Het is altijd een verrassing wat er in de grote pakketten
van de Zweedse promotor Peter Holmstedt van Hemifrån zit. Niet alleen qua genre,
maar ook wat betreft verschijningsdatum. Vaak vrij recent, maar deze keer trof
ik zelfs een cd uit 2016 aan! Het betreft het debuutalbum Dark Blues Sky van het Zweedse E.L.S Band, opgericht in 2015 in Karlskoga.
De groep bestaat uit vier door de wol geverfde muzikanten : Stig Pettersson (gitaar
en zang), Lasse Lövgren (bas), Erik Lindstedt (drums) en Peter Dahl (Hammond).
Hun repertoire bestond in het begin vooral uit goed gekozen covers, bestaande
uit blues-, soul- en rock ‘n’ rollnummers. Voor hun debuut schreef frontman
Pettersson het aanstekelijk Bad Boy
en afsluiter Take Mine. Het album
opent meteen overtuigend met een swingende versie van Stevie Ray Vaughan’s Empty Arms. De doorleefde, hese stem van
Petterson valt meteen op, evenals het fijne, relaxte orgelspel van baardman
Dahl. Fraai uitgesponnen wordt Old Love
van Eric Clapton en Robert Cray. Met waagt zich zelfs aan de soulklassieker Superstitition. Zowel drummer als
gitarist mogen helemaal losgaan in een cover van Crosstown Traffic van Jimi Hendrix, met een van de bekendste
drumbreaks aller tijden. Ooit maakte Fleetwood Mac Need Your Love So Bad onsterfelijk, met die cover ontstond trouwens
heel lang geleden ooit mijn voorliefde voor de blues. Het wordt hier
verdienstelijk gecoverd. Geheel op het lijf geschreven van zanger is Feels Like Rain is John Hiatt, een
zanger met een gelijkaardig doorleefde stem. Bij het beluisteren van de cd
kreeg ik steeds meer de indruk dat alle songs live in de studio zijn opgenomen.
Het eerder gememoreerde, zelf geschreven Bad Boy
geeft vertrouwen voor het volgende album, wat uit eigen nummers zal gaan
bestaan.
E.L.S Band - Dark Blues Sky
Iamthemorning - The Bell
Na zijn gelijknamig getitelde solodebuut
vorig jaar vond klassiek pianist Gleb Kolyadin het weer tijd worden voor een
nieuw studioalbum van het duo Iamthemorning, wat hij samen met zangeres Marjana
Semkina vormt. Het duo uit Sint Petersburg vernoemde zich in 2010 naar de song I Am the Morning van de voormalige
Britse groep Oceansize. Hun debuutalbum ~ werd nog in eigen beheer uitgebracht,
waarna ze opgepikt werden door Kscope Records. Hun vierde album The Bell is weer een mix van
(prog)rock, klassiek en folk geworden. In hun muziek klinkt de invloed door van
hun favoriete artiesten zoals Steven Wilson, Porcupine Tree, Riverside,
Tesseract, Tool, Mike Oldfield, Brian Eno en David Sylvian. Met name de
eerstgenoemde, vooral in de opbouw van de songstructuren en de dynamiek. Verder
vond men inspiratie in de klassieke, negentiende songcycli, vooral in Winterreise
van Franz Schubert, maar ook verwerkt men thema’s uit de kunst en cultuur uit
de Engelse Victoriaanse periode. De stem
van Semkina mag geregeld op de luisteraar feeëriek overkomen, dat geldt zeker niet voor de teksten. Alle songs hebben als thema de menselijke
wreedheid en de pijn die dat veroorzaakt bij anderen. Deze keer worden ze
ondersteund door minder bekende namen, met daar onder de uitstekende gitarist
Vlad Avy, die ook te horen was op het solodebuut van Kolyadin. Af en toe worden
de songs ingekleurd door harp, marimba, saxofoon, trompet, accordeon en bellen.
Het meeslepende element wordt af en toe aangebracht door het strijkerensemble St.
Petersburg Orchestra "1703".
De basis van de muziek blijft echter het virtuoze pianospel van Kolyadin
en de vaak betoverende zang van de charismatische Semkina. Met The Bell hebben ze wederom een meeslepend
album afgeleverd, wat ze binnenkort live hier op de bühne komen voorstellen.
Theo Volk
Dan Krikorian - Grandeur
“We drove the night to see the grandeur of morning” staat
bovenaan op de achterzijde te lezen van het vijfde album van singer-songwriter
Dan Krikorian, een verwijzing naar de titel Grandeur. Het is zijn meest ambitieuze album geworden, waarvan de opnames
plaatsvonden over een periode van vier jaar. Zelf omschrijft Krikorian de
intentie van zijn muziek als “My musical style is defined by a cinematic blend
of poetry, melody, and storytelling providing listeners a cathartic and
energizing listening experience.”. Overigens is Krikorian een veelzijdig man,
naast singer-songwriter, is hij professioneel basketbal coach, professor en
podcast host. Hij is een veelvraat op het gebied van boeken, waar hij
regelmatig naar verwijst. Hij brengt hommages aan bekende schrijvers als Ernest
Hemmingway, F. Scott Fitzgerald, Saul Bellow, John Steinbeck, Philip Roth, Leo
Tolstoi en James Joyce. Maar ook aan menig muzikant : Gregory Alan Isakov, Josh Ritter en
Joe Purdy. Een liedje werd zelfs naar laatstgenoemde vernoemd. In een van zijn favoriete liedjes van het
album, High Heels, zingt hij “Oh my
darlin’ put Josh Ritter on, you can be Kathleen and I’ll drive you home, oh my
darlin’ put Josh Ritter on”. Die regel verwijst uiteraard naar het schitterende
liedje Kathleen, afkomstig van Josh
Ritter’s klassieker Hello Starling.
Muzikaal gezien is het album behoorlijk gevarieerd, net als de inkleuring. De luisteraar hoort folk en pop, maar net zo
goed rock in een song als Ulanga.
Bovendien is Krikorian in staat een bijzonder aanstekelijke song als Need Me Bad te schrijven. Naast
verwijzingen naar grote schrijvers en favoriete muzikanten, tref je ook
persoonlijke liedjes aan als Monday
Morning. Het is zijn meest intieme liedje ooit (“Monday morning when I wake up, I wish I was in love.”). In de loop
der jaren heeft Krikorian een behoorlijke fanbase opgebouwd en deelde hij het
podium met groepen The Animals en The Foo Fighters. Een kleine maand geleden
was hij nog voor een paar optredens in Nederland, waaronder het podiumcafé
Peter en Leni, waar men een uitstekende neus heeft voor minder bekende, maar
talentvolle artiesten. U ook?!
Theo Volk
Blind Lemon Jazz - After Hours : New Pages in the American Songbook
In 2009 begon James Byfield onder de naam de Blind Lemon
Pledge op te treden en platen te maken. Intussen staat de teller op zes albums
met vooral blues- en americana georiënteerde muziek. Soms met jazzinvloeden,
wat niet heel erg vreemd is, want ergens in de twintig begon hij jazzgitaar en -compositie
te studeren en tevens in het genre te componeren. Op zijn nieuwste album After Hours waan je je in een jazzclub
in Harlem, New York in de dertiger of veertiger jaren, hetgeen ook de bedoeling
van Byfield is. Je denkt met jazz standards te maken te hebben, maar alle
composities werden door Byfield geschreven en samen met toetsenist Ben Flint op
voortreffelijke wijze gearrangeerd. Grotendeels componeerde hij de meeste songs
voor de gelegenheid, maar had ook nog wat onuitgebrachte composities op de plank
liggen. Deze keer dus nachtclub jazz, af en toe met de nodige bluesinvloeden. Zo is If
Beale Street Was a Woman een “heavy” blues, waar bijvoorbeeld Mose Allison
om bekend stond. Byfield gebruikt hier een minder gebruikelijkere 1-2, 1-2
blues versstructuur, welke hij leerde van oude blueshelden als Son House en
Muddy Waters. De zang wordt verzorgd door de uitstekende zangeres Marisa
Malvino, die het repertoire geregeld voorziet van een nostalgisch randje. After Hours is een uitstekend album met
retro jazz.
Theo Volk
Mara Levine - Facets of Folk
Op de website van Mara Levine prijkt een foto van haar met
folklegende Pete Seeger. Het maakte me duidelijk dat Levine zich het meest
thuis voelt in sociaal en politiek bewogen kringen. Haar levensovertuiging komt
ook regelmatig tot uiting in de keuzes van de liedjes voor haar derde album Facets of Folk. Een goed voorbeeld
hiervan is Daughters and Sons van de
Ier Tommy Sands. Een lied over de strijd van onderdrukte mensen voor vrijheid,
gerechtigheid, gelijkheid en vrede voor toekomstige generaties en dat ons nog
steeds herinnert dat die strijd nog niet voorbij is. Afwijkend van het overige repertoire
is opener You Reap What You Sow, een
up tempo blue grassnummer. Levine heeft een goede neus voor de keuze van
bekende en minder bekende folksongs. Bovendien maakt ze gebruik van recente en
minder recente liedjes, die van beide kanten van de Atlantische Oceaan komen.
Het album sluit af met het bekende Song
for the Asking van Paul Simon, wat overigens een suggestie was van haar
goede vriend Nick Arietano. De cello van Michael Ronstadt is hier de kers op de
taart. Be the Change van Arlon
Bennett is een lofzang voor mensen als Gandhi en burgerrechtenactiviste Rosa
Parks. Mensen, die op vreedzame wijze voor verandering zorgden. Het oudste
liedje is Taladh Chriosda (Ta-La-Da
Cree-Os-Da), beter bekend als Christ
Child’s Lullaby. Deze hymne werd geschreven in 1854 en later omgezet naar
een folklied op de Schotse Hebriden. Zeer bekend is het bijzonder fraaie Hey, That’s No Way to Say Goodbye van
Leonard Cohen’s klassieke debuutalbum Songs
of Leonard Cohen. Het is een
droevige klaagzang over twee spoedig gescheiden geliefden. Levine zingt het in
een prachtig duet met Caroline Cutroneo.
Hoogtepunt is voor mij het sobere A
Perfect Rose, waar haar prachtige warme stem tot volle wasdom komt. De
rijkste man ter wereld ooit, John D. Rockefeller, was een fervent tuinier. Een
uitspraak van hem was dat als je de perfecte roos zou willen kweken, alle
andere knoppen van de struik zou moeten verwijderen. Dit subtiele liedje over
verspilling werd geschreven door Terry Kitchen, die hier meezingt en verder
gitaar, bas en mandoline speelt. De informatie over de liedjes is terug te
vinden op het klaphoesje en is er een tekstvel meegeleverd. Op de achterzijde
is een trouwens een afbeelding van een ketting te vinden, want naast zangeres
is Levine ook juwelenontwerpster. Dankzij met name de radioshow van Peter van
Zeijl kreeg Levine in het verleden hier enige bekendheid. In 2018 kwam ze dankzij
hem en Jolanda Haanskorf naar Nederland voor optredens. Het mag weleens gezegd,
dat dankzij muziekfanaten als zij, onbekende, maar talentvolle artiesten een kans
krijgen. Overigens kreeg Facets of Folk
al zeer terecht de nodige lovende recensies in Nederland.
Ralph Molina - Love & Inspiration
Zesenzeventig jaar geleden werd drummer en zanger Ralph
Molina geboren in Puerto Rico, maar groeide op in New York en gedeeltelijk in
Florida en zong in die jaren in diverse doowopbandjes. In 1962 vormde hij samen
met Danny Whitten en Billy Talbot de doowopgroep Danny and the Memories, die
geleidelijk transformeerde naar de folkrockband The Psyrcle, later bekend als
The Rockets. De naam werd veranderd in Crazy Horse nadat ze Neil Young gingen
begeleiden. Met Neil Young nam Molina meer dan dertig albums op. Op zijn vijfenzeventigste
vond hij het tijd worden om als soloartiest te debuteren. Het drummen laat hij
aan anderen over en concentreert zich vooral op de uitstekende, vaak gevoelige
zang. Ook blijkt hij een uitstekend songschrijver te zijn, vooral Dance on the Wind spookt al dagen door
mijn hoofd. Het repertoire bestaat uit folk- en meer rock georiënteerde songs,
af en toe voorzien van softwarematige strijkers. Het tekstboekje is voorzien
van wat dierbare foto’s uit zijn lange carrière. Love
& Inspiration is opgedragen aan de overleden Danny Whitten, David
Briggs en Jack Nitzsche. Jammer dat hij pas op zijn vijfenzeventigste
debuteert, want Love & Inspiration
is van een niveau, waar zijn baas Neil Young helaas allang niet meer aan kan
tippen.
Website: http://www.ralphmolina.net/
Michael Jerome Browne - That’s Where It’s At!
Woonachtig in Montreal, maar oorspronkelijk is Michael
Jerome Browne afkomstig uit South Bend, Indiana. Hij behoort tot de meest
ervaren rootsartiesten van Canada. Zijn prijzenkast is rijkelijk gevuld,
waaronder drie keer winnaar van de Canadian Folk Music Award. Naast een
solocarrière maakt hij ook deel uit van Eric Bibb & North Country Far. Eric
Bibb is te horen op zijn nieuwe album That’s
Where It’s At!. Het bevat een mix van songs met soul-, blues- en
folkinvloeden. Bovendien combineert Browne eigen werk met goedgekozen
interpretaties van andermans werk. Zo is
Skeletons een minder bekend liedje van
Stevie Wonder, een statement uit de jaren tachtig over politiek gespuis. In de
versie van Browne is het meer funky dan het origineel, wat er bij verbleekt.
Het swingt net zo als Wonder’s Superstition.
Ook vertolkt hij samen met Harrison Kennedy op sublieme wijze traditional Pharao van Sidney Carter. Ooit opgenomen
door Alan Lomax en eventueel terug te vinden op Southern Journey, Voices From the American South. Hij waagt zich daarnaast
op geslaagde wijze aan Newman’s Lousiana 1927, Sam Cooke’s Somebody Have Mercy en Blind Willie Johnson’s Everybody Ought to Treat a Stranger Right. Naast buitengewoon goede
gitarist beschikt Browne over een prettige, soulvolle stem. Voor de gitaristen
onder ons, in het begeleidende boekje is de guitar nerd’s corner terug te vinden. Het bevat informatie over de
gebruikte gitaren en de gitaarstemmingen. Eigenlijk had ik deze recensie kunnen
volstaan met de zin van Eric Bibb op de achterzijde van het album : “Superbly played, sung
& recorded, this bluesy, groovy disc of stripped-back acoustic soul has all
the makings of a classic.”.
Jordi Baizan - Free and Fine
Het was de Texaanse singersong-writer Terry Klein, die mij het album Free and Fine van zijn
vriend Jordi Baizan tipte. Terry schreef samen met Todd Whithers en Baizan
opener Between the Sun and the Moon
onderweg naar het Kerrville Folkfestival. Klein en Baizan behoren tot de
vriendenkring van Walt Wilkins, die samen met Ron Flint het album produceerde.
De achtergrondzang van de opener wordt verzorgd door revelatie Jaimee Harris,
die vorig jaar op schitterende wijze debuteerde met Red
Rescue. Tot de kring van Wilkins behoren ook bijvoorbeeld de geweldige
lap steel bespeler Corby Schaub en onze eigen accordeonist Bart de Win. Tot de
sleutelsongs op het album reken ik Time to
Leave the Neighborhood. Hij schreef het naar aanleiding van een aantekening
in zijn dagboek. Het is het waargebeurde verhaal over iemand uit zijn buurt,
wiens leven voorgoed veranderde na de aankomst van de ambulance. Ironisch
genoeg schreef hij het zes weken voordat Hurricane Harvey zijn straat zou
bereiken en hem op 27 augustus vorig jaar voorgoed afscheid liet nemen van zijn
huis, omdat het door het water verwoest zou worden. Voor familieman Baizan was
dit moeilijk te verteren. Hij voedde er liefdevol samen met zijn Mexicaanse vrouw
Carmen zijn vier kinderen op, die inmiddels het huis uit zijn. De moeder van
Baizan is overigens afkomstig van Cuba en zijn vader van Barcelona. Ook de afsluiter
Heroes All Around Us gaat over
Hurrican Harvey, de op een na schadelijkste ramp ooit (125 miljard USA Dollar).
Het vertelt hoe de familie ermee omging en hoe ze werden opgevangen door hun
naasten. De verwoesting van zijn huis had natuurlijk op diverse manieren ook invloed
tijdens de opnames, vooral op zijn gemoedstoestand. Favoriete song is voor mij Whiskey with Water, vooral door het
fraaie vioolspel van Heather Stalling. Free
and Fine is een uitgekiende mix van folk- en americanaliedjes, die mij
volledig wist te overtuigen. Binnenkort komt Baizan naar Nederland, waar hij
onder anderen te horen zal zijn in de radioshow van Leo Kattestaart van Omroep
Vlaardingen.
Angie McMahon - Salt
Op waarschijnlijk de warmste dag van het jaar tot nu toe,
met mogelijk een nieuw warmterecord, zal menigeen wel wat extra zout kunnen
gebruiken. Salt is de titel van het
volwaardige debuut van de Australische singer-songwriter Angie McMahon. Van de
gegevens op haar website werd ik niks wijzer en de enige informatie die gekscherend
op haar Facebookpagina wordt vermeld, is “Yells words at microphone”. Ze schijnt
ongeveer vijfentwintig te zijn. Voor haar solocarrière zong ze in de negenkoppige
soulband The Fabric. Haar talent en singles bleven de afgelopen jaren niet
onopgemerkt, want ze opende twee jaar geleden voor Bon Jovi tijdens hun Because
We Can Tour. Haar inspiratie voor Salt
haalde ze van uiteenlopende invloeden als Bruce Springsteen, Big Thief en
Lianne La Havas. McMahon heeft een stem met een hees randje en draagt haar hart
op de tong. Dat levert de nodige intense songs op als And I Am a Woman, wat ontstond na een verhitte discussie met
iemand. In plaats het gesprek na afgekoeld te zijn verder te hervatten, schreef
ze het van zich af. Het handelt ook over de strijd tussen man en vrouw. Haar
liedjes worden erg sober ingekleurd, maar hier is less more. Dat haar ster verder rijzende is bewijst ook dat ze binnenkort staat op het Sziget Festival en het Newport
Folk Festival. Ik denk dat bijvoorbeeld de liefhebbers van de intense en sobere
muziek van Julien Baker wel raad zullen weten met Salt.
Session Americana - North East
North East is de titel geworden van het laatste project (het zevende, naar wat ik lees) uitgevoerd door Ry Cavanaugh en de zijnen. De naam Session Americana bestaat uit sessiemusici uit de Boston regio, die hun gezamenlijke talenten bij elkaar geschoven hebben. De harde kern bestaat uit wisselende musici, en tevens tref je een aantal gasten aan op dit album zoals Rose Polenzani, Merrie Amsterburg, Zak Trojano, Jennifer Kimball, Jeffrey Foucault, en niet te vergeten Kris Delmhorst, die productioneel mede aan de touwtjes heeft getrokken bij de totstandkoming van North East. Het resultaat is een gevarieerd geheel geworden aan vertolkingen van liedjes uit het Amerikaanse Songboek repertoire. Zoals valt te beluisteren, blijven de uitvoeringen vaak angstig dicht bij de originele artiesten van de desbetreffende nummers. Kwalitatief valt niets af te dingen, terwijl live uitgevoerd deze kwaliteit ongetwijfeld stand houdt. In oktober 2019 kun je dit Session Americana collectief aantreffen op één van onze podia.
Het project opent met James Taylor’s aloude Riding on a Railroad (Singing Someone Else’s Songs). Knappe uitvoeringen van nummers die zich ergens in je achterhoofd al genesteld hadden. Ondanks dat ik niet altijd bekend ben met de oorspronkelijke artiest, zoals Here Comes Your Man, dat origineel van The Pixies is, is bekendheid met het nummer er wel degelijk. Het door Bill Morrissey geschreven You’ll Never Get to Heaven wordt zeer geslaagd gedaan. Niet omdat het nummer een matige uitvoering heeft, maar wel was er acuut de behoefte weer eens te luisteren naar cd’s van Bill Morrissey. Prachtige uitvoering van Donna Summer’s Dim All the Lights. En ook Trip Around the Sun wordt vakkundig uit de Country hoek (Jimmy Buffett and Martina McBride of ) getrokken. Americana kent vele gedaanten, en zowel de originele songs als hun uitvoeringen worden gevangen on het project North East. Mogelijk hoort een nummer als Roadrunner (Jonathan Richmond) niet bij je gebruikelijke smaak, echter maakt wel deel uit van datgene wat Amerika vormt. Die bundeling aan smaken en culturen is waaruit ze bestaan.
Releasedatum : 13 september 2019 Eigen beheer
Website: http://www.sessionamericana.com/
Leaf Rapids - Citizen Alien
Op Google staat Leaf Rapids omschreven als “an ambient group
from Winnipeg” en op hun website wordt hun muziek gekenschetst als “cinematic folk
with a wisp of theremin”. Erg gemakkelijk zijn ze dus niet in een hokje te
plaatsen. Een opvallende rol in de muziek van het echtpaar Latimer is weggelegd
voor de theremin, een elektronisch muziekinstrument dat bespeeld wordt door de
afstand tussen de handen en twee antennes te variëren. De speler raakt het
instrument niet aan. Af en toe vind ik het geluid enigszins op een zingende
zaag lijken. Citizen Alien is hun
tweede album, met tien liedjes over de familiegeschiedenis van Keri. Het begon
met het verhaal van haar Japanse overgrootmoeder, die om dramatische redenen
Kyoto moest verlatenen naar Canada vertrok. Titelsong Citizen Alien verwijst naar een gebeurtenis, waar men in Canada
niet graag aan herinnerd zal worden. In 1942 werden alle 22000 in Canada
woonachtige Japanners als vijandige vreemdelingen gezien, zo ook de grootmoeder
van Keri. Zij werden per goederentrein vervoerd en werden ergens te werk gesteld
in de suikerbietenindustrie. Ze werden gehuisvest in een armoedige dierenstal
en moest zo jarenlang de strenge Canadese winters overleven. Hun bezittingen
werden nooit teruggegeven en men kreeg pas in 1949 weer hun volledige vrijheid.
Zo staat het album vol met interessante verhalen, die in het verzorgde boekje
terug te lezen zijn. Tevens vind je er familiefoto’s uit de negentiende en
twintigste eeuw terug. Die verhalen worden ook nog eens gegoten in fraaie
muziek. Die af en toe fraai ingekleurd wordt door de pedal steel van Bill
Western en Rusty Matyas op piano en trompet. Onder anderen Schot Kenny Anderson
(King Creosote) en Madeleine Roger (Roger Roger) verrichtten achtergrondzang. Het
album werd overigens reeds vorige maand in Nederland op enkele podia voorgesteld.
Citizen Alien is een bijzonder
geslaagd eerbetoon aan haar familie.
Fionn Regan - Cala
Sinds halverwege de jaren van het vorige decennium volg ik
de carrière van de Ierse singer-songwriter Fionn Regan nauwgezet. De in Bray
geboren en getogen zanger kon meteen vanaf zijn debuut The End of History op de nodige bijval rekenen, zowel van publiek
als pers. Zo werd hij onder anderen genomineerd voor de Mercury Prize. Ook werd
hij gesampled door Bon Iver en acteur Rhys Ifan (vooral bekend van Notting
Hill) liet de tekst van Be Good or Be
Gone op zijn arm tatoeëren. Cala
is intussen zijn zesde album. Regan ziet vergelijkingen met zijn debuut The End of History, vooral qua toonzetting.
Bovendien werden beide albums geschreven in Regan’s huis in Bray. Geen wonder dan
ook dat in zijn teksten regelmatig de woorden stars, moon, ocean en sun opduiken. Cala is
trouwens volgens google translate het Spaanse woord voor kreek. Zijn fraaie
vertellingen worden zoals gewoonlijk ondergedompeld in subtiele, voortkabbelende,
ingetogen muziek. Regelmatig treedt akoestische fingerpicking op de voorgrond,
af en toe de piano en elektronica. Zijn rustgevende stem is voor mij echter de
kers op taart. Cala is een prachtige
aanvulling op zijn toch al uitstekende oeuvre.
Website: http://www.fionnregan.com/
Caamp - By & By
“Caamp is a folk trio from Ohio, making beautiful noise.”,
zo omschrijft het trio zelf met enige humor op hun website hun muziek. Het trio
bestaat uit Taylor Meier (lead zang, akoestische en elektrische gitaar en drums),
Evan Westfall (harmonie zang, banjo, elektrische gitaar, drums en percussie) en
Matt Vinson (harmonie zang, bas en akoestische gitaar). Oprichter is Meier, die
de band begon, nadat hij in de gaten kreeg dat een opleiding aan de
Universiteit van Ohio in keramiek niets voor hem was. Zijn hart had hij toen al
verpand aan het schrijven van songs. Hij keerde terug naar zijn geboortestad
Athens, waar hij zijn jeugdvriend Evan Westfall wist te overtuigen in 2016 een
duo te beginnen. Datzelfde jaar
verscheen hun goed ontvangen debuut, wat ook enige hitnoteringen opleverde en
52 miljoen keer werd beluisterd op Spotify. Inmiddels in Caamp uitgegroeid tot
een trio door de komst van Matt Vinson. Ze weten met hun americana met
indierockinvloeden een breed publiek van zowel jong als oud aan te trekken. Ook
in Nederland zitten de zalen vol. Zelf was ik nog onbekend met hun muziek, By & By is mijn kennismaking.
Meteen bij het beluisteren van openingstrack Feels Like Home was ik verkocht, vooral door het heerlijk hese
randje van de stem van Westfall. Bovendien schrijven ze aanstekelijke liedjes,
waaronder een echte oorwurm als On &
On & On. Zelf zeggen ze het volgende over By & By : “We were able to expand our sound, because people
liked the rock moments as much as the very quiet folk elements. After that, we
got some electric guitars, plugged them in and wrote some really cool songs.”. Met
het album gaat Caamp veel nieuwe zieltjes winnen, dat is wel duidelijk.
Roselit Bone - Crisis Actor
Twee jaar geleden werd ik getipt om Blister
Steel van Roselit Bone te beluisteren. Ik werd getrakteerd op een
heerlijke mix van Tex-Mex, rockabilly, post-punk, surfmuziek tot aan de
spaghettiwesterns van Ennio Morricone. Een country album buiten de gebaande
paden, die ook af en toe lekker schuurde. Spil van de groep, Joshua Charles
McCaslin, die ik toen een uniek heerschap uit Zuid-Californië noemde. Die
omschrijving klopt nog gedeeltelijk, uniek is nog steeds van toepassing, maar
heerschap niet meer. McCaslin gaat tegenwoordig door het leven als Charlotte.
Gevraagd hoe ze het album zou willen omschrijven, is het antwoord kernachtig “fucked”.
En iets uitgebreider als “We wanted to paint a picture of a world that is truly
“fucked,” lacing vignettes of systemic violence, sexual confusion, and class
warfare with a wry, suicidal humor straight from the gut of America.”.
Charlotte werd muzikaal gevormd door Los Angeles punkbands als X en The Cramps,
een band die in Nederland een trouwe fanbase had. De spannende elementen van
dat genre hoor je geregeld op hun nieuwe album Crisis Actor. Op spitsvondige wijze worden die elementen met andere
genres verweven. De twaalfkoppige band is teruggebracht tot een achttal, maar
hun liveshow is nog steeds “infectious and powerful, that falls somewhere
between a demented Roy Orbison and an angelic Gun Club.” zoals die onlangs nog werd
omschreven. Hun muziek kernachtig omschrijven is moeilijk, maar als ik het zou
moeten doen, zou het opwindend en tegendraads zijn. Charlotte vind Crisis Actor het mooiste album van de drie
geworden, wat ik volledig kan beamen. Het wordt hoog tijd dat ze eens naar
Nederland zouden komen, bijvoorbeeld naar TakeRoot.
Rod Picott - Tell the Truth & Shame the Devil
In de eerste regel van opener Ghost zingt Rod Picott “I lost a couple of high notes from the top
of my voice”. Bovendien klinkt zijn stem een stuk breekbaarder, wat ook nog
eens versterkt wordt door de sobere inkleuring van de liedjes. Tell the Truth & Shame the Devil is
zijn meest intieme plaat ooit, alleen zang, gitaar en mondharmonica. Afgelopen
winter werd Picott getroffen door gezondheidsproblemen waarbij hij even de dood
in de ogen keek. Gelukkig herstelde hij snel, maar hij was zich meer dan ooit
bewust van zijn sterfelijkheid. Uiteraard had deze ingrijpende gebeurtenis
grote invloed op de liedjes die hij schreef. Eerder genoemde opener Ghost gaat over sterfelijkheid. De
eerste keer dat hij met sterfelijkheid te maken kreeg was op de middelbare
school, toen een klasgenoot zichzelf van het leven beroofde. Hij beschrijft die
gebeurtenis in het liedje Mark. Uit
eigen ervaring weet ik trouwens hoe zo’n ervaring erin hakt, op de lagere
school verloor ik tweemaal een klasgenootje, een door verdrinking en een door
een verkeersongeluk. Een van de hoogtepunten vormt voor mij het samen met de
jonge singer-songwriter Ben de la Cour geschreven A Beautiful Light. Mama’s Boy schreef hij met zijn oude vriend
Slaid Cleaves en 80 John Wallace met
Stacey Dean Campbell, de overigen alleen. Het liedje Spartan Hotel dateert van zo’n twee decennia geleden, maar belandde
nooit eerder op een album. Lang geleden trad Picott op in het Spartan Hotel met
een coverband, net als Slaid Cleaves met zijn coverband. Alle liedjes zijn
voorzien van uitgebreide achtergrondinformatie, maar het voert te ver om die
allemaal hier te bespreken. Rod Picott bracht al de nodige prachtalbums uit,
waaronder mijn persoonlijke favoriet Stray
Dogs. Daar voeg ik nu Tell the Truth
& Shame the Devil aan toe, het is zijn meest eerlijke en meest rauwe
album geworden.
18-10 BORGER: Van Slag
Malenco - Berries for the Old Town
De Zwitser Matti Tscharner was van 1996 tot 2005 de zanger
en songschrijver van de groep NGURU. Deze groep bestaat nog steeds en maakt
reggae, ska en rockmuziek. In zijn begintijd van zijn solocarrière onder de
naam Malenco schreef hij ook reggae en rocksongs. Intussen is hij meer
opgeschoven richting het grensgebied van oude folk, dansbare blues en donkere
country. Berries for the Old Town is
intussen zijn derde soloalbum en zijn eerste voor Brambus Records, die zijn
muziek met een eigen signatuur onderkende. Tscharner maakte ongepolijste, goed
in het gehoor liggende, vaak ritmisch georiënteerde muziek, veelal slechts alleen
bewapend met gitaar en mondharmonica. Af en toe aangevuld met onorthodoxe percussie-instrumenten
als glasflessen,gitaarkoffer en granieten stenen. Opmerkelijk is ook de keuze
voor popproducer Sandro Dietrich (SWISS Music Award winner 2018). Voor beiden
een win-winsituatie en een verbreding van hun muzikale horizon. Zoals Dietrich
bevestigd : "Working with MALENCO has broadened my musical horizons. He
writes honest songs in wonderful harmonies and brings the whole thing over
uncompromisingly with corners and edges.". De titel van het album is
ontleend aan het liedje Tangerine Man,
waarvan het refrein een echte oorwurm is. Met Berries for the Old Town bewijst
Tscharner een uitstekend songschrijver te zijn, met een oor voor liedjes die
goed in het gehoor liggen en die weten te beklijven.
Native Harrow - Happier Now
Native Harrow is een folkrockduo bestaande uit
liedjesschrijfster en zangeres Devin Tuel en haar echtgenoot en
multi-instrumentalist Stephen Harms. Devin Tuel groeide op aan de Westkust van
Amerika en onderwierp zich daar zo’n twee decennia aan het strenge regime van
ballerina en klassieke zangtraining. Rond haar twintigste verhuisde ze naar New
York en gooide het juk van haar keurslijf af. Ze droomde van een Boheemse
levensstijl en wilde de nieuwe Patti Smith worden. Ze begon liedjes te schrijven
en nam die op in de keuken van haar vriend (nu echtgenoot). Bovendien ging ze
op zoek naar haar natuurlijke zangstem en trad in die jaren in iedere club in
Greenwich Village op. Ze schrijft haar liedjes vanuit haar hart en is een echte
verhalenverteller. Muzikaal gezien wordt ze beïnvloed door de muziek uit de
late jaren zestig en begin jaren zeventig. Ondermeer door Crosby, Stills &
Nash. Het was trouwens een route van vallen en opstaan, maar ze zette door. Het
tegenwoordig in Lyndell, Pennsylviana woonachtige duo brengt sinds 2015 in
eigen beheer albums uit. Happier Now
is intussen hun derde release en vorig jaar in slechts drie dagen tijd
opgenomen tijdens een korte pauze gedurende een meer dan honderd concerten
durende tournee. Het album werd mede geproduceerd, opgenomen en gemixt door Alex
Hall (JD McPherson, The Cactus Blossoms, Pokey LaFarge). In haar liedjes geeft
Devin zich geregeld bloot, zoals in Can’t
Go on Like This, een liedje over onzekerheid. In het wonderschone Blue Canyon, voor mij een van de mooiste
liedjes van dit jaar tot nu toe, zingt ze over het gemis en de schoonheid van
California. Een liedje wat trouwens niet misstaan zou hebben in het oeuvre van
Joni Mitchell. Veelal is het repertoire folk getint. In de afsluiter Way to Light en Round and Round zijn rockinvloeden te horen. Devin beschikt over
een bijzonder aangenaam stemgeluid en is een uitstekende zangeres, vooral in
afsluiter Way to Light gaan alle
registers open. De begeleiding van Stephen
Harms is vaak inventief, zoals bijvoorbeeld het regelmatig terugkerende
gitaarriedeltje in opener Can’t Go on
Like This. Happier Now werd reeds
12 april in eigen beheer uitgebracht, maar intussen zijn ze opgemerkt door het
Loose label, die het album terecht op 2 augustus in Europa gaat uitbrengen.
Kort voordat er een uitgebreide tournee door het Verenigde Koninkrijk van start
gaat, die afgetrapt wordt in de legendarische Cavern.
Buford Pope - The Waiting Game
Buford Pope is de artiestennaam van Mikael Liljeborg, in 1971
geboren op het Zweedse eiland Gotland in de Oostzee. Op dit dun bevolkte en
geïsoleerde eiland begon muziek rond zijn vijftiende een belangrijke rol te
spelen. Het was vooral Bob Dylan die grote indruk op hem maakte. Maar ook
andere, vergelijkbare verhalenvertellers als Tom Petty, Jackson Browne en Bruce
Springsteen. Toch zou het nog zo’n vijftien jaar duren voordat hij zijn eerste
gitaar kocht en zichzelf gitaar leerde spelen. In die tijd luisterde hij ook
weer veel naar Bob Dylan en begon tevens liedjes te schrijven. Spoedig volgde zijn eerste, gelijknamige
album in 2003. Intussen is The Waiting
Game zijn achtste album. Zijn vorige album Blue-Eyed Boy kon rekenen op veel lovende kritieken, waaronder van Folkradio UK en
Americana-UK. Laatstgenoemde omschreef
het album als “Scandicana brilliance”. Met zijn opvallende stem zingt hij
liedjes recht uit het hart. Soms gaan ze over de littekens die het leven ons
brengt, zoals in Hard Life. Maar ook
over positievere zaken als het omschrijven van het begin van een mooie relatie
in Five Minutes to Midnight. De
inkleuring van de liedjes is behoorlijk gevarieerd. Hij schreef alle liedjes
zelf, op opener America na, wat hij
schreef met Mark Drake. The Waiting Game is een uitstekende aanvulling op
zijn al fraaie oeuvre.
Website: http://bufordpope.com/
Preservation Hall Jazz Band - A Tuba to Cuba
In 1961 opende de lokale kunsthandelaar Larry Borenstein het
muziekpodium Preservation Hall in het French Quarter in New Orleans. De
intentie was het beschermen, behouden en bestendigen van de traditionele New
Orleans Jazz. De programmering en dagelijkse leiding was in de handen van de
jonge tubaspeler Allan Jaffe. Hij richtte in dat jaar de Preservation Hall Jazz
Band op. Een halve eeuw later is de band nog steeds alive & kicking en is
de muzikale leiding in handen van Allans zoon Ben. De laatste twee albums
bevatten voor het eerst origineel materiaal. Hun vorige album So It Is werd verrassend genoeg geproduceerd
door Dave Sitek van de eigenzinnige groep TV On the Radio. Inspiratie voor het
album vond men door een trip naar Cuba. Op So
It Is vermengde men op voortreffelijke wijze traditionele New Orleans jazz
met Afro-Cubaanse invloeden, waaronder de Afrobeat van Fela Kuti, maar ook de Fire
Music van Pharoah Sanders en John Coltrane. Dit album zorgde er ook voor dat ze
niet onopgemerkt bleven bij Arcade Fire en ze mee nam op toer langs de
allergrootste podia. Overigens deelde men al in het verleden het podium met
artiesten als Stevie Wonder, Elvis Costello en the Grateful Dead. Begin dit
jaar verscheen de goed ontvangen documentaire A Tuba to Cuba, waarvan nu onder dezelfde naam een soundtrack
verschijnt. Deze keer een fantastische mix van traditionele en nieuwe nummers.
De muzikale verkenning van andere genres en dan vooral Cubaanse en soms
Afrikaanse muziek wordt hier verder uitgediept. Het album vormt hét hoogtepunt in
hun bijna vijftig jarige bestaan. Op dit moment is het album slechts alleen
digitaal verkrijgbaar maar verdient absoluut een release op cd en vinyl.
Liefhebbers van bijvoorbeeld Buena Vista Social Club zullen wel raad weten met het
wederom door Dave Sitek geproduceerde A
Tuba to Cuba. Het is voor mij de meest aangename muzikale verrassing van
2019, de ideale soundtrack voor deze zomer.
Olympia - Flamingo
"The record explores how grief and desire are
intertwined. It’s referencing a personal tragedy – the addiction and loss of
someone very close to me. But it’s not a project of catharsis – I chose to
submit myself to this experience because I wanted to create from inside it,
rather than simply explaining it. I’ve tried to borrow from my own grief to
create its inverse: something new; a territorial hope affair; a love letter
from the living. It’s the most personal I’ve ever been, but also the most
confident. I feel this has given the album its force." Zo omschrijft de
Australische singer-songwriter Olivia Jayne Bartley haar tweede album Flamingo. Het debuut Self Talk kon in eigen land op de nodige
bijval rekenen, het werd genomineerd voor de Australian Music Prize en de ARIA
Music Awards. Ze maakt luchtige en aanstekelijke gitaarpop/art-pop met een
rockinvloeden. Het is een aangename en intrigerende cocktail van onder anderen adrenaline,
schuldgevoel, begeerte en zwarte humor. Rolling Stone noemt haar muziek brooding
& delicate, muziek voor fans van Sharon Van Etten, Laura Marling en Anna
Calvi. Een vergelijking die volgens mij wel hout snijdt. Het album werd vakkundig
geproduceerd door Burke Reid (The Drones, Courtney Barnett. Ondanks het feit
dat Bartley muziek maakt die buiten mijn comfort zone valt, wist ze me snel te
overtuigen met haar vaak aanstekelijke uptempomuziek. Binnenkort gaat ze dat
waarschijnlijk ook doen met de bezoekers van haar concert in Paradiso.
Theo Volk
Replay : Nick Drake - Five Leaves Left
Uitgaande van het feit dat Gabrielle Drake het bij het
rechte einde heeft in haar boek “Remembered for a while”, is het vandaag precies
vijftig jaar geleden dat Nick Drake’s debuutalbum Five Leaves Left verscheen. Een release die toen amper aandacht
kreeg en verscheen in een beperkte oplage van slechts vierduizend exemplaren. Op
het allerlaatste moment werd besloten om de volgorde te veranderen, de b-kant
van de lp werd de a-kant. Overigens was men al begonnen met het fabriceren van
cassettebandjes, die nu een waar collector’s item vormen. Over volgorde gesproken,
zelf leerde ik zijn albums halverwege
jaren zeventig in omgekeerde chronologische volgorde per toeval kennen. In die
jaren luisterde ik naast progrock en rock ook veel naar singer-songwriters,
waaronder John Martyn. Diens album Solid
Air, waarvan het titelnummer over Nick Drake gaat, bracht mij op het spoor.
De titel Five Leaves Left is ontleend
aan het vloeipapier van Rizla (en Mascotte), waarbij de roker gewaarschuwd werd
op het einde van het pakje, dat men dringend toe was aan een nieuw. De opnames
begonnen in juli 1968 in de achtsporenstudio Sound Techniques in Chelsea,
Londen en namen een heel jaar in beslag. Producer van dienst was Joe Boyd, die
toen al succes geboekt had met debuutsingle Arnold
Layne van Pink Floyd. De strijkers spelen een belangrijke rol,
oorspronkelijk zou de arrangeur van Apple, Richard Hewson, dat voor zijn
rekening nemen. De eigenzinnige Drake koos echter voor Robert Kirby, een goede vriend uit Cambridge, zonder
noemenswaardige ervaring op het gebied van arrangeren. Het bleek echter een
gouden greep. Zelfs na vijftig jaar doen zijn teksten vaak mysterieus en
ondoorgrondelijk aan. Met name op het eind van zijn leven kreeg niemand echt
hoogte wat er precies in zijn hoofd afspeelde. Overigens had Drake een heel normale jeugd in een middenklasse gezin. Zijn stem vind ik niet zo bijzonder in
tegenstelling tot zijn gitaarspel. Drake was een buitengewoon goed gitarist,
die praktisch alle opnames in een take opnam. Grotere bekendheid kreeg Drake
dankzij het nummer Pink Moon, wat in
1999 gebruikt werd voor een Volkswagenreclame. In 2001 stond datzelfde nummer
op de cd, die men toen bij aankoop van een Volkswagen kreeg. Anno 2019 is zijn
bekendheid nog steeds groeiende en dat is meer dan terecht, want zijn muziek is
tijdloos.
Chris Staples - Holy Moly
Qua uiterlijk heeft singer-songwriter Chris Staples uit
Seattle wat weg van Gregory Page, zijn muziek beduidend minder. Hij startte
zijn muziekcarrière in 1995 en bracht al een aantal albums uit, die hier onder
de radar bleven. Zijn vorige album Golden Age uit 2016 werd hier echter
goed ontvangen. Een album vol prachtige ingetogen, nergens opdringende liedjes.
Zelf omschrijft hij zijn liedjes gekscherend als spirituals / breakfast music.
Het is inderdaad muziek die goed binnenkomt op de vroege morgen. Muzikaal wordt
hij volgens eigen zeggen beïnvloed door artiesten als Eef Barzelay, Hayden,
Delta Spirit, John Fahey, David Berman, Dave Bazan, Jason Molina, Neil
Halstead, Willie Nelson en Bonnie ‘Prince’ Billy. Grote invloed bij het
schrijven van de liedjes voor Holy Moly
was dat hij gestopt is met drinken. Het constant nuchter zijn had een positieve
uitwerking op zijn inspiratie. Vanwege het feit dat naast hem een nieuw huis
gebouwd werd kon hij overdag niet opnemen in zijn garage. Hij was zo
genoodzaakt om zo van een uur of tien ’s avonds tot een uur vier ’s nachts te
werken. In periodes van ongeveer twee maanden aan het album. Om vervolgens een
korte periode niets te doen en dan te besluiten welke nummers verder uitgewerkt
zouden worden. Dit proces herhaalde zich enkele malen en nam geheel 2018 in
beslag. De titel omschrijft hij zelf als volgt : “Holy Moly, as an expression, communicates a
sort of disbelief. I feel like I see and hear a lot of things these days that I
can barely believe. I find myself saying Holy Moly often”. Ook deze keer is
Staples erin geslaagd om een verzameling door hemzelf ingespeelde bijzonder fraaie
ingetogen liedjes te produceren. Liedjes die ook zeer snel onder de huid
kruipen. Staples persoonlijke favoriet is Horse
and Saddle, een liedje over hoe het is om te leven als kunstenaar. Mijn
persoonlijke voorkeur gaat uit naar afsluiter Running Out of Time. De gekozen hoes vind ik enigszins vreemd, maar
wel actueel, gezien de start van de Tour de France aanstaande zaterdag. Het
neemt echter niet weg dat Holy Moly een prachtplaat is, die weleens veel nieuwe
zieltjes voor zijn muziek zou kunnen winnen.
Curse of Lono - 4 AM and Counting
Sinds 2015 bouwt Curse of Lono, de band van Felix Bechtolsheimer,
gestaag aan naamsbekendheid. Bechtolsheimer, opgegroeid in Duitsland, maar al
jaren woonachtig in Londen, is een ervaren rot. Met zijn vorige groep de
rootsband Hey Negrita, vernoemd naar de Stones song, toerde hij vele jaren de
hele wereld over en bracht vier prachtige albums uit. Helaas verkreeg de band
in Nederland weinig bekendheid. Hun debuut EP Curse
of Lono trok direct mijn aandacht. Het was me meteen duidelijk dat ik
met ervaren muzikanten met historisch besef te maken had. London Rain met het Doors achtige toetsenwerk bevestigde dat. De
twee uitstekende albums Severed
en As I Fell die
volgden kregen uitstekende kritieken. Tevens werd de naamsbekendheid vergroot
dankzij een nijvere promotor en een aantal optredens hier ten lande. In mei
waren ze hier nog te zien samen met de talentvolle blueszangeres van het Ruf
label Samantha Fish. Ze toerden overigens ook al met bekende namen als Steve
Earle en Southside Johnny and the Asbury Jukes. Op hun albums vermengen ze hun
filmische Americana met gothic altrock. 4AM
and Counting verscheen in eerste instantie op Record Store Day in een
beperkte oplage op rood vinyl. De reguliere uitgave volgt volgende week vrijdag.
Het album werd live in Toe Rag Studios opgenomen en bevat een mix van nummers
van beide albums in nieuwe arrangementen. Daarnaast nog een nieuwe song
getiteld Goin’ Out West. In
tegenstelling tot hun vorige albums blijven ze deze keer dichter bij de country
roots rock en dan bevalt me eerlijk gezegd prima. Bovendien krijgen ze hulp van
niet de minsten, de legendarische pedal speler BJ Cole en Nick Reynolds
(Alabama 3). De nieuwe arrangementen zijn onderscheidend genoeg om ook
liefhebbers die reeds bekend zijn met de vorige twee albums te kunnen boeien.
Abonneren op:
Posts (Atom)