Van de week vroeg promotor Hans Broere aan zijn
Facebookvrienden welk album men zou meenemen mocht men ooit onverhoopt een
tijdje moeten brommen. Hans dacht zelf aan The
Heart of Saturday Night van Tom Waits, wat natuurlijk een uitstekende keuze
is. What Color is Love van Terry
Callier zou zeker een goede optie voor mij zijn. Lang geleden kwam ik deze
fenomenale zanger op het spoor dankzij Joop van Gool, die mij met zijn debuut The New Folk Sound of Terry Callier uit
1965 liet kennismaken. Dit album werd in één dag opgenomen, op 29 juli 1964.
Deze cd sloeg in als een bom door de indrukwekkende zang. Hij zingt hier een
aantal folk traditionals. Songs als 900
Miles, Johnny Be Gay If You Can Be en vooral Cotton Eyed Joe weten diep te raken. En dat ondanks de sobere
begeleiding die slechts bestaat uit bas en gitaar. De kwaliteit van de opnames
zijn voor die tijd opvallend goed. De bescheiden en sympathieke zanger kwam uit
Chicago, waar hij in dezelfde buurt opgroeide als Curtis Mayfield en Jerry
Butler. Met Butler werkte hij ook samen. Het vervolg op zijn debuut liet een
behoorlijke tijd op zich wachten. Occasional
Rain verscheen in 1972 en was een grote stap voorwaarts. Deze keer schreef
hij alle songs zelf en hoor je het begin van het ontstaan van het unieke,
muzikale universum van Callier. Een mix van folk, jazz en soul. Aan dit album
werkte ook Minnie Riperton mee, die twee jaar later een wereldhit zou scoren met Lovin’ You. Callier slaagde daar nooit
in, wellicht is dat de hoofdreden dat hij relatief onbekend gebleven is.
Meesterwerk What Color is Love
verscheen in 1973. Alleen al de opener, het 9 minuten durende epos, Dancing Girl rechtvaardigt de aankoop
van deze cd. De opbouw van deze song is bijzonder fraai. Het begint met rustig
akoestisch gitaarspel en betoverende zang en wordt langzaam maar zeker naar een
climax toegewerkt, waarbij de machtige stem van Callier ten volle wordt benut,
om vervolgens te eindigen met het rustige gitaarspel uit het intro. Strijkers
spelen een hoofdrol in de titelsong. Absolute hoogtepunt vormt voor mij You Goin’ Miss Your Candyman, wat hij
samen schreef met Phyllis Braxton. Stilzitten is hier onmogelijk. Het zit
boordevol tempowisselingen, is dynamisch van opbouw en druipt de klasse van zijn
zang af. Hierna wordt er een tandje teruggeschakeld in Just As Long We’re in Love, wat voorzien is van een hemels koortje.
Een van de fraaiste songs is Ho Tsjing
Mee (A Song of the Sun), wat door strijkers en blazers naar grote hoogtes
worden gedreven. Ingetogen gezongen is een ander hoogtepunt, het samen met
Jerry Butler geschreven, I’d Rathed Be
With You. Kers op de taart is hier de mondharmonica van Cyril Touff. In de
heerlijke afsluiter zingt een koor constant de tekst, die slechts bestaat uit “You
Don’t Care”, maar hij komt ermee weg. Na 1979 verdween hij vervolgens heel lang
van de radar en verdiende hij de kost als computerprogrammeur en haalde in de
avonduren een graad in de sociologie. Dankzij zijn samenwerking met Beth Orton
en Massive Attack kwam hij terug in beeld. Helaas stierf deze beminnelijke man
op 27 oktober 2012 aan de gevolgen van kanker. Gelukkig liet hij een prachtig
oeuvre na. Een behoorlijk aantal van zijn albums zijn tijdloos.
Theo Volk