Haar naam is van Franse origine, maar Claude Fontaine is geboren
en woonachtig in Los Angeles. Ze woonde echter een periode in Londen met een
gebroken hart, nabij Portobello Road. Op een dag liep ze op Portobello Road een
van de oudste, onafhankelijke platenzaken van Londen, Honest Jon’s binnen. Daar
ontdekte ze oude Jamaicaanse platen van het Studio One, Trojan en Treasure Isle
label, maar ook Braziliaanse muziek. Claude over die periode : “I wandered in
one day and from the first moment I was under a spell, I was transfixed. I’d go
in there daily and have them play me every record in that store probably to the
point of driving them completely mad! But I had fallen in love …”. Spoedig erna
besloot ze om zelf een album met haar eigen liefdesliedjes in Jamaicaanse en
Braziliaanse stijl te gaan maken, gezongen met haar kenmerkende zuchtstem à la
Jane Birkin. De a-kant van haar debuutalbum Claude Fontaine bevat vijf reggae/dub nummers zoals we die kennen
uit de jaren zeventig en die staan als een huis. Ze kreeg hulp van niet de
minsten, zoals gitarist Tony Chin (oa King Tubby en Dennis Brown) en bassist
Ronnie McQueen van Steel Pulse. Ook de bezetting voor de Braziliaanse b-kant is
imponerend. Onder hen de legendarische Braziliaanse percussionist Airto Moreira
(oa Miles Davis, Return to Forever, Weather Report), maar ook de niet zo bekende,
maar fantastische gitarist Fabiano Do Nascimento (Mia Doi Todd), van wie ik
vier jaar geleden zijn album Dança
Dos Tempos recenseerde. Met zo’n sterrenbezetting was het onmogelijk
een slecht album af te leveren. De hoes met daarop een papegaai is goed
gekozen, het symboliseert het heerlijk tropische karakter van de muziek. Claude
Fontaine is een verrassend sterk debuut, wat mij zeer snel overtuigde.