In 1997 werd Ibrahim Ferrer op zijn zeventigste aan de
vergetelheid ontrukt door zijn medewerking aan A Toda Cuba Le Gusta van Afro-Cuban All Stars. In de jaren veertig
en vijftig genoot hij in Cuba grote bekendheid als zanger van Pacho Alonso's
orkest in Havana. Begin jaren negentig trok Ferrer zich terug uit de muziek;
hij poetste schoenen en leefde van een klein maandelijks pensioen. Zijn
bijdrages aan het album van Afro-Cuban All Stars bleek slechts nog maar de
opmaat naar nog veel groter succes met Buena Vista Social Club in datzelfde
jaar. Van hun geweldige debuutalbum werden zo’n negen miljoen exemplaren
verkocht. Het bracht de groep wereldwijd op grote podia als Carré en Carnegie
Hall. In 1999 volgde het eveneens succesvolle Buena Vista Social Club Presents: Ibrahim Ferrer. Op het hoogtepunt
van zijn roem verscheen in 2003 onder zijn eigen naam Buenos Hermanos. Uiteraard weer geproduceerd door Ry Cooder en Nick
Gold. Wederom is een bijzonder geslaagde combinatie van Cubaanse en Amerikaanse
muzikanten te horen. Naast Ry Cooder en diens zoon Joachim werkte een karrenvracht
aan fantastische muzikanten mee als Flaco Jiménez, Jim Keltner, Jon Hassell,
Roberto Fonseca en The Five Blind Boys of Alabama. Naast drie eigen composities
zingt hij een aantal klassiekers uit de Cubaanse muziek, zoals het bekende Perfume De Gardinas en het fantastische
titelnummer. Het album bevat tevens vier nummers vanuit de originele
albumsessies die niet eerder te horen waren. Ry Cooder over het herbewerken van
het album : “It’s better than ever, if I may say. We went back into the session
tapes and found songs that were overlooked for some reason, and you’re going to
be as thrilled as I am. We’ve really polished it up and improved it and
expanded it, it sounds almost brand new. There’s one thing for sure: we need
something good, something beautiful in these days and times.”. De laatste zin
kan ik zeker beamen. Daartoe behoort
zeker deze heruitgave van Buenos Hermanos.