Hoe meer ik over muziek schrijf, des te meer ik het idee krijg
dat mijn muziekkennis toch minder groot is dan ik altijd dacht. De Amerikaanse
singer-songwriter Simon Joyner, vernoemd naar Paul Simon, was volkomen onbekend
voor mij. Sinds 1991 brengt hij met grote regelmaat albums uit, waarmee hij bekende artiesten beïnvloedde als Gillian Welch, Beck, Kevin Morby en Bright Eyes. Hij
is ook bekend van het “Peel Incident”, de legendarische dj John Peel draaide
eens integraal zijn album The Cowardly
Traveller Pays His Toll op de radio. Gillian Welch omschreef hem eens
treffend als "Omaha has given us the reigning heir to Henry Miller's dark
emotional mirror, Townes Van Zandt's three-chord moan, and Lou Reed's warehouse
minimalism: His name is Simon Joyner.". Hij zet inderdaad de traditie
voort van de grote verhalenvertellers als Townes van Zandt, John Prine en Guy
Clark. Soms hoor je invloeden terug, zo had Tongue
of a Child geschreven kunnen zijn door Leonard Cohen. Ook hoor ik af en toe Bob Dylan en Lou Reed
doorklinken. Dat John Peel het ooit bij het rechte eind had, hoorde ik al na
één keer Blue Eyed Boy en de
titelsong van Pocket Moon gehoord te
hebben. Zijn treurige, onvaste stem vormde in eerste instantie een klein
struikelblok, maar intussen vind ik die iets aandoenlijks hebben. Tegen zijn
gewoonte in koos Joyner deze keer niet voor zijn vaste begeleiders, maar voor een
groep onbekende muzikanten, die de songs bijzonder subtiel inkleuren. Dankzij Pocket Moon heeft Joyner er een fan bij.