Rod Picott - Tell the Truth & Shame the Devil



In de eerste regel van opener Ghost zingt Rod Picott “I lost a couple of high notes from the top of my voice”. Bovendien klinkt zijn stem een stuk breekbaarder, wat ook nog eens versterkt wordt door de sobere inkleuring van de liedjes. Tell the Truth & Shame the Devil is zijn meest intieme plaat ooit, alleen zang, gitaar en mondharmonica. Afgelopen winter werd Picott getroffen door gezondheidsproblemen waarbij hij even de dood in de ogen keek. Gelukkig herstelde hij snel, maar hij was zich meer dan ooit bewust van zijn sterfelijkheid. Uiteraard had deze ingrijpende gebeurtenis grote invloed op de liedjes die hij schreef. Eerder genoemde opener Ghost gaat over sterfelijkheid. De eerste keer dat hij met sterfelijkheid te maken kreeg was op de middelbare school, toen een klasgenoot zichzelf van het leven beroofde. Hij beschrijft die gebeurtenis in het liedje Mark. Uit eigen ervaring weet ik trouwens hoe zo’n ervaring erin hakt, op de lagere school verloor ik tweemaal een klasgenootje, een door verdrinking en een door een verkeersongeluk. Een van de hoogtepunten vormt voor mij het samen met de jonge singer-songwriter Ben de la Cour geschreven A Beautiful Light. Mama’s Boy schreef hij met zijn oude vriend Slaid Cleaves en 80 John Wallace met Stacey Dean Campbell, de overigen alleen. Het liedje Spartan Hotel dateert van zo’n twee decennia geleden, maar belandde nooit eerder op een album. Lang geleden trad Picott op in het Spartan Hotel met een coverband, net als Slaid Cleaves met zijn coverband. Alle liedjes zijn voorzien van uitgebreide achtergrondinformatie, maar het voert te ver om die allemaal hier te bespreken. Rod Picott bracht al de nodige prachtalbums uit, waaronder mijn persoonlijke favoriet Stray Dogs. Daar voeg ik nu Tell the Truth & Shame the Devil aan toe, het is zijn meest eerlijke en meest rauwe album geworden.

Theo Volk

Releasedatum: 19 juli 2019 Eigen beheer

Website: http://rodpicott.com/


Rod Picott live:

18-10 BORGER: Van Slag          
19-10 UTRECHT: Ramblin’ Roots Festival