Replay : Theo’s Top 20 van 1973

1. Tom Waits : Closing time

2. Lou Reed : Berlin

3. John Cale : Paris 1919

4. Pink Floyd : Dark side of the moon

5. Stevie Wonder : Innervisions

6. Genesis : Selling England by the pound

7. Roxy Music : For your pleasure

8. The Wailers : Burnin'

9. The Who : Quadrophenia

10. John Martyn : Solid air

11. Rory Gallagher : Blueprint

12. King Crimson : Larks tongues in aspic

13. John Fahey : Fare forward voyagers

14. Bruce Springsteen : Greetings from Asbury Park, N.J.

15. Bill Wilson : Every changing minstrel

16. Mike Oldfield : Tubular bells

17. Marvin Gaye : Let's get it on

18. Wings : Band on the run

19. Ten Years After : Recorded live

20. Kevin Coyne : Marjory razorblade

Allereerst, namens Rein en mij, alle lezers van ons blog een voorspoedig 2023 toegewenst!

Traditiegetrouw komt de releasestroom ongeveer pas half januari weer op gang. Mooie gelegenheid om eens terug te blikken wat precies een halve eeuw geleden mijn favoriete albums waren. Net als 1972 was 1973 voor mij een fantastisch muziekjaar.

Al heel lang is Closing Time het debuutalbum van Tom Waits mijn favoriet van 1973. Waarom? Alles klopt aan dat album. Ten eerste, de stem van Waits was toen nog in tact. De songs zijn stuk voor stuk uitstekend en weten vijftig jaar na dato nog evenzeer te beklijven als toen ik ze voor het eerst hoorde. Regelmatig ademt het een nachtelijke sfeer uit, zoals in de jazzy nummers Virginia Avenue en Midnight Lullaby. Ondanks de experimenteerdrift op latere albums, kan geen enkel van deze albums op compositorisch gebied voor mij tippen aan Closing Time, zelfs Swordfishtrombones niet. Op dit album vol hoogtepunten is Martha mijn favoriet.

Marjory Razorblade van Kevin Coyne en Berlin van Lou Reed leerde ik kennen dankzij Oor recensent Bert van de Kamp, jarenlang mijn muzikale gids in de popmuziek. Berlin werd in 1973 in het algemeen door de pers niet goed ontvangen, Rolling Stone noemde het bijvoorbeeld een rampplaat. Bert echter wist Berlin wel meteen op juiste waarde te schatten. Het is een donker album, dat het verhaal vertelt van de strijd van een stel met drugsverslaving en -misbruik, op meesterlijke wijze geproduceerd door Bob Ezrin. Met name The Kids gaat bij de luisteraar door merg en been. Oh, Jim gaat volgens van de Kamp over Reed’s vriend Iggy Pop. Voor Oor interviewde van de Kamp meermaals Reed.

Bert van de Kamp was in de jaren zeventig een groot pleitbezorger van Kevin Coyne. Mijn favoriete plaat van hem is het dubbelalbum Marjory Razorblade, waarop Marlene het prijsnummer is.

In de jaren zestig maakte de Brit John Cale met Lou Reed deel uit van de legendarische Amerikaanse groep The Velvet Underground. De ego’s van de heren zouden al spoedig botsen en begon Cale al snel een zeer succesvolle solocarrière. Tot zijn mooiste albums kan zeker Paris 1919 gerekend worden. Op een nummer na, een bijzonder ingetogen album. Zelfs nu nog weet de afsluiter Antarctica Starts Here me kippenvel te bezorgen. Het bevat ook een van de beroemdste zinnen uit de popmuziek : “Nothing frightens me more, than religion at my door“ uit Hanky Panky Nohow.

Een van de meest iconische en tevens een van de meest populaire albums uit de popmuziek is zondermeer Dark Side of the Moon van de psychedelische rockband Pink Floyd. Opgenomen in de legendarische Abbey Road Studios in Londen. Het album werd de doorbraak naar het grote publiek, niet in de laatste plaats door de hit Money.

Tussen 1972 en 1977 bevond soulzanger Stevie Wonder zich op zijn artistieke hoogtepunt. In die periode bracht hij de klassiekers Music of My Mind, Talking Book, Fulfillingness' First Finale, Songs in the Key of Life en Innervisions uit. In de loop der jaren is laatstgenoemde toch wel uitgegroeid tot mijn favoriet. Een conceptalbum waarop Wonder zijn visies op de maatschappij naar buiten bracht. Zo gaat afsluiter He's Misstra Know-it-all over Richard Nixon. Drie dagen na de release van Innervisions kwam Wonder in een coma ten gevolge van een auto-ongeluk.

Een van de meest populaire progressieve Engelse rockbands was Genesis, met de charismatische Peter Gabriel als frontman. Samen met The Lamb Lies Down on Broadway behoort Selling England by the Pound tot de klassiekers in het oeuvre van Genesis.

In 1973 bracht Roxy Music twee uitstekende albums uit, Stranded en For Your Pleasure. Laatstgenoemde was helaas het laatste album met geluidsmagiër Brian Eno.

In 1973 braken The Wailers door met het in Londen opgenomen Burnin’. Het bevat bekende hits als Get Up, Stand Up en I Shot the Seriff (ook voor Eric Clapton). Maar de rest van de nummers doen er zeker niet voor onder.

Het dubbelalbum Quadrophenia van The Who was hun derde rockopera. Tommy werd een stuk bekender, maar Quadrophenia is niet minder beklijvend. Sterker nog, is bij mij duidelijk de favoriet. Het album vertelt het verhaal van een jonge mod op weg naar volwassenheid.

De eerste singer-songwriter die ik leerde waarderen was John Martyn. Het titelnummer van Solid Air gaat over zijn goede vriend Nick Drake, die na diens dood pas de bekendheid kreeg die hij verdiende. Naast acht eigen nummers een cover van I'd Rather Be the Devil van Skip James.

Blueprint is mijn favoriete album van de Ierse bluesgitarist Rory Gallagher. Live gaf hij altijd veel waar voor zijn geld, op zijn setlist ontbrak nooit Walk on Hot Coals, een van de prijsnummers op Blueprint, naast het bijzonder fraaie Daughter of the Everglades.

Tot de top van de Engelse progrock behoorde King Crimson, met Robert Fripp als de eigenzinnige bandleider. Hun debuutalbum In the Court of the Crimson King werd meteen een klassieker. Maar  het trio Larks’ Tongues in Aspic, Starless and Bible Black en Red kunnen ook tot de hoogtepunten in hun oeuvre bestempeld worden.

John Fahey was een bijzonder invloedrijke Amerikaanse gitarist, die tot op de dag van vandaag nieuwe volgelingen kreeg. Fare Forward Voyagers (Soldier's Choice) is een absoluut hoogtepunt in zijn oeuvre. Het album telt slechts drie composities, het titelnummer alleen al duurt ruim 23 minuten.

Door de jaren heen is het debuutalbum Greetings from Asbury Park, N.J. van “The Boss” altijd mijn favoriet gebleven. Het bevat bekende songs als Blinded by the Light, For You en Spirit in the Night. Maar zeker zo mooi is een song als Mary Queen of Arkansas.

Negen jaar terug ontdekte ik dankzij het muziekforum MusicMeter de cultklassieker Ever Changing Minstrel van Bill Wilson. De naam van Bill Wilson zal bij weinig mensen een belletje doen rinkelen. Het verhaal gaat dat deze man op een dag in februari '73 aanklopte bij het huis van Bob Johnston (producer van onder andere "Blonde on Blonde" en "Songs From a Room") in Austin en hem vroeg of hij een plaat bij hem mocht opnemen. Johnston reageerde in eerste instantie verbouwereerd, maar nadat Wilson een paar nummers had gespeeld wist hij niet hoe snel hij een aantal van zijn vaste sessiemuzikanten moest bellen en nog dezelfde avond was alles opgenomen. Wilson vertok na afloop van de opnames weer en de twee hebben elkaar nooit meer gezien of gesproken.

Tubular Bells van Mike Oldfield heb ik vroeger nooit op lp gehad, pas enkele jaren geleden schafte ik het aan op cd. Mijn vriend Paddy had de lp en draaide hem vaak als ik bij hem op bezoek was. Oldfield had moeite om een platendeal voor Tubular Bells te regelen, het was uiteindelijk kersvers labeleigenaar Richard Branson van het gloednieuwe Virgin die de gok waagde. Het album kreeg uiteindelijk veel aandacht, doordat de invloedrijke John Peel het gehele album integraal in zijn radioprogramma draaide.

What’s Going On was natuurlijk het meesterwerk van Marvin Gaye. Niet veel minder is Let's Get It On.

Na The Beatles had Paul McCartney de nodige successen met Wings. Klassiek werd hun album Band on the Run. Vooral het titelnummer en Mrs. Vandebilt hebben de tand des tijds doorstaan.

Een album wat ik werkelijk grijsgedraaid heb is Recorded Live van Ten Years After. Het album staat vol met geweldig gitaarspel van Alvin Lee. Wie van mijn generatie heeft geen luchtgitaar gespeeld op de solo van I’m Going Home?

Theo Volk