Allen Temple : Anam Na Mara

 


“Anam na mara is Gaelic voor ziel van de zee. Op een heldere zomerdag, na maanden van lockdowns, keek ik in Finistère in Bretagne naar de glinsterende golven. Ik werd overvallen door een diep gevoel van ontzag voor de zee. Het was niet alleen de schoonheid van het roze graniet en het turquoise water, maar ik voelde een diepere, bijna voorouderlijke verbinding. Ik besefte hoe de (Keltische) zee voor de verbinding tussen de Keltische volkeren had gezorgd. En na die eerste maanden van lockdowns en hysterie, besefte ik plots hoe belangrijk die verbinding is in ons collectieve verhaal. Ik had een moment waarop ik als het ware voelde hoe die verbinding tot uiting komt in de Keltische ballades die ik doorheen de jaren bij elkaar had gesprokkeld.”, aldus Allen Temple over de titel van zijn fraaie debuutalbum Anam Na Mara.

In het dagelijks leven is Gentenaar Temple kinesist, maar de muziek speelt al zijn hele leven een belangrijke rol. Hij luisterde in zijn vroege jaren naar artiesten als Van Morrison en The Waterboys, waarvan zeker de invloed van Morrison doorklinkt op zijn debuut. Later studeerde hij jazzgitaar in Antwerpen. Hij woonde enkele jaren in Galway, waar hij ooit Dick Gaughan in de Roisin Dubh zag optreden. Het wonen aan de oceaan leverde de nodige inspiratie op. Veelal gaan zijn songs over verbinding, al dan niet met de zee.

Vier songs schreef Temple zelf, de andere vijf zijn bekende traditionals. Tam Lin werd natuurlijk wereldberoemd door de versie van Fairport Convention. Temple kent de uit 1549 daterende traditional in de versie van Anaïs Mitchell. Overigens een tekst die nog steeds actueel is. Green Grow the Rushes, geschreven in 1783 is een lofzang aan de natuur en de vrouw van de nationale dichter van Schotland, Robert Burns.

Red Is the Rose is een oude Keltische ballade waarvan de melodie teruggaat tot de 18de eeuw en verwant is aan de Schotse ballade Loch Lomond. Het lied werd een “rebel song” van de clans, maar bezingt tradities die veel ouder zijn; het “heilige huwelijk” tussen de mens en de aarde, de diepgaande liefde voor de natuur en de onwrikbare verbintenis van een volk met het land. Black Is the Color ( Roud 3103) is een ballade uit de 18de eeuw over de pijn van emigratie, ontstaan aan de westkust van Schotland en wijd verspreid in de hele Keltische wereld en de VS.

De plaat kwam heel organisch tot stand in de studio van percussionist Robbe Kieckens. Andere muzikanten die het niveau van het album verder de hoogte in stuwden waren contrabassist Filip Vandebril, fluitist Stefan Bracaval, celliste Eline Duerinck, violiste Lotte Remmen en steelgitarist Bram Beelaert. Voor de achtergrondzang zorgden Marie de Graeve, Naomi Sijmons, Fedia Holail Mohamed en Anouk Turnock. Overigens komt de muziek carrière van Temple niet volledig uit de lucht vallen. Een jaar of tien geleden speelde Temple al samen met iemand als Bruno DeNeckere. Een belangrijke rol in zijn muzikale ontwikkeling speelde overigens Daithi Rua. Het indrukwekkende Anam Na Mara werd me overigens getipt door Ken Hendrickx, waarvoor grote dank!  

Theo Volk

Releasedatum : 15 mei 2024 Independent

Website : https://www.allentemple.be/

 

Allen Temple live :

06-06 OOSTERZEELE : Zappa

08-06 ANTWERPEN : Café Boekowski

14-06 GENT : Minard, releaseshow

20-06 WETTEREN : Posthotel Wetteren

19-07 ANTWERPEN : Minigolf Beatrijs, linkeroever

22-07 GENT : Muzikantenhuis

Michael Menager : Line in the Water

 


Michael Menager is geboren ten oosten van LA, uit ouders met Franse en Italiaanse roots. Opgeleid in de San Francisco Bay Area in de jaren zestig en werd volwassen tijdens de politieke onrust van die tijd. Michael studeerde literatuur aan de universiteit en verdiepte zich in het werk van Chaucer, Shakespeare en John Donne, maar ook in schrijvers en dichters van de Beat Generation zoals Jack Kerouac en Allen Ginsberg. Vanaf de middelbare school bestudeerde en absorbeerde Michael de stijlen van klassieke folk/bluesartiesten als Mississippi John Hurt en Reverend Gary Davis, en werd hij sterk beïnvloed door mensen als Bob Dylan, Tom Waits, John Prine en Townes Van Zandt.

Hij omschrijft zichzelf als een troubadour. Zijn songs zijn verhalend, geïnspireerd op verhalen, die Bob Gardner hem vertelde over diens jeugd in de Great Plains van Noord-Dakota. De uitstekende begeleiding wordt verzorgd door The Devil’s Creek Rounders, bestaande uit Rusty Lavonne, Bess Maloney en Slim Fitz. Het artwork en tekstboekje is trouwens keurig verzorgd. Het album verscheen aan de andere kant van de oceaan al in september, maar Line in the Water is te fraai om er nu geen aandacht meer aan te besteden.

Theo Volk

Europese releasedatum : 31 mei 2024 Independent

Website : http://www.michaelmenager.com/

Jim Keller : Daylight

 


Twee jaar terug recenseerde collega Rein voorganger Spark & Flame, wat net als voor mij, zijn eerste prettige kennismaking met zijn muziek was. Een man wiens carrière in de jaren tachtig begon als schrijver en frontman van de power pop band Tommy Tutone, die met name in Amerika een grote hit hadden met Jenny (867-5309). Daarna bleef Keller lange tijd op de achtergrond als actief muzikant, maar was hij werkzaam als manager en uitgever van o.a. minimal music componist Philip Glass (meer dan 25 jaar).

Daylight is het tweede deel wat uitmaakt van een trilogie, gemaakt met vrienden. En niet bepaald de minsten, David Hidalgo (gitaren en achtergrondzang), Mitchell Froom (toetsen en producer), Bob Glaub (bas) en Michael Urbano (drums en percussie). Hidalgo en Froom kennen elkaar al erg lang, Froom was in 1992 de producer van Los Lobos’ meesterwerk Kiko. Heaven prees twee jaar terug zijn album By No Means aan voor vooral fans van JJ Cale, Bo Ramsey en Tony Joe White. JJ Cale was bij de eerste beluistering meteen de associatie die ik had.

Verwacht geen vernieuwende, maar vooral heerlijk relaxte muziek, van een man die het leven neemt zoals het komt. Vorig jaar was Jim trouwens in Nederland en gaf hij optredens met de Jim Keller Band, waarin onder andere geweldige Nederlandse muzikanten spelen als Rowin Tettero (VanWyck, Alex Roeka) op drums, Roel Spanjers (Malford Milligan & The Southers Aces en veel andere formaties) op toetsen en Jan van Bijnen (onder andere Freek de Jonge en de Nienke Dingemans Band) op gitaar. Na het uitstekende Daylight zal volgend jaar het derde deel verschijnen. Het zal meer dan waarschijnlijk weer door mij omarmd gaan worden.    

Theo Volk

Releasedatum : 31 mei 2024 Continental Song City

Website : https://www.jimkellermusic.com/

King Hannah : Big Swimmer

 


Hannah Merrick en Craig Whittle leerde elkaar kennen in de horeca, waar ze toen allebei een bijbaantje hadden. Dat was daarna al snel niet meer nodig, doordat hun EP Tell Me Your Mind and I'll Tell You Mine en debuutalbum I​’​m Not Sorry, I Was Just Being Me in binnen- en buitenland erg goed ontvangen werden. Het duo uit Liverpool vermengde hun indierock op inventieve wijze met andere genres. Vervolgens toerde het tweetal zo’n twee jaar lang door Europa en Noord-Amerika en deed veel nieuwe inspiratie op tijdens het reizen, door wie men ontmoette, wat men zag of wat men hoorde op de radio (John Prine on the Radio). Sinds het duo samenwerkt hebben ze altijd een duidelijke visie, dit keer wilde men het livegeluid tijdens de langdurige tournee zo goed mogelijk proberen te benaderen, waarvoor men in zee ging met producer Ali Chant (PJ Harvey, Aldous Harding, Perfume Genius).

Big Swimmer is een elftal ijzersterke songs geworden. Soms dromerig, maar soms ook met een onderhuidse spanning. Dynamiek speelt vaak ook een belangrijke rol. Op twee nummers zingt fan van het eerste uur Sharon van Etten mee. Zij schonk bij het uitkomen van de eerste single Crème Brûlée aandacht eraan op sociale media en dat zal ongetwijfeld toen een enorme boost aan de belangstelling voor het duo gegeven hebben. De opnamewijze was overigens opvallend, net als bij Phil Spector werd de band tijdens het opnemen bij elkaar gezet in een kleine (bad)kamer. Eindresultaat een spannend en dynamisch album.   

Theo Volk

Releasedatum : 31 mei 2024 City Slang

Website : https://www.kinghannah.com/

 

King Hannah live :

 

08-09 DEN HAAG : Paard

09-09 AMSTERDAM : Paradiso, kleine zaal

11-09 EINDHOVEN : Effenaar

13-09 BRUSSEL : AB

14-09 LUIK : Reflector

15-09 MIDDELKERKE : Leffingeleuren Festival

17-09 GENK : Absolutely Free Festival

18-09 GRONINGEN : Vera

Richard Hawley : In This City They Call You Love

 


Mijn voorliefde voor goede zangers en zangeressen kreeg ik lang geleden mee van mijn vader. Artiesten als Frank Sinatra werden mij met de paplepel ingegoten. Heel toevallig ontdekte ik Richard Hawley pas in 2009 samen met mijn vader toen hij te zien was in het tv-programma De Laatste Show op de VRT. Ter promotie van Truelove’s Gutter zong hij toen het nummer Open Up Your Door. Allebei waren we toen meteen overtuigd van mans kwaliteiten en schafte ik het album direct aan, net als de twee voorgangers.

De twee wat avontuurlijkere opvolgers van Truelove’s Gutter bevielen me net zo goed, op Standing at the Sky’s Edge borrelde zelfs zijn fascinatie voor jeugdliefde Jimi Hendrix wat naar boven. Helaas beviel zijn laatste album Further mij wat minder. Gelukkig wordt dat nu volledig gerevancheerd met In This City They Call You Love waar hij weer volledig zijn geweldige croonerkwaliteiten botviert. Het album kan absoluut wedijveren met Truelove’s Gutter, bovendien heeft het album een verslavende uitwerking op mij. Wie trouwens niet genoeg krijgt van dit soort crooners zou zeker ook eens het prachtige, vorige maand verschenen Kingdom of Mine van Timo de Jong kunnen proberen. Hopelijk komt de man snel naar Nederland voor optredens!  

Theo Volk

Releasedatum : 31 mei 2024 BMG

Website : https://www.richardhawley.co.uk/

Barnyard Tea : Train

 


Het goed geoliede Amsterdamse bluegrass trio Barnyard Tea speelde de afgelopen jaren al meer dan 500 optredens in binnen- en buitenland. Net als The Rielemans Family gebruiken ze fictieve namen, in dit geval Eddy, Franky en Johnny Tea. In werkelijkheid betreft het de goede vrienden Edin Najetovic (contrabas, zang), Frank de Boer (mandoline, gitaar, zang) en Joost Abbel (banjo, gitaar, zang). Ze kennen elkaar sinds de middelbare school in Alkmaar (de klas van 2003), en speelden toen al samen in een band.

Barnyard Tea begonnen ze in 2012, vanuit hun gedeelde passie voor folk, bluegrass en andere rootsmuziek. De band viel al snel op met hun spontane optredens op straat in Amsterdam en niet lang daarna volgden pubs, podia en festivals in de rest van het land en Europa. Sinds de zomer van 2012 speelden ze honderden shows in Nederland, België, Duitsland, Zwitserland en Italië. Ze maakten al wat EP’s met covers en traditionals.

Train is hun debuutalbum en werd gevuld met eigen werk en kwam tot stand dankzij crowdfunding via het onvolprezen Voordekunst. Het is meteen een dubbelalbum geworden met een energieke livevibe, waarbij vaak de meerstemmige zang het voortouw neemt. De banjo in opener Hey Now Brother liet me meteen terug herinneren aan de populaire serie The Beverly Hillbillies in de jaren zestig.

Maar ook andere instrumenten en gastmuzikanten treden op de voorgrond. Reinier Scheffer (Bløf, Niels Geusebroek en Yori Swart) speelde mee op gitaar en mandoline en verzorgde backing vocals, violiste Mirte de Graaff (Jasper Schalks en Dieter van der Westen) voorzag de nummers van een country fiddle en Katja Kruit (Bluegrass Bandits en soloartiest) speelde dobro. Katja debuteerde trouwens eind vorig jaar met het fraaie Live a Little More.

De opnames resulteerden in twintig nummers en zijn thematisch verdeeld over twee delen: de nummers met een stevige drive op Engine en de gevoeligere liedjes op Memories. De opvallende hoes werd gemaakt door Erik Kriek, bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor de fraaie hoes Jan Swerts’ album Oud Zeer.  

Theo Volk

Releasedatum : 24 mei 2024 Independent/Coast to Coast

Website : https://barnyardtea.nl/

 

Barnyard Tea live :

25-05 EINDHOVEN : Café Wilhelmina

26-05 ALKMAAR : Podium Victorie, releaseshow

27-05 AMSTERDAM : Tolhuistuin (Bluegrass jam)

20-07 HAARLEM : Yeehaw Festival

Richard Thompson : Ship to Shore


 De muziek van Richard Thompson is herkenbaar uit duizenden. Niet alleen vanwege zijn specifieke zang. Hetzelfde geldt voor zijn gitaarspel, die ik als minstens zo uniek ervaar. Hij heeft zijn stempel gezet op de Britse muziek. Een muzikale loopbaan die aanvankelijk zijn basis had in de Folk, maar uiteindelijk zoveel meer wegen vond. Zelfs de Britse Folk voorzag hij van perspectief. Hij begon als medeoprichter van Fairport Convention in 1967, en is over de jaren bij voortduring productief gebleven. Nagenoeg onvoorstelbaar dat iemand zijn volledige discografie in de kast heeft staan, zo omvangrijk. Nu na een periode van een periode van relatieve rust (hij lijkt mij geen man om stil te zitten) is een nieuw album verschenen in de vorm van Ship To Shore. Thompson’s handtekening is all over the place. Het zelfvertrouwen spat van dit album en brengt vanwege de aanwezige dynamiek zijn Rumor And Sigh album in herinnering. Ik vermoed dat Thompson bewust de tijd heeft genomen om andermaal te excelleren. Zijn veelzijdigheid en gedrevenheid is geenszins getemperd. Ship To Shore is niets anders dan een uitstekend geheel geworden. Eentje die varieert, want naast een pittig Rocknummer (Maybe), is ruimte voor een ogenschijnlijk relativerend rustmomentje in de vorm van Life’s a Bloody Show. Niks mis mee om onszelf een mooiere voorstelling te geven van de werkelijkheid. Muziek heeft niet voor niets grond van bestaan gekregen in deze hectische wereld. En Richard Thompson is een andermaal een meester in verhalende nummers.

De kleurrijke hoes verraadt een positieve kijk naar voren. Er is genoeg grimmigheid, maar Thompson is er de man niet naar om daarin te blijven steken. In The Fear never Leaves You wenst hij de luisteraar om dromen te dromen die hij droom. In ben er de persoon niet naar om de teksten van een artiest volkomen uit te werken, maar voor de liefhebbers is een tekstvel bijgeleverd. Ik word in eerste instantie gepakt door de oneliners en het middenrif gevoel wat overblijft na beluistering. En ieder nummer heeft wel iets pakkends. Dit album is zelfs geschikt voor mensen die onbekend zijn met zijn oeuvre. Ship to Shore is innemend, en nodigt uit tot genieten. Richard Thompson en zijn bescheiden team pakken uit. Enerzijds muziek om voor te gaan zitten, terwijl bij momenten neigt hij zelfs tot dansbaar. Twaalf nummers is het album rijk, waarbij ik persoonlijk het meest nog geniet van zijn gitaarspel. Herkenbaar, en op geen moment hoor je een artiest die zichzelf spaart. Thompson daagt zich daarentegen uit als nimmer tevoren. Ship to Shore wekt niet de indruk om een veilige haven te zoeken. Dit is een artiest die de uitdaging aangaat met zichzelf. 

Rein van den Berg

Releasedatum : 31 mei 2024 New West Records

Website : https://www.richardthompson-music.com/

Chantal Acda & The Atlantic Drifters : Silently Held

 


Jazz ain’t dead, it only smells funny was een uitdrukking van Frank Zappa. Hij raakte zelf diverse genres aan, maar deed uiteindelijk toch vooral zijn eigen ding. Je moet als artiest wellicht een beetje bevreesd zijn om verbonden te zijn aan één specifiek genre. Voordat je het weet laat een luisterrijk publiek je niet meer weg uit die ene hoek, terwijl er zoveel mogelijkheden liggen, ook voor Chantal Acda. Mooi, vanuit die invalshoek, dat deze plaat gekoppeld is aan de Jazz zwaargewichten (The Atlantic Drifters, voor de gelegenheid) die haar zang van hun instrumentale invulling voorzien. Het maakt dat Silently Held een zeer bijzonder album is geworden. Behalve gitartist Bill Frisell moet ik eerlijkheidshalve bekennen kende ik de overige musici amper, maar hoor wel dat deze mannen gedreven zijn in wat ze doen. Het tempo wordt enorm teruggeschroefd totdat een ultiem luie uitvoering wordt bereikt. Daar omheen gebeurt, in alle stilte, van alles. Vooral het aangename geluid (double bass) van Thomas Morgan spreekt mijn binnen dit soort Lazy Jazz enorm aan, terwijl echter in de eerste plaats van belang is de optelsom aan factoren.  Luister maar! Er wordt meesterlijk gemusiceerd, en de zang van Chantal Acda past daar uitmuntend bij. Onthaasten heet dit. Muziek waarvoor je op een zondagmorgen de tijd neemt terwijl het zonlicht je kamer binnenvalt.

Er staat nergens vermeld wie de nummers schreef, maar las dat ze van Chantal zijn, weliswaar met uitzondering van het overbekende I Can’t Make You love Me. Ik ervaar dit album niet als eentje die zich na één luisterbeurt prijsgeeft. Je moet de plaat rustig de gelegenheid geven. Niet iets wat je kan afdwingen, maar waarvoor je tijd dient te nemen. Niet eenvoudig misschien, maar de basisregel zou daarbij zijn dat je je openstelt, en wanneer datgene wat je hoort bekoort dan is je doel bereikt. Wanneer blijkt dat je moeite moet doen, dan adviseer ik om eerst eens uit te wijken naar de beide albums van de gelegenheidsformatie Distance, Light & Sky van een paar jaartjes geleden. Zelf neem ik tegenwoordig meer tijd voor muziek. Laat het langzaam inzinken, en bij gelegenheid vindt Silently Held wellicht een luisterrijk oor. Voor mij tevens een aangename afwisseling voor de Folk georiënteerde muziek en Americana die ik gebruikelijk speel, want uiteindelijk is je eigen spreekwoordelijke horizon ook gebaat bij een perspectief die zich niet beperkt tot een enkel genre. 

Rein van den Berg

Releasedatum : 3 mei 2024 Challenge Records

Website : https://www.chantalacda.com/

Ruth Moody : Wanderer

 


De Canadese singer-songwriter Ruth Moody maakt sinds 2002 deel uit van folktrio The Wailin’ Jennys. Ze kreeg vooral grote bekendheid door haar samenwerking met Mark Knopfler op diens albums Privateering en Tracker en mocht ze daardoor in 2015 onder andere in de legendarische Royal Albert Hall optreden. Ze groeide trouwens op, net als de gisteren besproken Beth Gibbons, op een boerderij.

Naast The Wailin’ Jennys heeft Moody ook een succesvolle solocarrière. Haar eerste twee fraaie soloalbums verschenen op het kwaliteitslabel Red House Records. Op de laatste werkten, naast eerder genoemde Knopfler, grote namen als zangeressen Dawn Landes & Aoife O’Donovan en dobrospeler Jerry Douglas mee.

Op haar nieuwste soloalbum Wanderer is Joey Landreth de meest bekende begeleider. Hij zingt met Moody een duet in The Spell of the Lilac Bloom en speelt op een nummer gitaar. Deze keer nodigde ze haar favoriete begeleiders uit. De muzikanten spelen volledig in dienst van de liedjes. Wanderer is voor het overgrote deel akoestisch, de songs over het algemeen zeer ingetogen en organisch. Moody ziet het album als een verslag van haar leven van de laatste decennium.

Als niet creatief persoon vind ik het ontstaansproces van songs altijd bijzonder interessant. Opener Already Free was de laatste song, die ze voltooide. De coupletten ervan schreef ze al tijdens de pandemie, waarbij ze een melancholische rol zag weggelegd voor de piano, maar het voelde echter te somber aan. Januari vorig jaar was ze op een songschrijversretraite in Texas en begon ze opnieuw aan de song te werken op haar nieuwe gitaar, dit keer echter met een nieuwe, veel hoopvollere melodie.

De kers op de taart in de songs is als altijd de mooie sopraan van Moody. Ze produceerde het fraaie Wanderer samen met Dan Knobler (Allison Russell, Lake Street Drive) en de mix werd verzorgd door de welbekende Tucker Martine (My Morning Jacket, First Ais Kit, The Decemberists). Het album zal te koop zijn bij de betere platenzaken en op de webshop van Lucky Dice.    

Theo Volk

Releasedatum : 24 mei 2024 IDLA/Blue Muse Records

Website : https://www.ruthmoody.com/

Beth Gibbons : Lives Outgrown

 


Al meer dan dertig jaar wordt zangeres Beth Gibbons omgeven door de nodige mystiek, al dan niet bewust gecultiveerd (ze geeft nooit interviews). Veel is op Wikipedia niet over haar privéleven te vinden. Ze woonde tot haar tweeëntwintigste op een boerderij om vervolgens naar Bristol te vertrekken om zangeres te worden. Een paar jaar erna leerde ze Geoff Barrow en Adrian Utley kennen, waarmee ze Portishead zou gaan vormen en de rest is geschiedenis.

Hun debuutalbum Dummy behoort dan ook al dertig jaar tot mijn favoriete albums in mijn platencollectie en Glory Box is een van mijn favoriete songs. Ook de twee andere albums van Portishead zijn de moeite waard. Verder nam ze een klassiek album op met een Pools orkest, de derde symfonie van Henryk Górecki en Out of Season, een prachtig duoalbum met Paul Webb van Talk Talk. En dan nu eindelijk op haar negenenvijftigste haar solodebuut Lives Outgrown.

Voor de tien songs nam ze tien jaar de tijd. Het album werd grotendeels geproduceerd door James Ford (Arctic Monkeys, Depeche Mode) en verder door Lee Harris (Talk Talk). Een persoonlijk album waarop zij verdriet en trauma’s van zich afzingt. In de afgelopen periode moest ze afscheid nemen van de nodige familieleden en vrienden. Het zijn songs die horen bij het ouder worden, zo bezingt ze ook onder andere haar menopauze en blikt ze terug op haar leven (onder andere het moederschap). Toch wel verrassend dat ze gezien haar houding in het verleden tekstueel nu zo openhartig is.

Muzikaal gezien wordt er hier en daar behoorlijk uitgepakt met de nodige strijkers en percussie, waarin wereldmuziek invloeden doorklinken, soms opgesierd met fraaie koortjes. Maar soms ook filmische invloeden zoals in Lost Changes waarin trouwens de hand van maestro Morricone doorklinkt. Ook (donkere) folkinvloeden in Burden of life en afsluiter Whispering Love, mijn favoriete track van Lives Outgrown.

De promotiecampagne draait trouwens al een tijdje op volle toeren, met onder andere de interactieve video van Reaching Out. Aanstaande donderdag is om vijf uur in Concerto als enige in Nederland het complete album al te beluisteren en te koop in diverse formaten. Op het eind van het album zijn trouwens natuurgeluiden te horen, de laatste zijn kippengeluiden, hopelijk geen voorteken dat ze zich voorgoed zal gaan terugtrekken op een boerderij.   

Theo Volk

Releasedatum : 17 mei 2024 Domino

Website : https://bethgibbons.net/

 

Beth Gibbons live :

05-06 UTRECHT : TivoliVredenburg

06-06 BRUSSEL : Cirque Royal

Benedict October : And Then the Ocean

 


Benedict October is het alter ego van songwriter, muzikant en filmmaker Martijn Smits (Someren, 1981). Zijn debuutalbum You Can Tell Me Nothing That I Should ken ik nog niet, maar het kreeg vier jaar geleden veel aandacht in de nationale media. Onder andere van Parool, Telegraaf, NPO Radio 2 en 3FM. Op het album wist hij zichzelf al behoorlijk bloot te geven, een van de onderwerpen was dat hij op zijn zeventiende slachtoffer was van zinloos geweld. Hij lag twee dagen op de IC, overleefde het voorval ternauwernood. Ook zag hij in die periode ouders van vrienden en zelfs vrienden wegvallen, hetgeen hem niet in de koude kleren ging zitten.

Zijn nieuwe album And Then the Ocean zou aanvankelijk een fictief epos moeten worden met als thema de liefde na de dood. Echter in het najaar van 2020 overleed Smits’ vader en werd het album veel persoonlijker dan aanvankelijk de bedoeling was. Ook was de eerste opzet een album met kleine liedjes. Na het verschijnen van de EP Here’s What I Forgot sloot Smits zich op in zijn kelder in de Berlijnse wijk Prenzlauer Berg, niet ver gelegen van Alexanderplatz. Naarstig schreef hij daar een twintigtal songs bij elkaar, waarvan er elf op And Then the Ocean belandden.

Het is een conceptalbum, dat vooral zijn band met en zijn liefde voor zijn vader beschrijft. Het album opent met het sterk aan Roxy Music herinnerende Big White Moon, waarin de gepassioneerde zang van Smits en het opvallende saxofoonspel van Koen Schouten die vergelijking nog eens versterken. Het opvolgende, dansbare Lovestruck beschrijft hoe zijn ouders elkaar ontmoetten in een bar dancing in het zuiden des lands.

Het keerpunt om van het album geen fictief, maar een persoonlijk te maken was de song Beautiful Way to Die. Smits’ vader grote wens was lang een eigen huis bouwen, op zijn achtenzestigste was het uiteindelijk zover. Op dat moment liet zijn gezondheid al wat te wensen over. Het jaar dat het huis gebouwd werd, ging zijn gezondheid achteruit. Uiteindelijk kwam zijn vader in het ziekenhuis terecht. Na een verblijf van een maand keerde zijn vader terug naar zijn nieuwe huis om daar snel te overlijden. Een week later zag de met mysterieus klinkend toetsenspel ingekleurde sleutelsong Beautiful Way to Die het licht. Meest catchy song is afsluiter en bonustrack Equally Blinded, een duet met de Duitse zangeres Stefanie Martens (AKA Stefany June).

Op And Then the Ocean wordt Smits omringd door geweldige muzikanten als drummer Nicky Hustinx, violiste Marike de Bruijn en cellist Jonas Pap. Een belangrijke rol was weggelegd voor coproducer Mark van Bruggen. De opnames vonden plaats in Okapi, Rotterdam en de Exalto Studio in Haarlem. De master werd gemaakt door Frank Arkwright in Abbey Road. Het eindresultaat is een meeslepend en ontroerend album, wat waarschijnlijk geen enkele luisteraar onberoerd zal laten.  

Theo Volk

Releasedatum : 17 mei 2024 Kroese Records/Dry/Wet Records

Website : https://benedictoctober.com/

Verbraak | van Bijnen : Nightwalker

 


Eerder dit jaar was het duo Joost Verbraak en Jan van Bijnen al nadrukkelijk aanwezig op het prachtige debuutalbum Ain’t No Hollywood Girl van Nienke Dingemans, wat op het label van beide heren verscheen. Dit door de wol geverfde duo is vooral bekend als begeleiders van de nodige vaderlandse toppers, maar tegenwoordig lijken ze zich steeds meer te ontpoppen als producers van jong Brabants talent als eerder genoemde Dingemans en Merel van de Keer. Daarnaast zijn beiden al solo actief geweest, maar brachten ze ook samen al twee albums uit.

Hun tweede album Endless Road besprak ik zes jaar geleden van hen. Joost en Jan komen oorspronkelijk allebei uit de regio waar ik woon, respectievelijk Roosendaal en Ulvenhout. Grappig was om op Endless Road de song In This Bordertown tegen te komen, wat gaat over het in regio zeer bekende Belgische plaatsje Meersel-Dreef gaat. Een geliefde aanlegplaats voor fietsers (Joost is een verwoed wielertoerist). Op het album liet het duo zich, zoals zo vaak, inspireren door de muziek uit New Orleans en daarnaast onder andere door The Band, maar ook door filmmuziek van Nina Rota en Ennio Morricone en Johnny Cash en Tom Waits.

Deze multi-instrumentalisten doen veel zelf op hun duoalbums, zo ook op Nightwalker. Slechts op twee nummers zijn gastmuzikanten te horen. Op Raincoat Runaway is de tenor sax present van Arend Bouwmeester, vooral bekend van zijn samenwerking met Ralph de Jongh. En op de titelsong is de zang te horen van Pascal Hallibart, Mila van der Made, Jonne & Imke Schreuder en de contrabas van Joris Verbogt. Laatstgenoemde speelt net als Jan en Joost regelmatig in de begeleidingsband van Nienke.

Joost speelt zoals gebruikelijk drums, percussie en de nodige blaasinstrumenten en verzorgt de achtergrondzang. Jan zingt en bespeelt de nodige snaarinstrumenten en toetsen. De meeste songs werden door Jan geschreven, waarin legio rootsinvloeden doorklinken. Het album bevalt me nog beter dan de voorgangers, vooral het nummer Tears, Tears, Tears maakt veel indruk op me. De fotografie was trouwens in handen van Mighty Mike Meijers (o.a. Rusty Apollo). Uiteraard is de releaseshow in Brabant en wel in de Mezz in Breda. Het album verschijnt alleen op vinyl op hun eigen label.  

Theo Volk

Releasedatum : 17 mei 2024 Verbraak | van Bijnen Recordings

Website : https://www.verbraakvanbijnen.nl/

 

Verbraak | van Bijnen live :

17-05 BREDA : MEZZ, albumpresentatie m.m.v. van speciale gasten

15-09 NISPEN : Openluchttheater Nispen

17-04 OEFFELT : Het Veerhuis

Kaia Kater : Strange Medicine

 


Gelukkig ontdekte ik de Canadese singer-songwriter Kaia Kater bij de release van haar debuutalbum Sorrow Bound. Mijn voormalig Johnny’s Garden collega Hans Jansen schreef er destijds voor zijn blog Folk Lantern deze recensie over. Hans schreef toen : “Met Sorrow Bound verankert zij zichzelf binnen de traditionele muziek. Toekomstig wil zij echter de grenzen verder verleggen.”. Heel toepasselijk stond de toen nog piepjonge Kater bij de recensie afgebeeld met een stapel reiskoffers. Sindsdien is Kater zich vanuit haar traditionele achtergrond, die in de Appalachen en old time music ligt, verder gaan ontwikkelen.

Haar vierde album Strange Medicine is haar meest avontuurlijke geworden, waarop ze haar folkmuziek met de nodige andere genres laat samenvloeien. Kater liet zich inspireren door minimale klassieke muziek, jazzmuziek en filmmuziek. Het album kwam tot stand na een periode van diepe zelfreflectie en heruitvinding. Samen met Joe Grass (Elisapie, Barr Brothers) produceerde ze Strange Medicine. Het album viert de macht van vrouwen en onderdrukte mensen door de geschiedenis heen, terwijl ze ook meditaties over haar eigen leven deelt.

Kater kon rekenen op de hulp van onder andere gastmuzikanten als Aoife O'Donovan in de heerlijk voort meanderende opener The Witch, waarin de blazers de kers op de taart zijn. Alison Russell zingt mee in In Montreal, de geboorteplaats van Kater. En bluesgigant Taj Mahal is te horen in Fédon. Kater nam zes jaar de tijd voor Strange Medicine, maar het resultaat is er dan ook naar, avontuurlijke prachtplaat! Gelukkig komt ze in het najaar hier naartoe voor optredens, mis haar niet!

Theo Volk

Releasedatum : 17 mei 2024 Free Dirt/Acrönym Records

Website : https://www.kaiakater.com/

 

Kaia Kater live :

04-10 PERWEZ (B) : Cultural Centre “Le Foyer”

06-10 DEN HAAG : GR8 (gelegen pal naast Paard)

19-10 UTRECHT : Ramblin Roots Festival

20-10 GRONINGEN : Der Aa-Theater

The Red Clay Strays : Moment of Truth

 


Het moment van de waarheid is aangebroken. Aanvankelijk verscheen deze debuutplaat van The Red Clay Strays in 2022, echter nu marketing en distributie van Thirty Tigers zorgdraagt voor een omvangrijk platform komt meer schot in de zaak. Zo zie je maar, zelfs een vlotte band als deze kan een duwtje in de rug gebruiken. Vanuit Hengelo probeerde platenbaas Johan Dollekamp al geruime tijd meer aandacht te krijgen voor deze plaat. En wie weet bleek dit niet voor dovemans oren, aangezien de plaat nu alom op waarde wordt geschat. Sterker, later dit jaar betreedt de band zelfs het Europese continent, waarbij overigens enkel UK en Ierland kort worden aangedaan. Eerst betreden ze de Amerikaanse podia. Ongetwijfeld een consequentie wanneer je met een grote jongen in zee gaat. Gelukkig krijgen ze er veel voor terug. The Red Clay Strays is niet anders de een dynamische band. Een band die qua instrumentatie is voorzien van een strakke basis, inclusief, in de vorm van Brandon Coleman, een paar indrukwekkend stembanden. Zijn zang maakt het Zuidelijke Americana geluid van deze band extra doeltreffend. De plaat opent sterk met Stone’s Throw, terwijl Moment of Truth er vervolgens een schepje bovenop doet. Heerlijk!

Ook al selecteer ik kieskeurig op wat zoal verschijnt, het is ieder keer een genot wanneer een frisse nieuwe band van zich laat horen. Een bandje waarvan hun sound perspectief biedt, waarbij ik mij dan meteen afvraag wat in de toekomst schuilgaat, aangezien ze zich nu laten aanhoren als een ideale mix tussen Rock en wat al niet meer. Powerpop hoeft voor mij niet de richting te zijn. Zoals gezegd, hun tamelijk basale sound is momenteel perfect in balans. Sterke ondergrond van The Red Clay Strays voorziet in drums en bas, waarbij extra accent is weggelegd voor twee bandleden op gitaar. Het meest kenmerkende factor blijft voor mij de stuwende zang. Laat ik het zo formuleren. Ze vullen elkaar aan tot een fijn coherent geheel. Getrokken uit de rode klei van Alabama hebben deze vijf mannen zichzelf tot een eenheid gevormd door hun liefde voor de muziek. Een win-win scenario.

Rein van den Berg

Releasedatum : 3 mei 2024 HBYCO Records

Website : https://www.redclaystrays.com/

The Jaydees : Solitude

 


Eerlijk gezegd bouw ik een beetje af. Liever afstoten dan innemen. Ook qua muzikaal aanbod probeer ik te selecteren op intuïtie en mijn jarenlange affiniteit met de muziek. Die wisselwerking komt uiteraard pas tot stand wanneer je luistert. Toen ik aanvankelijk las dat The Jaydees een Nederlandse band was, raakte ik enigszins vooringenomen. Ik veronderstelde dat ze ergens door de mand zouden vallen ten opzichte van hun buitenlandse collega’s, maar dat gebeurde geenszins. Ze bleken een verrekte leuk plaat te hebben gemaakt met Solitude. Ook de bijna letterlijke vertalingen van gezegdes en andersoortige wijsheden spreken mij enorm aan, zoals in The Flesh is Weak, en storen allerminst. De elf nummers op Solitude zitten gegoten in een overtuigende Americana jasje, en worden nergens saai of voorspelbaar. Ik kende deze band niet van eerdere albums, maar naar nu blijkt komen de heren Jaydees eens in de zoveel tijd bijeen om een album te fabriceren. Op een coveruitvoering van Will Oldham’s Black na werden alle nummers op dit album geschreven door Joop van der Kuip. Nergens zakt de boel in, en blijft Solitude bij voortduring gevarieerd. Aansprekende vocalen en dito muzikale invulling. Het afsluitende nummer blijft meer dan 11 minuten lang interessant. De band blijkt een geoliede machine, en excelleert in zelfvertrouwen, naast bijdragen van Kim de Beer (viool) en BJ Baartmans (percussie).

Ze maakten eerder twee albums; Work With What We’ve Got (2016) en Dandelions (2018). In 2023 namen ze hun nieuwe op in de studio van BJ Baartmans. Het is weliswaar Joop die de songs schreef, maar vermeld men erbij, het is maar de vraag of ze zonder de creatieve invulling van de overige bandleden hetzelfde resultaat zouden hebben verkregen. Solitude (in afzondering) is dus het resultaat van een team. Er blijken wat tekstregels te zijn geleend van William Shakespeare, en in de titelsong vind je inspiratie van ene Philip Larkin. Ik heb thuis een kast die vol staat met cd’s en lp’s, en bijna wordt het tijd op verder op te ruimen, maar dit album van The Jaydees was meer dan welkom. Solitude is niets anders dan een super aangename verrassing van eigen bodem. 

Rein van den Berg

Releasedatum : 22 januari 2024 Continental Records Service

Website : https://www.thejaydees.com/

The Day : The Kids Are Alright

 


De debut EP Strangers With Familiar Faces van het duo The Day dateert alweer van negen jaar geleden. Vier jaar later gevolgd door hun debuutalbum Midnight Parade. Daarna volgden nog enkele losse nummers, waaronder het Nederlandstalige Jij Wint, dat zwaar beïnvloed was door de muziek van Spinvis.

Het duo The Day bestaat uit de in Antwerpen woonachtige Nederlandse zangeres Laura Loeters en de in Hamburg woonachtige Gregor Sonnenberg. Het tweetal leerde elkaar lang geleden kennen op de ArtEZ School of Music in Arnhem. Ze maken muziek die voor de hoofdmoot bestaat uit intieme, melancholische dreampop aangevuld met af en toe door indierock beïnvloede muziek.

Bij de titel van hun tweede album The Kids Are Alright had ik meteen een associatie met de gelijknamige documentaire film over The Who. De liedjes voor het nieuwe album begonnen te ontstaan vlak nadat Loeters vanuit Utrecht naar Antwerpen was verhuisd, net voordat de pandemie uitbrak. Loeters wilde daar net een sociaal netwerk gaan opbouwen. Voor het eerst in haar leven voelde ze zichzelf eenzaam. Die gemoedstoestand heeft uiteraard een weerslag gehad op de teksten op het nieuwe album. Muzikaal gezien ligt The Kids Are Alright in het verlengde van de voorganger, dus een combinatie van dream pop gecombineerd met wat indierock invloeden.

Theo Volk

Releasedatum : 10 mei 2024 Independent

Website : https://www.thedayisaband.com/

Josienne Clarke : Parenthesis, I

 


In het verleden schreef Josienne Clarke al de nodige persoonlijke, breekbare songs, waarbij geregeld het thema twijfel voorbijkwam. Zoals bijvoorbeeld over de grote nervositeit die ze voor optredens had en de eraan gekoppelde twijfels of bezoekers überhaupt geïnteresseerd waren in haar verhalen. Ze bezong dat bijzonder fraai in haar lied Bathed in Light, afkomstig van het “make or breakalbum” Seedlings All met Ben Walker. Op datzelfde album bezong ze ook haar twijfels of ze ooit moeder zou willen worden in het liefelijke Maybe I Won’t :

“I thought a mother’s hands would grow on my arms somehow

I thought I’d know

Thought I’d have days and days to decide

But maybe I don’t

Maybe I won’t”

Haar nieuwe album Parenthesis, I is Josienne’s meest persoonlijke album tot nu toe geworden. Sleutelsong is voor mij Forbearing, wat er bij de luisteraar diep in hakt. Het duikt diep in thema’s als mislukking, zelfmoord en miskraam. Tussen 2020 en 2022, in een tijd waarin haar muziekcarrière aanzienlijk van koers veranderde, kreeg Clarke een reeks miskramen, waardoor ze zich suïcidaal en zonder doel voelde. "Ik dacht dat ik niets had om te laten zien dat ik bestond", zegt ze. “Op je laagste punt zijn, waar je je situatie niet langer kunt verdragen, is een plek van waaruit je het opgeeft of de manier waarop je over jezelf, het leven en de ruimte die je jezelf daarin geeft fundamenteel verandert”, vervolgt ze. Gelukkig werd ze in 2022 alsnog moeder van zoon Sphé, die intussen bijna twee is.

Het album vertelt het verhaal van haar persoonlijke groei, zelfontdekking en vooral veerkracht, waarbij ze zichzelf bijzonder kwetsbaar opstelt. Ook een belangrijke song is het reeds vrijgegeven Most of All. Het vat in vijf coupletten het levensverhaal van Josienne samen. “It is a licking of wounds and counting of blessings, taking stock and setting straight in my head,”, aldus Josienne. Omdat het zo’n persoonlijk lied is had ze moeite om het live te brengen. Diverse keren stond ze op het punt om het van de tracklist af te halen, maar het bleek uiteindelijk een favoriet van haar publiek. De versie die op de definitieve tracklist staat is de originele demo die Josienne heeft opgenomen, alleen haar stem en gitaar, lo-fi en eerlijk.

Gelukkig heeft Josienne ook weer haar saxofoon en klarinet uit de kast gehaald, Looking Glass behoort dan ook tot mijn favoriete songs van het album, het had van mij wat langer mogen duren. Al in de schitterende, voort meanderende opener Friendly Teeth blijkt het relaxte, sobere pianospel van Matt Robinson een verrijking van de songs. Naast van Robinson kreeg Josienne alleen nog hulp van manlief Alec op bas en jazz drummer Dave Hamblett. De uitdrukking “what doesn't kill you makes you stronger” is zeker van toepassing op Josienne Clarke. Parenthesis, I toont Josienne op haar meest eerlijke en kwetsbare wijze.  

Theo Volk

Releasedatum : 10 mei 2024 Corduroy Punk Records (Independent)

Website : https://josienneclarke.com/

Lemoncello : Lemoncello

 


In thuisland Ierland bezorgden hun twee EP’s Stuck Upon the Staircase en Oil and Water het folkduo Lemoncello al de nodige bekendheid. Hun debuutalbum Lemoncello en hun komende tournee daar langs bekende podia als Whelan’s en Coughlan’s Bar zal die bekendheid ongetwijfeld een stuk vergroten.

Lemoncello bestaat uit songschrijfster en gitariste Laura Quirke en celliste Claire Kinsella. Hun kwaliteiten werden al snel onderkend, want ze werden in 2019 genomineerd voor ‘Best Emerging Folk Act’ in the RTÉ Radio 1 Folk Awards. Het duo werkte al samen en deelde podia met interessante en vernieuwende artiesten als Anna Mieke, Lisa O’Neill, Sam Amidon en Mick Flannery. Helaas heb ik de cd nog niet ontvangen vanuit Ierland, dus beschik ik niet over de complete credits.

Ze produceerden zelf met Julie McLarnon het album in Analogue Catalogue Studios en werden de opnames vastgelegd op 2 inch tape. Naast door folk liet het duo zich beïnvloeden door indiepop, jazz improvisatie en romantische en moderne klassieke muziek. Tekstueel onder andere door James Joyce, Michael Fury, gaat over een fictief figuur uit een kort verhaal van Ierlands beroemdste schrijver. Net als het duo afkomstig uit de Ierse hoofdstad. De gezongen tekst betreft het gedicht "I've had lovers" van Stephen James Smith.  Hun teksten zijn zowel doorspekt met humor als breekbaarheid.

De eerste acht songs betreft eigen werk, afsluiter My Lagan Love is een bekende Ierse traditional, talloze malen gecoverd door bekende artiesten als The Chieftains, Jim McCann, Mary Black tot zelfs Dusty Springfield en de klassieke sopraan Mary O’Hara. De arrangementen zijn zonder uitzondering beklijvend, maar de kers op de taart is toch vaak de geweldige samenzang van de dames. Na Yellow Roses van Niamh Bury is Lemoncello de tweede schitterende release in korte tijd op het Claddagh label.

Theo Volk

Releasedatum : 3 mei 2024 Claddagh Records

Website : https://www.lemoncelloireland.com/#/

Krissy Matthews & Friends : Krissy Matthews & Friends

 


Deze maand wordt het Brits/Noorse gitaarfenomeen Krissy Matthews pas 32, maar heeft intussen al een ongelofelijke staat van dienst opgebouwd. Op zijn derde stond hij al samen met zijn vader op het podium Pretty Woman van Roy Orbison te zingen. De eerste, echt serieuze podiumervaring deed hij op twaalfjarige leeftijd op. Voor het Notodden Blues Festival nodigde John Mayall hem uit om samen twee nummers te spelen. Sindsdien heeft hij het podium gedeeld met grote acts als Toto, Gregg Allman, Tedeschi Trucks Band, Joe Bonamassa, Joe Satriani, Beth Hart, Jimmie Vaughan, Steven Seagal, Clawfinger en Los Lobos. Intussen speelde hij al duizenden shows.

Krissy Matthews & Friends is zijn achtste album en na Pizza Man Blues zijn tweede voor het sympathieke Duitse blueslabel van Thomas Ruf. Ruf is iemand die onvoorwaardelijk in zijn artiesten gelooft. Matthews kreeg van Ruf dan ook alle ruimte voor dit zeer ambitieuze en gevarieerde project. Het dubbelalbum duurt bijna tweeënhalve uur en verveelt door de grote gevarieerdheid geen moment. De waslijst aan medewerkende vrienden is groot, zoals te zien is op de hoes. De vierentwintig gespeelde composities zijn een mix van door Matthews zelf geschreven songs en bekende en soms wat minder bekende covers.

Een van de bekendste covers is Cream’s Sunshine of Your Love, waarin op het eind trouwens een stukje van het nummer White Room zit verwerkt. Ze zijn allebei mede gecomponeerd door Pete Brown, die wel meer nummers samen met Jack Bruce schreef. Brown was tien jaar lang een goede vriend van Matthews. Helaas overleed Brown mei vorig jaar en is het album aan hem opgedragen. De afgelopen jaren raakte Matthews via de Hamburg Blues Band bevriend met een andere legende, Arthur Brown, onlosmakelijk verbonden met de monsterhit Fire. Brown is hier te horen in de klassieker Don’t Let Me Be Understood.

Een van de meest geslaagde covers is de lang uitgesponnen versie van The Band’s bekendste song The Weight. De zang wordt verdeeld onder diverse zangers, waaronder Inga Rumpf en Layla Zoe, met wie Matthews de laatste tien jaar geregeld toerde. Ook is hier de in Nederland bekende Sean Webster op gitaar te horen. Het nummer zou vanwege het geweldige sax- en pianospel trouwens niet misstaan hebben op het Stones album Exile on Main St. Dit nummer wordt hier overigens gevolgd door het uitstekende, instrumentale SCIM Impro. Deze compositie wordt echter niet in de tracklist als ook in het begeleidende boekje niet vermeld. Tot de hoogtepunten reken ik zeker Try Me Again, prachtig en met veel emotie gezongen door Hamburg Blues Band collega Gert Lange.  

Absolute hoogtepunt vormt echter voor mij de fenomenale cover van Clem Clempson’s Tomorrow’s Blues. Meteen bij de eerste keer dat ik deze versie hoorde werd ik volledig weggeblazen door de perfecte opbouw en samenspel en het om beurten het voortouw nemen van de muzikanten (waaronder Clem Clempson). Krissy Matthews & Friends is zonder enige twijfel het beste en meest gevarieerde album dat Matthews tot op heden maakte, zeer warm aanbevolen!

Theo Volk

Releasedatum : 10 mei 2024 Ruf Records

Website : https://www.krissymatthews.com/

 

Krissy Matthews live :

14-06 VERVIERS (B) : Spirit of 66