Ben Watt is een oudgediende, tijdens zijn studie aan de universiteit
van Hull begon hij in 1981 op negentienjarige leeftijd zijn carrière als
singer-songwriter en bracht twee jaar later zijn debuutalbum North Marine Drive uit en werd
vergeleken met John Martyn en Tim Buckley. In de tussentijd had hij op de universiteit
zijn toekomstige vrouw Tracey Thorn leren kennen. In 1984 debuteerde ze samen
als het duo Everything But the Girl met het fraaie album Eden. In de vijftien jaren erna verschenen ook nog prachtplaten van
hetzelfde niveau als Idlewild, Amplified Heart, Walking Wounded en Temperamental. Na het stoppen van het
duo begon Watt een carrière als radio-dj op BBC6, als producer en startte zijn
eigen techno en deep house platenlabel Buzzin' Fly Records (vernoemd naar het
Tim Buckley liedje). Ook als auteur bewees hij zijn mannetje te staan. Hij
schreef twee memoires, “Patient”, waarin hij gedetailleerd zijn bijna dood
ervaring begin jaren beschrijft. Daarnaast nog een dapper gedenkschrift over
het huwelijk van zijn ouders, getiteld “Romany and Tom”, dat in 2014
genomineerd werd voor de prestigieuze Samuel Johnson Prize. In datzelfde jaar
verscheen eindelijk na 31 jaar zijn tweede soloalbum Hendra. Snel hierna volgde Fever
Dream, waaraan onder anderen Bernard Butler (Suede) en Marissa Nadler
meewerkten. Storm Damage is intussen
zijn vierde album en zijn fraaiste. De opgewekte single Figures in the Landscape ging de albumrelease reeds vooraf. De
strekking van de teksten zijn over het algemeen minder opgewekt. Watt over de
reeds vrijgegeven single : “The song is a call to action in response to
feelings of powerlessness. I wrote it in a period of personal crisis and
political upheaval. The random nature of both can leave you feeling insignificant,
lacking agency in the world, but in the end I guess you have a simple choice:
to get up and celebrate what you have, or get out and take issue with it.”. Ook
de titel verwijst naar die periode dat het minder goed met hem ging. Gelukkig
eindigen niet alle teksten in treurnis zoals bijvoorbeeld Irene, waarvan het refrein moeilijk uit je geheugen te verbannen
is. Watt weet trouwens als geen ander elektronica op een organische manier in
te passen in zijn muziek. Op afsluiter Festival
Song maakt hij gebruik van een Challen piano uit 1874. Ondanks de vaak
serieuze ondertoon van de teksten voelt Storm
Damage aan als een warme deken.