Replay : Theo’s Top 20 van 1972

1. Terry Callier - What color is love

2. The Rolling Stones - Exile on main st.

3. Neil Young - Harvest

4. Steely Dan - Can't buy a thrill

5. Roxy Music - Roxy Music

6. David Bowie - Ziggy Stardust

7. Todd Rundgren - Something/Anything?

8. Gentle Giant - Three friends

9. Ann Peebles - Straight from the heart

10. Nick Drake - Pink moon

11. Stevie Wonder - Talking book

12. Lou Reed - Transformer 

13. Lal & Mike Waterson - Bright phoebus 

14. Little Feat - Sailin' shoes

15. Randy Newman - Sail away

16. Slapp Happy - Sort of

17. Al Green - Let's stay together

18. Bobby Charles - Bobby Charles

19. Yes - Close to the edge

20. Popol Vuh - Hosianna Mantra

Allereerst, alle lezers van mijn blog een voorspoedig 2022 toegewenst!

Traditiegetrouw komt de releasestroom ongeveer pas half januari weer op gang. Mooie gelegenheid om eens terug te blikken wat precies een halve eeuw geleden mijn favoriete albums waren. Begin 1972 werd ik veertien en begon mijn serieuze belangstelling voor muziek. Roxy Music werd dat jaar de eerste groep, die ik vanaf het begin zou gaan volgen. Het debuutalbum van Roxy Music werd een klassieker dankzij hun unieke, opwindende artrock. Boegbeelden waren in het begin Bryan Ferry en Brian Eno. Helaas haakte Eno na het tweede album af. Wat later begon ik meer muziek te ontdekken uit 1972.

Onbetwiste favoriete album van dat jaar is What Color Is Love van de bescheiden Terry Callier, een fantastische zanger. Op dit album brengt hij een unieke mix van funk, rock, folk, jazz tot zelfs klassiek. Alleen al vanwege opener Dancing Girl het aanschaffen waard. Helaas kregen zijn albums uit zijn eerste periode onterecht weinig aandacht en werd hij computerprogrammeur. Dankzij Massive Attack en Beth Orton kwam er hernieuwde belangstelling voor zijn muziek en verschenen ook nu weer prachtplaten als Timepeace en Speak Your Peace. Helaas ontviel ons Callier al in 2012 op slechts zevenenzestigjarige leeftijd.

Op Exile on Main St. zijn The Rolling Stones op de hoogtepunt van hun creativiteit en roem. Overigens ontstond het album niet onder ideale omstandigheden. Vanwege belastingperikelen waren The Stones gevlucht naar Zuid-Frankrijk. Tot mijn muzikale DNA behoort zeker Harvest van Neil Young, wat ik ook in mijn vroege tienerjaren leerde kennen. Al snel had ik een zwak voor de onvaste zang van Young. Het album bevat onsterfelijke liedjes als A Man Needs a Maid, Heart of Gold, Old Man en The Needle and the Damage Done.

Het latere werk van Steely Dan is niet zo aan mij besteed, in tegenstelling tot de eerste vijf albums, die minder gepolijst zijn. Het debuut Can’t Buy a Thrill is van het begin af aan mijn favoriet gebleven. Wat het album anders maakt ten opzichte van hun overige albums is de aanwezigheid van blue-eyed soul zanger David Palmer. Een van de grote krakers op het album is natuurlijk het aanstekelijke Reelin’ in the Years.

Een van de meest veelzijdige popmuzikanten ooit was David Bowie, die zo’n beetje bij het verschijnen van elk nieuw album van gedaante veranderde. Ziggy Stardust behoort samen met Hunky Dory, Low, Scary Monsters en zwanenzang Blackstar tot de hoogtepunten uit zijn oeuvre. Eind vorig jaar was Todd Rundgren opeens trending topic door zijn cover van Flappie, het trieste kerstliedje van Youp van ’t Hek. Het hoogtepunt uit Rundgrens carrière is misschien wel Something/Anything? waarop hij zowel op een geslaagde manier experimenteert, maar ook nog gevoelige en nostalgische songs als Marlene en The Night the Carousel Burned Down ten gehore brengt.

Een van de meeste interessante bands uit de art en prog-rock uit de jaren zeventig vind ik Gentle Giant. Three Friends is een conceptalbum en het eerste album wat de band zelf produceerde. De eerste twee daarvoor werden geproduceerd door Tony Visconti. Hoogtepunt vormt Schooldays door de fantastische, gelaagde zang en het sublieme vibrafoonspel van Kerry Minnear.

Afgelopen jaar nam Vintage Dutch nog een prachtige cover op van 99 Pounds van Ann Peebles, de koningin van de Memphis Soul.  Het nummer stond op Peebles’ klassieker Straight from the Heart en verscheen op Hi Records, waar ook Al Green dat jaar Let’s Stay Together uitbracht. Op beide albums zijn klasbakken Charles en Leroy Hodges te horen.

Het eerste album wat ik van Nick Drake halverwege de jaren zeventig hoorde en kocht was Pink Moon. Bij de aankoop werd ik vooral getriggerd door de vreemde hoes. Het was heel erg wennen aan de sombere en kale muziek. Zijn eerste  twee albums, Five Leaves Left en Bryter Layter, zijn me eerlijk gezegd een stuk dierbaarder.

Begin jaren zeventig was Stevie Wonder geëvolueerd van een kindsterretje naar een gerespecteerd album artiest. In 1972 bracht hij twee geweldige albums uit. Allereerst Music of My Mind,met daarop klassiekers als het funky Keep on Running en het magistrale Happier Than the Morning Sun. Nog een tikkeltje mooier is echter Talking Book, wat met You Are the Sunshine of My Life en Superstition grote hits bevatte. Maar songs als Tuesday Heartbreak en Blame It on the Sun doen daar zeker niet voor onder.  

Na Berlin en New York is voor mij Transformer Reeds beste album. Geproduceerd door David Bowie en bevatte met Walk On the Wild Side en Perfect Day klassiek geworden songs. Voor mij kleven aan afsluiter Goodnight Ladies goede herinneringen. Rond mijn twintigste kwam ik geregeld in het Bredase café De Bommel, waar men traditiegetrouw rond kwart voor twee ’s nachts Goodnight Ladies draaide ten teken dat men tijdens dat nummer nog een laatste drankje kon bestellen.

Bright Phoebus van Lal & Mike Waterson is een obscure folk-noir klassieker, wat gezien wordt als het Engelse folk equivalent van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band. Mijn favoriete album van Little Feat is niet, zoals voor vele anderen, Dixie Chicken maar Sailin’ Shoes. Het nummer Willin’ van Lowell George behoort al decennia lang tot mijn favoriete liedjes. De cover ervan door Phantom Limb is trouwens ook niet te versmaden.

Zijn zang neem ik op de koop toe, want de liedjes van Randy Newman zijn vaak briljant, zeker op Sail Away, samen met Good Old Boys, de hoogtepunten uit zijn oeuvre. Wie zijn liedjes trouwens met een prachtige stem gezongen wil horen, moet zeker eens Texas Girl & Pretty Boy van Mathilde Santing beluisteren.

Slapp Happy was een avant-garde trio dat bestond uit Dagmar Krause, Anthony Moore & Peter Blegvad. Er zijn maar weinig stemmen die mij zo weten te raken als die van Krause. Sort Of was hun debuut.  Prijsnummer is Who's Gonna Help Me Now, wat me nu nog steeds iedere keer weer kippenvel bezorgt. Net als Slapp Happy werd Popol Vuh opgericht in Duitsland. Hosianna Mantra is een dromerige en zweverige cultklassieker.  

Leo Blokhuis brak een aantal jaren geleden op tv terecht een lans voor het debuutalbum van Bobby Charles. Charles krijgt op dit album hulp van Rick Danko van The Band en van Dr. John. Samen met Danko schreef Charles het prijsnummer Small Town Talk. Mijn favoriete album van Yes zal altijd The Yes Album blijven. Daarna volgen Fragile en Close to the Edge. Laatstgenoemde bestaat slechts uit een drietal, langere songs. Het zeer pretentieuze Tales from Topographic Oceans was trouwens de reden om Yes niet langer te blijven volgen.  

Theo Volk