Eva Auad : Like No Other

Haar deelname aan The Voice of Holland in 2010 leek voor Eva Auad, een zangeres met Egyptische achternaam, in eerste instantie geen vruchten af te werpen. Het label Basta Music gaf haar echter de kans om de studio in duiken met J.B. Meijers als producer. Haar debuutalbum opende meer deuren, ze trad live op bij DWDD, 3FM en 538. Ook mocht ze als voorprogramma van De Dijk optreden voor een stampvol HMH. Haar tweede album Rules of Romance werd geproduceerd door Ken Stringfellow, en is donkerder en intiemer dan haar debuut. Beide albums stonden vooral in het teken van break-ups. Ook op haar derde album Like No Other staat de liefde regelmatig centraal, maar toch minder prominent dan op de eerste twee. Eva hierover ; “Nu zijn het weer andere dingen zoals vriendschap, dingen die ik aan mezelf merk of aan een ander die inspiratie opleverde”. Ze vindt dat het een meer volwassen album is geworden. Dat kan ik na een aantal keren luisteren alleen maar beamen. Ze klinkt op Like No Other ook een stuk zelfverzekerder. Ze is duidelijk gegroeid, zowel als liedjesschrijver en als zangeres. Het album is meer in balans en toegankelijker. De meeste liedjes zijn erg catchy, zoals bijvoorbeeld het titelnummer, de eerste single van het album. Op het album wordt Eva begeleid door onder meer Joost Kroon (o.a. New Cool Collective), Martijn Bosman (o.a. Gotcha!, Kane), Manuel Hugas (o.a. Candy Dulfer), Aram Kersbergen (o.a. Ilse DeLange) & Sven Figee (o.a. Sven Hammond Soul). De productie en mix was in handen van Wouter Vingerhoed. Ik kan mezelf wel vinden in de slotconclusie in het persbericht : “Toegankelijk en energiek, maar zeker nier alledaags.”.

Theo Volk

Releasedatum : 6 november 2020 Basta Music

Website : https://evaauad.com/



José’ Rizo’s Mongorama : Mariposas Cantas

 


Mongorama wordt geleid door bandleider José Rizo, geboren in Mexico maar opgegroeid in Californië. De band speelt muziek die elementen bevat van het Mongo Santamaría charanga geluid. Mongo Santamaría was het pseudoniem van Ramon Santamaría (Havanna, Cuba 7 april 1922 - Miami, Verenigde Staten, 1 februari 2003), een Cubaans percussionist die Cuba ontvluchtte in de jaren vijftig. Hij scoorde zowel solo als in groepsverband verschillende hits met latin jazz- en Afro-Cubaanse jazz-liedjes. Zijn Afro Blue uit 1958 was zijn grootste hit en wordt algemeen gezien als een jazz standard. Het tot stand komen van Mariposas Canta had nogal wat voeten in aarde doordat cimbaalspeler Ramin Banda tijdens de opnames overleed. Hij is nog te horen op de helft van de nummers. De groep was erg aangedaan door dit grote verlies. Het leidde tot de compositie Descarga Ramon Bando, geschreven door Rizo en Francisco Torres. Het duo schreef samen ook Helen of Jazz. Het werd gecomponeerd voor dj Helen Borgers van KJazz 88.1 FM (Los Angeles). Zij was een goede collega en vriendin van Rizo bij dit radiostation. Helen was op de hoogte dat Rizo het aan schrijven was voor haar en vroeg hem om de fluitsolo door Danilo Lozano te laten spelen. Helaas heeft ze eindresultaat nooit mogen horen. Opener Mambo Mindoro swingt als de neten en laat horen dat Rizo omringd wordt door klasbakken. Het repertoire is gevarieerd en beweegt zich tussen latin jazz en jazz. Naast eigen nummers en nummers van Mongo Santamaría onder andere ook een vertolking van Watermelon Man van Herbie Hancock uit 1962. Het beschrijft een jeugdherinnering over een  straatventer die meloenen verkocht in Chicago. Later dat jaar zou Hancock Chick Corea leren kennen tijdens een Mongo Santamaría schnabbel.  Santamaría hoorde Watermelon Melon en vroeg Hancock of hij het ook mocht opnemen en voegde er een congapartij aan toe. Op de website is eventueel nog meer informatie te lezen over dit gevarieerde album, dat gemaakt is door geweldige muzikanten. Absoluut een aanrader.    

Theo Volk

Releasedatum : 18 september 2020 Saungu Records

Website : https://www.saungu.com/


Tunng : Dead Club


“A new album, podcast series and conversation on death and grief composed and produced by Tunng.”, zo omschrijft de band kort en bondig hun nieuwste release Dead Club. Voor velen is de dood  en het daarbij behorende verdriet nog steeds een nogal moeilijk bespreekbaar onderwerp, soms zelfs een taboe. Het idee voor het album begon allemaal bij het een paar jaar geleden verschenen ontroerende boek “Grief Is the Thing with Feathers” van Max Porter. Het maakte een grote indruk op de leden van de groep. Trouwens niet alleen in het Verenigd Koninkrijk, maar ook de Nederlandse pers was unaniem uitermate lovend. Connie Palmen noemde het  boek “Het ontroerendste en grappigste boek over verdriet ooit”. Niet alleen Porter werd een inspiratiebron. De literatuur leverde nog meer inspiratie. SDC verwijst naar Margareta Magnusson’s boek “The Gentle Art of Swedish Death Cleaning”. Maar ook Sam Genders bezoek aan een  “death cafe” leverde nieuwe ideeën en invalshoeken op. Genders over dit bezoek : ““And almost immediately all of us were talking really, really deeply and openly and honestly about painful stuff and powerful stuff. But it wasn’t at all sombre or melancholy. It was like sitting around with some mates and the feeling it felt like everyone had was, ‘Oh, thank god! We can just talk!’ I came away feeling it was really enriching.”. Ook onderzocht  men hoe men in andere culturen met de dood omgaat. Opener Eating the Dead verwijst naar de Wari, een bevolkingsgroep uit Brazilië die tot de jaren vijftig hun overlevenden opaten om hun uiterste respect voor hen te tonen. In A Million Colours hoor je een gedeelte van een gesprek met Ibrahim Ag Alhabib, de oprichter van Tinariwen, over de tradities bij de Toeareg over het beladen onderwerp. Op de podcast is ook een ontroerend gesprek tussen  groepslid Becky Jacobs en zangeres SpeechDebelle te horen. Becky sprak haar een paar weken na de dood van haar broer.  Muzikaal gezien is het ook weer een interessant album geworden, zoals gebruikelijk verweeft de groep op ingenieuze wijze elektronica in hun songs. Vooral ingetogen nummers als Death is the New Sex en het nog fraaiere Tsunami bevallen me buitengewoon goed. Op hun website is trouwens een uitvoerig artikel over het album te vinden. Het indrukwekkende Dead Club draait dus niet alleen om muziek, maar ook om discussie, poëzie, korte verhalen en zelfs een semiwetenschappelijk onderzoek. 

Theo Volk

Releasedatum : 6 november 2020 Full Time Hobby / De Konkurrent

Website : https://www.tunng.co.uk/ 

Hazar : Reincarnated

 


In eerste instantie was de in Malatya, Turkije geboren Ulaş Hazar alleen een van de beste saz spelers ter wereld. Hij leerde de grondbeginselen van deze driesnarige luit zichzelf aan. Op dertienjarige leeftijd was hij al in staat de meest moeilijke stukken voor dit instrument te spelen. Belangrijk voor zijn muzikale ontwikkeling was én nog steeds is Paco de Lucia. Hij kreeg les in contrapunt en harmonieleer van Professor Tibor Yusti von Arth, de laatste leerling van Rachmaninov. De tegenwoordig in Duitsland wonende Hazar haalde aan het Conservatorium van Maastricht zijn master op de saz. Toch ging hij op zoek naar een nieuwe uitdaging na een gesprek wat hij had met John McLaughlin na afloop van een concert in Keulen een kleine tien jaar geleden. Het advies van McLaughlin was : “If you want to show your skills, you should play guitar”. Na ongetwijfeld onnoemelijk veel oefenen op akoestische gitaar is daar nu zijn eerste en geslaagde proeve van bekwaamheid in het toepasselijk getitelde album Reincarnated. Het album opent met Made for Wesley van het Nederlandse Jimmy Rosenberg Trio, bekend van hun gipsy jazz beïnvloed door legende Django Reinhardt. Nog een Nederlands tintje wordt gegeven door het pianospel van Mike Roelofs (oa BJ-s Wild Verband), die zelf ook net een album uitbracht, Anaphora Diary. Mike kent Hazar via klarinettist Piotr Torunski, die hier ook te horen is. Al Di Meola arrangeerde niet alleen Spain van Chick Corea maar speelt bovendien cajon. Andere bekende stukken zijn Summertime van George Gershwin en Donna Lee van Charlie Parker, maar ook de traditional Le Vieux Tzigane. Nog een Nederlands tintje vormt For Sephora geschreven door Stochelo Rosenberg, de neef van Jimmy. De begeleiders geven Hazar volledig de gelegenheid zijn fabuleuze techniek en improvisatievermogen te etaleren op deze heerlijk relaxte cd. Reincarnated werd opgenomen in de bekende Bar Studios in Ludwigshaven, welke  al zo’n zeventig jaar synoniem staat voor een geweldige opnamekwaliteit. De master werd vervaardigd in de legendarische Abbey Road Studios in Londen. Het album is zowel alleen op cd verkrijgbaar alsmede in een versie van zowel de cd als een Blu-Ray. Reincarned is niet alleen een heerlijk, relaxte jazzcd in superieure opnamekwaliteit maar ook het bewijs dat Hazar zichzelf mag rekenen tot de allergrootste virtuozen op akoestische gitaar. Het album verscheen op de dag van zijn drieënveertigste verjaardag. Hij had zichzelf geen beter cadeau kunnen doen.

Theo Volk      

Releasedatum: 18-6-2020 RecordJet

Website : https://hazar.de/

Molchat Doma : Monument

 


In slechts een paar jaar tijd heeft de Wit-Russische rockband Molchat Doma (“Huizen zijn stil”) een grote schare fans over de hele wereld opgebouwd, vooral dankzij het videoplatform Tiktok. Hun muziek bevat een uitgekiende mix van postpunk, synthpop en new wave. Monument is intussen al hun derde album en hun eerste voor Sacred Bones. Hun muziek wordt vooral beïnvloed door de Russische band Kino, die furore maakte in de jaren tachtig. Andere duidelijke invloeden zijn The Cure en Depeche Mode. Het luchtige en aanstekelijke Discoteque is volgens de band een soort ode aan Just Can’t Get Enough van Depeche Mode. En Otveta Net is duidelijk geënt op The Forest van The Cure. Frontman Egor Shkutko zingt zijn teksten in Russisch. In die teksten staat veelal eenzaamheid centraal. De vaak melancholische zang van Shkutko werd in het verleden al vaak vergeleken met de betreurde Ian Curtis. De afgelopen paar jaar heeft de groep echter steeds meer een eigen geluid ontwikkeld en zijn hun composities steeds beter geworden. Ondanks dat ik niet zo’n grote liefhebber van drumcomputers en synthesizer ben wist Monument mij vrij snel over de streep te trekken. Grote kans dat vooral fans van The Cure en Depeche Mode het album zullen gaan omarmen.      

Theo Volk

Releasedatum  : 13 november 2020 Sacred Bones / De Konkurrent

Website : https://molchatdoma.com/


The Mountain Goats : Getting Into Knives

Ondanks dat de band van John Darnielle al zo’n drie decennia bestaat hadden ze ook deze keer geen gebrek aan inspiratie. Met een groot aantal songs gingen ze de legendarische Sam Phillips Recording Studio in. Daarnaast vonden ze extra motivatie in het feit dat The Cramps er veertig jaar geleden hun debuutalbum opnamen. Ook deze keer maakte men weer gebruik van de diensten van producer Matt Ross-Spang. Getting Into Knives is intussen hun drieëntwintigste album. Hun eerste drie albums verschenen trouwens alleen op cassette. Er zit duidelijk nog geen sleet op John Darnielle en zijn mannen, dat maakt de aanstekelijke opener Corsican Mastiff Stride meteen al duidelijk.  De spelvreugde en energie spat ervan vanaf. Het daarop volgende Get Famous laat een gedreven zanger horen en heerlijke blazers. Maar men blinkt net zo gemakkelijk uit in ingetogen liedjes als Picture of My Dress en Harbor Me. Al met al levert het weer een uitstekend gevarieerd album op van een klein uur. Volgens Darnielle is Getting Into Knives : “the perfect album for the millions of us who have spent many idle hours contemplating whether we ought to be honest with ourselves and just get massively into knives.”. Zoals zojuist eerder gememoreerd is het een heerlijk afwisselend album geworden en behoort het tevens tot hun beste werk.

 Theo Volk

Releasedatum: 23-10-2020 Merge Records / De Konkurrent

Website: https://www.mountain-goats.com

Daniel Trakell : Warning Bell


Warning Bell is het debuutalbum van indiefolk rockartiest Daniel Trakell uit Melbourne, Australië. Zijn stijl wordt gekenmerkt door pianopop invloeden uit de jaren ‘70 en double tracking vocals. Het album roept bij mij vooral associaties op met de betreurde Elliott Smith en sporadisch met Sufjan Stevens. Zijn stijl wordt gekenmerkt door pianopop invloeden uit de jaren ‘70 en double tracking vocals. Tijdens de opnames van het album werd Daniel geïnspireerd door eerdere genoemde Elliott Smith, maar tevens door Neil Young, Whitney, Kurt Vile, Bahamas, Big Thief, The Beatles en Andy Shauf. Samen met zijn vaste producer en goede vriend Josh Barber (Gretta Ray, Gotye, Archie Roach), ging Daniel naar Nashville waar ze de helft van het album opnamen in de Alex the Great Studios (Bob Evans, Missy Higgins). De tweede helft van Warning Bell kwam tot stand na een nieuw platencontract bij het Zweedse label Dumont Dumont, waarna hij de opnames afrondde in de The Aviary Studio in Melbourne. Van het album waren tot dan toe de singles Turnaround, Wisdom/Boredom, Let Me Be en Come To uitgekomen. Samen waren die singles al goed voor zo’n 750.000 Spotify streams. Zijn populariteit is goed te begrijpen, want zijn prettige, redelijk ingetogen zang en goed in het gehoorde liggende, smaakvol gearrangeerde liedjes strelen constant de oren van de luisteraar. Bij meerdere beluistering valt pas op hoe subtiel de arrangementen zijn. Zijn teksten borrelen over het algemeen spontaan uit zijn onderbewuste op. Een goed voorbeeld daarvan is afsluiter So Long. “Dit nummer speelde ik op de begrafenis van mijn vader. Ik schreef het terwijl hij tegen kanker vocht. Toen hij in remissie was, leek het alsof alles goed zou komen. Maar de ziekte kwam terug en kort daarop overleed hij. Ik schrijf over het algemeen mijn songteksten niet bewust, pas nadat hij stierf besefte ik dat ik aan het schrijven was om alles te verwerken.”, aldus Daniel. Met name muziekliefhebbers van de wonderschone muziek van Elliott Smith zullen wel raad gaan weten met het zeer overtuigende debuutalbum Warning Bell.   

Theo Volk

Releasedatum : 2 oktober 2020 Dumont Dumont

Website : https://www.danieltrakell.com/

Loma : Don't Shy Away

 

Een van de grootste muzikale verrassingen van 2018 was voor mij Loma, het debuutalbum van het gelijknamige trio. Een samenwerking van Shearwater-zanger Jonathan Meiburg en Emily Cross en Dan Duszynski van Cross Record. Op dat debuut experimenteerden zij er lustig op los, met als eindresultaat een van begin tot eind fascinerende plaat. Zo gebruikte men bijvoorbeeld een speciaal geprepareerd piano in het aanstekelijke Relay Runner. Het leek in eerste instantie om een eenmalig project te gaan, maar al spoedig begonnen de drie aan een opvolger te werken. Om maar met de deur in huis vallen, Don’t Shy Away is een meer dan waardige opvolger. Sterker nog, het album bevalt me nog beter dan de voorganger en wist me nog sneller te overtuigen. Waarschijnlijk kwam dat doordat ik al gewend was aan hun unieke, eigen geluid, dat nu nog verder wordt uitgediept. Middelpunt van de liedjes is nog steeds de rustgevende zang van Emily Cross. Vreemd genoeg wordt op de hoes alleen vermeld door wie de liedjes geschreven zijn. Naast dat het drietal de nodige instrumenten bespelen, kreeg met hulp van toerende leden Emily Lee (piano, viool) en Matt Schuessler (bas). Verder nog van Flock of Dimes / Wye Oak's Jenn Wasner, en een verrassende hoorn sectie. Meest opvallende naam van de medewerkende muzikanten is geluidspionier Brian Eno. Hij produceerde en schreef mee aan afsluiter Homing. Eno is trouwens niet alleen een vriend van Cross, maar ook een fan van Loma van het eerste uur. Eno raakte vooral verslingerd aan het nummer Black Willow,  vanwege de minimale groove en hypnotiserende refrein en draaide het geregeld in zijn programma voor BBC Radio.  Emily Lee schreef mee aan bloedmooie titelnummer, de overige werden geschreven door het trio. Of de teksten wederom uit de koker van Jonathan Meiburg komen is mij niet duidelijk geworden . Nog steeds blijft er enigszins een waas van raadselachtigheid om dit trio hangen. Net als bij de voorganger werden vooraf al de nodige video’s vrijgegeven. Dat Don't Shy Away net als de voorganger mijn lijstje van favoriete albums gaat halen is nu al zonneklaar.       

Theo Volk

Releasedatum : 23-10-2020 Subpop/De Konkurrent

Website : https://lomatheband.com/

Cameron Blake : Censor the Silence

“Humanizing the voices of our times. The result is a collection of songs arranged for a rock combo (electric guitar, piano, bass and drums) with deep grooves, angular guitar riffs and piercing harmonies accompanying Blake’s signature prose.”. Dat staat er treffend te lezen op zijn website in een zojuist vrijgegeven persbericht over zijn nieuwe album Censor the Silence. Het vormt het sluitstuk van een imposant drieluik, dat verder bestaat uit soloalbum Alone on the World Stage en  het orkestrale Fear Not. Deze keer koos Cameron voor de optie om songs te schrijven voor een rock combo. Dat dekt overigens niet de hele lading want er zijn ook invloeden uit andere genres te horen. Op het beginscherm van zijn website staat Cameron als een soort hedendaagse Jacques Brel afgebeeld. Net als de wereldberoemde Waal uiteraard in een net pak en met dezelfde passie zijn muziek brengend. Op zijn voorgaande albums spreekt uit zijn teksten, dat hij vooral een geëngageerd man is. Een titel als Chemical War Child spreekt natuurlijk voor zich. Maar ook in het ingetogen, van schitterend repeterend pianospel voorziene Six Minutes Twenty Seconds wordt een schokkend onderwerp aangesneden. Cameron schreef het na het zien van een speech van de Amerikaanse activiste Emma González. Zij maakte in februari 2018 de schietpartij mee op de Stoneman Douglas High School in Parkland. Hierbij werden 17 medeleerlingen doodgeschoten en ook nog eens 17 zwaar gewond. Daarop richtte ze samen met anderen de actiegroep Never Again MSD op, die pleit voor wapenbeheersing. Inspiratie voor het duet met Patty PerShayla in How Dare You vond hij in de speech die Greta Thundberg hield voor de Verenigde Naties. Het begin van de song associeerde ik overigens meteen het album Red van King Crimson. Indringend is Only Goya, het heeft betrekking op de beroemde Spaanse schilder Francisco Goya. De tekst is gebaseerd op drie schilderijen van hem, “Dutchess of Alba “(1797), “Yard with Lunatics”(1794) en “Saturn Devouring His Son” (1823). Soms blijft Cameron dichter bij huis, het bijzonder fraaie Honey Step out of the Rain, is een liefdesliedje voor zijn vrouw.  Bijna alle liedjes schreef hij trouwens in enkele dagen in een Trappistenklooster in Kentucky, de abdij van Gethsemani (bekend geworden doordat de denker/schrijver Thomas Merton er geleefd heeft). Bijzonder soulvol klinken Henny Penny en Pale Cloud Covering, niet in de laatste plaats door de inbreng van Debra Perry en haar Majestic Praise. Heel relaxt klinkt Balloon Man, het meest luchtige nummer van het album, met fijn, Django Reinhardt achtig gitaarspel. Kabuki Theatre stond al op Alone on the World Stage. Hij herbewerkte het voor de band, bovendien vond hij het vanwege de tekst weer actueel. Het album werd in drie sessies met de band opgenomen om vervolgens tijdens de vierde sessie de overdubs op te nemen. Getracht werd om de warmte die veel zestiger jaren albums kenmerken ook op Censor the Silence te verwezenlijken. Om het album kernachtig te omschrijven; geëngageerd, passioneel, avontuurlijk en energiek. Cameron maakte het album in een periode dat hij met persoonlijk verlies te maken kreeg. Het schrijven van de liedjes hielpen bij de verwerking ervan, bovendien levert het als mooie bijkomstigheid zijn meest gedurfde, maar ook het fraaiste album uit zijn oeuvre op. Voorlopig is het album alleen digitaal verkrijgbaar, maar naar het laat aanzien zal gelukkig een fysieke release niet lang op zich laten wachten. 

Theo Volk  

Releasedatum : 30 oktober 2020 Eigen beheer

Website : https://www.cameronblakemusic.com/

Ellen Shae : Caged Bird

Begin dit jaar ontdekte ik de Zeeuwse singer-songwriter Ellen Shae dankzij haar medewerking aan het album We Still Know How to Love van Tom Mank en diens vrouw Sera Smolen. Ellen is te horen op het gelijknamige titelnummer, dat ze samen met Tom schreef.  Het gaat over prille liefdes die ontstonden tussen militairen en jonge vrouwen vlak na de Tweede Wereldoorlog. Voor haar intussen derde album Caged Bird schreef Ellen wederom samen met Tom twee nummers, het titelnummer en Open Road. Tom speelde nog op een andere manier een belangrijke rol door haar in contact te brengen met producer Rich DePaolo (oa Joel Rafael en The Burns Sisters). DePaolo kwam op het geweldige idee om in opener en titelnummer Caged Bird een saxofoon een dialoog aan te laten gaan met de zang van Ellen. Die saxofoon wordt prachtig bespeeld door Mark Karlsen en het resultaat is een iconisch nummer als Baker Street van Gerry Rafferty. Een maand geleden werd de video vrijgegeven van Open Road. Daarop wordt Ellen onder andere begeleid door de Zeeuwse mondharmonica virtuoos Gait Klein Kromhof. Zijn spel is zoals altijd meteen herkenbaar. Het lied handelt over het feit dat ze haar passie voor muziek belangrijker vond worden dan haar baan en nu volledig op een muziekcarrière is gestort. Ook een bepalende rol speelt de top celliste Sera Smolen. Zo krijg ik iedere keer kippenvel als ik Toby hoor. Verder is zij te horen in afsluiters Judging en Homesick. Vorig jaar juni werd Westdorpe, de woonplaats van Ellen, opgeschrikt door een lugubere vondst. Langs het Kanaal Terneuzen-Gent werd een onbekende, doodgeschoten vrouw aangetroffen. Ruim een jaar later weet men nog steeds niet wie zij is. Ellen schreef er Dive in the Dark over. Ze vraagt zich daarin af wie haar missen en zich zorgen over haar maken. Het nummer wordt opgesierd door inventief gitaarspel van DePaolo, die verder ook bas, mandoline, banjo en toetsen speelt op het album.  DePaolo bracht Ellen in contact met Fred Kevorkian, die in het verleden al masters maakte voor uiteenlopende artiesten als Beyoncé, Joan Osborne, Ennio Moricone maar ook de remasters van alle Gentle Giant albums. Naast dat het zonder uitzondering allemaal prachtige nummers zijn, weet Ellen me met haar zang echt te raken. Caged Bird is niet alleen een tijdloos album maar tevens balsem voor de ziel.       

Theo Volk

Releasedatum : 6 november 2020 Eigen beheer

Website: https://ellenshae.com/

Holy Motors : Horse

Holy Motors is een kwartet dat uit Tallinn, Estland komt en altcountry (met hier en daar een rockabilly injectie) maakt gezongen in het Engels. Horse is hun tweede album en duurt slechts precies 32 minuten en welgeteld 1 seconde langer dan hun uitstekende debuut Slow Sundown.  Net als het debuut gevuld met 8 liedjes. Zelf omschrijven ze hun muziek als “dark twang & reverb band from a nonexistent movie. It bows to engines and echos and film-directors. Cinematic suspension is often more than not what drives the band towards a melody and meaning.”.  Het zou me dus niet verbazen dat zich vernoemd hebben naar de gelijknamige film. De slechts tweeëntwintigjarige zangeres Eliann Tulve zingt op een opvallende, lome manier. Daarnaast hoor je synthesizers, bas, drums, piano, maar het zijn de gitaren die naast de zang de meeste aandacht trekken. De beste voorbeelden van het geweldige gitaarspel vind ik afsluiter Life Valley (So Many Miles Away) en Matador. Naast solozang is er ook een fraai duet te vinden in Road Stars, wat ze zingt met coproducer Craig Dyer. Horse wist mij bliksemsnel te overtuigen.  

Theo Volk

Releasedatum : 16 oktober Wharf Cat Records/De Konkurrent

Website : https://www.facebook.com/holymotorsband

Kevin Morby : Sundowner

Stilzitten is niet aan Kevin Morby besteed, Sundowner is alweer het zesde soloalbum van deze Amerikaanse singer-songwriter. De titel verwijst naar de bijnaam die hij voor zichzelf en zijn vriendin Katie Crutchfield (AKA Waxahatchee) bedacht. Zij werkte trouwens mee aan het album. Het is een vrij kaal, behoorlijk ingetogen album geworden. Inspiratie vond hij als gewoonlijk bij zijn grote voorbeelden (die hij graag noemt in interviews) Lou Reed, Bob Dylan, Leonard Cohen en Nina Simone. Daarnaast kocht hij van een oude vriend een Tascam 424, een viersporen recorder. Morby woonde een tijdje in Los Angeles, maar keerde een paar jaar geleden terug naar Kansas City. Met behulp van zijn Tascam 424 maakte hij niet alleen voorganger Oh My God af, maar tegelijkertijd ook Sundowner in zijn huis, wat de bijnaam Little Los Angeles kreeg. Zijn nieuwe onderkomen leverde ook de fraaie song A Night at the Little Los Angeles op. Net als zijn grote voorbeelden gaat hij altijd op zoek naar tijdloze songs en is er weinig ruimte voor experiment. Alleen Brother, Sister, Velvet Highway en Campire zijn ietwat avontuurlijker. Het album werd onder leiding van producer Brad Cook Cook (Bon Iver, Waxahatchee, Whitney, Hand Habits, Bruce Hornsby) afgewerkt in de beroemde Sonic Ranch studios in Texas. Cook wist Morby over te halen zoveel  mogelijk zelf instrumenten in te spelen, waaronder een oud, krakkemikkig pomporgel. Het leverde weer een fraai album met een aantal tijdloze songs op, waarvan voor mij Jamie het prijsnummer is. Het album zal ongetwijfeld zijn grote populariteit nog vergroten.  

Theo Volk                                          

Releasedatum : 16 oktober 2020 Dead Oceans/De Konkurrent

Website : https://www.kevinmorby.com/

 

Shemekia Copeland : Uncivil War

 


Net als op voorganger America’s Child wordt zangeres Shemekia Copeland omringd door de wol geverfde artiesten. Niet iedereen kan voor de achtergrondzang  een beroep doen van zangeressen als Emmylou Harris, Gretchen Peters en Mary Gauthier en op banjo Rhiannon Giddens. De lijst van medewerkende artiesten is op haar intussen negende album Uncivil War nog langer en indrukwekkender. Zo speelt bijvoorbeeld op de uitstekende opener Clotilda’s On Fire Jason Isbell leadgitaar. Op de twee volgende nummers,  Walk Until I ride en het titelnummer, is Jerry Douglas te horen op respectievelijk lap steel en dobro. Op  het titelnummer hoor je ook nog de bekende mandolinespeler Sam Bush. Een van Amerika’s meest populaire artiesten ooit, Duane Eddy, geeft acte de présence op She Don’t Wear Pink. Net als het vorige album werd Uncivil War geproduceerd door Will Kimbrough, die tevens te horen is op gitaar. Bovendien schreef hij samen met Copelands manager, John Hahn, acht van het dozijn liedjes. Verder trekt ze de bekende Stones klassieker Under My Thumb volledig naar zich toe. Give God the blues werd geschreven door Shawn Mullins, Chuck Cannon en Phil Madeira. Laatstgenoemde speelt er zelf gitaar op. Uiteraard coverde ze ook een song van haar vader Johnny, deze keer sluit ze het album af met Love Song. Persoonlijke favoriet is het stevige Money Makes You Ugly. In de loop der jaren is Copeland steeds veelzijdiger geworden, ze vermengd blues, R&B en americana tot een eigen geluid.  Nog nooit leverde Copeland een slecht album af, maar door het aanwezige keurkorps aan geweldige artiesten behoort Uncivil War tot het allerbeste in haar oeuvre.  

Theo Volk

Releasedatum: 23 oktober 2020 Alligator Records

Website: https://www.shemekiacopeland.com/

Ledfoot & Ronni Le Tekrø : A Death Divine

 


Begin dit jaar verscheen ook in Nederland alsnog White Crow van Ledfoot, master of Gothic blues. Mijn recensie eindigde toen met “White Crow is voor mij intense, akoestische blues op zijn best”. Blijkbaar was ik niet de enige die onder de indruk was, want onlangs sleepte het album de prestigieuze Noorse Spellemannprise in de wacht. Ledfoot is de artiestennaam van de nu tweeënzestigjarige AmerikaanTim Scott McConnell, maar al zo’n twee decennia woonachtig in Noorwegen en een gevestigde naam daar. Hij maakt al sinds begin jaren tachtig albums. Voor A Death Divine deed Ledfoot een beroep op Ronni Le Tekrø van de hardrockgroep TNT. Beide werkten al samen op talloze platen van anderen. In 2018 werden plannen gesmeed om samen een album te gaan maken en begonnen lustig te experimenteren in de studio. Het resultaat is een dynamische en een intense plaat vol met donkere thema’s . Zo gaat bijvoorbeeld Shut Up over stemmen in je hoofd horen.  Maar ook, bijna onvermijdelijk, de Coronacrisis in Imperfect World. Een van de meest indrukwekkende nummers vind ik het gedreven High Time, waarop men op meesterlijke wijze gebruik maakt van dynamiek. Maar ook meer ingetogen songs worden niet geschuwd zoals de prachtige opener Cold Lonely Night. Ik vermoed dat liefhebbers van voorganger White Crow dit album wederom stevig zullen gaan omarmen. Het zou me totaal niet verbazen als A Death Divine wederom de Spellemannprise zal gaan ontvangen.            

Theo Volk

Releasedatum : 2 oktober 2020 TBC Records/PIAS

Website:  https://www.ledfoot.org/

Jenny Sturgeon : The Living Mountain

De afgelopen jaren besteedde ik regelmatig aandacht aan de Schotse singer-songwriter Jenny Sturgeon. Zo passeerde haar fraaie debuutalbum From the Skein uit 2016 de revue. Tevens het album Northern Flyway, welke ze samen maakte met Inge Thompson. Bovendien maakt ze al een aantal jaren deel uit van Salt House, waarvan ik Undersong twee jaar terug besprak. Jenny is bioloog en bestudeert met name zeevogels. Vandaar dat de natuur altijd een belangrijke rol speelt in haar muziek. Op haar tweede soloalbum The Living Mountain vormt vooral het gelijknamige boek van Nan Shepherd haar leidraad. In dit boek beschrijft Shepherd haar wandelingen door het Schotse Nationaal Park Cairgorms, een omgeving waar Sturgeon zelf ook veel tijd doorbrengt. Je kunt het album zien als een eerbetoon aan boek en natuur. De titels van de songs verwijzen naar de titels van hoofdstukken van Shepherds boek. Uitzonderingen vormen de liedjes Water en Man. Water verwijst naar Shepherds gedicht “Singing Burn” en Man naar het gedicht “Fires”. Zoals altijd heeft  Sturgeons stem een rustgevende uitwerking op mij. De inspiratie uit het boek heeft duidelijk het beste in haar boven gehaald. Daarnaast zorgt producer Andy Bell dat het een subtiel en tijdloos album geworden is. Terecht dat ze in oktober artiest van de maand op Folkradio UK is. Daar is eventueel hier een uitvoerigere recensie te lezen.      

Releasedatum: 16 oktober 2020 Hudson Records        

Website: https://www.jennysturgeonmusic.com/