William Bell - This Is Where I Live


Nog nooit eerder schreef ik over soulmuziek, niet omdat ik er niet van hou, in tegendeel zelfs. In de jaren zeventig en tachtig luisterde ik er zelfs erg veel naar. Helaas komen er tegenwoordig nog maar weinig soulalbums uit, die mij kunnen bekoren. De meeste moderne R&B is absoluut niet aan mij besteed, maar gelukkig is daar nu This Is Where I Live van William Bell. Al op zestienjarige leeftijd had Bell in 1955 muzikaal succes door een groot talentenjacht te winnen in zijn geboortestad Memphis. Vlak erna zou hij deel gaan uitmaken van de zanggroep Del-Rios. Zowel met die groep als solo tekende hij kort erop voor het Stax-label. Zijn eerste grote hit in 1961 werd You Don’t Miss Your Water, een nummer wat gospel met country combineerde. Zijn klassiek geworden debuut The Soul Of a Bell verscheen echter pas in 1967, belangrijkste reden hiervoor was dat hij ook nummers voor andere Stax artiesten schreef. Veel van zijn volgende albums werden geen succes, meestal veroorzaakt door een slechte productie. Gelukkig is dit keer de keuze voor producer John Leventhal een gouden greep. Leventhal is een man met een enorme staat van dienst, vooral in het countrygenre. Zo produceerde hij een aantal albums van zijn vrouw Rosanne Cash. Naast de productie van This Is Where I Live, zat hij achter de knoppen, bespeelt hij een groot aantal instrumenten, schreef hij mee aan bijna alle songs op het album en arrangeerde hij de liedjes op voortreffelijke wijze. Bell is bijna zevenenzeventig, maar op zijn stem zit nog maar weinig sleet. Veel van de songs zijn autobiografisch en zijn een terugblik op het verleden, zoals het titelnummer waarin de naam van Sam Cooke valt. Cooke vormde in zijn jeugd samen met Nat King Cole zijn grote voorbeelden. Het songmateriaal is zonder uitzondering ijzersterk. Veelal ballads, maar ook zijn er meer ritmisch georiënteerde songs te vinden. Een van de hoogtepunten hiervan is Mississippi-Arkansas Bridge. In een aantal songs vervullen blazers en fraaie achtergrondkoortjes een hoofdrol. Er zijn ook twee zeer goed gekozen covers te vinden, All Your Stories (Jesse Winchester) en Walking on a Tightrope (Rosanne Cash). Met opvallend gemak zet Bell beide songs geheel naar zijn hand. This Is Where I Live in niet alleen een hoogvlieger in het genre, maar behoort gewoon tot het allermooiste wat 2016 tot nu toe te bieden heeft. Hopelijk gaat de samenwerking tussen Bell en Leventhal nog een vervolg krijgen.
Theo Volk
Releasedatum: 3 juni 2016 Stax
Website: http://www.williambell.com/#new-page

The Watchman - Dorset Moon


De afgelopen decennia verdiende Ad van Meurs zijn sporen in de muziek. Eerst in de popmuziek, maar hij schakelde al snel over naar blues en folk. Zo maakt hij tegenwoordig deel uit van NO blues, van welke groep ik vorig jaar een recensie schreef over Oh Yeah Habibi. De afgelopen jaren maakte hij twee prachtige Nederlandstalige albums onder zijn eigen naam, waarvan ik De Weg Is Een Vriend recenseerde.  Daarnaast speelt hij een belangrijke rol bij het jaarlijkse Naked Songfestival en brengt hij wekelijks minder bekende, maar uiterst interessante muzikanten onder het voetlicht in het kader van Ad van Meurs presenteert in Mijnheer Frits. Zijn meeste bekendheid vergaarde hij echter als The Watchman. Samen met zijn vrouw Ankie Keultjes vormt hij al meer dan vijfentwintig jaar de kern van dit project. Mijn eerste kennismaking met zijn muziek was in 1994, net als voor vele anderen, de cd Peaceful Artillery, geproduceerd door legende Jack Clement. De voorgaande twee waren door niemand minder geproduceerd dan Joe Boyd (bekend van zijn productiewerk voor Nick Drake). Dorset Moon is intussen het twaalfde werkstuk. Het is een zeer sober, relaxt, akoestisch album. Dit keer is het een echte “family affair” geworden. Alleen Ad, Ankie en zoon Dylan werkte eraan mee. De laatstgenoemde heeft zeer zeker het muzikale talent geërfd van zijn ouders. Dorset Moon is hoorbaar in alle rust thuis en in Gemert opgenomen. Vooral het gitaarwerk is zoals vanouds erg sterk. De liedjes zijn weer door Ankie voorzien van fraaie achtergrondvocalen. Vooral persoonlijke favoriet Drunk with You is hiervan een goed voorbeeld. Opvallend is ook de korte instrumental Beans, Bacon & Eggs. Tien van de elf nummers zijn door Ad zelf geschreven, alleen Columbus Stockade is public domain. Columbus Stockade staat overigens ook op het repertoire van NO blues. Uiteraard werd Dorset Moon wederom vakkundig geproduceerd, opgenomen en gemixt door Ankie. Het behoort absoluut tot zijn mooiste albums. Het is reeds als download te koop via CDBaby, wie een cd prefereert kan bij Ad rechtstreeks terecht. De officiële cd-presentatie zal plaatsvinden op 1 september aanstaande in Café Wilhelmina, uiteraard in Eindhoven. Om meerdere redenen hoop ik dat Ad ooit nog eens een keer onder eigen naam een Nederlandstalig album zal uitbrengen.
Theo Volk
Releasedatum: juni 2016 Mezzoforte Music Productions
Websites: http://www.advanmeurs.nl/ en http://www.cdbaby.com/cd/thewatchman23

Jenny Sturgeon - From the Skein


Haar naam zei me helemaal niets op het moment dat John Smits me tipte om From the Skein te gaan beluisteren. Jenny Sturgeon komt uit het noordoosten van Schotland en is bioloog. Dieren, en dan vooral vogels, spelen een belangrijke rol in haar muziek. Daarnaast ook de zee en historie van de streek waar ze woont, haar debuutep uit 2014 heette niet voor niets Source to  Sea. Hierop is onder andere een cover te vinden van de bekende song van Cyril Tawney, The Grey Funnel Line, ook twee jaar geleden prachtig gecoverd door onze eigen Linde Nijland. De cd bevat alleen door haarzelf geschreven songs, alleen Raven en Culan schreef ze samen met iemand anders. Een aantal ervan lijken echte traditionals en andere hebben een meer modern folkjasje. In opener Maiden Stone speelt vooral de weemoedige fluit van Fraser Fifield een belangrijke rol. Het roept bij mij prettige herinneringen op aan Veedon Fleece, het meesterwerk van Van Morrison. De opener gaat over een jonge vrouw, die zich de woede van de duivel op haar nek haalt en haar verandert in een stenen beeld. Dit stenen beeld, getiteld Maiden Stone, bestaat overigens echt.  De eerste vogel duikt op in Raven, een liedje voorzien met een gedenkwaardig refrein. Ierland en Schotland staan bekend om mythische vertellingen, een ervan gaat over Selkie, in zee een zeehond en aan wal een mens. Als je het niet zou weten, dan zou je echt denken dat het om een eeuwenoude traditional gaat. Het nummer krijgt een extra mysterieus tintje door de toevoeging van de Indiase zanger Rahul K Ravindran. Voor mij is het lied met verwijzingen naar de zee, Honest Man, de mooiste track. Vooral het melancholische koortje is beeldschoon, kers op de taart is de duimpiano. Culan vormt haar eigen variatie op het bekende The Twa Sisters, het werd vertaald uit het Gaelic, ook hier duiken vogels op. Een stukje streekhistorie wordt beschreven in het zeer traditioneel aandoende Linton. Hercules Linton is vooral bekend geworden als ontwerper van een van de laatste theeklippers (gebouwd in 1869), The Cutty Sark. Het schip werd vernoemd naar de nachtjapon van heks Nannie Dee uit een gedicht van Robert Burns. In Harbour Masters  beschrijft ze haar uitzicht vanuit haar huis op de haven van Aberdeen. Ook in Schotland bestaat er een traditie van a capella zang, Judgement is hiervan een voorbeeld. Zeer oude geschiedenis wordt herbeleefd in The Honours. Twee dappere vrouwen slaagden erin om in 1650 vanuit Dunnottar Castle de kroon, scepter en zwaard te stelen, zonder dat het opgemerkt werd. Fraaie afsluiter is Fair Drawin’ In, met name de bijdrage op viool mag niet onvermeld blijven. Overigens stond het al, in een soberder, maar eveneens prachtige versie op het debuutalbum van Clype. Clype is een duo bestaande uit Simon Gall (Salsa Celtica) en Jonny Hardie. Gall produceerde op vakkundige wijze From the Skein. Het artwork werd schitterend vormgegeven door Will Miles en Jenny zelf. Haar debuut kenmerkt zich vooral door de afwisseling van zeer traditioneel getinte stukken en een aantal anderen die voorzien zijn van een moderner jasje. Bovendien hebben haar liedjes, zonder uitzondering, interessante teksten.
Theo Volk
Releasedatum: 10 juni 2016 Eigen beheer
Website: http://www.jennysturgeonmusic.com/


Jimmy Bez - Lies of a sinner


Wie de jeugd heeft de toekomst. Voor wie dat zeker opgaat, is de pas zeventienjarige bluesrocker James Bezreh uit Boston. Hij werd al vroeg met het muziekvirus aangestoken door zijn vader, die een verdienstelijk muzikant is, zij het niet beroepsmatig. Al op zijn achtste begon hij gitaar te spelen en op zijn twaalfde richtte hij een rockbandje op, 21st Century Fugitives (21CF), waarin hij fungeerde als gitarist en voornaamste liedjesschrijver. Ze wonnen diverse prijzen en opende tot twee keer toe een uitverkocht optreden van Dropkick Murphys. Eind 2014 zag Jimmy de Eric Clapton’s Freddie King Tribute Show en werd compleet omver geblazen. Hij raakte hierdoor geobsedeerd door blues rockartiesten en artiesten door wie zij beïnvloed werden. Vooral Joe Bonamassa, Eric Clapton, Gary Moore, Jimmy Page en Freddie King behoren nu tot zijn favorieten. Vanaf dat moment begon hij liedjes in het bluesrock genre te schrijven, eerste vrucht daarvan was het nummer, Lies of a Sinner, geschreven begin 2015. Hij richtte met een paar buurtvrienden een trio op. Tevens zette hij toen zijn eerste stappen als zanger. Het trio had direct succes en won in dat jaar de Boston Blues Challenge onder 21 jaar. In mei verscheen een eerste EP. Wat bij beluistering opvalt, is de passie en energie, die van de muziek afspat. Ondanks zijn jeugdige leeftijd weet Jimmy al goed hoe hij een song moet opbouwen. Zo begint Don’t Let Me Die in Vain erg ingetogen en wordt er knap naar een climax toegewerkt. Vooral in Keep Me Back en I Don’t belong laat hij horen hoe vingervlug en talentvol hij is. Zijn begeleiders op bas en drums hebben duidelijk een dienende rol, net zoals dat lang geleden bij die andere Jimi gebeurde. Uiteraard is hij zich nog volop aan het ontwikkelen als muzikant, vooral zangtechnisch valt er nog veel te verbeteren en zal er een uitgebreide zoektocht moeten volgen naar een eigen geluid. Overigens wordt het talent al door veel andere blues(rock)artiesten onderkend. Zo zal hij volgende maand een show van Tinsley Ellis openen. Volgens mij zou deze EP in de smaak kunnen vallen bij liefhebbers van Joe Bonamassa en Rory Gallagher. Ik ben erg benieuwd hoe hij zich te komende jaren verder zal gaan ontwikkelen.    
Theo Volk
Releasedatum: 16 mei 2016 Eigen beheer
Websites: http://jimmybez.com/ en https://jimmybez.bandcamp.com/releases




                                  

West My Friend - Quiet Hum


Canadese muzikanten kunnen bij mij redelijk snel rekenen op mijn sympathie. Misschien heeft dat te maken met het feit, dat zij niet zo snel de aandacht zullen krijgen, die Amerikaanse collega's wel vaak ten deel valt. Een van die groepen is West My Friend, het vierkoppige gezelschap dat muziek maakt ergens tussen indie roots en kamerfolk in. Vooral geïnspireerd door artiesten als Owen Pallett, Joanna Newsom en the Punch Brothers. Met name de laatste hoor ik terug in hun muziek. Twee jaar geleden maakte ik met hen kennis bij het verschijnen van When the Ink Dries, het album kon overigens rekenen op uiterst lovende kritieken, waaronder die van Folkradio UK. Dé grote blikvanger is de pure en soepele stem van Eden Oliver. Collega Martin Overheul zou haar stem waarschijnlijk omschrijven als balsem voor de ziel. De muziek wordt verder gekenmerkt door de aanstekelijke arrangementen van bas, mandoline en accordeon met invloeden ontleend aan jazz, klassiek, folk en pop. Quiet Hum werd geproduceerd door de met een Juno genomineerde David Travers-Smith (Ruth Moody, Oh Susanna) en opgenomen in de Fiddlehead Studio op Mayne Island, waardoor er onder andere boomkikkers en paarden te horen zijn in de opnames. Wat mij vooral aantrekt in hun muziek is hun inventieve arrangementen, maar ook het vaak melancholische karakter ervan, vooral veroorzaakt door de zang  van Eden Oliver in combinatie met de accordeon. Where Has My Love Gone had overigens zo kunnen staan op het prachtige Toll the Bell van Lakes of Canada, een andere Canadese band die kamerfolk maakt. Verder vermeldenswaard is dat Tombée in het Frans gezongen is. Echte favorieten heb ik niet, wel had het album even tijd nodig om zijn geheimen bloot te geven. 

Theo Volk

Releasedatum: 17 juni 2016 Grammar Fight Records
Website: http://www.westmyfriend.com/

Rusty Apollo - Midgets & Monkeys


Het debuutalbum Oh Yeah! van Rusty Apollo was me vorig jaar aan de aandacht ontsnapt. Als ik alle recensies in gerenommeerde bladen mag geloven, is dat zeker een reden om binnenkort dat album alsnog te gaan beluisteren. Maar voorlopig heb ik genoeg aan deze tweede schijf, Midgets & Monkeys, geproduceerd door Mickey Smid. Hij won dit jaar een Edison voor Shamanaid van My Baby. Voor de nieuwe cd werden Kim Snelten en Michiel van Leeuwen vervangen door Wiendelt Hooijer op mondharmonica en de pas zestienjarige Moos Meijer (zoon van Mike) op bas. De groep bevat een schat aan een ervaring, vooral Mike Meijer (The Scene, De Gigantjes, Gruppo Sportivo, Arthur Ebeling en Orkater). Hij is drummer en lead-zanger, een niet zoveel voorkomende combinatie. Levon Helm ging hem ooit op voortreffelijke wijze voor in The Band. Mike beschikt net als Tom Waits over een schuurpapieren stem. Niet zo verwonderlijk dat het Tom Waitsnummer Way Down in the Hole hier wordt gecoverd. Uiteraard zijn er covers te vinden van Bo Diddley (Oh Yeah!) en van Willie Dixon (300 Pounds of Heavenly Joy en Pretty Thing). De heren zijn namelijk grote liefhebbers van deze blueslegendes. Vooral Pretty Thing krijgt een beklijvende uitvoering. Het experiment wordt gelukkig niet geschuwd in Can't I Put My Finger In It? en de door Mike Meijer geschreven afsluiter Stick a Fork In Me. Met name in de afsluiter is duidelijk de invloed van producer Mickey Smid te horen. Het nummer bezit dezelfde broeierige sfeer, die de muziek van My Baby kenmerkt. Het is moeilijk stilzitten bij Death Letter Blues van Son House. Vooral ritmisch gezien steekt de muziek erg goed in elkaar. Alleen in Let's Work Together neemt slidegitarist Onno Voorhoeve de leadzang voor zijn rekening. Het nummer van Wilbert Harrison werd vooral onsterfelijk gemaakt in de uitvoering van Bryan Ferry onder de titel Let's Stick Together. De mooiste track is ongetwijfeld het door van der Ploeg en Meijer geschreven She Left Me Good. Dit maakt erg nieuwsgierig naar het soloproject van Mike Meijer onder de naam Mighty Mike. In augustus verschijnt het ambitieuze drieluik Triptychon van hem. Maar in de tussentijd geniet ik volop van deze heerlijke, vuige bluesplaat.  

Theo Volk

Releasedatum: 17 juni 2016 Big Records
Website: http://www.rustyapollo.com/
      

Tom Neven - Closer



Soms hoef je er helemaal niets voor te doen en word je mooie muziek in de schoot geworpen. John Smits van Johnny's Garden was zo vriendelijk om mij een link naar de Soundcloud van Tom Neven door te sturen. Na het beluisteren van een nummer was ik al overtuigd en zocht ik contact met de voor mij totaal onbekende singer-songwriter Tom Neven. Tot mijn grote verrassing blijkt hij slechts een paar straten van mij vandaan te wonen. Tom is 34 jaar, onderwijzer en woont zijn hele leven al in Etten-Leur. Hij blijkt een echte laatbloeier op muziekgebied. In zijn prille jeugd volgde hij verplichte blokfluitlessen. De blokfluit en Tom bleken samen geen succes, bovendien was hij ervan overtuigd dat hij volstrekt amuzikaal was. Het zou tot zijn twintigste duren, voordat hij de gitaar zou oppakken. Dat deed hij tijdens zijn studie aan de Pabo (lerarenopleiding). Hij werd direct verliefd op het instrument en ging gitaarlessen volgen. Zijn gitaarleraar hoorde hem zingen en motiveerde hem om daarmee door te gaan. Reeds een jaar later stond hij met knikkende knieën voor het eerst op een podium. Zijn eerste echte podiumervaring deed hij op met Explicit Parrt, maar al snel had hij in de gaten dat hij niet in de wieg gelegd was voor rockzanger. Dezelfde bezetting zou hierna de funky popband Lost Lions of India gaan vormen, die veel optreden in de regio. De groep werkt achter de schermen aan een nieuw album. In de tussentijd verdiepte hij zich thuis in flamencomuziek, fingerpicking en het schrijven van persoonlijke liedjes. Hij merkte al snel dat, dat erg goed bij hem paste en na zeer enthousiaste reacties uit zijn eigen omgeving, zocht hij het podium. Zijn solocarrière begon echt gestalte te krijgen toen hij in 2014 de finale van De BN/De Stemcultuurprijs haalde. Hij mocht optreden voor een stampvol Chassétheater. Helaas won hij net niet, maar het was een mooie stimulans voor het maken van een cd. Het moest een album worden dat niet draaide om perfectie, maar om puurheid. Bovendien moest de luisteraar het idee krijgen, dat hij naast je op de bank zit te spelen. Voor  het produceren en opnemen van Closer koos hij Jules Fransen, een meer dan uitstekende keuze.



Het eerste wat me opviel bij het luisteren zijn de kristalheldere opnames. Die opnames vonden gewoon bij Jules Fransen thuis plaats. Alle songs werden in een take opgenomen en kennen allen een zeer sobere instrumentatie. In opener Follow Me Home valt vooral de fraaie samenzang met Hilda Ruijs op, maar ook de bijdrage van Alex Akela op dobro mag niet onvermeld blijven. Hilda leerde hij kennen tijdens de finale van De BN/De Stemcultuurprijs. Beide muzikanten zijn een gouden greep geweest van Tom. Het titelnummer is zeer indringend. "Closer is geschreven voor mijn vriendin, maar gaat in principe niet over haar en mij. De tekst handelt over een vader die een excuus maakt aan zijn dochter. Ik heb me geprobeerd in hem in te leven.", aldus Tom. De viool van Alex Akela stuwt het nummer naar nog grotere hoogte. Een afwisselend tintje geeft het met elektrische gitaar opgesmukte Wash It Away. Ook wat meer ritmisch is Time, wederom met bloedmooie zang van Hilda Ruijs, die op het einde wat meer op de voorgrond mag treden. Tom beschikt trouwens over een aangename, licht hese stem. Direct al bij de eerste beluistering maakte het zeer sobere, droevige Empty House, grote indruk, zonder dat ik wist waar de tekst over ging. Het is een eerbetoon aan een moeder en dochter die niet meer samen kunnen zijn, maar ook over de pijn die een ouder moet voelen bij het verliezen van een kind. Het lied is opgedragen aan Renate en haar dochter Renske. Zij was één van de beste vriendinnen van Tom's vriendin en kwam in 2010 om het leven bij de vliegramp in Tripoli. Met deze wetenschap krijgt het lied nog een extra dimensie. Bijzonder ingetogen is Release Me. Associaties aan Damien Rice roept The Stranger & Me bij me op. Niet zo vreemd, want Damien Rice behoort samen met Ray Lamontagne, The Tallest man on Earth, Iron and Wine, Glen Hansard en  Johnny Cash tot zijn favoriete artiesten. Ook hier is de viool van Alex Akela een duidelijke meerwaarde. Voor zijn jongere zus schreef hij Little Sister. Hij is bijzonder eerlijk in die tekst, want hij geeft erin ruiterlijk toe dat hij er niet altijd voor haar was. Waardige afsluiter is Fool You Loved, waarin, het wordt eentonig, wederom een glansrol voor Akela is weggelegd. Het album is prachtig vormgegeven. De foto's in het tekstboekje werden gemaakt door zijn vriendin Katelijn Froeling. Belangstellenden kunnen de cd via Facebook bij hem bestellen (aan een website wordt gewerkt). De prijs bedraagt 10 euro exclusief verzendkosten. Closer is, ondanks de sobere songs, een indrukwekkend debuut. Het is maar weinig artiesten gegeven, om mij echt te raken met eerlijke, persoonlijke liedjes.     

Theo Volk

Releasedatum: 22 mei 2016 Eigen beheer
Facebookpagina: https://www.facebook.com/TomNevenMusic/?fref=ts



Jan de Bruijn - Bittersweet


27 mei was de cd-presentatie van het tweede solo-album Bittersweet van Jan de Bruijn in een volle Mezz in Breda. Ook zijn prachtige debuut The Long Way Home werd daar drie jaar eerder ten doop gehouden. Jan de Bruijn is al zo'n vier decennia een bekende naam in de muziekscene van West-Brabant. Hij maakte samen met zus Anneke en zwager Pieter van Bogaert furore met de Nederlands-Belgische bluesband The Crew, die vooral bekend stond om zijn geweldige livereputatie. Ze brachten twee albums uit, waarvan No Peace of Mind nog steeds te koop is. Ondanks het feit dat ze nog steeds succes hadden, stopte de band eind jaren tachtig. Daarna speelt Jan in diverse bands en deelt hij podia met andere artiesten. Zo toert hij bijvoorbeeld met blueslegende Johnny Copeland, vader van de hedendaagse bluesdiva Shemekia Copeland. Na al die opgedane ervaringen met anderen vond hij het een jaar of vijf geleden tijd om eindelijk een serieuze solocarrière te starten. Zijn debuutalbum verscheen in mei 2013. Het kon direct rekenen op een zeer lovende recensie van Willem Jongeneelen in BN/De Stem, die hem de Robert Cray van de Lage Landen noemde. Zelf was ik nog enthousiaster dan Jongeneelen. Mijn recensie eindigde met de woorden : "Met The long way home heeft hij een schitterend en met veel liefde gemaakt album afgeleverd, waarnaar door mij zeker over een aantal jaren nog regelmatig naar geluisterd zal worden. Een groter compliment kan ik, volgens mij, Jan de Bruijn niet geven!" Woorden waar ik nu nog steeds volkomen achter sta. Het nieuwe album is nog een stuk ambitieuzer van opzet, gezien het grote aantal gastmuzikanten. Een aantal ervan komen uit België, waaronder Paul van Bruysteghem, de bassist van Triggerfinger. De songs op de nieuwe cd vormen samen een nog meer consistenter geheel dan op The Long Way Home, waar meer genres voorbijkomen. Wat vooral opvalt is de uitgekiende instrumentatie van de songs. Jan de Bruijn voelt precies aan wat het liedje nodig heeft. Zo wordt hij bijvoorbeeld in het schitterende Can't You Tell op vakkundige wijze op piano en dobro begeleid door respectievelijk Pieter van Bogaert en David Piedfort. En zo krijgt ieder nummer een opvallende inkleuring. Af en toe geeft hij zijn begeleiders de vrije ruimte om te soleren, zoals Paul van Bruysteghem op een heerlijk scheurende gitaar, in het funky You Ain't the World to Me. En Franklinn Schieman  mag los op saxofoon in She Loves a Fool. Ook komen er regelmatig fraaie koortjes voorbij en ontbreekt andermaal de accordeon van Ad Moelands niet. En uiteraard is het relaxte gitaarspel van de Bruijn zelf te horen. Ook gaat hij naarmate hij ouder wordt steeds beter zingen. 15 juli is hij te zien op het bekende Blues Peerfestival, overigens niet voor de eerste keer. Van tevoren vertelde Jan me, dat Bittersweet nog mooier dan zijn voorganger was geworden. En verdomd, hij heeft nog gelijk ook!        

Theo Volk

Releasedatum: 27 mei 2016 Eigen beheer
Website: http://www.jandebruijn.com/



Leyla McCalla - A Day for the Hunter, a Day for the Prey


Het is alweer drie jaar geleden dat Leyla McCalla haar zeer overtuigende debuutalbum Vari-colored Songs uitbracht. Het was grotendeels een eerbetoon aan Langston Hughes. Haar ouders gaven haar in haar jeugd een aantal dichtbundels van hem. Veel van die gedichten zijn politiek getint en hebben veelal betrekking op rassenproblemen. Zeven van zijn gedichten zette zij op muziek, waaronder het zeer beklijvende Song for a Dark Girl. Verder kwamen ook een aantal traditionals voorbij, waaronder een paar afkomstig uit Haïti, het land waar haar ouders vandaan komen. De titel van de nieuwe cd is overigens een Haïtiaans spreekwoord, maar ook de titel van het boek wat in 1997 verscheen van muzieketnoloog Gage Averill. Het handelt over het wel en wee van Haïtiaanse vluchtelingen. A Day for the Hunter, a Day for the Prey is ook de naam van de opvallende openingstrack op deze nieuwe schijf. Vooral opvallend door de wijze waarop Leyla haar cello bespeeld, ritmisch tikkend met haar strijkstok op de snaren. Ook deze keer zingt ze haar songs in het Engels, Frans en Haïtiaans Creools. En wederom dragen een aantal ervan een politieke of maatschappelijke boodschap, zoals het bijzonder fraaie Vietnam, wat ze samen met haar eveneens talentvolle zus Sabine zingt. Natuurlijk is ook ditmaal haar goede vriendin en collega Rhiannon Giddens van de partij. Helaas alleen op Manman, want hun stemmen kleuren wonderwel samen.  Maar ook omdat Giddens beschikt over een indrukwekkende stem en voordracht. Meestergitarist Marc Ribot speelt mee op Peze Cafe, waarvan de slotakkoorden zijn ontleend aan een bekend muziekstuk. Alleen wil het me nog steeds niet te binnen schieten welk. Andere speciale muzikale gasten zijn Louis Michot, Aurora Nealand, Sarah Quintana en Shaye Cohn. Naast het al gememoreerde Vietnam behoort Little Sparrow tot mijn grote favorieten, met name door de weemoedige cello. Maar eigenlijk zijn alle songs, weer van hetzelfde hoge niveau als op Vari-Colored Songs. Muziekliefhebbers die dat album al in huis hebben zullen zeker ook A Day for the Hunter, a Day for the Prey gaan omarmen, want naar mijn bescheiden mening is het minstens zo mooi als zijn voorganger.    
  
Theo Volk

Releasedatum: 27 mei 2016 Jazz Village
Website: http://leylamccalla.com/


Melanie de Biasio - Blackened cities


Het is mijn bedoeling om deze recensie kort te houden. Niet omdat er niet veel te schrijven zou zijn over deze EP, integendeel, maar gewoon omdat U dan eventueel des te eerder zou kunnen gaan luisteren. Deze Belgische jazz zangeres dankt haar achternaam aan haar Italiaanse vader. Ze bracht relatief laat haar eerste album uit, omdat ze eerst haar opleiding aan het conservatorium wilde voltooien. Haar eerste album A Stomach Is Burning verscheen in 2007. Het bracht nog niet de doorbraak, die op de basis van de kwaliteit ervan verwacht mocht worden. Pas in 2013 verscheen opvolger No Deal, die wel omarmd werd door zowel pers als publiek. Ook internationaal, want in 2015 verscheen een remix van het album. Uitgebracht door Gilles Peterson, eigenaar van het hippe jazzlabel Brownswood. EP Blackened Cities is slechts gevuld met het gelijknamige, ruim vierentwintig minuten durende stuk. Op het moment dat Melanie en haar collega's de studio ingingen had ze slechts een onvoltooid nummer van ongeveer drie minuten. Ze gaf haar begeleiders de gelegenheid om naar hartelust te improviseren met als resultaat deze intrigerende en hypnotiserende track. Melanie kwam op het idee voor Blackened Cities na bezoeken aan zwartgeblakerde steden als Manchester en Detroit, maar ook haar geboortestad Charleroi stond er model voor. De gerenommeerde recensent Thom Jurek heeft het in zijn review over invloeden die gaan van Nina Simone, The Doors (Riders in the Storm), Talk Talk, Simin Tander, Annette Peacock, Portishead tot aan The The (Uncertain Smile). Zelf hoor ik die invloeden niet echt. Wat ik wel hoor is een geweldige wisselwerking tussen Melanie (zang en fluit) en Pascal Mohy (piano), Pascal Paulus (analoge synthesizers en clavinet, Dré Pallemaerts (drums) en gastmuzikant Sam Gerstmans (bas, cello). Zonder de anderen tekort te willen doen, vooral de bijdrage van Dré Pallemaerts stuwt voor mij het geheel naar grote hoogtes. Vergelijkbaar met de dominerende bijdrage van Mark Guiliana op David Bowie's Blackstar. De hoes is een foto van de Belgische top fotograaf Stephan Vanfleteren. Ook hij is danig onder de indruk van Blackened Cities zoals is op te maken uit een quote die ik ergens las : "We zijn naar buiten gegaan, ik heb Stephan mijn iPhone en mijn oortjes gegeven en hij is beginnen wandelen. Ik liep even achter hem en plots zag ik dat hij in de muziek verdwaalde. Ik liet hem vertrekken. De stad in, met mijn iPhone, ergens in Brussel. Dieper in de nacht is hij teruggekeerd naar de Archiduc. Hij zei alleen: 'Ik kan niks meer zeggen, ik ben zo geraakt, ik bel je later.' Toen was hij weg." Het zou me niet verbazen als Blackened Cities aan het eind van 2016 mijn favoriete album van dit lopende jaar zou blijken te zijn.

Theo Volk

Releasedatum : 27 mei 2016 [PIAS]
Website: http://melaniedebiasio.com/