Tot twee keer toe werd ik getipt om Mojo te gaan beluisteren, genoeg reden om dat te doen. Het betreft
het negende album van Ash Grunwald. Ashley Mark Groenewald is een ervaren Australische
bluesmuzikant, die morgen zijn drieënveertigste verjaardag viert. In het begin
van zijn carrière werd hij geïnspireerd door blueslegendes als Robert Johnson, Son House en Howlin' Wolf,
maar ook door platen als Swordfishtrombones
en Bone Machine van Tom Waits. Op Mojo kreeg Grunwald hulp van niet de
minsten. Op Ain’t My Problem horen we
de op dit moment volop in de belangstelling staande Teskey Brothers. Joe
Bonamassa tovert een geweldige solo uit zijn gitaar op Waiting Around to Die. In opener Hammer en in Whipping Boy
is zanger Terry Evans te horen. Evans geniet in Nederland bekendheid door zijn
samenwerking met Hans Theessink. Evans en de Teskey Brothers zorgen voor een
soulvolle invulling van de songs. Daarnaast horen we nog een handvol andere
uitstekende muzikanten, waaronder Kasey Chambers. Het fraaie album werd
gedeeltelijk in Australië en Amerika opgenomen. Voor wie meer over het album
wil weten, twee dagen geleden stond een interessant interview op de website van
The Rockpit, wat eventueel hier is
terug te lezen. De cd is helaas moeilijk leverbaar, volgens mij alleen via zijn
website te koop.