Zangeres Stine
Andreassen van de Nordicana/popband The Northern Belle staat op de hoes van Bats
in the Attic afgebeeld als marineofficier. Ze symboliseert
hier haar opa die verlangt naar huis. Een opa die ze amper gekend heeft, want
hij overleed al toen Stine pas zes jaar oud was. Onlangs kreeg ze de
mogelijkheid om hem alsnog wat beter te leren kennen. Als enige mocht ze van
haar oma de ruim vierhonderd brieven lezen die haar opa haar geschreven had. Zelfs
haar moeder heeft ze nooit mogen lezen, omdat oma bang was dat sommige brieven
haar mogelijk verdriet zouden hebben gedaan.
Het uitgangspunt was een conceptalbum over liefde en
verlangen. Er gebeurde echter zoveel in haar persoonlijke leven dat ze er niet
om heen kon om daar ook over te schrijven. Het meest beladen lied op het album is
ongetwijfeld Even Dylan Can’t Make This Right wat gaat over een goede vriendin
die tijdens de Coronalockdown zelfmoord pleegde. Stine zong het nummer op haar
uitvaart. Beiden behoorden tot een hechte groep vriendinnen uit Tromsø, nabij
de poolcirkel waar ze opgroeiden. Samen met de andere vriendinnen zong Stine
ook tijdens de uitvaart Dylan’s Girl From the North Country.
Het meest ingenomen was haar oma met Merchant Navy
Hotel. Het gaat over haar verblijf in Middlesbrough. Daar was opa een
tijdlang gestationeerd, oma ging voor twee weken op bezoek, maar het werden uiteindelijk
enkele maanden. Soms was het vertrekpunt de liefde tussen opa en oma, zoals bij
Hell & Back, maar werd het echter een song over zichzelf. De liedjes
werden allemaal door Stine zelf geschreven, alleen bij Treat Yourself Better
kreeg ze hulp van Thea Glenton Raknes. Favoriete track is voor mij Fresh Dew
Trippin’, waarbij stevige gitaren de vrije loop krijgen.
Theo Volk
Releasedatum : 8
maart 2024 Die With Your Boots On
Het voorgaande album Birds
in the Ceiling viel niet bij al Moreland’s fans even goed in aarde
vanwege het gebruik van de gelaagde elektronica. Mijn collega Rein eindigde destijds
dan ook zijn recensie met de volgende conclusie : “Het is een prijzenwaardig en
gedurfd initiatief, maar hopelijk eenmalig.”. Het was een album waarop moderne
vervreemding centraal stond.
Toen Moreland in november 2022 een moeilijke tour ter
promotie van Birds
in the Ceiling achter de rug had, stopte hij volledig met werken. Hij
nam een heel jaar vrij van het spelen van shows en gebruikte zes maanden geen
smartphone. “Aan het einde van dat jaar had ik zoiets van ‘Niemand belt mij’.
Ik moest een tijdje niets doen en gewoon verwerken”, zegt Moreland.
Na bijna een decennium in de schijnwerpers te hebben
gestaan, voortdurend doordrongen van de verwachtingen van zijn publiek, de
muziekindustrie en anonieme vreemden online, maakte hij voor het eerst wat tijd
vrij om uit te rusten, te genezen en na te denken. Die periode van bezinning
heeft hem goed gedaan.
Op Visitor keert Moreland gelukkig terug naar
de aanpak van de succesvolle albums In the Throes en High
on TulsaHeat, die beide
grotendeels thuis werden opgenomen met een klein aantal extra muzikanten. Ook Visitor
is weer een folkrockplaat geworden, die intiem, direct, diep doordacht en
catchy is.
Moreland nam het album in slechts tien dagen op in
zijn huis in Bixby, Oklahoma, waarbij hij bijna elk instrument zelf bespeelde
(zijn vrouw Pearl Rachinsky zong op één nummer mee, en zijn oude medewerker John
Calvin Abney droeg een gitaarsolo bij). Daarnaast nam hij het album zelf op en
mixte hem.
“Eenvoud en directheid waren van groot belang voor het
proces”, zegt hij, dat blijkt bijvoorbeeld al uit een songtitel als The More
You Say, The Less It Means. De periode van rust heeft het beste in Moreland
naar boven gehaald. Vanaf de ingetogen en bijzonder fraaie opener The Future
Is Coming Fast weet hij de luisteraar te beklijven. Het album kan gemakkelijk
wedijveren met In the Throes en High on Tulsa Heat.
Theo Volk
Fysieke releasedatum : 31 mei 2024 Old Omens/Thirty Tigers
Joris Boerma begon Historian in eerste instantie als
een soloproject. Alle liedjes op het debuutalbum Mythologies zijn door
hem geschreven en dateren uit die beginperiode. Op het onder leiding van producer
Harmen Ridderbos (Town of Saints) opgenomen album kreeg Joris hulp van Lissie van de Laar (keys, zang), Niek
de Vries (drums) en Ravi Pakker (bas). Pas in oktober 2022, toen
de plaat nagenoeg klaar was, besloten ze met z'n vieren verder te gaan, echt
als band.
De interesse in de band kwam hierna al snel, in
januari 2023 stond men al op Eurosonic en later dat jaar deed men mee aan de
Popronde. Ook won men de Friese Talent Award. De groepsnaam Historian verwijst
naar Joris’ studie Geschiedenis aan de Universiteit van Groningen. Hij mag zich
dan ook graag verdiepen in de muziekgeschiedenis. Zo kwam hij via Amy Winehouse uit bij de 27 Club, waarbij hij vooral gefascineerd raakte in het levensverhaal van
blueslegende Robert Johnson. Over wie het verhaal gaat dat hij zijn ziel aan de
duivel verkocht zou hebben. Hell Over Holy Water gaat over die hedendaagse
folklore met de duivel. Er zitten dan ook blues invloeden in hun muziek.
De meeste liedjes hebben thema's rond grote verhalen,
vooral de (Griekse) mythologie in songs als Don't Look Back en Apollo.
Ook zitten er wel wat persoonlijke songs tussen, die meer dienen als verhalen
over jezelf of obstakels overwinnen. Daar is Deeper End een goed
voorbeeld van. Tot mijn
favoriete songs behoort zeker het liedje All My Friends Are Off to War. Joris
over de gegroeide importantie ervan : “Het is een song die veel relevanter is
geworden dan in eerste instantie was bedoeld. Het is geschreven in september
2021 en werd na de invasie van Oekraïne veelzijdiger. De song is ook bedoeld
als een algemeen lied tegen oorlog voeren in dezelfde trend als die van de zestiger
jaren (door landjepik-grootmachten en dictators), wat in de laatste paar jaren
alleen maar meer is geworden helaas.”. Het reeds als single vrijgegeven Lady
of Fire behoort voor mij ook tot de hoogtepunten, mede dankzij het opzwepende
vioolspel van Heta Salkolahti (Town of Saints).
De hoes van Mythologies is opvallend. “De
afbeelding komt uit een fotocollectie van het Amerikaanse Congres, rond 1941.
Er is een muziekleraar die een kinderkoor dirigeert, en het is zo leuk te zien
hoe alle kids reageren op die leraar. Elk kind zorgt weer voor een nieuw
verhaal, en dat vonden we heel goed passen bij Mythologies. Daarna is
onze drummer Niek lekker aan de bak gegaan met de vormgeving.”, aldus Joris.
De bandleden hebben duidelijk een voorliefde voor vintage
apparatuur en kleding. Ook heeft Joris een paar jaar terug zijn lange haar
ingewisseld voor een dertiger/veertiger jaren coupe. Joris is een zanger die
veel passie in zijn zang legt. De groep maakt ook optimaal gebruik van dynamiek
en gaat de nodige eigenzinnigheid niet uit de weg. “De echte charme van
Historian als band is hoe we de muziek live gearrangeerd hebben en invullen,
daar komt de kracht van ons vieren goed naar boven!”, aldus Joris. Die grote
kracht zullen ze ongetwijfeld willen gaan tonen tijdens de komende releasetour.
Nederland is een erg talentvolle groep rijker!
Anderhalf jaar na de zeer succesvolle voorganger Film
Dust krijgt het al een opvolger. Dit debuutalbum van het door de wol geverfde Belgische
duo Ed De Smul en Tom De Poorter was destijds razendsnel uitverkocht.
Zoals ze het zelf bescheiden omschrijven maken ze
authentieke Americana. Volgens Tom is Wait! There’s More! een beetje een
samenvatting geworden van alle genres waar ze allebei fan van zijn, van John
Hiatt en Johnny Cash tot aan gospel/folk blues en singer-songwriter. Zeven van de
negen songs zijn van de hand van Ed, die ze meestal vanuit de losse pols
schrijft. Soms blijkt achteraf dat er een rode draad door de songs loopt en deze
keer zijn dat vooral de thema’s over ouder worden, verlies van vrienden en
gemiste kansen.
Als kind droomde Ed soms ervan op de trein springen en
de wereld te gaan verkennen. Het bijzonder fraaie Night Train vertelt
het verhaal van een jongen die dit daadwerkelijk doet en niemand merkt het op. Een
nummer over ouder worden is The Road waarbij je het gevoel hebt dat alles
snel voorbij gaat en dat je met de resterende tijd de dingen moet doen die je
nog wil doen. Come On In is een nummer over het geval dat er niets mis
is om je te laten troosten en zorg aan te nemen van anderen als het moeilijk
gaat. Tegenpolen blijken ondanks grote verschillen regelmatig tot elkaar aangetrokken
te voelen, dit thema wordt bezongen in Black and White.
Ook deze keer werd er in alle rust opgenomen in Toms
eigen Sugarbird Recordings studio, welke volgepropt is met vintage zestiger
jaren opname apparatuur. Op het instrumentale Spring Blues is de
mondharmonica te horen van Bart De Clercq. Helaas verloor Bart op tragische
wijze het leven bij een motorongeluk in 2013. Op het gevarieerde Wait! There’s
More! worden de songs vooral door het heerlijke, vaak relaxte snarenwerk
naar een nog hoger niveau getild. Het album had al snel een verslavende
uitwerking op mij en ik verwacht dan ook dat deze keer de fysieke exemplaren
snel op zullen zijn. Voorlopig staan er helaas alleen in België optredens gepland.
Theo Volk
Officiële releasedatum
: 12 april 2024 Independent
Tegenwoordig schijn je bijna overal speciale dagen
voor te hebben. Zo blijkt vandaag 28 maart World Piano Day te zijn. Mooie aanleiding
voor pianist Daniël Tomàs van der Duim om vandaag zijn tweede volwaardige album
Pictures II uit te brengen.
Het album werd opgenomen in zijn eigen Arnhemse woonkamer,
waarbij oplettende luisteraars omgevingsgeluiden zullen ontdekken. Bij de uitvoering
van de zelfgeschreven stukken wordt van der Duim op viool bijgestaan door
Annelieke Marselje.
Op zijn eerste EP Pluviophile stond Daniël’s
identiteit als dromer en dagdromer centraal. De tweede EP Halycon ging
dieper in op de betekenis deze dromen, met nummers zoals Dirge over
verlies en Ruin geïnspireerd op de Slag om Arnhem (1944). Het nummer Halcyon
nodigde uit om verlies te accepteren en vooruit te kijken. Het album sluit af
met het nummer Satori, een Japans woord voor "begrijpen," wat
de luisteraar uitnodigt tot introspectie.
Het dromerige aspect komt ook weer tot uiting op Pictures
II, ook doet de muziek bijzonder evenwichtig aan. Van der Duim omschrijft
zijn intenties als volgt : “Ik probeer de luisteraar uit te nodigen om even te
ontsnappen aan de wereld en tot rust te komen. Mijn muziek is vaak gebaseerd op
persoonlijke ervaringen en emoties, maar ik probeer geen letterlijke verhalen
te vertellen. Het gaat meer om het overbrengen van gevoelens en sferen. Mijn
doel is om mensen uit te nodigen om even te ontsnappen, te ontspannen en hun
verbeelding de vrije loop te laten terwijl ze luisteren. Ik wil een soort
evenwicht creëren waarbij mensen zich kunnen laten meevoeren door de muziek
zonder volledig in zichzelf gekeerd te raken.”.
Tijdens de liveshows die Daniël speelt, combineert hij
piano en elektronische apparatuur om een bijzondere sfeer neer te zetten. Hij
improviseert en nodigt de luisteraar uit te luisteren en te ontspannen.
Ik zag een video-opname van Ted Russell Kamp
waarin hij wandelde langs het geboortehuis van zijn grootvader te Hoorn. Zelf
was ik tevens in datzelfde centrum vanochtend voor boodschappen. Helaas op ’t
fietsje door de vieze regen. Aangezien deze California Son momenteel in
Nederland vertoeft kon ik mij voorstellen dat hij de California Sun node mist.
De muziek van Ted op zijn nieuwste is opmerkelijk zonnig. De video van zijn
titelsong suggereert een aangenaam en onbekommerd bestaan. Je zou bijna
vergeten dat ook Ted gewoon moet werken om zijn brood op de plank te
verkrijgen. In de bijbehorende video doen “wij” een toertje Los Angeles met Ted
in zijn Ford Mustang. (Ik veronderstel dat de auto van hem is) Wie wil nu niet
zo’n zorgeloos bestaan? Hij brengt ons zelfs langs The Troubadour! Wanneer je
je inkomsten op orde hebt dan lijkt USA mij prima vertoeven, terwijl armoe daar
ook alsmaar oprukt, vandaar; wat is nou mooier om weg te dromen bij Ted’s
opbeurende songs? We duwen in het veranderende politieke klimaat allemaal
liever (al was het maar voor een moment) de ellende terzijde. En Ted doet zijn
best ons daarbij behulpzaam te zijn.
Volstrekt lichtvaardig is hij overigens evenmin.
Hij heeft zijn nieuwste schijf gevuld met puike songs. Ook zijn er
verschillende musici die hem bijstaan in het vertolken van zijn muziek. De mix
van de instrumenten zou ik willen omschrijven als kristalhelder en degelijk.
Niks mis om aan de vertrouwde conventionele kant te blijven, maar zelf hoor
liever iets meer kleur en karakter in de muziek. Het geheel had meer gedurfd
gemogen van mij. Solo’s in The Upside to The downside blijven daardoor keurig
binnen de lijntjes. Er is wel variatie, want naast een uptempo song als High
Desert Fever, is er ook ruimte voor een innemende Firelight. Als opvallend ervoer
ik ditmaal dat Ted een uitermate onderhoudende zangstem heeft. Ik veronderstel
dat Ted Russell Kamp in de afgelopen jaren een uitstekende schare liefhebbers
in De Lage Landen aan zich heeft weten te verbinden. Verschillende dagen is er
gelegenheid om te ervaren hoe zijn muziek live uit de verf komt. Ik vermoed dat
dit voor een professionele muzikant als Ted Russell Kamp geen probleem wordt.
California Son heeft een opbeurend plaatje gebakken! En het zou mij niet
verbazen dat er live meer dynamiek is.
Rein van den Berg
Releasedatum : 22 maart 2024 PoMo Records/KZZ Records
Alweer acht jaar geleden verscheen het intrigerende Capital
Punishment for Cars van de ervaren Noorse zangpedagoge, dirigent, multi-instrumentaliste
en zangeres Anne-Marie Giørtz. Van het dozijn nummers op dat album betrof het
zeven gedichten van haar overleden vriendin en dichteres Fran Landesman. Tijdens
hun dertig jaar durende vriendschap had Landesman de gewoonte om haar nog niet
gepubliceerde gedichten naar Giørtz te sturen. Voor vijf songs werd de muziek
geschreven door Guttorm Guttormsen.
Zijn bedrage blijft deze keer op het nieuwe album Echoes
of Our Memories beperkt tot de song Rules for the Cleaning Lady. Guttormsen
zette het gedicht van sociaal activiste Beatrice Hawley op muziek. De overige
vijf zijn op muziek gezette gedichten van Fran Landesman. Drie ervan deed
Anne-Marie alleen. Bij Dust en Unlit Room kreeg ze hulp van haar
man Eivind Aarset, die het album ook op uitmuntende wijze produceerde.
De songs geven mij de indruk dat er een lang
rijpingsproces aan vooraf is gegaan. Het album vormt veel meer geheel dan de
voorganger. De bezetting die het album opnam was klein, hoofdzakelijk door Anne-Marie
(zang, piano), Eivind Aarset (gitaren, bas en elektronica) en Anders Engen
(drums, percussie, synthesizer en dobro).
Zoals men het album zelf omschrijft dekt volledig de
lading, waar ik verder niets aan toe te voegen heb :“Teksten over de lichte en donkere kanten van
het leven worden door Giørtz met verstilde intensiteit gepresenteerd. De muziek
door het hele album heen is ruimtelijk, maar nooit leeg of statisch. Het
stroomt en ebt, met zacht herhalende motieven die organisch evolueren,
verschuivend om nieuwe texturen en stemmingen te creëren, soms subtiel, soms
dramatischer, maar altijd volgens de lyrische eisen van het nummer.”. Het album
maakt op mij zeker zoveel indruk als de intrigerende voorganger. Warm
aanbevolen!
Theo Volk
Releasedatum : 5
april 2024 In Your Dreams (Independent)
Eigenlijk zou de EP Wie Ben Je Dan? al een jaar
geleden verschijnen. Helaas kreeg Saranne Schümers een ongeluk waarbij ze een frontale
klap op haar strottenhoofd en stembanden kreeg. Het herstel zou zes weken gaan vergen,
maar in de praktijk duurde het echter veel langer. Gelukkig kon Saranne eind
januari weer voor het eerst optreden op de Radboud Universiteit, waar Saranne Teacher
in Residence is voor het vak Nederlandse Taal en Cultuur.
Overigens begon neerlandica Saranne ooit in 2012 in
het Engels te zingen op het dynamisch door BJ Baartmans geproduceerde album Feathers
& Fools. Het bijzonder succesvolle en profetisch getitelde Dagen
Dat het Anders Gaat liet vervolgens acht jaar op zich wachten. Dat had
te maken met het feit dat Saranne in de gaten kreeg dat ze zichzelf veel beter in
het Nederlands kan uitdrukken. Op het album was wederom een belangrijke rol weggelegd
voor multi-instrumentalist en producer BJ Baartmans, die de composities zonder
uitzondering prachtig arrangeerde.
Voor Wie Ben Je Dan? is echter een geweldige
andere Brabantse producer ingehuurd. De lijst met wie de ervaren Gabriël
Peeters samenwerkte is erg lang (o.a. Ramses Shaffy, Frédérique Spigt, JW Roy, Björn
van der Doelen, Iris Penning en Mercy John). Door zijn vaak geweldige
inkleuring van de liedjes kan Peeters gezien worden als de Haarlemmerolie die
de songs naar een hoger niveau tillen. Maar de rest van de line-up mag er ook
wezen.
Voor Bertolf Lentink verzorgde Saranne enkele jaren
geleden het voorprogramma. Als wederdienst is Bertolf hier te horen op
elektrische gitaar en mandoline. Daarnaast wordt Saranne bijgestaan door de
inventieve celliste Mirthe de Jonge die vorig jaar nog een prominente rol
speelde op het bijzonder fraaie Dan
Maar Genieten van Iris Penning. Ten slotte kreeg Saranne hulp van nog
een klasbak, violist Alex Akela (o.a. Björn van der Doelen, Tom Neven).
Met zulke geweldige begeleiders waren mijn
verwachtingen torenhoog, maar die worden volledig ingelost. Ook deze keer
speelt literatuur een belangrijke rol. De reeds vorig jaar vrijgegeven opener Duivels
schreef Saranne na het herlezen van Goethes “Faust”. Het gaat voornamelijk over
jezelf de ruimte geven als je voelt dat je daar behoefte aan hebt. Er zit trouwens
nog een nu toepasselijke Easter egg in de tekst verborgen, namelijk de regel “Laat
me mijn eigen gang maar gaan”. Een regel uit het refrein van de Ramses Shaffy
klassieker Laat Me. Bij de video van Duivels waren trouwens de
dochters van BJ Baartmans betrokken.
Over het algemeen houdt Saranne van liedjes in mineur.
Teruggeslagen Lakens kent echter een vrolijk ritme en de tekst is erg
hoopvol. Inspiratie ervoor kreeg ze na het zien van “The bedroom series” van de
opkomende Amsterdamse kunstenares Degann. In haar schilderijen zie je
onopgemaakte bedden die een onrustige nacht suggereren, maar die ook al het
hoopvolle zonlicht van de dag weerkaatsen. “Dit nummer gaat over het
nachtelijke woelen, de nachtelijke avonturen. Het gaat erover dat het goed is
niet in het donker te blijven, maar op te staan en de deur uit te gaan”, aldus
Saranne.
De titel Doe’s Lief verwijst naar de ideële
reclame van Sire uit 2019. Een reclame die gaat over ons steeds verder
polariserende en verhardende maatschappij. Met name op sociale media vliegen
mensen elkaar om het minste in de haren. Over de verschillende fases in volwassenwording
gaat Op de Troon Voor een Dag. Zeker als ouder moet je beslissingen nemen
voor je kinderen, waarvan je hoopt dat ze de juiste zijn. Saranne heeft
trouwens een jonge dochter die volgens mij nu al te popelen staat om in haar
voetsporen van zangeres te treden. De bijzondere fraaie, gedragen afsluiter en
titelsong is geïnspireerd door socioloog Nathalie Heinich over de drie pijlers
die je identiteit vormen.
Net als bij de voorganger maakte Saranne het artwork
zelf. Helaas moesten we een jaar langer wachten op het prachtige Wie Ben Je
Dan? Maar ieder nadeel heeft zijn voordeel, het duurt nu wel weer een jaar
korter voor we nieuw werk van Saranne mogen verwachten.
De groepsnaam Sarah Shook & The Disarmers deed
geen enkel belletje bij mij rinkelen. Frontvrouw Shook van deze alt-country en indie
rock vijfmansformatie gebruikt tegenwoordig River als voornaam. Wellicht heeft
die naamsverandering iets te maken met het afzetten tegen het streng christelijk milieu waarin ze opgroeide. Ze mocht in haar jeugd alleen luisteren
naar klassieke en religieuze muziek. Ze is volledig autodidact, ze leerde
zichzelf op jonge leeftijd piano en vervolgens akoestische gitaar spelen. Naast
muzikant maakt ze zich hard voor de LGBT gemeenschap en burgerrechten. Ze is trouwens
non-binair.
River schreef alle liedjes voor Revelations. En
zoals de titel al doet vermoeden neemt ze in haar teksten bepaald geen blad
voor de mond, waarbij cynisme vaak nooit ver weg is. Een goed voorbeeld is de
derde vrijgegeven single Motherfucker. Ze schreef het nummer voor iedereen
die ooit te maken heeft gehad met personen die voortdurend problemen uit het
niets creëren, je vaak tot wanhoop drijven en over het algemeen een waardeloze,
liegende klootzak is. Revelations had bij mij enige tijd nodig om te landen,
maar is uiteindelijk een bijzonder prettige eerste kennismaking met de muziek
van Sarah Shook & The Disarmers geworden.
Theo Volk
Releasedatum : 29
maart 2024 Abeyance Records/Thirty Tigers
Op hun vorige album stond het Eurosongfestival
centraal, ditmaal wordt op Bal Populaire het levenslied in het zonnetje gezet.
Voor het eerst schreef Dave von Raven veel van de tekst en muziek zelf, daarnaast
een vijftal covers. Persoonlijk heb ik niet zoveel met het genre, ondanks het
feit dat mijn vader met de vader van Corry Konings drieënhalf jaar optrok tijdens
zijn verblijf als soldaat in Indonesië eind veertiger jaren en een andere
dienstkameraad van mijn vader lang in de Jordaan woonde.
Een uitzondering erop vormt het Smartlappenfestival in
mijn woonplaats, waar onder het genot van het nodige bier je in de kroeg opeens
klassiekers als Manuela gaat meezingen. Geen wonder dat op de binnenkant
van het uitklapbare hoesje de heren van The Kik afgebeeld staan in Café de Harmonie
in Terheijden. Deze bruine kroeg ademt nostalgie uit door de aanwezigheid van
een heus Decap orgel. Dit orgel was uitermate populair in de jaren zestig en
zeventig, met name in Vlaanderen. Niet alleen het orgel was destijds erg geliefd dat gold ook voor de accordeon, dit instrument is dan ook prominent
aanwezig op Bal Populaire, hier bespeeld door Dominique Paats.
De opener en reeds vrijgegeven single Daggie Niet
Gelachen vind ik door het hoge Sterren NL gehalte het minst geslaagde
nummer. Alhoewel ik het credo van Dave’s oma hier wel volledig omarm. Het beste
bevalt de zelf geschreven wals musette Het Spijt Me Parijs, waardoor je je
daadwerkelijk in Parijs voelt. Ook fraai is de cover van Plastic Rozen,
waarvan de strijkersarrangementen gemaakt zijn door Reyer Zwart en waarop onder
andere ook Benjamin Herman te horen is.
Opgenomen in de studio waar de geschiedenis van het
Nederlandse levenslied ooit begon, de Telstar studio van de Rotterdamse legende
Johnny Hoes. Zijn liedje Och, Was Ik Maar bij Moeder Thuis Gebleven is
met 450.000 exemplaren nog altijd de best verkochte Nederlandstalige single
aller tijden. In de afsluiter Kleine Nico, geschreven door Fred van Dam
en Harry de Groot, wordt een ode aan Johnny Hoes gebracht. Er wordt hier gebruikgemaakt
van een nooit uitgebrachte demo van Johnny Hoes.
De afgelopen tijd hield Dave zich minder bezig met de
actualiteit, maar richtte zich voornamelijk op lichtere, persoonlijke
onderwerpen. Drummer Kees Doms is trouwens voor het laatst te horen op een Kik
album. Vanaf de komende toer zal Kees Schaper (Bob uit Zuid, Yorick van Norden
& Anne Soldaat) gaan vervangen.
Greywood Records is een in Berlijn gevestigd
onafhankelijk platenlabel en muziekuitgever voor moderne folk en
singer-songwriters, eigendom van Heiko Wessels. De afgelopen jaren stuurde
Heiko mij af en toe nieuwe albums op, die haast altijd voltreffers zijn. Dat
geldt ook weer voor de EP Electric Lady Powers van de Australische
singer-songwriter/producer Adam Harpaz.
Harpaz bouwt de laatste jaren gestaag aan zijn
populariteit, niet alleen in het thuisland Australië, maar ook in een aantal Europese
landen, helaas nog niet in Nederland. Bij zijn tweede tour vorig jaar door
Europa trad hij op in tien verschillende landen. Vorig jaar behaalde hij een
miljoen streams op Spotify.
Die populariteit is gemakkelijk verklaarbaar, ten
eerste beschikt Harpaz over een stem, die volgens mij bij de meeste luisteraars
zal gaan aanspreken. Daarnaast zijn de liedjes op zijn nieuwe EP erg relaxt,
met name in opener en titelnummer Electric Lady Powers en Rollercoaster
waan je je door de zwoele ritmes op het strand van Copacabana.
Zijn muziek wordt vaak omschreven als een mix van
indie singer-songwriter, indie folk en coastal soul/jazz. Helaas bevat Electric
Lady Powers slechts vier nummers, hopelijk volgt er snel een volledig
album, want het smaakt naar meer, véél meer.
Het tegen de stroom in zwemmen zal rapper Bob
Dijkshoorn ongetwijfeld meegekregen hebben van zijn bekende vader Nico. Bob uit
Zuid is als rapper de vreemde eend in de bijt op het Excelsior label. Maar
eigenlijk ook weer niet, want hij maakt hiphopmuziek zonder gebruikmaking van
elektronica, live ondersteund door fuzz-gitaren en orgel. Zijn frisse en
tegendraadse muzikale kijk en keuze voor niet alledaags bezongen onderwerpen zorgde
ervoor dat zijn gelijknamige debuutalbum Bob
uit Zuid een groot succes werd.
Niet de gebruikelijke cliché onderwerpen die je vaak hoort
bij rappers, maar bijvoorbeeld een autobiografisch liedje als Karpervissen. Sinds hij lang geleden zijn
eerste karper ving is hij nog steeds geregeld langs de waterkant te vinden. Net
als zijn vader Nico mag hij trouwens graag een boek lezen en op zondagmiddag is
hij regelmatig met vrienden te vinden in Café De Bok. In Café De Bok
bezingt hij dit bruine café, waar de glazen vaak vies zijn. Ook zingt hij over
de zelfkant van de maatschappij, zoals in Hoer van Stalingrad. Het
debuut werd verrassend genoeg geproduceerd door zijn goede vriend Tim Knol, die
hij waarschijnlijk zal kennen via zijn vader Nico.
Opvolger Heilig werd echter geproduceerd door
vaste gitarist Prins Claus, ook bassist en beatmaker Stier uit Oost (AKA Sem
Egter van Wissekerke) was weer van de partij. Op Curlen geeft Brussels’
trots Zwanger Guy acte de présence en op Volvo raast Willem van Personal
Trainer mee in Bob's bolide. Ook deze keer leidt Bob je onnavolgbare wijze door
zijn unieke eigenzinnige universum. Altijd rechtdoorzee, regelmatig gecombineerd
met een portie absurdistische humor. Ook nu weer kan hij van kleine dingen
gelukkig worden, zoals in Tiny House :
“Jeuk van de grote ruimtes
Ik ben leuk in foetushouding
Teut van de minibar in m'n kleine keuken
Uitzicht op veulens
Pis hier in een putje
Ja hier gelukkig”
De muzikale invloeden variëren van Beastie Boys tot The Black
Keys en Osdorp Posse. Af en toe hoor je trouwens de markante stem van Philip
Bloemendal van het Polygoonjournaal voorbijkomen. Het fraaie, opvallende
artwork van het meegeleverde boekje is van Ismay Schaduw. Heilig gaat
Bob en zijn maatjes ongetwijfeld de nodige nieuwe fans opleveren, daar ben ik
heilig van overtuigd.
Taj Mahal heeft een langdurige carrière achter
zich. Hij studeerde aan de Universiteit van Massachusetts voordat hij rond 1964
besloot een muzikale loopbaan na te streven. Vanaf het begin had zijn stijl
affiniteit met traditionele muziek, wellicht meer specifiek vond hij zich
binnen de Country Blues. En eerlijk gezegd, ook al zitten we geografisch iets
hoger gesitueerd in Amerika, een scheut Soul is niet ver weg.
Eerlijkheidshalve, voordat dit nieuwe album, Swingin’ Live From The Church In
Tulsa, beschikbaar kwam van The Taj Mahal Sextet had ik slechts twee platen van
Taj Mahal binnen mijn verzameling; Zijn gelijknamig getitelde plaat uit 1968 en
daarop verschenen Natch’l Blues, uit hetzelfde jaar. Twee indrukwekkende
platen. Soms heeft een artiest echter dusdanig veel platen doen laten
verschijnen over de achterliggende jaren dat je amper weet waar te kiezen.
Binnen het oeuvre van artiesten als Lightnin’ Hopkins en James Blood Ulmer vond
ik op een gegeven moment mijn weg om daar aansprekende en representatieve
platen te vinden, bij Taj Mahal had ik het een beetje laten afweten. Zelfs de
twee jaar geleden uitgebrachte plaat, eentje die hij deed samen met Ry Cooder,
(Get On Board) ging ongehoord langs me. Leuk dat deze live plaat verscheen,
aangezien je daarmee hernieuwd wordt geconfronteerd met een waarachtig muzikant
die Tai Mahal is. Taj heeft over de jaren met verschillende musici samenwerkt,
en zijn staat van dienst staat geenszins ter discussie. En dat blijkt andermaal
nadat je deze voortreffelijke live registratie hebt beluisterd.
Leon Russell’s naam is verbonden met deze kerk. Die
kocht het enorme gebouw in 1972 en maakte er een opnamestudio van. De tien
nummers zijn representatief voor de muziek die Taj over de achterliggende jaren
binnen zijn oeuvre heeft verkend, aangezien hij heeft meer genres heeft aangeraakt
naast de Blues. Denk daarbij aan West Afrikaanse muziek, R &B, Cajun,
Reggae, Gospel, Calypso, Jazz en wat al niet meer. Hij vond voor zijn live
performance in Leon’s kerk een stel uitermate geschikte musici om hem te
ondersteunen bij het uitvoeren van de muziek. Wat te denken van bassist Bill
Rich, drummer Kester Smith, naast Bobby Ingano op Hawaïaanse lapsteel en gitaar
en dobro speler Rob Ickes. Voor het overige is er support van vocalist en
gitarist Trey Hensley. Ik veronderstel dat deze mannen voor de live-uitvoering
niet over één nacht ijs gingen, want hun samenwerking doet natuurlijk en
vanzelfsprekend aan. Taj heeft zich het bespelen van verschillende instrumenten
meester gemaakt. Ook dat aspect komt naast zijn zang op deze plaat aan bod. Deze
plaat doet je genieten van de oude meester en zijn kompanen.
Op jonge leeftijd zag singer-songwriter en multi-instrumentalist
Will Page Fairport Convention’s Dave Swarbrick live optreden in zijn
plaatselijke dorpshuis in Chiddingly (East Sussex). Hierdoor geïnspireerd pakte
Page de viool op om de Britse folktraditie voort te zetten. Wat later begon hij
ook te zingen en keek de kunst af van mensen als Seth Lakeman and Bellowhead’s
Jon Boden. Als jongeling was hij ook fan van groepen als The Waterboys en The
Levellers. Hij begon vervolgens te experimenteren met alternatieve stijlen en sounds
en begon ook zijn eigen songs te schrijven, waarna de succesvolle band Noble
Jacks ontstond. Deze energieke band heeft een geduchte livereputatie en besteeg
reeds podia van grote festivals als Glastonbury, Isle of Wight, Dranouter,
Paaspop en AmericanaFest Nashville.
Het aanstekelijke, energieke element kenmerkt nu ook
vooral het solodebuut Still Standing van Page. Ook heeft het album een
heuse live vibe en zijn de zelfgeschreven songs erg organisch en klinken ze ook
behoorlijk traditioneel. Het concept voor het album Still Standing kwam
voort uit het nadenken over alle vele externe veranderingen die Page de
afgelopen jaren heeft doorgemaakt, zowel in zijn persoonlijke als professionele
leven; “verandering is constant en onvermijdelijk, en we moeten daar gewoon mee
dealen, vandaar de titel!”, aldus Page.
De verhalen die Page vertelt zijn meeslepend, zoals Strength
to Carry On, wat over Page’s oma gaat. Het vertelt het wanhopige, maar
inspirerende verhaal van Wills grootmoeder die ondanks verlamd te zijn door polio
journalist werd en de Most Excellent Order of the British Empire onderscheiding
kreeg van koningin Elizabeth II. Steve Knightley zingt mee op opener The Rise
en Find Your Light, waaraan hij tevens meeschreef. Cormac Byrne is te
horen op bodhán en percussie en Jack Hosgood op bas, piano en keys. Zelf is
Page naast zang te horen op fiddle, gitaar, harmonica, banjo en percussie. Het
vaak aanstekelijke en energieke Still Standing zal ongetwijfeld in de
smaak gaan vallen bij de liefhebbers van Noble Jacks.
De Amerikaanse singer-songwriter Alejandro Escovedo
van Mexicaanse komaf is allang muzikaal actief. In de jaren zeventig was hij
een punkrocker (The Nuns). Ook zijn broers Coke, Pete, Mario en Javier zijn
muzikaal. Sheila E is trouwens de dochter van Pete.
Op zijn nieuwste album Echo Dancing interpreteert
Escovedo oude songs uit zijn omvangrijke repertoire. Hij nam bekende, krachtige
songs als Bury Me en Castañuelas grondig onder de loep, keerde ze
binnenste buiten op zoek naar nieuwe inzichten.
Die nieuwe invalshoeken levert een fascinerend album
op, waarop de nodige songs een stuk urgenter en avontuurlijker klinken. En soms
zelf diep ontroerend, zoals Sensitive Boys van het album Real Animal.
Op dat album wordt het weelderig ingekleurd in tegenstelling tot de nieuwe versie,
die veel soberder wordt opgesierd met slechts piano en viool en daardoor heel hard
bij de luisteraar binnenkomt. Ondanks dat het bestaande songs zijn weet Escovedo
gemakkelijk zeventig minuten te beklijven.
Er zijn momenten dat ik mij gelukkig prijs, vooral
wanneer ik dit soort geweldige albums krijg toegestuurd. Toegegeven, er zitten
ook wel eens blindgangers tussen, maar albums van het label New West bezitten
gebruikelijk ieder element van kwaliteit. Productioneel en muzikaal staat het
wederom als een huis. Het nieuwe album van The Secret Sisters, getiteld Mind,
Man, Medicine geeft zich niet zomaar prijs, maar overrompeld per luisterbeurt.
Ogenschijnlijk oppervlakkig aandoende nummers krijgen steeds meer body. Dit zie
ik als een verdienste van een professioneel muzikant, en de beide zusjes
stellen daarbij op geen moment teleur. Behalve talent is het ook hard werken
geblazen. Via YouTube hebben/hadden ze alvast All The Ways naar voren geduwd.
Een nummer waarin Ray LaMontage de vocalen mede voor zijn rekening neemt. Niet
om hun eerder albums te reduceren, maar deze laatste is een warme, zeg maar
gerust harmonieuze plaat geworden. De beide zusjes, Laura Rogers en Lydia
Slagle, weten met hun zorgvuldig gekozen bandleden andermaal enorm te boeien.
Stuk voor stuk nummers met inhoud die hun Zuidelijke afkomst niet verloochenen.
Country-Soul uit Alabama, waarbij een aantal van de songs zijn vastgelegd in de
befaamde Fame Studios (te Muscle Shoals, AL). Naast Ray LaMontagne als
gastartiest, zijn van de partij Ben Tanner, de ondertussen bijna legendarische
Larry Campbell, Zac Cockrell (bassist van de Alabama Shakes), Jeremy Gibson,
Ken Lewis, en ook, medeproducent John Paul White.
De samenzang van beide dames klinkt wederom als een
geoliede machine, en heeft qua originaliteit niets ingeboet sinds hun
gelijknamige debuut uit 2010. Niet dat hun eerste platen minder waren, maar
toch weten ze per album iets van progressie aan de dag te leggen. Ongetwijfeld
mede vanwege het uitgebalanceerde team waarmee ze zich wisten te omringen,
naast dat ze in de afgelopen jaren veel hebben bijgeleerd. Niet enkel op
muzikaal vlak, ook wat betreft levenslessen. Die groei hoor je terug in de
muziek. Vandaag speelde deze plaat nagenoeg non-stop, en langzaam maar zeker
sleten de harmonieën in. De elf nummers bezitten overigens een vergelijkbare
vloeiende eigenschap. Ze hebben een natuurlijke opbouw, terwijl die
tegelijkertijd niet verveeld. Hun muziek wordt gerangschikt onder de noemer
traditioneel, maar heeft dat genre nagenoeg ontstegen, en nijgt eerde naar
eigentijds. Het afsluitende nummer, I’ve Got Your Back, deed bij mijn een
bescheiden associatie opborrelen uit een ver verleden. Zonder flauw te willen
klinken, het deed mij denken aan de zusjes Mieke en Selma Jansen uit Weert,
beter bekend als de Selvera’s. Wereldfaam van weleer!
Het tweede album Howl van singer-songwriter, schilder
en fotograaf Daisy Rickman verschijnt op de dag van de lente-equinox. Om zes
minuten over vier vannacht stond de zon exact loodrecht boven de evenaar. Daisy woont tegenwoordig in Londen, maar is
afkomstig uit Mousehole, Cornwall. “Howl” betekent hier niet gehuil, maar is “zon”
in het Cornish.
Net als op haar zeer succesvolle debuut Donsya a'n
Loryow speelt autodidact Daisy alle instrumenten zelf. Naast zang hoor je
Daisy op akoestische gitaar, twaalfsnarige
gitaar, contrabas, drums, percussie, sitar, cello, bouzouki, banjo, accordeon,
klarinet, viool en synthesizer. Howl is opgedragen aan haar overleden oma Barbara
J Rickman.
Het album heeft een hypnotiserende uitwerking op me.
Je hoort de nodige psychedelische en experimentele invloeden. De natuur speelt
regelmatig een belangrijke rol in haar muziek, zo gaat Bleujen an Howl,
over een zonnebloem waarvan de blaadjes dansen in de wind. De repeterende tekst
ziet Daisy als een mantra. Haar debuut was snel uitverkocht het zou me niet
verbazen als Howl snel hetzelfde lot beschoren is.
Ongeveer een decennium geleden vertrok het echtpaar Georg
Altziebler en Heike Binder vanuit Graz naar de wildernis van Joshua Tree. Hun
albums die ze tot dan toe als duo onder de naam Son of the Velvet Rat hadden uitgebracht konden internationaal
geen potten breken. Hun bekendheid bleef beperkt tot Oostenrijk. In Amerika
kwamen ze in contact met Joe Henry, die hun succesvolle album Doradoproduceerde. Destijds schreef ik trouwens in die lovende recensie dat ik tot
dan toe slechts een interessante Oostenrijkse act kende, Soap&Skin. Daar
zijn gelukkig de afgelopen jaren twee bijgekomen, Schmieds Puls en het intussen
populaire Cari Cari.
Het vorige album Solitary Companion was helaas
aan mijn aandacht ontsnapt, Ghost Ranch gelukkig niet. Voor het nieuwe
album kon men een beroep doen op enkele klinkende namen. Hieronder de zeer
ervaren bassiste Jennifer Condos, zangeres Jolie Holland en meestergitarist
Marc Ribot (o.a. Paul McCartney, Beth Orton, Leyla McCalla, John Zorn, Solomon
Burke en Tom Waits). In tegenstelling tot Dorado had Ghost Ranch
wat tijd nodig om onder de huid te kruipen. Het repertoire maakte in eerste
instantie, ten onrechte, een wat eenvormige indruk. Om maar eens een cliché uit
de kast te halen, het is een echt groeialbum. Wanneer de luisteraar wat tijd
investeert in het album, wordt dat dubbel en dwars terugbetaald. Sterker nog, Ghost
Ranch is hun fraaiste album tot op heden. Het artwork van het tekstboekje gemaakt
door Heike is trouwens buitengewoon fraai.
Na de eerste keer de schitterend opgebouwde opener The
Future gehoord te hebben was ik al om. Het is een cover van een nummer wat
Prince schreef voor de score van Tim Burton's eigenzinnige versie van Batman
uit 1989. Prince is de artiest die Stef sinds hij begin jaren tachtig in een
hoekje van een klein winkeltje in de Antwerpse Kammenstraat Controversy
uit een platenbak trok, met stijgende bewondering is beginnen volgen.
Stefs cover doet hier de versie van de meester echter
geheel verbleken. Het aanstekelijke, funky ritme brengt de luisteraar meteen in
de juiste vibe. De gelaagdheid van het nummer is geniaal, met ook nog eens een
inventief koortje van Nel Ponsaers en Rahmat Emonds waarvoor Lovely Rita
van The Beatles model lijkt te hebben gestaan. Ook is hier de heerlijke solo
van Jonas Meersmans op Fender niet te versmaden.
Suspicion
is eveneens een cover, afkomstig van A Gentleman’s Agreement van Dez
Mona, een album waaraan Stef destijds meewerkte. Het nummer werd mede gecomponeerd
door muzikant en producer Nicolas Rombouts (o.a. Mercelis) die ook meewerkte
aan Be Who You Wanna Be, zowel als muzikant en als arrangeur. Het zijn
die door Stef, Rombouts, Alban Sarens, Maarten Moesen, Nel Ponsaers, Rahmat
Emonds, Jonas Meersmans & Mirko Banovic gemaakte arrangementen die de
composities naar een nog hoger niveau tillen.
Ook C'est Comment Qu'on Freine is een aanstekelijke
cover en wel van Alain Bashung & Serge Gainsbourg. De overige, uitstekende
songs zijn van Stef zelf, waaronder het reeds vrijgegeven Walk on Red, Stop
on Green waarbij het moeilijk stilzitten is. Het verslavende Be Who You
Wanna Be is de afgelopen weken uitgegroeid tot een van mijn favoriete
albums van 2024 tot nu toe. Gelukkig wordt de release binnenkort ondersteund
met liveoptredens in de Lage Landen, net als het album een absolute aanrader!