Het album maakte direct bij eerste beluistering grote indruk. Dit door zowel de prachtige liedjes als door zijn mooie, warme stem. Na een paar keer luisteren begonnen ook de subtiele en afwisselende arrangementen op te vallen. Phil Smith wilde een cd maken in de stijl van Ryan Adam’s Heartbreaker en Nick Drake’s Pink Moon. Een kaal album zonder toeters en bellen en met mooie melodieën stond hem voor ogen. Het is een melancholische plaat geworden vol met autobiografisch getinte teksten. Het zijn veelal nogal droevig gestemde teksten. Nee, Phil is bepaald geen lachebekje. Een groot aantal liedjes zijn in het country-idioom geschreven. De prachtige opener Calling Home, waarin de toon gezet wordt door een banjo en een slidegitaar is wat dit betreft exemplarisch. Broken Riversis een iets meer ritmisch lied met een heerlijke flow en een dito achtergrondkoortje, wat de sfeer van het nummer versterkt. Vooral door de fiddle doet Homeward Bound behoorlijk traditioneel aan. Smith zingt dit samen met Sue Ray. Dit doet wel wat aan liedjes van Townes van Zandt denken.
Geheel anders is het schitterende Avenue Girl. Het zou niet misstaan hebben in het oeuvre van Nick Drake. De opbouw is in alle opzichten dezelfde als bij hem. Het begint al met het gitaarspel welke door hem ingespeeld zou kunnen zijn, gevolgd door flarden piano en als finishing touch de cello. Ook de volgende regels zouden door hem geschreven kunnen zijn:
Saw a young girl on the avenue
Sunlight dancing in her hair
Then the shadows moving o’head
Fire moving through the air
Ook Itinerant Worker is een duet, waarin door de banjo en vooral door de slide de sfeer wordt bepaald. Bijzonder aansprekend is Memories, het wordt iets hoger gezongen en is voorzien van een geweldige fiddle. De Spaans aandoende gitaar in El Corazon is verbluffend mooi. De kracht van het stuk schuilt in de repeterende inzet van het instrument vergezeld van een fraaie piano. Het behoort tot de mooiste melodieën op de cd. De cello en zangeres duiken ook weer op bij The Ballad of Joseph Henry. Het is een song die meer richting folk gaat en het behoort tevens tot het mooiste op Year of the Dog. De inbreng van de cello is schitterend. The Train is weer een traditioneel getinte country song met een dominante fiddle. Sometimes We Cry is het enige nummer waarin een mondharmonica opduikt. Het album wordt afgesloten met een korte instrumental.
Phil Smith produceerde het album samen met Marly Luske. Year of the Dog is een plaat die weinig tijd nodig heeft om volledig te overtuigen. Het album overtuigt niet alleen door zijn prachtige stem en liedjes, maar ook door de subtiele arrangementen.
Theo Volk.
Webpage http://philsmithmusic.com.au/
Releasedatum 7 maart 2014 Eigen Beheer