van dit album besloot Lemaire
met succes solo te gaan. Haar solodebuut Concorde
werd uitermate goed ontvangen. Een album met op de ene kant Engelstalige en op
de andere kant Franstalige nummers. Het legde haar geen windeieren en ze trad in
die jaren op grote festivals op, waaronder ook op het Pop-Inn Festival in mijn
woonplaats Etten-Leur. In die jaren zag ik er behoorlijk wat interessante
artiesten optreden. Zo waren er bijvoorbeeld op maandag 4 april 1983 in de
voormalige Veemarkthallen Reality, Klein Orkest , De Kreuners, Het Goede Doel, The Comsat
Angels en het geweldige TC Matic te zien. Overigens zong Lemaire ook
Nederlandstalig en Italiaans repertoire. Ze excelleerde ook in het repertoire
van Edith Piaf. De populariteit van deze veelzijdige zangeres werd helaas langzamerhand
steeds minder. Ook werd het steeds moeilijker om albums van haar te vinden, de
meesten zijn niet meer leverbaar, waaronder Pigmy
World. Wel verkrijgbaar is een verzamelcd met haar bekendste nummers,
waaronder haar grootste hit. Een album, dat mijn moeder de laatste jaren van
haar leven nogal eens opzette. Vandaar dat op dag van haar crematie ook Je suis venue te dire que je m'en vais
gedraaid werd.
BRUUT! & Anton Goudsmit - Go Surfing
Zelf omschrijft het Amsterdamse kwartet BRUUT! hun muziek kernachtig
als superjazz, maar die term dekt niet de gehele lading. Voor hun zesde album Go Surfing lieten de heren zich, net
als op hun album Superjazz, wederom
inspireren door de surfrock uit de jaren zestig. Het album kan met een beetje
fantasie als een eerbetoon gezien worden aan de eerder dit jaar overleden
pionier van de surfrock, Dick Dale. King
of the Surf Guitar was naast zijn bijnaam ook de titel van een van zijn
albums en een song geschreven door Alonzo Willis en vond zijn weg naar dit
album. Trouwens met fantastisch gitaarspel van Anton Goudsmit. Bij de energieke
opener Baha-ree-ba! van The
Trademarks denk je meteen dat je naar een soundtrack van een Quentin Tarantino
film zit te luisteren. Een gevoel wat gaandeweg het album alleen maar sterker
wordt. Uiteraard ontbreken The Beach Boys niet. Surfer Girl krijgt hier een respectvolle ingetogen vertolking met
hoofdrollen voor de sax van Maarten Hogenhuis en Hammond van Folkert Oosterbeek.
The Ventures zijn natuurlijk ook vertegenwoordigd, men opteerde voor Gringo. Daarnaast een aantal minder voor
de hand liggende keuzes, zo wordt bijvoorbeeld Dolly Parton’s Jolene op inventieve wijze “versurfd”. Of
wat dacht je van een korte, spetterende versie van Boogie Stop Shuffle van Charles Mingus, afkomstig van diens onlangs
jubilerende klassieker Mingus
Ah Um? Fraai is ook hun ingetogen versie van Baha, een compositie die ook al terug te vinden was op Superjazz. De enige compositie van eigen
hand is Brant!, hun advies bij dit
nummer is, dansschoenen aan en twisten. Die dansbaarheid geldt voor dit gehele,
moeilijk weerstaanbare album. De soundtrack voor de volgende Quentin Tarantino
film is trouwens altijd klaar, het is alleen nog even wachten op de film.
Hollow Coves - Moments
Australiërs Ryan Henderson en Matt Carins leerde elkaar in
2013 kennen via gemeenschappelijke vrienden. Ze bleken dezelfde passie te
hebben, akoestische muziek, maar ook liefde voor de natuur en een
onverzadigbare reislust. Geen wonder dat ze hun debuut EP uit 2017 Wanderlust noemden, waarvan de tracks Coastline en The Woods meer dan zeventig miljoen keer beluisterd werden op de
digitale platforms. Die EP leverden hen veel reacties op, vooral van
luisteraars die de nodige troost in de liedjes gevonden hadden. Moments is een logische reactie op alle
mooie ervaringen die zij men hun fans hebben mogen beleven. "Ik denk dat dit ons gemotiveerd heeft
tijdens het schrijven van Moments, we
wilden graag songs schrijven die vrede in het leven van de luisteraar
brengen", aldus Ryan Henderson. Hun mainstream indiefolk leunt vrijwel volledig op
hun mooie, warme zang. Moments werd
geproduceerd door Chris Bond, die eerder al samenwerkte met Ben Howard, Justin
Nozuka en Xavier Rudd en is opgenomen in het zuiden van Engeland.
Replay: Bunny Wailer - Blackheart Man
Zeer terecht dat recensent Eddie Aarts in de nieuwste editie van Popmagazine Heaven aandacht schenkt aan de recente release op vinyl van Blackheart Man. Zijn mening dat het een van beste albums uit de
jaren zeventig is en het allermooiste reggae album ooit gemaakt, deel ik
volkomen. Bunny Wailer werd geboren als Neville O'Reily Livingston en kwam
net als Bob Marley uit een eenoudergezin. Ze leerden elkaar reeds in hun prille jeugd
kennen. De vader van Bunny kreeg een relatie met de moeder van Marley, waaruit
hun halfzus Pearl werd geboren. De jeugdvrienden richtten samen met Peter Tosh
the Wailers op, vernoemd naar een verhaal uit de Bijbel. Uit onvrede verlieten in
1975 Tosh en Wailer de groep, omdat vrijwel al leadvocalen door de
charismatische Marley gezongen werden. Waar nadien Marley grote successen
boekte, bleef de bekendheid van Bunny Wailer, geheel ten onrechte, vrij
beperkt. Alleen bij de echte reggaeconnaisseurs wordt Blackheart Man erkend als een klassieker en dat is heel jammer. Zijn
solodebuut bevat parels als Fighting
Against Conviction, Dreamland en This Train. Helaas had Wailer niet het geluk
dat zijn songs, net als Marley, gecoverd werden door bekende muzikanten als
Eric Clapton (I Shot the Sheriff). Nog
een parel is zijn oeuvre is trouwens het album Rock ‘n’
Groove. Het zou mooi zijn als deze heruitgave zijn bekendheid alsnog wat
zou vergroten, aan de kwaliteit ligt het in ieder geval niet.
Carla dal Forno - Look Up Sharp
Haar naam klinkt Italiaans, maar singer-songwriter Carla dal
Forno komt oorspronkelijk uit Melbourne. Rond 2010 en de paar jaren die volgden
maakte ze deel uit van het culttrio Mole House. Daarna woonde ze een tijdje in
Berlijn om zich vervolgens in Londen te vestigen. In 2014 bracht ze samen met
Tarquin Manek als het duo Tarcar het album Mince
Glace uit. Een jaar later werd het duo uitgebreid naar een trio met de
komst van Samuel Karmel en werd de naam veranderd in F INGERS. Men bracht een
album uit, getiteld Hide Before Dinner.
Hierna koos dal Forno met succes voor een solocarrière. Look Up Sharp is haar tweede album en het eerste op haar eigen
label Kallista Records. Het album werd voorafgegaan door de single So Much Better, waarin ze kalme toon
zingend de vloer aanveegt met een ex. Regels als “You were a disaster, I’m glad
I caused you pain” maken veel duidelijk. Muzikaal gezien tapt ze uit
verschillende vaatjes, van lo-fi folk tot aan triphop en postpunk. Maar er
klinken ook Oriëntaalse invloeden in haar muziek door zoals in het intrigerende,
instrumentale Hype Sleep. Dal Forno
vond haar inspiratie bij The Flying Lizards, Brian Eno (Another Green World), Nico (The
Marble Index) en vooral bij Virginia Astley. Het is een cliché, maar Look Up Sharp is een album dat heel snel
onder de huid kruipt. Deze intrigerende dame is binnenkort in Nederland en
België voor concerten.
The Golden Glows - The Songbook of Harry Smith
“With silver synths and pounding drums, Harry Smith’s
Anthology is ready for the 21st Century.”, zo prijst The Golden Glows zelf hun
nieuwste release The Songbook of Harry
Smith aan. De titel verwijst naar Anthology
of American Folk Music, dat gezien kan worden als de bijbel op het gebied
van country, folk en blues. Het werd eind jaren veertig samengesteld door
excentriekeling Harry Smith, die uit zijn immense verzameling 78 toerenplaten
vierentachtig nummers uitkoos stammend uit de periode 1926-1933 en in 1952
uitgebracht werd door Folkways. Smith had een grote voorliefde voor
rangschikken, de songs werden onverdeeld in “Ballads”, Social Music” en “Songs”.
Een groot deel van de liner notes kwamen trouwens van de hand van een andere
excentriekeling, de legendarische gitarist John Fahey, die ooit in een tv-interview
zijn gitaar als asbak gebruikte. Hier
is eventueel een interessant artikel over Harry Smith te vinden. Het nieuwe
album kwam op aandringen van Kurt Overbergh van het Brusselse Ancienne Belgique
tot stand. Sinds 2005 blaast The Golden
Glows songs uit de jaren twintig en dertig met succes nieuw leven in. Bram van Moorhem vond in alt Nel Ponsaers en sopraan Katleen Scheir bondgenoten om dat
doel te verwezenlijken. Solo bracht Katleen eind vorig jaar het prachtige album
Border
Guards uit. Op het in record tempo live in de studio opgenomen album
wordt men op vakkundige wijze bijgestaan door Frederik Meulyzer op drums en
Bram Weijters op toetsen. Opener is de bekende murder ballad Henry Lee, vooral bekend geworden door
het duet van Nick Cave en PJ Harvey en een paar jaar terug nog opgenomen door
Guido Belcanto en Nathalie Delcroix, uiteraard in het Nederlands. Nick Cave en
Guido Belcanto waren niet de enigen die beïnvloed werden door de box,
bijvoorbeeld Bob Dylan haalde ook hier de mosterd. The Golden Glows selecteerde
een dertiental composities, waarvan Black
Jack David en The Butcher’s Boy hun
oorsprong overigens hadden in Verenigd Koninkrijk. Het album is reeds digitaal
te beluisteren, de vinylrelease is op 22 oktober. The Songbook of Harry Smith is een voorbeeldige verzameling moderne
interpretaties van reeds tijdloze liedjes.
Ode aan jubilerend album Jeff Buckley door internationale line-up in Muziekgebouw Eindhoven op 14 december
PERSBERICHT
Op zaterdag 14 december wordt door een internationaal gezelschap aan muzikanten in Muziekgebouw Eindhoven een live eerbetoon gebracht aan Jeff Buckley. Aanleiding vormt het 25-jarig jubileum van Buckleys iconische album ‘Grace’. Gitarist Gary Lucas, voormalig lid van Captain Beefheart en boezemvriend van Buckley, is een van de muzikanten binnen de gelegenheidsformatie. Hij schreef mee aan de eerste twee nummers van het legendarische album en begeleidde de onfortuinlijk om het leven gekomen singer-songwriter in het begin van diens carrière. Marcel Veenendaal van DI-RECT en Lara Chedraoui van Intergalactic Lovers maken ook onderdeel uit van het project.
De bijzondere hommage vindt plaats binnen de context van een Naked Song Special. Deze avond zijn er – net als tijdens het jaarlijkse Naked Song festival, waar deze special een afgeleide van vormt – op meerdere podia binnen Muziekgebouw Eindhoven optredens te bewonderen. Zo wordt met Mooneye en IBE uit België en uit eigen land Eva van Pelt en Ruud Fieten op 14 december een viertal getalenteerde Vlaamse en Nederlandse singer-songwriters gepresenteerd. Tickets voor deze avond kosten € 25,- en zijn verkrijgbaar via de website van Muziekgebouw Eindhoven. De deuren gaan open om 18.30 u, het programma vangt aan om 19.00 u.
De Amerikaan Gary Lucas, die in het verleden ook samenwerkte met onder andere Nick Cave, Lou Reed en John Cale, wordt speciaal voor dit bijzondere project ingevlogen vanuit New York. In Eindhoven deelt hij, naast zijn fabuleuze gitaarspel, bijzondere anekdotes die betrekking hebben op zijn vriendschappelijke en professionele relatie met Buckley en toont hij onuitgegeven videomateriaal van hemzelf met de legendarische artiest.
Jeff Buckley’s Grace – 25 years is een samenwerking van Muziekgebouw Eindhoven, organisator van Naked Song en het Belgische C-mine, organisator van Little Waves in Genk. De show wordt daarom ook in Genk opgevoerd. De artistieke leiding is in handen van zanger/gitarist en Buckley-kenner Pieter Peirsman (bekend van onder meer Hooverphonic en Slow Pilot). Naast Lucas bestaat de band uit het Belgische trio Sebastiaan Leye (gitaar), Davy Deckmijn (drums) en Lesley Troquit (bas). Veenendaal en Chedraoui krijgen vocaal gezelschap van Sarah Pepels en Jente Pironet (beiden van de Belgische band Portland).
Mooneye (solo)
Wie eenmaal Michiel Libberecht alias Mooneye heeft horen zingen, zal dat niet licht vergeten. Gezegend met een gouden strot en dan ook nog tijdloze songs kunnen schrijven, er zijn muzikanten die met minder bedeeld zijn. Melancholische indiepop en -folk die het midden houdt tussen Fleet Foxes en Beirut. Luister naar ‘Thinking About Leaving’, het nummer waarmee Mooneye eerder dit jaar winnaar werd van de Nieuwe Lichting van Studio Brussel, en je gaat geheid voor de bijl.
IBE
Wat goed is komt snel. Clichés zijn waar, en zeker in het geval van de Belgische IBE. Op 17-jarige leeftijd schreef hij achtereenvolgens een door Studio Brussel geïnitieerde Ed Sheeran coverwedstrijd en The Voice van Vlaanderen op zijn naam. Dat laatste wapenfeit leverde hem als bijvangst een platencontract op, waarna zijn eerste single ‘Table of Fools’ direct de nummer 1-positie in De Afrekening bemachtigde. Uitverkochte concertzalen, een show als jongste artiest ooit op nationale festivaltrots Rock Werchter en karrenvrachten aan positieve respons vanuit de media; hoog tijd de landsgrens richting het noorden over te steken, want Nederland is inmiddels ook wel benieuwd. En dan is het wel zo logisch om de zegetocht in het zuidelijke Eindhoven te beginnen.
Eva van Pelt
In een behoefte om het werk van Eva van Pelt te duiden kan gerefereerd worden aan vakzusters als Wende, Roosbeef of Iris Penning. Maar met haar debuutalbum ‘ZWART’ (2016) introduceerde de Brabantse vooral een nieuw en eigen geluid in het Nederlandstalige muzieklandschap: donker, fris en eigenwijs. Dit jaar verscheen haar nieuwe EP ‘HIER’, een volgend hoofdstuk in haar zoektocht naar een ander contact met haar publiek. Jouw kans om haar hiermee te helpen is, euh, hier.
Ruud Fieten
De Meppelse singer-songwriter Ruud Fieten lanceerde zichzelf in 2015 met de in eigen beheer uitgebrachte EP ‘In Orbit’. Het leverde hem een show op Eurosonic 2016 op en een selectie voor de Popronde datzelfde jaar, wat leidde tot maar liefst 26 Popronde-optredens. Zijn eigenzinnige folkliedjes brengt hij met een warm en intrigerend stemgeluid. Soms klein en tekstgeoriënteerd, soms luid en energiek, maar altijd rauw en vol betekenis. Vorig jaar sleepte Fieten de Ad van Meurs Juryprijs in de wacht voor Het Mooiste Liedje van 2018.