1. Brian Blake : Book of life |
2. Logan Farmer : A mold for the bell |
3. Anna Mieke : Theatre |
4. Ellie Gowers : Dwelling by the weir |
5. Joan Shelley : The spur |
6. Bird in the Belly : After the city |
7. The Delines : The sea drift |
8. Melissa Carper : Ramblin' soul |
9. Jessie Buckley & Bernard Butler : For all our days that tear the heart |
10. Simon Keats : Falling star |
11. Nev Cottee : Madrid |
12. Little Kim : Moederland |
13. Courtney Marie Andrews : Loose future |
14. Margot Merah : Take heart |
15. The Bullfight & guests : Some divine gift |
16. Fleur : Bouquet champêtre |
17. Amenra/Cave In/Marissa Nadler : Songs of Townes Van Zandt vol. III |
18. VanWyck : The epic tale of the stranded man |
19. Bruno Bavota & Chantal Acda : A closer distance |
20. Ralph de Jongh : Miko |
Geen idee wat de algemene opinie over het muziekjaar 2022 is, maar voor mij verschenen een overvloed aan uitstekende albums. Dit jaar luisterde ik nogal veel folkmuziek en singer-songwriters. Ik had de keuze uit een kleine 600 albums, die ik beluisterd heb. Uiteindelijk belandden deze twintig het hoogste in mijn lijst.
Ook dit jaar verschenen er weer een aantal albums van Ralph de Jongh. Zijn mooiste dit jaar is het dubbelalbum Miko, wat hij op één dag opnam met de Duitse violist Miko Mikulicz met als geluidstechnicus Juan Kiers. Met deze violist heeft Ralph een bijzondere klik.
Dat geldt zeker ook voor de Italiaanse pianist Bruno Bavota en Chantal Acda. Enkele jaren geleden ontmoetten de twee elkaar en spraken af ooit samen te gaan werken. Tijdens de Coronapandemie was er tijd te over en ontstond via de digitale snelweg het prachtige, ingetogen A Closer Distance.
Christine Oele heeft de afgelopen paar jaar al een fraai oeuvre opgebouwd. Haar intussen vierde album The Epic Tale of the Stranded Man is haar meest ambitieuze. Net als eerder stonden Frans Hagenaars en Reyer Zwart haar terzijde. Het conceptalbum is haar mooiste album tot nu toe.
Een bijzonder aangename verrassing is het coveralbum Songs of Townes Van Zandt Vol. III, waar een drietal uiteenlopende acts zich wagen aan de prachtige nalatenschap van Townes Van Zandt. Marissa Nadler is een bekende naam voor mij, in tegenstelling tot de Amerikaanse rockband Cave In en de Belgische metalband Amenra. Laatstgenoemde blijkt behoorlijk populair te zijn op Musicmeter.
Het album telt negen covers, gelijkmatig verdeeld over de deelnemende artiesten. Veel indruk maakt de live-versie van Nothin’ door Cave In, na afloop door Brodsky omschreven als “that’s the heavy shit”. Bloedmooi is de ingetogen versie van Kathleen door Amenra. Enigszins bezwerend is de vertolking van The Hole. Ontroerend is Nadlers vertolking van mijn favoriete Van Zandt song Quicksilver Daydreams of Maria.
Het debuutalbum van Fleur ontsnapte helaas aan mijn aandacht. Zelf ontdekte ik Fleur, in het dagelijks leven Floor Henkelman geheten, pas begin dit jaar. Ze was te horen op JW Roy’s album Kouwe Kermis, waarop ze samen met hem het gedeeltelijk in het Frans gezongen duet Kom Maar Bij Mij zingt.
Dat Fleur in het Frans zingt is eigenlijk een paar jaar terug bij toeval ontstaan. Ze werd door Arjan Spies en Dave von Raven van The Kik gevraagd om wat nummers in het Frans te zingen en is daar toen mee doorgegaan. Arjan Spies en Paul Zoontjes van The Kik produceerden op voortreffelijke wijze Bouquet Champêtre.
Precies drie jaar na Eggs & Marrowbone verschijnt Some Divine Gift. Wederom een ambitieus project van de alternatieve Rotterdamse band The Bullfight, waar op fraaie wijze muziek en beeldende kunst samenkomen. De vinylversie wordt geleverd met stevige tekstvellen, waarop de ene kant de tekst en aan de andere kant artwork van kunstenaars staat afgebeeld.
Bij de cd-versie is dit een meegeleverd boekje. Het betreft hier werk van de gerenommeerde kunstenaars als Jaco Putker, Bianca van der Werf, Wytse Sterk, James Johnston, Gary Alford, Hélène Bautista, Bastiaan Mol, Sabine Vissers en van tattoo specialist Henk Schiffmacher. In twee van de negen composities wordt gebruik gemaakt van twee reeds bestaande gedichten.
Het album opent met het beroemde sonnet Ozymandias van de Britse dichter Percy Bysshe Shelley. Het wordt als een meesterwerk beschouwd vanwege de uitzonderlijke kwaliteit en de virtuoze dictie. Hier wordt het door de geweldige voordracht van Barry Hay en een indringende begeleiding omgetoverd tot een meesterlijke compositie. Verder wordt The Bullfight bijgestaan door Spinvis, Alex Roeka, Mark Ritsema, Henry Rollins en David Boulter van Tindersticks.
Margot Merah maken al jaren samen met Sophie Janna deel uit van het stevig aan de weg timmerende folkduo The Lasses. Take Heart is het solodebuut van Margot. De basistracks nam ze samen op met haar Schotse vriend Alan McLachlan. Deze multi-instrumentalist en producer maakte furore met The Scene, Sjakoo en B-movie Orchestra. Gewapend met uiteindelijk een lijst van dertien songs trok het tweetal naar Studio Snackbar Diemen van Hector Wijnbergen. In slechts enkele dagen tijd werden hier de basistracks opgenomen. Voornamelijk eigen liedjes, die diep bij mij onder de huid kropen.
Courtney Marie Andrews volg ik al een aantal jaren met grote interesse, op haar nieuwe album Loose Future slaat ze op geslaagde wijze nieuwe wegen in.
De afspraak stond al heel lang. Tien jaar geleden beloofde Guido Belcanto aan Kimberly Claeys dat ze ooit samen een countryplaat zouden gaan maken. Moederland is geproduceerd door Belcanto, die ook zijn voortreffelijke begeleidingsband “Het Broederschap” meenam naar de studio. Moederland is een fraai en verslavend debuut geworden. Haar platenbaas Felix Huybrechts van Starman Records omschreef het album reeds als “Country geboetseerd uit Vlaamse klei”.
Tot de meest verslavende platen van dit jaar reken ik zeker ook Falling Star van Simon Keats. Tilburgenaar Paul Zoontjens geniet vooral bekendheid als toetsenist van The Kik. Paul blijkt een meester in het vinden van steeds weer de juiste inkleuring van de songs. Wie kan bijvoorbeeld het heerlijke orgeltje in combinatie met het fraaie gitaarspel in het swingende Carey-Ann weerstaan? Trouwens met een knipoog naar The Ronettes en The Traveling Wilburys.
Een regelrechte oorwurm is het refrein van Minivan, wat model had kunnen staan voor een Hitchcock film. Het steeds veranderende refrein spreekt boekdelen. De tekst verandert van “She arrived in a minivan” naar vervolgens “She cried in a minivan” naar tenslotte in “She died in a minivan”. In de schitterende ballade Caroline neemt de hoofdpersoon het niet zo nauw, hij bemint zowel moeder als dochter. Zijn maatje uit Sub, Paul Verschuur, zingt erop mee. Op diens zolderkamer werd overigens Pauls eerste album, het toepasselijk getitelde Attick Tapes opgenomen.
De Engelse singer-songwriter Nev Cottee volg ik al jaren. Madrid is zijn vijfde uitstekende album op rij. De titel verwijst naar zijn nieuwe woonplaats Madrid, waar hij naartoe verhuisde vanwege de liefde. Deze verhuizing zorgde voor de nodige inspiratie, net zoals altijd is Lee Hazlewood ook een inspiratiebron.
Actrice Jessie Buckley komt uit Killarney, Bernard Butler is Brits, maar zijn ouders zijn Iers en komen uit Dún Laoghaire. Inspiratie verkreeg men uiteraard uit muziek (Nina Simone, Beth Gibbons, Talk Talk, Patti Smith, Gram Parsons, Pentangle en Laura Marling). Daarnaast uit schilderkunst, gedichten, de flamenco dans, caravan vakanties in Ierland. En een boek in het speciaal, Maurice O’Sullivans Memoires uit 1933 “20 Years A-Growing”, een ode aan het afgelegen leven op de Blasket-eilanden, voor de kust van County Kerry, al 15 jaar een favoriet boek van Butler en de favoriet aller tijden van Buckley's oma.
Die inspiratie levert een zowel tekstueel als muzikaal boeiend, regelmatig donker album op. De liedjes zijn zonder uitzondering prachtig gearrangeerd en is de zang van Buckley, waarin af en toe de invloed van Laura Marling te horen is, de kers op de taart. In mijn recensie over For All Our Days That Tear the Heart schreef ik dat het album veel luisteraars zou weten te gaan ontroeren en daardoor volgens mij in veel jaarlijstjes zou gaan opduiken. Benieuwd of dat daadwerkelijk zal gaan gebeuren.
Een van de meest aanstekelijke en verslavende albums van dit jaar is voor mij Ramblin’ Soul van Melissa Carper. Inspiratie vindt Melissa in muziek uit lang vervlogen tijden. Iemand die trouwens laatste jaren het ene na de andere prachtige album uitbrengt.
Het debuutalbum Colfax van The Delines, was acht jaar geleden een van de mooiste albums van dat jaar. Even tijdloos is hun nieuwe album The Sea Drift. De geweldige zang van Amy Boone en de uitstekende teksten van Willy Vlautin vormen ook nu weer de kersen op de taart.
Een van de meest interessante Britse folkacts van de laatste jaren is Bird in the Belly uit Brighton. De twee voorgaande albums waren al een echte must voor de doorgewinterde folkliefhebber. Dat geldt misschien nog meer voor After the City.
Een conceptalbum gebaseerd op de roman “After London; of Wild Engeland" van Richard Jefferies uit 1885, een vroeg voorbeeld van postapocalyptische fictie. Jefferies vertelt het verhaal van de wedergeboorte van Engeland na een niet nader gespecificeerde catastrofe. Steden vervallen en storten in, katten en honden verwilderen en etterende menselijke lichamen worden achtergelaten om te rotten, voordat het land uiteindelijk wordt teruggegeven aan de natuur.
Jefferies geeft geen details over wat er voorafging aan het einde van het fictieve Engeland, dus op basis van gedichten (Cotton Famine Poetry, Plague Poetry) en Broadside Ballads construeerden Bird in the Belly een achtergrondverhaal voor After London.
Een van mijn meest gedraaide albums is dit jaar The Spur van de Amerikaanse singer-songwriter Joan Shelley. De zang van Joan weet me nog meer te raken dan op de voorgangers. Samen met haar muzikale partner Nathan Salsburg werd ze vorig jaar moeder van een dochtertje, wellicht heeft dit nieuwe inspiratie gegeven.
Vooral de zang in een song als When the Light Is Dying bezorgt me dik kippenvel. Overigens is deze langzaam voort meanderende song prachtig ingekleurd met een spaarzame cello en blazers. Bij de fantastische opener Forever Blues wist ik trouwens al dat het goedzat. Nog een van de vele hoogtepunten is voor mij Home, waarvan het aanstekelijke refrein meteen blijft hangen.
Soms vormt de piano het ingetogen, leidende instrument (Breath for the Boy). Bij het schrijven van de tekst kreeg Joan hulp van romanschrijver Max Porter. Meg Baird zingt mee op de opener en op Between Rock & Sky. The Spur is een album dat grote indruk op mij maakt, prachtplaat!
Het debuutalbum Dwelling by the Weir van Ellie Gowers ontdekte ik via de website van Folkradio UK. Dwelling by the Weir kwam op natuurlijke wijze tot stand tijdens de lockdown toen Ellie tijd over had om de regio te verkennen waar ze was opgegroeid. Na zo lang van huis te zijn geweest, was het leuk om terug te keren en om in de geschiedenis van Warwickshire te duiken, op zoek naar verhalen die Warwickshire gemaakt hebben tot wat het vandaag de dag is. De thema’s op het album zijn liefde, verlies, nostalgie en ergens bij horen. Ze put niet alleen uit de historie, maar ook uit persoonlijke ervaringen zoals in Poor Old Horse.
Een van de meest indrukwekkende songs is zondermeer A Letter to the Dead Husband of Mary Ball. Het gaat over Mary Ball, die haar ongelukkige huwelijk beëindigde door haar man te vergiftigen. Ze was op 9 augustus 1849 de laatste persoon die in Coventry werd opgehangen. Ellie schreef alle songs zelf op The Last Warwickshire Miner van Pete Grassby (op de melodie van de traditional Wayfairing Stranger) na. Ellie’s heldere stem is de kers op de taart in haar interessante verhalen.
In thuisland Ierland is Anna Mieke Bishop al behoorlijk populair dankzij haar prachtige debuutalbum Idle Mind uit 2019. Het leverde haar een nominatie op voor de prijs van meest urgente act van de RTÉ Folk Awards dat jaar. Anna Mieke komt uit de prachtige provincie Wicklow, vooral bekend van het Nationale Park The Wicklow Mountains en van het idyllische Avoca, waar de serie Ballykissangel werd opgenomen.
Vier singles gingen reeds de release van haar tweede album Theatre vooraf, Twin, For a Time, Mannequin en Seraphim. De hoes, de foto’s op de binnenhoes en de video van het hypnotiserende Seraphim verraden meteen al dat de natuur een belangrijke rol in het leven speelt van multi-instrumentaliste Anna Mieke.
In haar composities zoekt ze op avontuurlijke wijze de grenzen op van de folkmuziek, die vermengd worden met elektronische droomlandschappen, voortbouwend op traditionele en hedendaagse motieven. Haar vaak vloeiende atmosferische arrangementen zorgen er tevens voor dat ze een unieke plaats gaat innemen in de alt-folk.
Ondanks het veelal ingetogen karakter van de muziek kroop het album A Mold for the Bell van Logan Farmer bij mij pijlsnel onder de huid en is het enorm verslavend. Soms is de muziek wat schurend zoals in Crooked Lines. De poëtische teksten zijn erg persoonlijk. Favoriete track is voor mij William.
A Mold for the Bell was een tip van radiomaker Marco Geene (bedankt weer!), die me eerder de schitterende debuutalbums tipte van Martha Bean, Nessi Gomes en Lady Blackbird, met welke albums het zich kan meten. Logan hoopt een keer deze kant op te komen voor concerten en dat hoop ik met hem.
Book of Life is
het debuutalbum van singer-songwriter Brian Blake, die al meer dan 25 jaar
actief is in de muziekscene in het Memphis-gebied. Met muzikale invloeden en
roots uit zowel Texas als Tennessee, schrijft Brian oprechte en tot nadenken
stemmende folk, Americana en bluesmuziek.
Hij is een echte verhalenverteller, die de traditie met
glans voortzet van legendarische artiesten als Townes Van Zandt, Guy Clark en
recent iemand als Terry Klein. Net als laatstgenoemde werkte Brian met Walt
Wilkins (en Ron Flynt) als producer en bevindt zich Bart de Win onder de
medewerkende muzikanten. Dat Brian een geboren verhalenverteller is, blijkt
meteen uit de beginregels van opener Ricefield
in the Distance :
“Old Hank’s sitting on the front porch, rocking the days
away.
Ever since he went blind, you know he ain’t had much to say.
And there’s a rice field in the distance up around the bend.
Fourteen miles from the river and where it all began.”
Het gaat over de overgrootouders van Brian, die tijdens de
Grote Depressie een groot gezin moesten zien te onderhouden. De tekst wordt
bijzonder fraai vergezeld door de weemoedige viool van Warren Hood en was ik
meteen verkocht. Zeker nadat ik de titelsong Book of Life had gehoord, een duet met Betty Soo en warm
accordeonspel van Bart.
Op zijn debuutalbum brengt Brian een hommage aan zijn
familie, die al zo’n 175 jaar in de regio Liberty in Texas woont. Twee songs
hebben de Tweede Wereldoorlog als onderwerp. Rose Marie gaat over zijn
grootouders. Zijn grootvader was chirurg-assistent op een hospitaalschip in de
Stille Oceaan. Gekweld door wat hij zag en meemaakte, de gewonden en stervenden
verzorgend.
De andere, Move On J.D., gaat niet over zijn familie, maar
over een oorlogsveteraan, die dakloos werd. Brian is bijzonder trots op deze
ingetogen song, die keihard binnenkomt bij de luisteraar. Door het lied werd
Brian bekroond tot Songwriter of the Year in 2021 door the Memphis Songwriters
Association. Het lied is een aanklacht tegen hoe vaak door overheidsinstanties
wordt omgesprongen met oorlogsveteranen. De Wurlitzer bijdrage van Ron Flynt is
hier trouwens de kers op de taart.
Zijn zuidelijke roots hoor je het beste terug in het bluesy en groovy The Ott Hotel, met name in het gitaarspel. Het voert te ver om alle, vaak ontroerende songs hier behandelen. Book of Life is een tijdloos debuutalbum van een geboren verteller.
Theo Volk