Danni Nicholls : Under the Neem Plum Tree

 


De sympathieke Britse zangeres Danni Nicholls volg ik al vanaf haar debuut ruim een decennium geleden. Naast Indiase roots heeft Danni Frans, Portugees, Iers en zelfs Nederlands bloed door haar aderen stromen. Met name haar Indiase achtergrond was belangrijk voor haar muzikale interesses. Niet voor de inheemse muziek van daar, maar met name voor old school country muziek. Niet verwonderlijk dat al haar albums in Nashville werden opgenomen. Een paar jaar geleden kreeg ze van haar oma van moeders kant een notitieboek met handgeschreven songteksten van countryfavorieten, die vaak door haar familie in India werden gezongen en soms op een viersporen recorder werden opgenomen.

Under the Neem Plum Tree kan zowel gezien worden als een ode aan haar oma als aan country muziek. Na driemaal een mannelijke producer kiest Danni deze keer voor die rol Sarah Peacock, die daarnaast piano speelt en de achtergrondvocalen verzorgt. Danni besloot deze keer vooral een aantal nostalgische, soms zelfs wat sentimenteel aandoende countryklassiekers vast te leggen. Om het nog authentieker te laten klinken gebruikte ze vintage microfoons (de RCA 44 & Neuman 47).

Danni weet op elegante wijze bekende klassiekers als Crazy van Willie Nelson, Tennessee Waltz en het door Elvis Presley bekend geworden Can’t Help Falling in Love te vertolken. Vooral Blue Bayou van The Big O is volledig op haar lijf geschreven. Hiernaast twee herbewerkingen van eigen nummers en een nieuwe, de fraaie titelsong Under the Neem Plum Tree. Haar begeleiders zijn vakkundig, vooral Brett Resnick (Kacey Musgrave) op pedal steel is een openbaring. Het enig minpuntje van dit nostalgische en verslavende album is dat het slechts acht songs telt.

Theo Volk

Releasedatum : 30 augustus 2024 Independent

Website : https://www.danninicholls.com/

Jake Xerxes Fussell : When I’m Called

 


De altijd met een petje getooide folkzanger Jake Xerxes Fussell neemt een unieke plaats in de hedendaagse folkscene door zijn volstrekt unieke interpretatie van bestaande traditionals en songs. Dat wordt andermaal bevestigd op zijn vijfde album When I’m Called, de tweede met James Elkington als producer. Dat was voor mij meteen al een geruststellende gedachte, daar voorganger Good and Green Again mij buitengewoon goed bevallen was. De samenwerking tussen Elkington en Fussell was uitstekend, omdat Elkington erg open stond voor de soms wat aparte ideeën van Fussell.

Deze keer kon Fussell onder andere rekenen op de hulp van goede vriend Blake Mills, die gitaar speelt op Cuckoo, Gone to Hilo en Going to Georgia. Op Cuckoo zingt Fussell een fraai duet met Elkington’s vrouw Joan Shelley, met wie hij al eens samenwerkte op zijn tweede album What in the Natural World. Zoals altijd heeft Fussell een bijzonder goede neus voor het gekozen, vaak minder bekend repertoire. Een goed voorbeeld is opener Andy, een song van multimedia multimediakunstenaar Maestro Gaxiola, die het midden jaren tachtig schreef als een ode aan popart icoon Andy Warhol. Om daarna te vervolgen met een vertolking van Cuckoo!, wat toegeschreven wordt aan Benjamin Britten en Jane Taylor.

Met name de songs die opgesierd worden door blazers en strijkers bevallen mij erg goed. De titel When I’m Called is ontleend aan een stukje papier wat Fussell lang de weg vond waarop de berouwvolle geschriften van een kind leken te staan. De mix werd trouwens gedaan door Tucker Martine. Gelukkig komt Fussell binnenkort naar Nederland en België, helaas slechts voor twee concerten. Net als de voorganger is When I’m Called een absolute aanrader!

Theo Volk

Releasedatum : 12 juli 2024 Fat Possum

Website : https://www.jakexerxesfussell.com/

 

Jake Xerxes Fussell live :

07-09 BRUSSEL : Botanique

08-09 ROTTERDAM : Kantine Walhalla

Jenny Don’t & the Spurs : Broken Hearted Blue


 

Wanneer je het hoesje ziet van Jenny Don’t & The Spurs hun nieuwste album dan krijg je meteen een sterk vermoeden wat je kunt verwachten. Mag ik het omschrijven als opgeruimde, luchtige Countrymuziek? Voor mij valt deze muziek in de hoek dat ik het liefst visuele ondersteuning erbij wil om het luisterplezier te verhogen. En wat blijkt? Dat is in principe mogelijk aangezien Jenny en haar Spurs deze week optreden op een tweetal locaties binnen Nederland, om daarna uitwijken naar Duitsland voor het Static Roots festival te Oberhausen. Aanvankelijk speelden de verschillende bandleden in andere bands (Cowpunk? Garage Rock?), en deze act is aanvankelijk begonnen uit gekkigheid. Hun over-the-top country bleek bij henzelf ook het nodige plezier te genereren. Ondertussen zijn ze meer dan tien jaar verder, en hebben sindsdien een aantal albums afgeleverd, waarvan Broken Hearted Blue recent verscheen. 

Drummer Buddy Weeks debuteert op dit album. Hun vorige drummer, Sam Henry, stierf helaas aan de gevolgen van kanker in 2022. Ondanks het verlies herpakten de overige bandleden zich en gingen met hernieuwde energie verder op de eerder ingeslagen weg. Bassist Kelly Halliburton en Jenny (Connors) zijn niet alleen een stelletje, maar zijn gezamenlijk ook verantwoordelijk voor de nummers op Broken Hearted Blue. Als laatste, maar niet als minste is er de gitarist van de band; Chris March. De muziek van Jenny Don’t & The Spurs heeft niet veel om het lijf, maar dat mag een avond entertainment allerminst in de weg staan. Het geheel van de vier muzikanten is een uitstekende blend van vier muzikanten die hun vak verstaan. Het resulteert in een coherente band, en aangezien ze al jaren samen spelen, zou het mij verbazen wanneer ze hun muziek live niet waar gaan maken. Opzwepende songs afgewisseld met buikschuivers staan gegarandeerd op het menu, waarbij gitaarspel van March, en zang van Jenny de beoogde smaakmakers zullen zijn. Wie weet en voeren ze een Lee Hazlewood & Nancy Sinatra persiflage op. 

Rein van den Berg

Releasedatum : 14 juni 2024 Fluff & Gravy Records


Jenny Don't & The Spurs live :

09-07 NIJMEGEN : Merleyn
10-07 GRONINGEN : Vera


Replay : Michael Chapman : Rainmaker

 


Een lichtpuntje in de duistere wereld zo zou je, vrij vertaald, het label Light in the Attic aan kunnen duiden. Wisselend komen ze met aansprekende heruitgaven, naast gebruikelijke obscure releases en rariteiten. Het is alweer een tijdje geleden dat ze vijf vroege albums van Michael Chapman, middels een remastering, opnieuw onder de aandacht brachten. Ik was ongeveer dertien toen ik voor het eerste in aanraking kwam met de muziek van Michael Chapman. Ik werkte gedurende de zomermaanden op het land om geld te vergaren voor mijn hobby. Veel van wat ik verdiende werd omgezet in vinyl, en Rainmaker was een van de albums die ik kocht zo rond 1972 of 1973. Ik was volslagen onbekend met deze artiest, maar het album speelde in de zaak op de achtergrond. Ik werd instant gepakt door Chapman’s zang en gitaarspel. Zo rond 1990, schat ik, verkocht in de meeste van mijn lp’s via vrienden op de verzamelaarsbeurs te Utrecht. Relatief laat want het cd-tijdperk had al een tijdje zijn intrede gedaan. Het zal ook toen zijn geweest dat ik Rainmaker eveneens verkocht voor harde cash. Anno vandaag nog steeds de perfecte achtergrond voor bij een regenachtige dag. Spijt! Uiteraard spijt achteraf dat ik die plaat ooit verkocht. Een en ander zou wellicht beter te verklaren wanneer ik een vernieuwde uitgave van Rainmaker her-kocht in de uitvoering van een lp. Vandaag in ieder geval niet. Vandaag krijg ik naast mijn cd-versie van Repertoire Records ook de Light in the Attic versie. Ik ben ontzettend benieuwd naar hoe deze versie klinkt, terwijl het mij zou verbazen dat hij de release uit 1997 kwalitatief verbeterd. 

Ik ben over de jaren een liefhebber van Chapman gebleven, zij het met enige afstand, dus volgde hem niet op de voet. En, zoals ik dat bij meerdere artiesten heb, zijn vooral zijn vroege platen mij het meest lief. Echter aangezien Chapman ook op latere leeftijd zeer geïnspireerd voor de dag kon komen, bleef mijn kast zich terloops vullen met incidentele aankopen. Ook live heb ik warme herinneringen aan een optreden van hem. Ik weet niet waarop e.e.a. duidt, maar de behoefte om items uit mijn vroege jeugd (die teloor zijn gegaan) opnieuw te kopen steekt vaker de kop op. Zo kocht ik onlangs een Chinese Dinky Toy replica van een Simca Aronde. Wat nog mooier was dat ik de oorspronkelijke Franse Aronde daarna aantrof in een kist op zolder in de garage. Sommige zaken laten zich niet vervangen. Met Chapman’s Rainmaker probeer ik in zeker zin een beetje de tijd (tijdelijk) te bevriezen. Fysiek werken op het land was fijn en zorgeloos, terwijl mijn huidige werkzaamheden mij steeds vaker frustreren. Dat zijn de momenten dat je merkt dat je ouder wordt en controle een beetje begint te verliezen, en dat plezier of voldoening verdwijnt, wat zoiets in principe met zich mee zou moeten brengen. Laat ik nog maar eens luisteren naar Chapman en zijn nummer One Time Thing. Magisch! Het was ook de leeftijd dat je de teksten als het ware absorbeerde. Ik realiseer mij dat ik behalve liefhebber van muziek, in zekere zin, in de eerste plaats een verzamelaar ben. Blijkbaar heb ik moeite om afstand te doen van geluidsdragers als tastbare herinneringen, terwijl de muziek zelf afdoende zou moeten zijn.

Rein van den Berg

Releasejaar : 1969 Harvest Records



Jesse Daniel : Countin’ the Miles

 


Of het nu Jazz, Blues, Folk, Rock of Country is, ieder genre kent zijn bekoringen. Zelfs klassiek georiënteerde Country kan zeer zekere de moeite waard zijn realiseer ik mij bij het beluisteren van Jesse Daniel’s album Countin’ the Miles. That’s my kind of Country and it’s deep inside my bones zingt hij. Ik kan het mij voorstellen! Jesse hoeft geen act op te voeren, zijn gevoel is authentiek, komt van binnenuit. Ik kan er ultiem van genieten, terwijl mijn echtgenote gruwelt, wanneer ze Jesse’s muziek hoort. (Too often, too much wellicht) Ieder zo zijn ding zullen we maar zeggen! Zijn uitvoerende stijl gaat terug naar de klassieke country, en de bijbehorende teksten. Hij doet mij enorm denken aan de niet zo bekende artiest John Williamson, die ruwweg twintig jaar geleden twee sublieme cd’s op de markt slingerde; het gelijknamige album John Williamson en eentje met de veelzeggende titel The Whiskey and the Highway. Wegens gebrek aan succes ging hij bootmodellen fabriceren, en dat liep aanzienlijk beter. Teksten veelal zonder diepgang, maar des temeer uit het hart gegrepen. De thema’s laten zich raden. Geldzorgen, drank, dubieuze vrouwen, gebroken vertrouwen, en meer van zulks. Veelal zorgt een gelimiteerde zelfreflectie van de mannelijke hoofdpersoon vervolgens niet voor de gewenste verandering. 

Jesse’s plaat Countin’ the Miles dendert lekker door – meestal uptempo – in hetzelfde stramien. En, ik kan niet ander zeggen, het is genieten! Uiteraard voorzien van Ramblers en Railroad Blues. Jesse Daniel doet mij ook denken aan de muziek van Robert Earl Keen. (Hoor je al jaren niks meer van, maar heeft verschillende interessante albums gemaakt!) Eerdere albums van Jesse Daniel ken ik overigens niet. Dit is mijn kennismaking. Ik kan mij voorstellen dat ze van een vergelijkbaar gehalte zijn, waarbij Jesse zijn uitvoerende stijl over de jaren mogelijk heeft aangescherpt. Een introductie naar een “nieuw” artiest is altijd interessant. Zo kan eenieder voor zichzelf bepalen hoever hij daarin meegaat. Je hebt artiesten die de markt overvoeren (Dank denk ik aan Charley Crockett!) maar wanneer je daar geen genoeg van kan krijgen; prima toch! Ik geniet vooralsnog van deze kennismaking. De twang en pedal steel zijn top! Ook hoor je vocale ondersteuning van Ben Haggard, Jody Lyford en Jon Randall. Wanneer Texas, Austin jouw referentie is waar het countrymuziek betreft, dan ben je aan het juiste adres bij Jesse Daniel en de zijnen.

Rein van den Berg

Releasedatum : 7 juni 2024 Lightning Rod Records/Die True Records


Helen Rose : Rugged Elegance

 


In 2018 eindigde ik mijn recensie over Helen’s debuutalbum Trouble Holding Back met de woorden ; “Geloof me, Helen wordt een blijvertje”. Die uitspraak wordt zes later jaar volledig ingelost. Destijds was de productie in handen van Marvin Etzioni, vooral bekend van zijn samenwerking met Grey DeLisle. Deze keer zit de eveneens zeer bekwame Jonah Tolchin achter de knoppen. Jonah schreef tevens mee aan alle songs. De twee werken al lang samen (kennen elkaar al sinds de middelbare school), dat geldt trouwens ook voor de samenwerking met drummer Kevin Clifford. Verder wist Helen grote namen te strikken als snarenwonder Greg Leisz en rijzende ster Lady Blackbird (waar blijft trouwens de opvolger van haar sublieme debuut Black Acid Soul?).

Rugged Elegance is een gevarieerde staalkaart geworden van Helen’s niet geringe kwaliteiten. In eerste instantie was ik enigszins teleurgesteld dat ze haar saxofoon niet had meegebracht, maar die blijk ik bij nader inzien toch niet te missen. Helen weet zowel volledig te overtuigen in stevige nummers, maar net zo gemakkelijk in de bijzonder klein gehouden song This Ship, waarop ze alleen op gitaar wordt begeleid door Jonah. Op de hoes staat Helen afgebeeld met een dierbare oom van haar. Hij is de overigens de hoofdrolspeler in de song King of This Town. Een van de reeds vrijgegeven songs heet Where Is My Home? Ooit was Amsterdam tijdelijk haar thuis vanwege studie. Helen wil dolgraag naar Nederland komen voor optredens. Met een fantastisch, gevarieerd album als Rugged Elegance zou dat zeker moeten kunnen lukken!  

Theo Volk

Releasesatum : 12 juli 2024 Clover

Website : https://www.helenrosemusic.com/

Robert Vincent : Barriers


 

In zekere zin ben ik een gewoontediertje. Ik rommel maar wat aan. Muziek werd ongeveer vanaf mijn twaalfde een hobby. Nu, meer dan vijftig jaar verder, kan ik daar nog steeds enorm van genieten. De voorwaarden zijn eenvoudig (altijd geweest); het moet origineel en aansprekend zijn, en mag niet na een paar draaibeurten doodslaan. Wanneer voorspelbaarheid om de hoek komt kijken dan haak ik af. Er is over de jaren heen muziek die ik achter mij liet, terwijl tegelijkertijd is er van alles bijgekomen. (En er is ongetwijfeld veel onopgemerkt langs me gegaan) Wanneer een artiest mij weet te boeien ben ik geneigd om de ontwikkeling die hij doormaakt te volgen, en zolang hij aanspreekt blijf ik van de partij. Dat geldt eveneens voor de muziek van Robert Vincent. Tussendoor maakte hij een EP’tje met coversongs genaamd Undercover. Dat bleek wat het deed vermoeden een tussendoortje, maar zijn nieuwe album Barriers grossiert wederom in de gebruikelijke veelzijdigheid die je van hem mag/kan verwachten. Hij behoort tot de categorie Britse musici die, wanneer ze niet onze podia bezoeken, je de oversteek overweegt om ze op eigen grond te bezoeken.

Ik kende Robert Vincent aanvankelijk niet vanaf zijn debuutplaat. Ik stapte relatief laat in. Zijn Life In Easy Steps is van 2012, en Barriers is zijn vierde volwaardige plaat. Je zal ervaren dat ze kwalitatief inwisselbaar zijn. Productioneel, compositorisch en uitvoerend staan ze stuk voor stuk als een huis. Daarbij zullen de werkzaamheden van Ethan Johns een belangrijke rol hebben gespeeld. Zonder andere musici, technici en overige support kort te doen bedankt Robert Ethan extra voor zijn toewijding over de afgelopen jaren. Ik begrijp zijn waardering, want ook al is Robert de bron van deze muziek, de meerwaarde van het collectieve resultaat is andermaal goud waard. Robert schreef weliswaar de songs, maar hij beseft dat hij zonder de musici, die hem in de meeste gevallen al jaren ondersteunen, slechts een eenling is. Barriers bevat wederom alle ingrediënten van een weergaloze plaat. Enorm fijn wanneer de muziek beantwoordt aan je verwachtingen. Ouderwetse kwaliteit! Bij sommige artiesten bekruipt je wel eens de wens dat ze uit een ander vaatje te tappen, maar bij Robert Vincent snakt niets in mij naar een koerswijziging. Hij ligt op koers, doet zijn ding, en daarin blijkt hij grenzeloos goed te zijn.

Rein van den Berg

Releasedatum : 17 mei 2024 Robert Vincent Music/Thirty Tigers



Spencer Thomas : The Joke of Life


 

Volgens de begeleidende promotionele tekst van Spencer Thomas’s label mogen we ter vergelijking een parallel trekken met het latere werk van Warren Zevon. Ook Spencer legt graag een bruggetje tussen de verwachtingen die we enerzijds hebben en de daaraan gekoppelde realiteit. Hij vult de leemte en vanzelfsprekend gaat dit gepaard met subtiele wrange humor. Het duurde bij mij om Zevon op waarde de schatten. The Joke of Life is gewoonweg een lekkere plaat waarbij Thomas zijn songs voorziet van teksten die je verbeelding aanspreken, terwijl ik daarbij tegelijkertijd mijn voorstellingsvermogen kan bijstellen, want wat te denken van een nummer als Woman Who Smokes Cigars. Spencer verklaart dat hij zichzelf graag voorziet van rum en cocaïne in gezelschap van een sigaar rokende vrouw – ongetwijfeld ter opluistering van de feestvreugde. 

The Joke of Life geeft een kijkje in het leven van Spencer Thomas op een album die schakelt van serieus tot bodemloos innemend. Van basale songs (met kop en kont) zoals de titelsong die het album opent tot meer harmonieuze, doch lieflijk gestructureerde nummers als Little Gold. Zonder een verdere vergelijking te trekken gaan mijn gedachte onwillekeurig naar John Cale’s Paris 1919, en ook moest ik denken aan de korte krachtige nummers die Tim Hardin eens schreef. Om wel een nadere vergelijking te maken denk dan eerder aan de muziek van Sam Doores of diens kompaan, bekend van The Deslondes, Riley Downing. Je hebt van die albums die na een extra keertje spelen ineens blijken te resoneren, en dit is er zo eentje. Tien nummers slechts, maar wanneer je ze weegt op een schaaltje en bundelt blijk je ineens een uitstekende plaat in je handen te hebben. De muziek van Spencer Thomas charmeert en niet alleen vanwege zijn aansprekende beeldspraak. Het is gelaagde muziek, en er wordt tegelijkertijd gerelativeerd. 

Rein van den Berg

Releasedatum : 17 mei 2024 Strolling Bones