Toevallig las ik afgelopen weekend in het boek “Remembered
for a while”, dat Nick Drake op 9 juni zeventig jaar geworden zou zijn. Het
voorwoord door Gabrielle Drake bleek overigens, onbedoeld, erg actueel te zijn.
De term negative capability, voor het eerst gebruikt door de romantische
dichter John Keats in 1817, is namelijk ook de titel van het vrijdag te
verschijnen album van Marianne Faithfull. Maar goed, ik dwaal af. De muziek van
Nick Drake loopt al sinds halverwege jaren zeventig als een rode draad door
mijn leven. Het eerste album, dat ik van hem ontdekte was Pink Moon. Als een magneet werd ik aangetrokken door de erg vreemde
hoes, een schilderij van Michael Trevithick. Het was wel wennen aan de erg sobere,
deprimerende liedjes. Pas een jaar later werd ik tijdens een gesprek met een
ervaren verkoper (in een andere platenzaak) erop gewezen, dat zijn eerste twee
albums anders van aard waren. Op zijn aanraden schafte ik toen als eerste Bryter Layter aan, een album, dat me
direct beter beviel. Altijd bij het horen van Hazey Jane II wordt mijn humeur nog vrolijker. Nick Drake
beschouwde het zelf ook als zijn mooiste album, dus de deceptie was groot toen
het album geen commercieel succes werd. Overigens was hij zeer overtuigd van
zijn kwaliteiten als songwriter. Zo had hij producer Joe Boyd wijs gemaakt, dat
hij geen extra songs had liggen, bang als hij was, dat de instrumentale
nummers, waar hij heel erg trots op was, het album niet zouden halen. Bovendien
was hij eigengereid genoeg, nadat de strijkersarrangementen van zijn debuutalbum Five Leaves Left hem niet bevielen, heeft
hij ze over laten doen door zijn goede vriend Robert Kirby. Overigens een
gouden greep, want die strijkersarrangementen dragen duidelijk bij aan de
tijdloosheid van zijn muziek, net als zijn geweldige gitaarspel. In deze
periode van het jaar krijg ik altijd de behoefte om zijn muziek op te zetten,
terwijl ik amper nog teruggrijp naar muziek uit het verleden. En dat is echt
niet door de mystiek, die er in de loop der jaren om zijn persoon is ontstaan.
Maar gewoon omdat het voor mij tot de mooiste muziek behoort, die er ooit is
gemaakt. Iets vergelijkbaars heb ik eigenlijk verder alleen maar met de
Preludes van Chopin, waar ik ook zo nu en dan nog naar luister. Aan de ene kant
jammer, dat hij zelf zijn nog steeds groeiende populariteit niet heeft mogen
meemaken, maar aan de andere kant is het fijn, dat nog steeds nieuwe generaties
zijn schitterende muziek ontdekken.
Theo Volk