Dank zij mijn platenboer Joop van Gool leerde ik in 2002 de
muziek van Julie Murphy kennen. In dat jaar verscheen Lilac Tree, misschien wel
Julie’s meest toegankelijke album. En het is nog steeds een prachtig album. Met
liedjes die indruk maakten, maar haar stem maakte nog meer indruk. Een stem die
regelmatig vergeleken wordt met Sandy Denny. Julie komt oorspronkelijk uit
Engeland, maar woont al heel lang Wales, de geboortegrond van haar echtgenoot
Ceri Rhys Matthews. Met hem richtte ze in 1996 de groep Fernhill op, samen met
9Bach de smaakmakers van de hedendaagse, meer avontuurlijke folk uit Wales. Nog
steeds is ze relatief onbekend, maar werkte wel samen met grootheden als John
Cale en Robert Plant. Overigens startte haar
professionele muziekcarrière vrij laat, doordat ze eerst een kunstopleiding aan
Maidstone College Of Art gevolgd had. Daar leerde ze ook haar toekomstige man
kennen. De keramische vogel die op de hoes staat maakte Julie reeds zelf in
1984. Op Every Bird That Flies wordt
meteen duidelijk dat de prominente rol van de piano gehandhaafd wordt. De opener
The Mermaid is een traditional waarop
Julie’s zang alleen begeleid wordt door haar eigen, in dit geval hamerende,
pianospel. Ze is overigens autodidact op
de piano. The Fall werd ook opgenomen
in 2011 voor de gelijknamige EP. Deze versie is echter duidelijk te prefereren,
doordat deze versie indringender is. Ze schreef dit lied naar aanleiding van
het gijzeldrama in 2004 in Beslan, Noord-Ossetië. Het is haar protest tegen
het vermoorden van onschuldige mensen. Ze besloot het naar aanleiding van het geweld
in 2014 in de Gazastrook opnieuw op te nemen. Ze verwerkte in de song een
gedeelte van een Palestijns lied, welke ze in 1996 in Ramallah leerde van een jonge
zanger. Haar maatschappelijke betrokkenheid blijkt verder uit Tonderai Ndira. Deze jonge activist uit
Zimbabwe werd vermoord in opdracht van dictator Robert Mugabe. In dit lied
maakt Murphy gebruik van een Afrikaanse instrument, de mbira. Op When Georgia Paints wordt ze begeleid
door Ceri Owen Jones op trombone. Het bevat enkele regels uit het gedicht Pain has an element of blank van Emily
Dickinson. De vermelde Georgia betreft de Amerikaanse schilder Georgia
O’Keeffe. Herinneringen aan haar opa bevat To
a Little Girl. Een man die de loopgraven van de eerste wereldoorlog
overleefde en daarna piano speelde bij stomme films in de jaren twintig. Van
een van haar muzikale helden, Jean Richie, leerde ze de traditional May Colvin. Het krijgt hier een lange,
uitzonderlijk mooie vertolking. Een van de mooiste liedjes is absoluut het
melancholische This Seaside Town. De
begeleiding op trombone is van grote schoonheid. Toelichting van Julie bij dit
nummer : “written through tears on a train”. De uitdrukking Soil, Sole, Society in het gelijknamige
nummer ontleende ze van de ecoloog Satish Kumar. Het mooiste bewaart ze
misschien wel voor het laatst. Haar zang in de traditional Willie Taylor wordt slechts spaarzaam begeleid door de contrabas van Aidan Thorne. Ze voegde aan
het slot nog wat eigen regels toe. De opnames vonden plaats in de prachtig gelegen
Mwnci Studios in West Wales. 6 en 7 mei zal Julie te zien zijn op het
Merodefestival in België, waarbij ze samen zal spelen met het interessante
Belgische duo Naragonia. Het album is reeds bij haarzelf en op Bandcamp te
koop, de officiële releasedatum is 1 juni. Op A quiet house was Julie reeds op
zoek naar een totaal eigen geluid, op Every Bird That Flies heeft ze dat
daadwerkelijk gevonden. Misschien niet zo toegankelijk als Lilac Tree, maar
zeker zo mooi.
Theo VolkOfficiële releasedatum: 1 juni 2016 Eigen beheer
Websites : http://juliemurphymusic.tumblr.com/ en https://juliemurphy.bandcamp.com/