In Ethiopië was Hailu Mergia in de jaren zestig en zeventig
een beroemd muzikant. Hij startte in de nachtclubs van Addis Abeba en nam
enkele succesvolle albums op in de jaren zeventig en tachtig met onder meer de
Walias Band. In 1981 vluchtte hij naar Amerika, waar hij in eerste instantie de
kost verdiende als taxichauffeur, om vervolgens onder eigen naam verder te gaan.
Op zijn vorige album Lala Belu
moesten zijn fans maar liefs vijftien jaar wachten. De kritieken waren twee
jaar geleden unaniem lovend, waaronder van The New York Times, BBC en Pitchfork.
Laatstgenoemde rekende het album zelfs tot de fraaiste van het vorige decennium. Het
nieuwe album Yene Mircha (vertaald “mijn
keuze”) doet er wat mij betreft niet voor onder. Vooral op toetsen laat hij regelmatig heerlijk
relaxt funky spel horen, zoals in Yene Abeba.
In Bayine Lay Yibedal waagt hij zich aan dub. Zijn trio bestaat verder uit drummer
Kenneth Jospeh en bassist Alemseged Kebede. Zijn voornamelijk instrumentale
muziek is bijzonder toegankelijk voor Westerse oren.