Net als op voorganger America’s Child wordt zangeres Shemekia Copeland omringd door de wol geverfde artiesten. Niet iedereen kan voor de achtergrondzang een beroep doen van zangeressen als Emmylou Harris, Gretchen Peters en Mary Gauthier en op banjo Rhiannon Giddens. De lijst van medewerkende artiesten is op haar intussen negende album Uncivil War nog langer en indrukwekkender. Zo speelt bijvoorbeeld op de uitstekende opener Clotilda’s On Fire Jason Isbell leadgitaar. Op de twee volgende nummers, Walk Until I ride en het titelnummer, is Jerry Douglas te horen op respectievelijk lap steel en dobro. Op het titelnummer hoor je ook nog de bekende mandolinespeler Sam Bush. Een van Amerika’s meest populaire artiesten ooit, Duane Eddy, geeft acte de présence op She Don’t Wear Pink. Net als het vorige album werd Uncivil War geproduceerd door Will Kimbrough, die tevens te horen is op gitaar. Bovendien schreef hij samen met Copelands manager, John Hahn, acht van het dozijn liedjes. Verder trekt ze de bekende Stones klassieker Under My Thumb volledig naar zich toe. Give God the blues werd geschreven door Shawn Mullins, Chuck Cannon en Phil Madeira. Laatstgenoemde speelt er zelf gitaar op. Uiteraard coverde ze ook een song van haar vader Johnny, deze keer sluit ze het album af met Love Song. Persoonlijke favoriet is het stevige Money Makes You Ugly. In de loop der jaren is Copeland steeds veelzijdiger geworden, ze vermengd blues, R&B en americana tot een eigen geluid. Nog nooit leverde Copeland een slecht album af, maar door het aanwezige keurkorps aan geweldige artiesten behoort Uncivil War tot het allerbeste in haar oeuvre.
Theo Volk
Releasedatum: 23 oktober 2020 Alligator Records
Website: https://www.shemekiacopeland.com/